PS2015 - Ipsos

Peiling PS2015 week 11 – 13 maart 2015
PS2015: 3 constructieve oppositiepartijen niet genoeg
Een week voor de Provinciale Statenverkiezingen, blijven er vijf partijen aanspraak maken om de
grootste te worden in de Eerste Kamer. Daarnaast komen de regeringspartijen plus de constructieve
oppositiepartijen nog steeds 5 zetels tekort voor een meerderheid. Nog meer steun vanuit de oppositie
in de Eerste Kamer na de verkiezingen is op dit moment hard nodig. Dat blijkt uit de Ipsos Politieke
Barometer van deze week onder circa 1.100 stemgerechtigde Nederlanders.
Politiek Den Haag beleefde een dynamische week. Ondanks de vele politieke gebeurtenissen, zien we
dat het beeld van vorige week voor wat betreft de Provinciale Statenverkiezingen intact blijft. De strijd
bovenin is onbeslist, aangezien VVD, PVV, CDA, SP en D66 dicht op elkaar blijven zitten.
Deze week gaven onder andere het CDA en GroenLinks aan het kabinet na de verkiezingen niet te
zullen gedogen in e Eerste Kamer. Als we naar de stand van dit moment bekijken, is de steun van deze
oppositiepartijen cruciaal. Net als vorige week komt het kabinet samen met de constructieve
oppositiepartijen vijf zetels tekort om een meerderheid te vormen in de Eerste Kamer.
D66 boekt ten opzichte van de vorige Statenverkiezingen nog steeds de meeste zetels winst, maar
heeft zich nog niet weten te herstellen van het verlies van twee weken geleden.
Zetels
16
PS2015
Week 8
Zetels
11
PvdA
14
6
7
7
-7
CDA
11
9
10
11
-
PVV
10
12
12
12
+2
SP
8
12
10
10
+2
D66
5
12
9
9
+4
GroenLinks
5
3
4
3
-2
ChristenUnie + SGP*
3
4
3
3
-
50PLUS
1
2
3
3
+2
SGP**
1
1
2
2
+1
Partij voor de Dieren
1
2
2
2
+1
Een provinciale partij
1
1
1
1
-
Een andere partij
0
0
0
0
-
Totaal
75
75
75
75
0
PS2011
Partijen
VVD
PS2015
Week 10
Zetels
12
PS2015
Week 11
Zetels
12
Verschil t.o.v.
PS2011
Zetels
-4
* In enkele provincies hebben deze partijen bij de komende PS-verkiezingen een lijstverbinding. Indien
zij samenwerken zijn de zetels bij de ChristenUnie opgeteld.
** In de provincies waar de ChristenUnie en de SGP niet samenwerken, behaalt de SGP in totaal 2
zetels.
De bovenstaande Eerste Kamer-verdeling is gebaseerd op onderzoek naar de voorkeur van kiezers
voor Provinciale Staten als die verkiezingen vandaag gehouden zouden worden. Het is dus geen
prognose voor de uitslag van 18 maart. Er kan in de komende dagen nog van alles gebeuren. Zo
kunnen de geplande debatten bij EenVandaag en het NOS-slotdebat nog tot veranderingen leiden.
Verder zullen de kiezers zich laten leiden door de manier waarop kranten en andere media verslag
doen over het debat en de peilingen. Daarnaast is het een belangrijke vraag in hoeverre partijen erin
slagen om hun achterban te mobiliseren te gaan stemmen en die stemintentie verschilt per partij.
Peiling PS2015 week 11 – 13 maart 2015
VVD niet aangetast door opstappen bewindspersonen
In de Politieke Barometer van gisteren bleek dat de Tweede Kamerachterban van de VVD niet slonk
na het vertrek van Opstelten en Teeven begin deze week. Hetzelfde zien we terug in deze peiling voor
de Provinciale Statenverkiezingen.
Wel zegt 28 procent van de VVD-kiezers uit 2012 dat het opstappen van de bewindslieden een
negatieve invloed zal hebben op de kans dat zij bij de Statenverkiezingen weer op de VVD zullen
stemmen. Gemiddeld geeft 36 procent van de Nederlandse kiezers aan dat het voorval een negatieve
invloed op hun stem bij de Statenverkiezingen zal hebben.
Bekendheid Statenleden nauwelijks gegroeid
Ondanks het feit dat kiezers op Provinciale Statenleden stemmen, mengen landelijke politici zich
nadrukkelijk in de campagnes. De inzet van de bekende, landelijke gezichten is goed voor te stellen,
aangezien kiezers nauwelijks bezig zijn met de provinciale politiek.
Zo zijn (kandidaat) Statenleden in de afgelopen maand nauwelijks bekender geworden. 19 procent
van de kiezers zegt nu een (kandidaat) Statenlid te kennen van gezicht, van naam of van horen
zeggen ten opzichte van 15 procent halverwege februari.
Daarnaast hebben kiezers ook geen beter beeld gekregen van de taken van een verkozen Statenlid.
Slechts 13 procent van de kiezers zegt op dit moment te weten wat een Statenlid zoal doet, een
vergelijkbaar aandeel als eind januari.
Tot slot hebben kiezers tot op heden geen sterkere band met de provincie waarin zij wonen naar
aanleiding van de komende verkiezingen. Eén op de drie zegt nu een emotionele band te hebben met
hun thuisprovincie, hetzelfde aantal als eind januari.
Toch blijft er weinig draagvlak voor het afschaffen van de provincies als bestuurslaag. Net als eind
januari zegt slechts 1 op de 6 er wat voor te voelen om deze bestuurslaag te laten vallen.
Peiling PS2015 week 11 – 13 maart 2015
Verantwoording
Dit onderzoek is uitgevoerd tussen dinsdagochtend 10 en donderdagmiddag 12 maart. Het vond dus
plaats vlak na het aftreden van Opstelten en Teeven en het Tweede Kamerdebat daarover. Het
lijstrekkersdebat bij Pauw vond plaats aan het einde van de veldwerkperiode en een mogelijk effect is
dus maar deels meegenomen.
We gaan er daarnaast vanuit dat alle PS-leden stemmen op hun eigen partij. Voor de provinciale partijen
nemen we aan dat de provinciale partijen stemmen op een overkoepelende partij.
De statistische marge rond de zetels per partij bedraagt + of – 1 zetel. Het effect van restzetels vergroot
deze marge met 1 zetel. Per partij bedraagt de marge maximaal 2 zetels.
De gegevens zijn verzameld in de Ipsos Politieke Barometer van deze week. De Politieke Barometer is
gebaseerd op online onderzoek onder een representatieve steekproef van circa 1.100 stemgerechtigde
Nederlanders.
Over Ipsos
Ipsos is onderdeel van de wereldwijde Ipsos-organisatie, het op twee na grootste marktonderzoeksbedrijf
ter wereld, met vestigingen in meer dan 80 landen. Daarbinnen is Ipsos Public Affairs een zelfstandig
specialisme, waarin onderzoekers over de hele wereld hun kennis bundelen op het gebied van politieke
voorkeuren, publieke opinie, maatschappelijke trends en corporate reputation. Naast de Politieke
Barometer van Ipsos in Nederland zijn de peilingen van Ipsos/Reuters in de USA, Ipsos Mori in de UK en
Ipsos France toonaangevende instrumenten.