Emma Kirkby & Jakob Lindberg

zondag
22.03.2015
15.00 Concertzaal
14.15 Inleiding door
Johan Huys
Emma Kirkby
& Jakob Lindberg
Songes and Ayres
Biografieën
Uitvoerders en programma
Toen de Britse sopraan Dame Emma Kirkby
(GB) haar carrière begon in de jaren 1970
van de vorige eeuw, begon de historische
uitvoeringspraktijk net door te dringen tot
de vocale muziek. Kirkby werd een pionier
in deze beweging, onder de coaching van
Jessica Cash. En met veel succes, ze werd
benoemd tot Dame Commander in de Orde
van het Britse Rijk ter gelegenheid van de
Queen‘s Birthday Honours lijst in 2007. Kirkby
heeft meer dan honderd werken opgenomen,
bestaande uit werken van onder andere
Hildegard van Bingen, Mozart, Haydn, Bach,
Vivaldi en Purcell.
Dame Emma Kirkby: sopraan
Jakob Lindberg: luit
De Zweed Jakob Lindberg (SE) kreeg dankzij
The Beatles interesse in muziek, begon met
gitaar maar verlegde zijn passie al snel van
pop naar klassiek. Op veertienjarige leeftijd
leerde hij luit spelen van Jörgen Rörby, later
studeerde hij bij Diana Poulton aan The Royal
College of Music. Lindberg is een van de
meest productieve luitspelers van dit moment,
hij is de eerste luitist die het complete
repertoire voor solo luit van John Dowland
heeft opgenomen en zijn opname van Bachs
composities voor solo luit wordt beschouwd
als een van de belangrijkste interpretaties van
dit moment.
—
John Wilson (1595-1674)
Diffugere nives (Horatius)
John Blow (1648/9-1708)
If mighty wealth (Anacreon)
THE GOLDEN AGE REVIVED
— pauze —
Creation
Alfonso Ferrabosco (1543-1588)
So Beauty on the waters stood
Fate
Cataldo Amodei (ca.1650-ca.1695)
Bianco il pel, toso il crin
Metamorphosis
Anoniem
When Daphne fair
John Danyel (1564-ca.1626)
Coy Daphne fled
John Dowland (1563-1626)
When Phoebus first did Daphne love
Giovanni Kapsperger (ca.1580-1651)
Toccata
Alessandro Piccinini (1566-ca.1638)
Ciaccona Mariona alla vera Spagnola
John Dowland
Prelude – Fantasia
Heroines
William Byrd (ca.1540-1623
Constant Penelope
Henry Lawes (1596-1662)
Ariadne’s Lament
William Lawes
Aire – Almain – Courante – Sarabande
Lyric poets
Henry Lawes
Thelo legein Atreidas (Anacreon)
I long to sing (Anacreon Englished)
Venus and Cupid
Pelham Humfrey (1647/8-1674)
Cupid once, when weary grown
Henry Purcell (1659-1695)
Cupid, the slyest rogue alive
John Blow (1648/9-1708)
Sappho to the goddess of love
Henry Purcell
Cebell – Ritornell – A New Irish Measure –
Scottish Measure – A New Ground – Hornpipe
The death of Dido
Alonso Mudarra (ca.1510-1580)
Dulces exuviae (Virgilius)
Henry Purcell
Dido’s Lament
Anoniem
The English Nightingale
FOCUS
PURCELL
VOCAAL
in samenwerking met Organisatie
Oude Muziek (Utrecht)
Uw applaus krijgt kleur dankzij de bloemen van
Bloemblad.
Renaissance, barok of romantiek?
Twee eeuwen uiterst bewogen geschiedenis
liggen tussen 1508, het geboortejaar van de
Spaanse componist en luitist Alfonso Mudarra,
en 1708, het jaar waarin John Blow overleed,
de Engelse componist en zowel voorganger
als opvolger van Henry Purcell als organist
van Westminster Abbey. Twee eeuwen van
ongekende, ongeziene en zelfs ongehoorde
veranderingen, niet alleen voor Europa en
Engeland, maar ook wereldwijd, mede door
koloniale machtsuitbreiding van enkele WestEuropese mogendheden (Engeland, Spanje,
Frankrijk, Nederland …).
