Zin en onzin over de ballenmakerij door Jef van Gils Over de ballenmakerijte Goirle is al veel geschreven. De meesteauteurs herhalen,zonder kritisch onderzoek, steedsopnieuw de reeds bekendefeiten, waardoor zinnige, maar ook onzinnigemededelingen een hardnekkig leven zijn gaan leiden. De eerste Goirlenaar die begon met de beschrijvingvan de lokale geschiedenis, was Cornelis Rens, geborente Goirle in 1837,van beroep houthandelaar-"photografist". In een handschriftbeschrijft hij de periode 1850-1900. Zijn opvolger wasH.W. Janson,die reedstijdens de 1e wereldoorlogbegon met zijn onderzoekingen, welke in 1953resulteerdenin zijn boek "Bijdrage tot de geschiedenisvan Goirle", eenpogingom de geschiedenis van dit dorp integraal te beschrijven. Janson begint zijn beschrijving over de ballenmakerij met de periode 1790-1800. Daarnaastverschenener een aantal artikelenover dit onderwerpin verschillendelokale kranten, geschreven door Lambert de Wijs, A.J.A.C. van Delft en Pierre van Beek. J. Hoogendoornschreefin1975het artikel "de Goirlenarenzijn ballenfrutters" in het boekje "Goirle", naarmijn gevoelgebaseerdop aantekeningenvan Cees Robben betreffende de ballenmakerij, welke zich bevinden in de verzameling van de heemkundigekring "De Vy- er Heertganghen", en op mijn artikel genaamd "een belangrijke ballenmakersfamiliete Goirle", gepubliceerd in het tijdschrift Actum Tilliburgis. Helaas noemt noch Janson noch Hoogendoorn zijn bronnen. In het boekje "Goirle" komt zelfs geen enkele bronvermelding voor en we vinden ze ook niet bij de aantekeninsen in het bezit van de Heemkundekring.t) In dit artikel wil ik mijn kijk geven op de ballenmakerij, waarbij zal blijken dat de hulpwetenschapgen e a l o g i eo n m i s b a a rw a s . e n w a a r i n ik de bronnen zal trachten aan te geven waaruit de genoemde auteurs geput hebben. De voornaamste akten ffi;r .tr*ffiffiffiïffi, *::ff:;ff ',*€':i:x\3:lkáï%f :ffiffi *, f; liffi ffi:$i,Ë.ffiËjïil#:f"' fït'$H#;,, ffiffïilrb* tq r,eï>_$ J r / fo^,1 J r r.)I)'.1- & ! ó ',. f;'rrS n I J.^n-**J nIà ill t.r, .9. À$' à-à \'JàÍ' ? ) rJ -Ja rrga'iLà-?t yz "il* c,ft nor.,rJetf'1r6), tl*%r 'l;g;;* $."!e!' )'ea*'r 1 $in*iffi1*%e *ïf :*"i*,*#Èï |ff -pu'n' ( ï71" a flpat ; af./ r.S*' J ; t i $r.c.Cs.*ià Se = 0/.Ë-,..r.; Akten die een duidelijk inzicht geven in de gang van zaken bij de ballenmakerij zijn er maar twee. De oudste en belangrijkste dateert van 22.12.1669.') In deze akte treedt Michiel JanssenVelsen op als lasthebber van zijn broer Gijsbrecht Velsen en Roelandus van Edenburch uit Delft. Ter andere zijde compareren de meester-kaatsballenmakers Gerit Goossens. Thomas en Nicolaes van Wijck, Willem van Spaendoncq, Teunis van der Linden, Jan van der Auderhaegen, Jan van Beeck, Jan van Dircken, Jan Dielis Claessen, Jacob Hendrick Cauwenberchs.Jan Jacobsen Jan van Aelst. De ballenmakers verbinden zich de eerstkomende tien jaar alle ballen aan de twee Delftenaren te verkopen die "bij hen luyden, by yemant van den haeren ofte op haere ordre" zullen worden gefabriceerd (foto links). Voornoemde Michiel Velsen was volgens de schepenen van Goirle "inden heerlijcheijt van Goirle van eerlijcke ende deuchelijcke ouders geprocreëertende also onsen ingeboren". Michiel is op jeugdige leef"ende tijd naar Delft verhuisd is aldaer woonende als factoor geïmploijeert geweest van seeckere cooplieden