Untitled

Archie Greene en
het geheim van de magiër
D.D. Everest
Archie Greene
en het geheim van
de magiër
Vertaald door Esther Ottens
Amsterdam · Antwerpen
Em. Querido’s Kinderboeken Uitgeverij
2015
www.queridokinderboeken.nl
www.ddeverest.com
Dit boek is ook verkrijgbaar als e-book
Oorspronkelijke titel Archie Greene and the Magician’s Secret
(Faber & Faber Limited, London, 2014)
Copyright tekst © 2014 D.D. Everest
Copyright vertaling © 2015 Esther Ottens
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of
openbaar gemaakt, in enige vorm of op welke wijze ook,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
Em. Querido’s Kinderboeken Uitgeverij, Amsterdam.
Omslagillustratie © 2015 Paul Sullivan
Omslagontwerp Amy Ryan, Nederlandse
uitvoering Irma Hornman
isbn 978 90 451 1678 5 / nur 283
Voor mijn moeder, van wie ik geleerd
heb dat alles mogelijk is.
En voor de Cat Suit Club, die dit
verhaal als eerste hoorde.
Inhoud
1 De verjaardagstaart voor niemand 13
2 Een onverwacht pakket 17
3 Een oprechte vergissing 22
4 Het geheimzinnige symbool 27
5 Een speciale instructie 32
6 Tim Boek 36
7 Ouwe Zeb 46
8 De Hanenvoetstraat 52
9 Eten bij de Foxen 59
10 De Vlambewaarders 65
11 Pennenveers Chocohuis 71
12 Zetels van geleerdheid 77
13 Het Museum van Magische Varia 85
14 Vreemde stemmen 92
15 Boekbinden voor beginners 98
16 Bezoek 111
17 Zwarte magie 120
18 Gevaarlijke boeken 126
19 De almanak 129
20 Achter de blauwe deur 139
21 De drakenkenner 143
22 Een middernachtelijke missie 148
23 Poging tot diefstal 156
24 De afdeling gevonden boeken 162
25 Echo’s van het verleden 172
26 Het boek van vroeger 181
27 Het Groene Oog 187
28 Alarm 193
29 In de brand 199
30 Heksenketel 207
31 Onbeantwoorde vragen 215
32 Het boek der zielen 222
33 De zandloper 232
34 Tasten in het duister 239
35 Merg en been 247
36 De spookschrijver 250
37 Bewaarme 254
38 De crypte 258
39 Het laatste geheim 266
40 Einde verhaal 273
De drie soorten magie
Natuurlijke magie
De zuiverste magie is die van magische
wezens en planten en de elementaire
natuurkrachten, zoals de zon,
de sterren en de zeeën.
Menselijke magie
Deze vorm maakt gebruik van
magische instrumenten en andere
voorwerpen die door tovenaars
gemaakt worden om magische
krachten in banen te leiden.
Bovennatuurlijke magie
De derde en donkerste vorm van magie
maakt gebruik van geesten en andere
bovennatuurlijke wezens.
De drie basisvaardigheden
van de boekbeschermer
Vinden
Binden
Beheren
De vijf regelen der
magische matigheid
In 1666 had een magisch ongeluk de Grote Brand van
Londen tot gevolg. De regelen der magische matigheid werden in het leven geroepen om nieuwe rampen
te voorkomen.
Eerste regel Alle magische boeken en voorwerpen
moeten terug naar het Museum van Magische Varia
om te worden geïnspecteerd en gerubriceerd. (Boeken
worden ingedeeld in toverkracht één, twee of drie.)
Tweede regel Magische boeken en voorwerpen mogen niet gebruikt, ge‑ of verkocht worden voor ze naar
behoren zijn gedetermineerd en gecategoriseerd.
Derde regel Onbevoegd gebruik van magie buiten
magische gebouwen en terreinen is ten strengste verboden.
Vierde regel Het verzamelen van magische boeken
en voorwerpen voor eigen gewin wordt aangemerkt
als gevaarlijke en daarom illegale praktijk.
Vijfde regel Mishandeling van magische wezens is te
allen tijde uit den boze.
Diep verstopt in grotten koud
’t geheim onnoemelijk en oud
Twee trouwe dienaars staan op wacht
met arendsblik en leeuwenkracht.
Schaduw slaapt met stenen stil
en het groot geschenk als laatste wil
Wie binnenkomt weet één ding goed:
de naam van wie ik dienen moet.
1
De verjaardagstaart
voor niemand
Sardien. Dat was het geheime ingrediënt in de chocoladetaart van Loretta Fox, en haar kinderen wisten
dat. Dit exemplaar was voorzien van een laagje bosbessenglazuur en twaalf kaarsjes. Hij stond op de keukentafel in het huis van de familie Fox in Oxford.
De taart werd omringd door bergen sandwiches,
bakken vol kleurige chips en een aantal potjes waarvan de inhoud onduidelijk was omdat de etiketten van
het glas af gesleten waren. Midden op tafel stond een
grote kan met een sprankelende roze drank.
