`Het enige wat ik kan doen, is zorgen voor veiligheid en

2
deVerdieping
MAANDAG 23 FEBRUARI 2015
#"%$!
‘Het enige wat ik kan doen, is zorgen voor
veiligheid en vertrouwen in de klas’
Juf Coenen schuwt
geen enkel onderwerp
Ze overwoog te stoppen na de aanslagen in Parijs, vanwege de reacties van haar
leerlingen. Maar gelauwerd lerares Trudy Coenen gaat door en liet Trouw meekijken
in een van haar heftigste klassen. ‘Nu práten we tenminste over radicalisering.’
TEKST
Somajeh Ghaeminia
Liefste juf, kijk niet zo suf
Luister naar mij dan word je
even blij ik schreef een gedicht
Waar het antwoord klaar ligt
Op de vraag van vandaag
o begint het gedicht van een
eersteklas vmbo-leerling van
Trudy Coenen. Een jongen uit
een klas die menigeen tot
wanhoop drijft, zo ook Coenen
(60) zelf. Voor het eerst in de 25
jaar dat ze Nederlands doceert
op het Montessori College Oost, een ‘zwarte’
school in Amsterdam, overwoog Coenen te
stoppen. Na de aanslagen in Parijs, waarbij in
januari twaalf mensen het leven lieten door
moordende moslimextremisten, schrok ze zich
kapot van de reacties van haar eigen leerlingen, kinderen die ze zo lief heeft.
“Het was allemaal niet waar, zeiden ze. Die
redacteuren van Charlie Hebdo zijn helemaal
niet vermoord. Het zou één groot complot zijn
van de Amerikanen, in hun ogen terroristen.
Eersteklassers zijn het, pubers die alles nog
durven zeggen. Ze hebben geen idee van de impact van hun woorden.”
Veel docenten vragen zich af hoe ze kunnen
doordringen tot islamitische leerlingen die een
andere waarheid geloven dan de westerse. Hoe
ze gehoor moeten geven aan de oproep van onderwijsminister Jet Bussemaker, die vindt dat
docenten zich meer moeten richten op hun
maatschappelijke taak om groepen bij elkaar
te brengen en radicalisme aan te pakken. “Het
onderwijs mag nooit wegkijken”, zei Bussemaker onlangs in deze krant.
Coenen – in 2010 gekozen tot Leraar van het
Jaar – was de dagen na ‘Charlie Hebdo’ niet zo
zeker van haar geroemde optimisme. “Ik heb
me vier dagen beroerd gevoeld. Ik stop er mee,
dacht ik. Wat een achterlijk zooitje. Hoe verzin
je het om in een complot te geloven? Je ziet de
beelden toch, hoe kunnen ze zoiets afschuwelijks niet geloven?”
Een maand later, op de dag na de moord op
een cineast en een Joodse bewaker in Kopenhagen, ziet ze ontspannen haar les met dezelfde klas tegemoet. “Elke les begin ik met ‘roddelen’, dan praten we over de actualiteit, over
wat de leerlingen bezighoudt. Het zou me niet
Z
verbazen als het straks over Kopenhagen zal
gaan. Dat is prima, ik schuw geen enkel onderwerp.”
Maar de leerlingen van 1D beginnen er niet
over vandaag. Hun ‘juf’, zoals ze Coenen noemen, besluit het zelf in de groep te gooien:
“Hebben jullie gehoord wat er in Denemarken
is gebeurd?” Geroezemoes en onrust golft door
de groep. “Wat heeft dat met IS te maken?”,
roept Bassit (12) na een kort verslag van Coenen over de gebeurtenissen. Over Kopenhagen
gaat het niet meer, het antwoord op Islamitische Staat lijkt de kinderen veel meer bezig te
houden. “Waarom kunnen de landen niet met
z’n allen iets tegen IS verzinnen?”, vraagt Bassit
opnieuw.