van Delft, omme sich wederom te begeven naer Goirle ende alhier als factoor te handelen in het negotieren van ballen, balleeiren als andersints". De schepenen verklaren in 1676 dat Michiel "eerlijck ende deuzich te Goirle chelijck" heeft gedragen.s; Dat het genoemd contract, dat de ballenmakers aan handen en voeten bond, ook weerstand opriep, bewijst een akte uit 1672 waarin twee ballenmakers voor de notaris verklaren dat Cornelis van Ravels, knecht van Gerit Goossens, gezegd "ick wil het contract niet houheeft den ofte teeckenen". Omdat hierdoor ook de positie van Gerit Goossensin gevaar komt, verklaart "ick worde borghe ende staen deze in voor mijnen knecht, opdat het g e s e g tc o n t r a c ti n a l l e s i j n e p o i n t e n werden naesecomen ende achtervolght".a) De tweede belangrijke akte dateert van enkele jaren later, en hierin gaan de kooplieden Jan, Thomas en Nicolaas van Auderhagen, Jacob van der Wegen en Heijltje van Wijck, weduwe van Mathijs Wiemers, een overeenkomstaan, waarin zij verklaren elkaar op de hoogte te zullen houden van hun kaatsballenproduktie en bestellingen aan elkaar te zullen meedelen. Naar evenredigheid van hun produktie zullen zij dan een aantal ballen leveren. Niemand van de contractanten mag direct of indirect ballen verkopen; alleen de handel op de Stad Antwerpen is vrij. Ook leerknechten zullen alleen mogen worden aangenomen met goedkeuring van allen en tegen betaling door knecht of baas van vijf gulden, gezamenlijkte verteren. Hoogendoorn noemt dit contract een vroeg-socialistischegedachte; waarschijnlijk is het slechtseen poging om nadeligeconcurrentiete voorkomen, een poging die maar vijf maanden zal standhouden en d a n t e n i e t g e d a a nw o r d t . s ; "compagnie van koopmanDeze schap" roept eerder associaties op met de teuten.") De overige gegevensover de ballenmakerij te Goirle zijn, op het kasboek van Adriaan van Besouw na, slechts fragmenten, feitjes die men leest tussen de resels door. Tilburgse ballenmakers Van het kaatsspelis bekend dat het reeds in de middeleeuwen een populaire sport was, die ook door de adel beoefend werd. Willem van Oostervant, de latere Hollandse graaf Willem VI. verloor zijn gou"tuyn" (halsketting) "up een den kaetsspul tot Staveren", Philips de Schone zou gestorven zijn na het beoefenen van zijn geliefde kaatsspel, Karel van Gelder en later prins Maurits lieten ballen vervaardigen in Brabant.') Uit Brabant kwamen dus de kaatsballen, maar had Goirle de hegemonie in de fabricage? Dit wordt wel graag aangenomen,maar ik betwijfel het. Het oudst bekende gegeven betreffende een Goirlese ballenmaker dateert uit 1552, het is "Laureys een schepengelofte van die balmaecker tot Goerle".o) De overige bekende feiten uit de 16e eeuw hebben echter geen betrekking op Goirle, maar op Tilburg. In 1560laat Frans Petersseneen gerechtelijke vervolging instellen tegen Jan Cornelis Geryt Hermanssoon, van wie hij twee Rijns guldens tegoed heeft, omdat hij hem het ballenmaken geleerd heeft en "heeft gewashem in die periode schen ende gewrongen ende pottagie heeft gegeven". Bij deze akte wordt geen plaatsnaam genoemd, maar Jan Cornelis Geryt Hermanssoon vinden we in 1575terug in het "commer of collecteboek" van Tilburg als inwoner van de herdgang Hoevell.e) In 1588, het jaar waarin de hertog van Parma tracht Bergen op Zoom "vereyscht" in te nemen, Sebastiaen van Warendorp voor de genoemde hertog te Tilburg 12000 "quaetspel", waarballen voor het van er 6500 direct geleverd kunnen worden. De rendanten verzenden de ballen "om beters willen voor de ingesetenen van Tilborch". Ook hierbij wordt Goirle niet genoemd, maar J. Hoogendoorn schrijft in zijn arti"natuurlijk via kel dat de leverantie Goirle" gschied is. Dat is nog de vraag, want ook in Tilburg wonen dan verschillende ballenmakers; genoemd is al Jan Cornelis Geryt Hermanssoon; in hetzelfde commerboek van 1575 vinden we in de herdgang Oerle en Broekhoven een Korst die balmaker en onder de herdgang Loven Peter Jaspars die balmakeris.r0) Een ander bewijs dat ook in Tilburg ballenmakers woonden, leveren de voogdijrekeningen van 1606, opgemaakt ten behoeve van de voorkinderen van Jan Jan Zo' mers te Tilburg, verwekt bij Katherijne Reijnbouts. Uit deze rekeningen blijkt dat een bedrag betaald werd aan Jacob Jordens, omdat hij Jan, zoon van voornoemde Jan Zomers, het ballenmaken geleerd had. Bovendien blijkt dat Jan Zomers bij Jordens in de kost geweest i s o m h e t a m b a c h tt e l e r e n . l l ) Ook de genoemde akte van 1669 bewijs dat elders ballen gemaakt werden. Het contract spreekt im"op ordre mers over de ballen die van de comparanten soo binnen Goirle als op andere plaetsen souden mogen werden gemaeckt". Verder zegt het contract betreffen"dat van nu voorde de knechten, taen niemant van dien tot meester ofte baes sal aengenomen off gemaeckt werden t' sij buyten off binnen der heerlijcheyt van Tilborch ende Goirle ten sij hij sich selven desen contract is onderwerpende" en dat de bazen ook buiten de juris"niemant eenige dictie van Goirle sonlaten maecken ballen mogen coopers de voorsz. deselve aen der te leveren".l2) Bekend is ook dat ballenmakersuit onze streek zich in het westen vestigden. Een akte uit 1617 noemt Antonis Wouterssoon ballenmaker te Rotterdam en erfgenaam van zijn grootvader Benedictus Wouterssoon te Goirle. In deze hoedanigheid verkoopt hij een cijns, die rust op de pastorie van Goirle, aan Jan Adriaens Verschueren, ook ballenmaker te Rotterdam. Een Hilvarenbeekseakte noemt in 1656 Jan Peter Otten, geboren te Goirle, als ballenmaker te Delft. De Goirlenaar Hendrick Jacob Couwenberg is in 1729 ballenmaker te Rotterdam. Zijn weduwe, Agnees Vosse, werd in 1737 te Goirle begraven en blijkt tamelijk gegoed. Volgens haar dienstmeid, de kwezel Pieternel de Bont, bezat zij o.a. twee gouden ringen, een gouden kruisje met gouden slot, twee goud e n m a a n t j e s .e e n z i l v e r e n v i n g e r hoed. twee zilveren haarnaaldenen een paternoster en schoengesPen van zilver.l3) De fabricage van ballen in de l7e en l8e eeuw Gegevensover de aantallen geproduceerde ballen zijn schaars,maar de weinige gegevens die voorhanden zijn, duiden op een enorme kwantiteit in de 17e eeuw. In 1631 compareren voor een Tilburgse notaris Hendrick Gerit Michielse, Jan Janssoon van de Loo en Goossen Aerts, allen inwoners van Goirle, die onder ede verklaren "Barthelomeus Jan Joachims, voerman tot Tilburg te hebben bestelt, om de hierna genoemde kwantiteijt ballen naer Maestricht te voeren ende aldaer te vercopen ende welke ballen sij comparanten selfs hebben gemaeckt ende door hunne familie ende werkcluijden hebben doen maken, te weten de voors. Hendrick 7000 cleijn