Naast de vele godsdiensttwisten tussen roomskatholieken, protestanten en calvinisten,
woedde een hevige strijd om het bezit van
koloniën en het beheersen van overzeese
handelsroutes. Allerlei gevaren werden
getrotseerd om de welgestelde bevolking
van het thuisland te voorzien van rijkdom en
luxe, uiteraard ook om er zelf beter van te
worden. Langzamerhand (eigenlijk veel te snel)
ontstond er een nieuwe (moderne) elite van
handelaars, kooplui en de eromheen cirkelende
ambtenaren, juristen …, die zich vestigden in
eveneens veel te snel groeiende steden.
In de 17e eeuw was Londen een van de
grootste en snelst groeiende metropolen
ter wereld met alle nadelen en gevaren van
dien. In 1660 telde de stad 500.000 inwoners,
maar vijf jaar later eiste een pestepidemie
70.000 doden, en de grote brand van 1666
verwoestte meer dan de helt van de City. Toch
bleef Londen een grote aantrekkingskracht
uitoefenen op vooral avonturiers, buitenlandse
en inheemse kunstenaars en op de plattelands­
bevolking die er en masse naartoe trok.
De kunsten hadden hun ‘renaissance’ al
enkele eeuwen voordien gekend in Italië,
waar de restanten van de antieke traditie
overal zichtbaar verspreid lagen (en liggen),
waar de vrije concurrentie zich voor het eerst
ontwikkelde en waar het bankwezen ontstond.
Italiaanse steden (Napels, Venetië, Ferrara,
Mantua, Milaan, Firenze …) ontwikkelden
zich sinds het einde van de 12e eeuw tot
autonome stadstaten met een cultureel
geëmancipeerde burgerij. Het was de
renaissance als kunstbeweging met haar
belangstelling voor het individuele en het
natuurgetrouwe, die weldra in vele Europese
steden zou tegemoet komen aan de culturele
verzuchtingen van hun steeds invloedrijker
wordende burgerij. Eeuwenlang waren vooral
de bouwkunst, de beeldende kunsten, de
muziek en in zekere mate ook de literatuur
een verlengstuk van de heersende machten:
kerk en vorst.
In het 16e- en 17e-eeuwse Engeland was dit
nauwelijks anders. Zowel de geestelijke (Tallis,
Byrd …) als wereldlijke muziek (Tomkins,
Farnaby en vele anderen) blonken uit door
een rijkdom en een originaliteit die haar op
het hoogste Europese niveau plaatsen. (Een
niveau dat volgens sommigen na Purcell
nooit meer werd bereikt.) Een en ander
heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat
zowel Hendrik VIII als Elizabeth I liefhebbers
én beoefenaars van muziek waren. Het hof
van Hendrik VIII, die zelf kerkmuziek en een
aantal songs componeerde, was een waar
muzikaal centrum. Hij introduceerde de FransVlaamse stijl en bouwde een grote collectie
instrumenten uit. Elizabeth I, die muziek en
dans bijzonder genegen was, ontpopte zich
tot een tolerante beschermvrouwe van de
kunsten in toch wel vrij barre tijden. In 1575
verleende ze Byrd en Tallis een langdurig
patent op het drukken van hun composities.
Door de publiciteit in 1588 van Nicholas
Yonge’s Musica transalpina (twee volumes
Italiaanse madrigalen met Engelse vertaling)
werd ook de renaissancistische Italiaanse
madrigaalstijl een niet-aflatende inspiratiebron
voor componisten zoals Thomas Morley,
Thomas Weelkes, John Danyel. Deze
laatste was componist en luitist en naast
John Dowland een van de belangrijkste
componisten van expressieve lutesongs
(eenstemmige liederen met luitbegeleiding)
en vele anderen. Deze songs kwamen bij
uitstek tegemoet aan de nieuwe burgerlijke
visie op cultuur en meer in het bijzonder
op wereldlijke muziek. Ze (zoals overigens
ook vele popsongs van vandaag) vertolkten
de persoonlijke emoties (van liefde,
liefdesverdriet, vreugde en smart), die in
wezen van alle tijden zijn, van zowel de
componisten, de tekstdichters, de uitvoerders
als van de toehoorders.
Zelfs de antieke goden en godinnen
ontsnapten niet aan de geneugten, valstrikken
en ellende van deze overweldigende
gevoelens. Mythologische onderwerpen
waren in die periode enorm geliefd bij de
burgerbevolking en aan het Engelse hof
(en zelfs nog meer aan het Franse hof ). Dat
heeft niet alleen te maken met de cultuur
van de renaissance met haar belangstelling
voor het Griekse drama en voor de filosofie
en de kunst van de antieke beschavingen,
maar ook in niet geringe mate met een vorm
van censuur. Mythologische verhalen waren
bij uitstek geschikt om uitdrukking te geven
aan universele emoties zonder een gevaar te
betekenen (wat vaak onderschat werd) voor
de soms schrijnende realiteit.