Via de onthoofdingsfilmpjes op YouTube gaat
het gesprek vervolgens over kinderen die zich
voor de webcam uitkleden en hoe hun ouders
daarop zouden moeten reageren. “Maar juf, dat
kan echt niet hoor. Als mijn dochter dat later
doet dan ga ik haar slaan en vervolgens stuur
ik haar naar Ghana”, zegt Faith vol overtuiging.
“En daar zijn ze beter in opvoeden?”, vraagt
Coenen. “Mijn zoon vond mij een heel strenge
moeder. Ik heb hem nooit geslagen maar wél
opgevoed. Hij is tandarts geworden. Een ouder
die slaat, is laf. Nu gaan we aan het werk over
‘nieuwsbegrip’. En als ik nog iemand hoor steunen en kreunen”, grapt ze, “dan ga ík slaan.”
Als criminelen benaderd
‘Dit is niet mijn islam’, werd in het weekend
na Parijs geroepen door een groep moslims.
“Hartstikke fijn, maar ik ben er van overtuigd
dat de meerderheid van de moslims in Nederland niet zo keurig denkt”, zegt Coenen. Het
bewijs zat immers in haar klas. En daarom
schreef ze een brief naar de Amsterdamse bur-
‘Ik stop er mee,
dacht ik. Wat een
achterlijk zooitje. Hoe
verzin je het om in een
complot te geloven?’
gemeester Eberhard van der Laan en minister
Bussemaker. “Zij moeten weten wat deze kinderen denken, vond ik. Niet alle moslims in Nederland veroordelen wat daar is gebeurd.”
Coenen – gelauwerd en geliefd door politiek
en media vanwege haar tomeloze inzet voor
haar leerlingen – realiseerde zich dat het onwetendheid is waar deze kinderen door worden gevoed. “Na vier dagen kon ik het weer relativeren. Ik dacht: wat als ik begin met een
handreiking naar hen. Ik laat zien dat ik naar
ze wil luisteren. Dat ik het allemaal heel erg
vind wat ze zeggen, dat ik zo geschrokken ben.
Dat ik het idee heb dat het komt doordat ze
zich aangesproken voelen, en dat ik ook vind
dat zíj niet verantwoordelijk zijn voor de verschrikkingen in Parijs, Kopenhagen of waar
dan ook. Want dat is wat erachter zit: deze kinderen voelen zich aangesproken op de daden
van moslims elders. Ze schieten collectief in
een verdedigingsmechanisme. Onterecht natuurlijk.”
“Waarom? Omdat ze nu eenmaal anders worden behandeld. ‘Rot op naar je eigen land’, krijgen ze regelmatig op straat te horen. Ze stappen de tram in en een oude dame trekt meteen
haar tas op schoot. Dat zijn de signalen die ze
dagelijks krijgen. ‘Juf, je denkt toch niet dat ik
hetzelfde word behandeld als een Nederlandse
jongen van vijftien?’ zei een jongen. In die opmerking zit de confronterende waarheid.”
“Je moet ermee dealen”, zegt Coenen tegen
haar leerlingen. Dealen met het feit dat ze vanwege hun uiterlijk als criminelen worden benaderd. Wat jij kunt, probeert ze de kinderen
mee te geven, is zorgen dat jij niet de crimineel
wordt.
Waar discriminatie toe kan leiden, dat probeert Coenen te tonen door haar klas naar de
jeugdfilm ‘Oorlogsgeheimen’ te laten kijken,
over de Tweede Wereldoorlog. Ook vanmiddag
bekijken ze een deel van de film. “Ze hebben
fikse vooroordelen over Joden. Ik heb contact
met het Joods Cultureel Kwartier in Amsterdam, over de negatieve beeldvorming. Ze komen hier voor een gastles. Ik heb de kinderen
verteld over het begin van de oorlog. Ik heb het
bewust geen ‘Joden’ genoemd, maar mensen
met zwart haar en donkere ogen. Totdat iemand riep: ‘Maar juf, dat hadden wij ook kunnen zijn! Dan zeg ik: zo gaat dat dus, een groep
uitsluiten, zo werkt racisme.”