ballen, Jan Janssen van de Loo 3700 groote ballen ende die voors. Goossen zoo voor sijn selven als mede voor sijne moeder wesende een weduwe tsamen 5300 grote ballen ende alnoch deselve alleen 1700 cleijne b a l l e n " .t a ) Te Hilvarenbeek koopt Cornelis Claes van Wijck uit Goirle in 1647 6000kleine kaatsballenvan Wouter Adriaen Kemp, "die deselve alreede heeft semaeckt ende voorierst sal maeJken". t-t) In ieder artikel over de kaatsballennijverheid lezen we dat de produktie in de l7e eeuw geleidelijk achteruit ging en het verloop in de 18eeeuw definitief werd. Is dat wel zo? Natuurlijk hebben verschillende factoren een ongunstigeinvloed uitgeoefend op deze nijverheid. Verschillende vormen van het kaatsspelverloren in de 18e eeuw snel terrein, bijvoorbeeld het "jeu de courte paume", dat gespeeld werd op specialekaatsbanen,maar als volkssport op het platteland zien we in de 18eeeuw een opbloei. In de steden werd het kolfspel populair, een gegeven waarop te Goirle werd ingespeeld, want er werden ook kolfballen vervaardigd.'6) Ook de Spaanse Successieoorlog zaait veel onrust en ellende in het begin van de 18e eeuw, maar in het proces van verpaupering stond Goirle zeker niet alleen. Iedere plaats in Staats-Brabant werd ge6 troffen door de discriminatie vanuit de Republiek; het naburige Hilvarenbeek bijvoorbeeld, werd hierd o o r n o g z w a a r d e rg e t r o f f e n . l T ) Het verloop van deze nijverheid is echter zeker niet definitief in de 18e eeuw: we zien perioden van opbloei na de Oostenrijkse Successieoorlog en rond 1850. In de eerste helft van de 18e eeuw zijn de handelscontactente Goirle in ieder geval nog zo belangrijk, dat de schepenenvan deze plaats in 1714Michiel Schaepsmeirdersaan"alle stellen als bode om brieven ende packen te bestellen op Amsterdam, Heusden, Gorrekom, Vianen, Uijtrecht, Rotterdam, Delft, 's Tergouw, Hage, Leijden, Haerlem en alle andere plaetsenin Hollant liggende, verders Maestricht, Luijck, Keulen, Aken, Leuven, Brussel, Tienen, Diest, Breda, 's Bosch alle andere ende plaetsen".r8) Enige jaren later, in 7727, verklaren Jan van den Berg en Vincent van Dun, knechten van mr. ballenmaker Francis van Wijck, dat Van "van Wijck leer en haer alhier gecogt", te Goirle 7500 ballen heeft laten maken, die attestantenin een zak hebben geteld. Deze zak is op een kar naar Breda gebracht en vandaar door beurtschipper Van der Burs naar Amsterdam vervoerd. ref Auteur S. van de Graaff schrijft in 1807 over Goirle, "voor dertig jaar werd hier ene verbazende menigte kaatsballen gemaakt, die naar alle oorden der Republiek verzonden 000 kolfbaloAA 863). wierden".20) Ook Van Breugel weet in 1794 te vertellen dat te "de enige fabricq die van de Goirle hairballen is, welke voorheen zeer florissant was, terwijl een groot deel der inseseetenendaar meede hun brood íonnen".tt; Nog in 1769worden vanuit Amsterdam 10.000 kolfballen besteld bij "wel geschepen Willem van Dun maakt, schoon wit van leer". Bij Adriana Wiemers, weduwe van Jan van Besouw, wordt in dat jaar een order geplaatst voor 1000 Gentse, 1000 bonte en 1000 kleine kaatsballen.22) De handelaren Ik durf te veronderstellen dat de ballenmakerij pas in de loop van de 17e eeuw een echt Goirlese aangelegenheid is geworden, waarin vooral de familie Van Wijck en hun afstammelingeneen grote rol hebben gespeeld.In grote lijnen wil