Tips bij het injecteren van geneesmiddelen

Tips bij het injecteren van geneesmiddelen
De meeste mensen slikken liever een tabletje dan dat ze
zich zelf injecteren. Maar soms is het noodzakelijk om een
geneesmiddel als injectie te geven.
Zo geven methotrexaat-injecties bij sommige mensen
minder bijwerkingen dan methotrexaat-tabletten. Anti-TNF
biologicals zoals etanercept (Ebrel®) en adalimumab
(Humira®) en sinds kort ook abatacept (Orencia®) worden altijd als injectie toegediend.
Dat komt omdat deze anti-TNF middelen feitelijk hele grote eiwitten zijn. Als je die in een
tabletje inneemt, zal het maagzuur deze eiwitten kapot maken. Daar komt nog bij dat
grote moleculen (zoals eiwitten) niet door de darmwand kunnen. Ze blijven in de darmen
zitten, terwijl ze vanuit de darmen via de darmwand in het bloed moeten worden
opgenomen en zo worden verspreid door het hele lichaam. Insuline bijvoorbeeld is ook
een groot eiwit; er bestaan dan ook geen insulinetabletten. Mensen met suikerziekte
moeten insuline injecteren.
Soms wordt ook prednison per injectie gegeven. Eén injectie geeft vaak enkele weken
effect. Zo kan een opleving van de ziekte worden overbrugd en/of kan de tijd worden
overbrugd tot een ander geneesmiddel gaat werken.
Injecteren
In een aantal gevallen volstaan tabletten niet. Denk aan levensbedreigende situaties
waarbij je een snel effect moet hebben. Het kan ook zijn dat het geneesmiddel in de
maag al wordt afgebroken of dat mensen zelf niet meer kunnen slikken. Een injectie is
dan een uiterst waardevolle toedieningsvorm.
Grofweg worden er drie soorten injecties toegepast: onder de huid (subcutaan), in de
spier (intramusculair) en in een ader (intraveneus).
Injecties die direct in de aders (intraveneus) worden toegediend, werken meestal het
snelst.
Bij een onderhuidse (subcutane) injectie wordt het geneesmiddel in het onderhuids
vetweefsel gespoten, waar het door kleine onderhuidse bloedvaatjes wordt opgenomen.
Het risico dat bij subcutaan injecteren aderen, slagaderen of zenuwen worden geraakt, is
klein. Omdat het onderhuids bindweefsel goed doorbloed is aan de buitenkant van de
bovenarm, het gebied van vijf centimeter rond de navel en de buitenkant van het
bovenbeen, zijn dit geschikte plaatsen voor subcutane toediening. Als je met een klein
naaldje injecteert, kun je direct een injectie in de huid plaatsen zonder de huid op te
tillen. Als een grotere naald nodig is, wordt er dikwijls geïnjecteerd in een huidplooi die
ontstaat door de huid tussen duim en wijsvinger op te tillen en iets heen en weer te
bewegen. Zo wordt voorkomen dat er per ongeluk in de spieren wordt geïnjecteerd.
Bij injecties in de spieren (intramusculair) vindt de inspuiting plaats in het spierweefsel
door de naald loodrecht door de strak getrokken huid in te brengen. De vloeistof wordt in
principe sneller in de bloedsomloop opgenomen dan na een onderhuidse injectie.
Injecteren in een gespannen spier is pijnlijk en vergroot de kans op nabloeden. Mensen
die een intramusculaire injectie krijgen, kunnen daarom vlak voor het toedienen het
beste wat ontspannen.
1. Zorg dat de injectiespuiten op kamertemperatuur zijn.
Het toedienen van koude injecties kan behoorlijk pijnlijk zijn. Vaak kun je dit voorkomen
door de injectiespuit een half uur van te voren uit de koelkast te halen. Heb je al eerder
klachten bij het injecteren gehad, dan kan het helpen om de huid vooraf te koelen. Ook
na het injecteren kan de huid nog enige tijd worden gekoeld. Bij sommige injecties (zoals
anakinra (Kineret®)) komen toedieningklachten geregeld voor, dit is dan ook de reden
dat sommige artsen meteen een ontstekingsremmende/pijnstillende crème adviseren als
je deze injecties plaatst. Nadat de injectie eenmaal is gezet, kunnen de injectiespuiten in
een naaldencontainer worden weggegooid. Deze naaldencontainer kan bij de apotheek
worden ingeleverd.
Probeer overigens steeds van injectieplaats te wisselen, dit verkleint de kans op lokale
bijwerkingen.
2. Ontsmetten met alcohol
Uit steeds meer onderzoek blijkt dat ontsmetten met alcohol nauwelijks zin heeft. Een
recent onderzoek vergeleek drie manieren van desinfectie (alcohol, kraanwater en zonder
schoonmaak). Er was geen verschil tussen deze manieren in het voorkomen van
infecties, complicaties en pijnbeleving. Mogelijk is het prikje in de huid is zo klein dat er
amper bacteriën door de opening kunnen. Andere studies bevestigen deze conclusie.
Sommige mensen zeggen zelfs dat het regelmatig schoonmaken van de huid met alcohol
een nadelig effect heeft, omdat de huid hierdoor lijkt te verharden. Dan kan het prikken
meer pijn doen.
3. Weigerende injectiepennen
Vooral bij de anti-TNF biologicals denken mensen wel eens ten onrechte, dat de
injectiepen niet werkt. Daarom is een goede instructie voor het gebruik ervan uiterst
zinvol. Je moet bijvoorbeeld weten dat sommige pennen (zoals de MyClick) in de buurt
van de naald een beschermingsring hebben die helemaal ingedrukt moet zijn, voordat de
pen wordt geactiveerd. Zo’n pen weigert als je injecteert op een plaats waar net te
weinig tegendruk is om die beschermingsring helemaal in te drukken. Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren als de huid sterk meegeeft. In zo’n geval helpt het vaak om de
huid van het been straks te trekken en de pen daar te injecteren.
Injectiepennen met biologicals zijn duur. Wanneer een injectiepen weigert, pak dan geen
andere pen, maar wacht een paar minuten en probeer het op een andere plaats. Mocht
dat ook niet goed gaan, neem dan contact op met je apotheek of reumaverpleegkundige.
Auteur: Bart van den Bemt is apotheker van de Maartensapotheek, de poliklinische
apotheek van de Sint Maartenskliniek te Nijmegen. De Maartensapotheek is de enige
openbare apotheek in Nederland, die in reumatologie, orthopedie en revalidatie
gespecialiseerd is.
Kijk voor meer informatie op www.maartenskliniek.nl
Bron: blad In Beweging 2013.