Pelham Humfrey – als componist, zanger en
luitist verbonden aan het hof van Karel II –
Henry Lawes en zijn broer William (die in
1645 sneuvelde tijdens de burgeroorlog),
de componist, luitist en zanger John Wilson
(opvolger van Henry Lawes als ‘gentlemen of
the Chapel Royal’) en zeker Henry Purcell en
John Blow behoren tot de stijlperiode van de
barok volgens de meeste musicologen. Maar
hun muziek is nog volledig schatplichtig aan
de verzuchtingen van de renaissance, zeker
wat betreft het verklanken van individuele
emoties. In de barok werden in wezen de
‘klassieke’ bouwwerken (ook muziek is
een bouwwerk, een architectuur in de tijd)
enkel van versieringen voorzien (duidelijk
hoorbaar bij bijvoorbeeld Purcell). Wat wel
gebeurde (en dit vooral in Frankrijk) is dat de
ritmische en vooral de melodische wendingen
die de emotie (affect) uitdrukten, werden
geformaliseerd, herkenbare formules werden.
Dat deze songs en ook de meer intieme,
soms streng geconstrueerde maar subtiele
luitsolo’s, vandaag nog zo kunnen ontroeren
is wellicht te wijten (of te danken) aan het
simpele feit dat ze appelleren aan onze
universele ‘romantische’ gevoelens !
Johan Huys
To The Goddess Of Love
O Venus, daughter of the mighty Jove,
Who art so knowing in the art of love,
O Venus, assist me now, o quickly send relief,
And suffer not my heart to break with grief.
If ever thou hast heard me when I prayed,
Come now, great goddess, to thy Sappho’s aid.
Oft have my prayers, such favour hast thou shewn,
From heaven’s golden mansions called thee down.
See, see, she comes in her cerulean car,
The flying chariot cuts the yielding air.
See how the nimble sparrows stretch the wing,
And through the region do their Goddess bring.
To me she comes, she‘s ever kind
And smiling asks me: ‘What afflicts thy mind?
Why am I called? Tell me what is‘t thou wants.‘
O Venus, know you not the cause of all my plaints?
‘Tis love, I rage, the fatal dart sticks in my side.
How can I bear these smarts?
What youth, what raving lover shall I gain?
Where is the captive that should wear my chain?
Uit John Blow, Sappho to the goddess of love.
Piranesi: Basilica van Maxentius en ruïne van de Vredestempel.
In de kijker
Huelgas Ensemble
Phantasm
zo 29.03.15 / 20.00 / Concertzaal
Huelgas Ensemble / De Rore. Missa Praeter
rerum seriem
Ronsenaar Cipriano de Rore – kapelmeester
van de San Marco en van de hoven in
Ferrara en Parma – genoot groot respect
als innovatieve madrigalist. Maar bij diens
vijfhonderste verjaardag concentreren Paul
Van Nevel en zijn Huelgas Ensemble zich
op de zevenstemmige Missa Praeter rerum
seriem, een werk met ‘de meest perfecte
architectuur van de renaissance’.
vr 15.05.15 / 20.00 / Kamermuziekzaal
Phantasm / Engelse consorts van Tye
tot Purcell
Phantasm, zowat het meest bejubelde
gambaconsort van de laatste jaren, neemt u
mee op een onaardse trip door de Engelse
consortmuziek. Het genre liet componisten
Byrd, Tye en Purcell toe om ongehinderd
te experimenteren met duizelingwekkend
contrapunt, zwoele chromatiek, vernieuwende
klankkleuren en bizarre compositietechnieken.
BESTEL UW TICKETS NU OP
Gezellig tafelen voor of na een
voorstelling met een verrassing
op vertoon van het concertticket.
www.concertgebouw.be/servies.
Coverbeeld: Emma Kirkby / V.U. Katrien Van Eeckhoutte, ’t Zand 34, 8000 Brugge
Praat na de voorstelling gezellig na in het
Concertgebouwcafé of vertel ons wat u ervan vond op
(@concertgebouwbr).
of Twitter
Facebook