ik dit duidelijk maken. NiclaesAntonis van Wijck wordt in "die no1620genoemd als een van tabelstegegoededie eenighenhandel, hanteringe off neeringe aldaer (Goirle) doen".23) Zijn zoon, C)ornelis Claes van Wijck, koopman in kaatsballen, blijkt een huis te bewonen te Goirle in de Catsheuvel "de coopmanen zijn goederen schappen raeckende", vertegenwoordigen bij zijn overlijden een waarde van 225 gulden.2a) In 1665 worden genoemd de mr. kaatsballenmakers Jan Claes van Wijck, Thomas en Claes Cornelis van Wijck. Ballennaaisterszijn dan Lijsbeth en Catelijn Cornelis van Wijck en de weduwe van Cornelis van Wijck. Thomas en Niclaes van Wijck zijn in 1669 medeondertekenaars van het contract met de Delftse kooplieden. Bij de ballenmakers uit 1665 worden ook genoemd Jan Carels van Oudenhagen en Carel Gerits van Oudenhagen; de laatste is gehuwd met Lijsbeth Claes van Wijck. Hun dochter Marie huwde Jan van de Sande, alias Van den Boer, zoon van de in 1665 genoemde mr. ballenmaker Jan Dircx van den Boer. Mr. ballenmaker Jacob Hendrick Cauwenberch was gehuwd met Neeltje Cornelis van Wijck; eerder noemde ik ballenmaker Francisvan Wijck. Zijn vrouw was de ballenmakersdochter Maria van der Linden.2s) De uit Goirle atkomstige sr. Lau"balmaeker van rens van Wijck, sijne ambacht, wonende tot Vianen", verklaart in 1684 dat hij aldaar in augustus 1682 een partij zwart koeiehaar heeft verkocht aan sr. Baltasar Schaepsmeerders,oudburgemeesterte Tilburg. Het haar werd, verpakt in drie zakken, naar Tilburg gezonden.26) In Vianen woont ook ballenmaker Jan Jan Hosemans uit Goirle, die sehuwd was met Marie van Wiick.'') Uit de familie Van Wijck stammen ook de ballenhandelaren die bekend zijn uit de 1Be en 19e eeuw. De eerder genoemde Adriana Maria Wiemers, weduwe van schepenkerkmeester Jan van Besouw, was een kleindochter van Heijltje van Wijck, ook koopvrouw in kaatsballen. Haar grootvader van moederszijde was mr. ballenmaker Adriaen Spapens. De Van Besouws waren van oorsprong geen ballenmakers of handelaars.De oudste leden van dit uit Tilburg afkomstige geslacht geneerden zich met de landbouw, de zonen van Adriana Maria Wiemers waren timmerman en metselaar van beroep.28) De tweede handelaarsterin kaatsballen die we kennen uit de eerste helft van de 18e eeuw was de vrouw van Adriaan van Dun. Marie van der Linden. Zij werd in 1673 te Goirle gedoopt als dochter van Antonis Willem van der Linden en Catelijn Cornelis van Wijck. Bij haar tweede huwelijk in 1722 met zeeldraaier/tavenierJan van der Flaes uit Hilvarenbeek, blijkt volgens de t o e n o p g e m a a k t ei n v e n t a r i sa a n w e zigaan leer, haar en gemaakte ballen voor een waarde van 200 gulden. Er is een tegoed van75 gulden "van verscheijdenen coopluijden weegens geleverde ballen" en bij de schulden vinden we een bedrag van 30 gulden voor gekocht leer. Aanvankelijk alleen en later met haar zoon Willem van Dun, heeft Marie van der Linden de handel voortgezet tot 1739. In dat jaar verkoopt zij haar gehele inboedel "naer rijpelijkcke overweging met De Ketsheuvel rond 1900, nu Kerkstraat. De Ketsheuvel lag in de herdgang Kerk, met een aantal van 46 huizen rond 1800 de dichtst bevolkte buurtschap van Goirle en ook de buurtschap met de meeste armen. In de Ketsheuvel woonden voornamelijk wevers, spintrcrs cn ballenmakers. Rond 1830 was alleen de westzijde