Netel en Distel Fox keken begerig naar al dat lekkers
voor hun neus.
‘Mogen we nu beginnen, mam?’ vroeg Netel.
Netel was veertien jaar, had groene ogen en lang,
donker haar dat in dikke krullen op haar rug hing,
en hoewel het een warme zomerdag was, droeg ze
een wollen muts, waarvan de pompon over haar ene
schouder hing.
13
‘Nog niet, Netel,’ riep Loretta Fox vanuit de bijkeuken. Haar stem trilde van energie.
‘Maar we vergaan van de honger,’ kermde Distel
Fox. Hij was elf en had rommelig bruin haar en donkere sproetjes op zijn neus.
‘Distel, ik zei dat jullie moesten wachten,’ herhaalde
Loretta.
Stilte.
‘Mogen we wel alvast iets drinken?’ vroeg Distel.
‘Drinken?’ zong zijn moeder. ‘Natuurlijk mogen jullie iets drinken, lieve schatten! Het vlierbessensap is
heerlijk, maar doe er een beetje zuinig mee. Het groeit
ons namelijk niet op de rug.’
Distel Fox rolde met zijn ogen – het universele teken
voor irritante ouders.
Netel schonk twee glazen vol uit de grote kan. Allebei klokten ze het sap in één keer naar binnen. Netel pakte de kan om bij te schenken. Op dat moment
kwam Loretta uit de bijkeuken. De kleine vrouw met
de doordringende groenblauwe ogen en de dikke bos
donker haar droeg een paarse jurk en had een dienblad
vol sandwiches in haar handen.
Ze zag haar dochter, met de kan in de aanslag. ‘Wat
zei ik nou, Netel? Denk je soms dat vlierbessen aan de
bomen groeien?’
‘Nee, mam,’ zuchtte Netel, en ze rolde precies zo
met haar ogen als Distel net had gedaan.
Distel rook aan de taart en trok zijn wenkbrauwen
op. ‘Je gewone recept, mam?’ vroeg hij.
14
‘Ja,’ antwoordde Loretta. ‘Chocola en marshmallow, met een vulling van sardientjes.’
De kinderen hadden goed geraden. Ze wisten dat
hun moeder gespecialiseerd was in rare voedselcombinaties. Eigenlijk was ze gespecialiseerd in rare alles, net als de rest van het gezin. Tot ongenoegen van
haar saaie buren had ze ook een heel rare smaak als het
om haar huis ging. Loretta was namelijk dol op paars.
De voordeur van de Foxjes was volbloedig violet en
de raamkozijnen waren majesteitelijk magenta. Maar
wat in de Hanenvoetstraat écht de haren te berge deed
rijzen en de vitrages deed wapperen, was dat de muren van nummer 32 de kleur hadden van rijpe, sappige
pruimen.
‘We vieren een verjaardag,’ verklaarde Loretta terwijl ze de sandwiches met een zwierig gebaar op tafel
zette.
‘Dat zien we,’ zei Distel. ‘Maar wie is er jarig?’
‘Maak je daar nou maar niet druk om,’ zei Loretta.
‘Wees gewoon blij dat we het vieren.’
‘Maar een verjaardagstaart voor niemand?’ vroeg
Netel.
‘Ik zeg niet dat hij voor niemand is!’ Loretta had opeens tranen in haar ogen.
Netel en Distel keken elkaar bezorgd aan.
‘Goed,’ vervolgde hun moeder, ‘nu moet alleen jullie vader nog komen. Dan steken we de kaarsjes aan en
kunnen we proosten.’
‘Proosten waarop?’ vroeg Distel nieuwsgierig.
15
‘Proosten op wíé,’ verbeterde Loretta.
Distel haalde zijn schouders op. ‘Wie. Waar. Wat
maakt het uit,’ zei hij.
Loretta keek haar zoon streng aan – het was een blik
die ze in vele jaren moederschap tot in de puntjes geperfectioneerd had. Toen forceerde ze een lach zoals
een inbreker de deur van de juwelier forceert.
‘Op afwezige familieleden! En op bijzondere verjaardagen!’
16
2
Een onverwacht pakket
Honderdvijftig kilometer verderop, in een kuststadje dat West-Wittering heette, duwde Horatius Rakker
het hek voor het derde huisje in de Krabbegatstraat
open. Horatius was halverwege de veertig en had een
gezicht dat in een menigte niet opviel. Dat was maar
goed ook, want zijn baan vroeg om discretie. Horatius
werkte voor Vrolik & Rakker, het oudste en geheimzinnigste advocatenkantoor in heel Engeland, en vandaag had hij een belangrijke zaak af te handelen.
In zijn rechterhand hield hij een pakket van effen bruin perkament, dichtgebonden met twee leren
koordjes. Bij het pakket hoorde een opgerold geschrift
met een donkerrood lint erom, dat Horatius voor de
veiligheid in zijn binnenzak had gestopt.
