Kendo artikel

25 februari 2015, pag. 14
Kendo in Leeuwarden. ,,Je moet er een beetje verliefd op zijn om het te begrijpen.’’
FOTO HOGE NOORDEN/JAAP SCHAAF
‘Kendo is echt geen tikkertje’
Hoewel de intimiderende kreten en
het steken met
zwaarden anders
doen vermoeden,
is kendo een
vechtkunst die
zich vooral kenmerkt door rust en
respect.
RENÉ SMID
S
tampvoetend denderen de
kendoka, de beoefenaren van
kendo, door de sporthal in
Leeuwarden. Ze zwaaien met
hun zwaarden in het luchtledige,
staren voor zich uit en slaken af en
toe een oerkreet. En dat is nog maar
de warming-up.
Kendo is vooral in Japan een populaire vechtkunst met miljoenen
beoefenaars. In Nederland zijn er tegenwoordig enkele honderden kendoka. Zij dragen een harnas en een
helm om het hoofd te beschermen.
Laurens van der Meulen heeft
kendoka uit Harlingen, Groningen
en Meppel uitgenodigd om deze
avond te komen trainen in de Friese
hoofdstad. Er is een groep van twintig mensen, onder wie drie vrouwen.
De kendoka gaan er stevig tegenaan
met hun bamboezwaarden (shinai)
en bestoken elkaar met kreten (kiai)
om te intimideren. Het oogt vanaf
de zijkant weinig respectvol en behoorlijk agressief, maar dat is het allesbehalve, betoogt Van der Meulen.
,,De essentie is jezelf te verbeteren
en om je best te doen. De techniek
wordt verknald als de nadruk ligt op
het verslaan van je tegenstander.
Het gaat om de eenvoud van de perfecte techniek, net als met judo. Je
leert technieken die ervoor gemaakt
zijn om iemand met één klap te doden, maar alles draait om respect
voor elkaar.’’
Winnen doet er volgens Van der
Meulen niet toe, ondanks het feit dat
er wel kendo-toernooien worden gehouden. ,,De internationale federatie wil beslist niet dat het een olympische sport wordt, omdat de nadruk dan op winnen ligt. Het is daarom een vechtkunst en geen sport.’’
Van der Meulen (29) haalt een
voorbeeld aan van een jongen die
zijn vuist balde nadat hij een punt
had gescoord. De scheidsrechters
legden de wedstrijd stil en de deelnemer werd gediskwalificeerd. ,,Je hebt
in principe net je tegenstander gedood, daar moet je respectvol mee
omgaan. Je hebt van hem geleerd dat
de door jou gebruikte techniek de
juiste is. Andersom leer je bij een nederlaag waar je kwetsbaarheden zitten. Wees dankbaar.’’
Punten worden niet zomaar gescoord bij kendo. Er bestaan vier
‘wedstrijdzones’. Het hoofd, de keel,
de zij en de polsen mogen worden
geraakt. Kendo is echter geen tikkertje, zegt Van der Meulen. ,,Je moet
met overtuiging laten zien dat jij de
beste techniek gebruikt, dat je lichaamshouding correct is en dat de
tegenstander met de goede punt van
het zwaard wordt geraakt.’’
De Leeuwarder begon negen jaar
geleden met kendo en is naar eigen
zeggen nog een beginner. ,,In Japan
beginnen ze op hun vierde. Als je
heel talentvol bent en alle examens
in één keer haalt, heb je op je 46ste
de hoogste graad. De meeste mensen zijn echter zestig jaar als ze dat
examen halen. Dan ben ik nog maar
een broekie’’, zegt hij met een lach.
Van der Meulen begon in 2013 met
de dojo (trainingszaal) in Leeuwarden en begroet nu zo’n vijftien vaste
gebruikers. Om dat aantal op te krikken, had en heeft hij proeflessen op
de planning staan. ,,Het is lastig om
als kleine club een grote doelgroep te
bereiken. We kunnen zeker nog wel
wat leden gebruiken. Ik vind het ook
leuk om mensen kennis te laten maken met kendo.’’
‘Vechten’ in Friesland
Op veel plaatsen in Friesland is er de
mogelijkheid om Japanse vechtsporten en -kunsten te beoefenen. Vooral
judo is een populaire bezigheid. Onder meer in Grou, Drachten en Leeuwarden wordt karate beoefend. Aikido
is een vechtsport met een filosofische
achtergrond. Onder anderen in Heerenveen, Leeuwarden en Joure kunnen lessen worden gevolgd. Jiu-jitsu
is een zelfverdedigingskunst. De
technieken daarvoor kunnen aangeleerd worden in Grou, Burgum,
Drachten en Sneek.
Ook het Koreaanse taekwondo kan in
Friesland worden beoefend. Hierbij
draait het discipline en zelfverdediging. In Drachten, Oosterwolde en
Heerenveen kan deze sport beoefend
worden.
Vanaf de zijkant kijkt Joey Zijlstra
inmiddels wat beteuterd toe. Hij is
twee jaar actief als kendoka en nog
wel eens te enthousiast met zijn
bamboezwaard. ,,Ik heb mijn shinai
net stukgeslagen’’, zegt het 21-jarige
lid van Shinbukan Groningen. ,,Ik
sloeg te hard.’’ Zijlstra wijst op een
grote splinter. ,,Daar kun je niet mee
doorgaan. Straks krijgt iemand dat
ding in zijn oog.’’
,,Het is vooral heel veel slaan’’, legt
Zijlstra de vechtkunst kort uit. ,,In
het begin vond ik het best gek, een
beetje mensen slaan.’’
Het beeld dat bij de buitenwereld
blijft hangen als ze kendoka in actie
zien, komt volgens Mariëlla van der
Schans (23) niet overeen met de werkelijkheid. ,,Het is raar om te zien’’,
zegt ze. ,,Een stel zwaardvechtende
gekken in blauwe jurken, hoor je
dan. Kendo heeft echter zoveel dimensies die je als leek niet ziet. Je
gaat er dan snel aan voorbij hoe
complex het is.’’
Kendo is vooral een mannenwereld, weet de uit Leek afkomstige Van
der Schans. ,,Maar dat is niet erg, ook
als vrouw kun je met een goede techniek scoren op een man. Het is heel
zwaar, maar ik blijf komen. Je moet
er een beetje verliefd op zijn om het
te begrijpen.’’
Onverklaarbare liefde dus. ,,Als ik
vrienden of familie uitleg wat ik doe,
is het lastig. Ik zeg dan maar dat het
net als schermen is, maar dan op z’n
Japans. Van schermen bestaat een
iets minder gek beeld…’’