Niet aanpassen
Haar begrip brengt haar dicht bij de leerlingen,
het haalde na Parijs de kou uit de lucht, ze konden in gesprek, vertelt Coenen. Maar de docen-
‘Maar juf, dat kan echt
niet hoor. Als mijn
dochter dat later doet,
dan ga ik haar slaan en
vervolgens stuur ik
haar naar Ghana’, zegt
Faith vol overtuiging
te hanteert duidelijke grenzen in haar discussies. “We hebben hier in Nederland vrijheid
van meningsuiting, dat is ons grootste goed en
daar blijf je van af. We gaan dat niet aanpassen
vanwege een religie of cultuur. Dit is waar we
eeuwen voor hebben gevochten, en als je daar
niet tegen kan, dan moet je weg gaan. Als vaders homo’s vies vinden en niet kunnen accepteren dat zij hier dezelfde rechten hebben als
ieder ander, dan moeten ze maar weggaan.”
“Dan zeggen ze: juf, het is toch beledigend,
die spotprenten? Dat kan zijn, zeg ik dan, maar
het is maar een spotprent. Je hoeft er niet naar
te kijken! Maar het moet wel kunnen, zo leven
wij hier. Daar mogen ze ons niet om vermoorden.”
“‘Ja juf, het is ook wel heel erg’, kreeg ik te
horen. ‘De Koran zegt niet dat je mensen moet
doodmaken. Die daders zijn moslims, maar ze
hebben dat boek verkeerd begrepen’, zeggen
ze dan. Dat is toch weer genuanceerder dan
wat ze aan het begin riepen. Het is een begin.
En het stemt mij hoopvol.”
Extra aandacht en liefde
Coenens brieven zijn niet onopgemerkt gebleven. In dezelfde maand nog leidde ze minister
Bussemaker rond op school. Met burgemeester
Van der Laan zit ze binnenkort aan een ontbijt.
Maar naast haar ongerustheid heeft Coenen
ook een antwoord, een boodschap voor worstelende collega’s op andere scholen. “Ik ben geschrokken van wat ze riepen maar voor radicalisme ben ik nooit bang geweest. Ik heb het in
mijn carrière slechts één keer vermoed, bij een
jongen die opeens op een vreemde manier driftig bezig was met Koranteksten. Daarvan heb
ik melding gemaakt bij de gemeente en zij hebben het overgenomen. Het zijn pubers en die
#"%$!
deVerdieping
MAANDAG 23 FEBRUARI 2015
3
ILLUSTRATIE EVA HILHORST
vinden make-up, voetbal en kleding terecht
veel belangrijker dan het politieke gebeuren.
Aan Nederlandse meisjes die opeens veganistisch worden ga je ook niet vragen of ze radicaliseren.”
“Het enige wat ik kan doen, is zorgen voor
veiligheid en vertrouwen in de klas. Door de
leerlingen te helpen en te steunen. De grote boze buitenwereld, daar heb ik helemaal geen invloed op. Maar als de kinderen weten dat ze
mij kunnen vertrouwen, dan is dat al iets. Extra aandacht en liefde, het besef dat het kinderen zijn, een grapje maken en hard werken
voor een diploma. Dat is het recept. Ik lees over
collega’s op andere scholen die sommige onderwerpen niet durven te bespreken. Onbegrijpelijk vind ik dat. Vroeger was het bijvoorbeeld
not done om met moslimkinderen over homoseksualiteit te praten. Nu hebben we een gesprek. Daarin worden soms ongenuanceerde
dingen gezegd, maar we práten tenminste in
de klas.”
Waar dat toe leidt? In ieder geval tot hartverwarmend gedichtjes, zegt Coenen, zoals het gedicht van die jongen uit die moeilijke vmboklas. Dat eindigt zo:
Dit schooljaar ga ik niet gauw vergeten
met een reden: jij bent de beste juf
die ik ken en daarom zeg ik:
DANK JE WEL
Om privacyredenen zijn alleen de voornamen van de kinderen vermeld.