Horatius had geen idee wat er in het pakket zat,
maar dat was niet ongewoon in zijn bedrijfstak. Het
Londense kantoor van Vrolik & Rakker bevatte tal
17
van geheimen, en veel van die geheimen waren zelfs de
oudste personeelsleden niet bekend. Het bedrijf had
zo’n goede reputatie omdat het zich altijd met zijn eigen zaken bemoeide.
Maar om nu te zeggen dat Horatius niet nieuwsgierig was – nee. Het pak had vierhonderd jaar in de
kelder van het kantoor liggen wachten om op een bepaalde datum te worden afgeleverd. Die dag was nu
eindelijk gekomen, en tot zijn grote trots was het klusje aan Horatius toevertrouwd.
Horatius kende de vermelding in het cliëntenboek
vanbuiten. ‘Gearriveerd 10 maart 1603, een middelgroot pakket met bijbehorende schriftrol. Af te leveren bij de heer Archie Greene.’ Van wie die instructie
kwam was echter een raadsel. Hoe vaak Horatius ook
in het boek keek, de naam was zo vlekkerig en vaag geworden dat hij niet meer te lezen was.
Horatius trok de gesteven manchetten van zijn sjofele maar keurig gestreken overhemd recht en knoopte het jasje van zijn aftandse driedelige kostuum dicht.
Hij trok de verschoten blauwe stropdas wat strakker
aan en stopte zijn pas gewassen zakdoek in zijn borstzakje. Toen klopte hij twee keer kort op de deur van
Krabbegatstraat nummer 3.
Een jonge jongen deed open. Hij was klein van stuk
en had springerig, muizig bruin haar. Maar wat Horatius opviel was de kleur van zijn ogen. Het ene was
smaragdgroen, als het diepste meer, en het andere zilvergrijs, de kleur van verweerd eikenhout.
18
Horatius lachte de jongen minzaam toe. Hij had
lang op dit moment gewacht. Hij wilde net het woord
nemen toen de jongen hem aankeek en zei: ‘Nee, dank
u, we hoeven niks.’
‘Jongeman,’ zei Horatius op zijn gewichtigste toon,
‘ik ben van Vrolik & Rakker, het oudste advocatenkantoor van het land, en ik heb een belangrijke zaak af
te handelen.’
Maar zijn woorden werden beantwoord met een luide bons, want de jongen sloeg de deur in zijn gezicht
dicht. Horatius, die het gevoel had dat het belangrijkste moment in zijn carrière hem door de neus werd geboord, klopte nogmaals aan. Tot zijn verbazing ging
de deur zo prompt weer open dat hij bijna naar binnen
tuimelde.
‘Meneer,’ zei hetzelfde iele joch, ‘ik wil niet onbeleefd zijn of wat ook, maar wat u ook verkoopt, we
hebben het al.’
Horatius kreeg een knoop in zijn maag. Hij had zo
vaak aan dit moment gedacht. In zijn verbeelding had
de ongelovige ontvanger van het pakket altijd overmand door emotie verklaard dat de naam Vrolik &
Rakker legendarisch zou worden. Maar dit jongetje
leek het niets te interesseren. Zijn ouders zouden wel
beter weten. Horatius schraapte zijn keel.
‘Zeg, jongeman,’ zei hij met een gemaakt lachje, ‘is
je vader ook thuis?’
De jongen schudde zijn hoofd.
‘Je moeder dan?’
19
‘Nee,’ antwoordde de jongen. ‘Ik heb geen vader en
moeder, alleen een oma. En die zegt dat ik niet met
vreemden mag praten.’ De deur ging weer dicht.
Horatius depte het zweet van zijn voorhoofd. Zijn
zakdoek begon uit elkaar te vallen, zag hij. Hij haalde
diep adem en telde tot tien voor hij opnieuw aanklopte. Deze keer ging de deur op een kier open.
‘U weer?’
‘Hoor eens even,’ zei Horatius. ‘Ik heb een belangrijke zaak af te handelen. Een belangrijke, officiële zaak,’
voegde hij er voor het effect aan toe. ‘Ik heb een pakket
dat op dit adres moet worden afgeleverd.’
De jongen keek op slag heel anders uit zijn ogen.
‘Waarom zei u dat dan niet meteen?’ vroeg hij met een
stralende lach. ‘Ik ben vandaag jarig. Ik word twaalf,
dus het zal wel voor mij zijn.’
Horatius knipperde onzeker met zijn ogen. ‘Dat
denk ik toch niet. Dit is een serieus pakket, vast niet
bedoeld voor een kind...’
Maar er was al niets meer aan te doen. De jongen
had het pakket met beide handen beetgepakt en trok
het met een flinke ruk naar zich toe, waardoor Horatius zijn evenwicht verloor en midden in de brandnetels
naast de voordeur viel.
Toen Horatius eindelijk uit de brandnetels tevoorschijn kwam was hij overal geprikt en zat de deur
potdicht. Hij trok zijn das recht en streek zijn dunnende grijze haar glad. Omdat hij geen andere mogelijkheid zag bukte hij zich om door de brievenbus te
roepen.
20