bebouwd, tle bebouwing aan de oostzijde hield op bij de plaats waar op de ansicht de zijgevel te zien is van het kanÍoor van de firma Vart Enschot (de zijgevel met het raam en een vrouw met kind er voor). Het begin van de Ketsheuvel, vlak bij de kerk, was vanouds bestemd als woongebied vottr de nolabelen. Rechts wttortde achter cle kerk vlashandelaar Schouíen, Iinks ballenhandelaar Willem van Dun, schoolmeester Laurens van Dun en linnenfabrikant Van Besouw. In het eerstehuis links woonde rond 1900 fabrikant Gerard van Besouw, in het huis er naast zijn zoon Peter van Besouw (Joto toll. schrijver) nijverheid. Volgens mij is hierbij door veel auteurs te weinig rekening gehouden met politieke en andere in- en externe factoren, die hierbij een rol hebben gespeeld. Juist in deze periode woedt de Oostenrijkse Successieoorlog (17401748), die een felle aanslagdeed op de toch al smalle basisvan de Goirlese economischetoestand, Tilburg en omgeving werden bovendien getroffen door epidemieën (17407741), 07a5-l7aU; in de zomer van 174l heerste er een langdurige droogte en in 1750 ging de hele Meierij gebukt onder de gevolgen van een slechte oogst.3l) De regeerdersvan Goirle verklaren "de inwoonders door in 1748 dat deesetroubles seer veel hebben geleden bij het doormarcheeren van d e t r o u p e s . l e g e r d i e n s t e n .i n q u a r tierinsen en duurte van levensmiddelen;.32; Deze oorlog heeft ook zeker stagNeergang en korte opbloei nerend gewerkt op de handel, De berichten betreffende Goirle in waarvan ook de ballenmakers afde tijd dat de weduwe Van Besouw hankelijk waren. In de eerste helft en Willem van Dun ballenhande- van de 18e eeuw zien we ook een laar zijn, zijn niet erg gunstig, maar structurele wijziging die in het van welk Brabants dorp is dat het voordeel werkte van de genoemde geval in de 18e eeuw? In de jaren handelaren. 1740-1750lezen we dan ook over Veel ballenmakers geven hun zelfeen instorting van de kaatsballen- standig bestaangeleidelijk weer op haere naesten bestaenden". inclu"hair, sief ballen en gereedschap tot het balmacken behoorende" voor 700 gulden aan haar zoon Willem, die haar dan reeds vijf jaar "haer heeft bijgestaan en comparante boedel merckelijck hadde bevoordeelt door de coopmanschappe van balle".2e) De kaatsballenhandelheeft Willem van Dun, gehuwd met de Tilburgse bierbrouwersdochter Catharina Beris, zeker geen windeieren gelegd. In 1744is hij een van de weinigen in Goirle die hun belasting kunnen betalen, hij verhoogt zijn aanzien als regerend armmeester en schepenvan de heerlijkheid Tilburg en Goirle en ook door zijn huisvesting heeft hij zeker boven de meeste Goirlenaren uitgestoken. Hij bewoont namelijk het Hooghuijs in de Ketsheuvel.30) in de 18e eeuw en worden knechten van de ballenhandelaren, bij wie ook de orders voor de produktie geplaatstworden.33) huwt te Goirle in 1186 Maria van Dun, dochter van ballenhandelaar Willem van Dun en Catharina Beris. Gerard van Besouw behoort in Na de Oostenrijkse Successieoor- 1808te Goirle tot de hoogst aangelog zien we een kortdurige opbloei slagenen in de belasting, herhaalgezien de bestellingen die bij de delijk treedt hij op als geldschieter handelaren gedaan worden en volen in 1820wordt hij genoemd bij de gens de berichten van Van Breugel notabelste inwoners van het en Van de Graaff.3a) dorp.38) Hij overleed te Goirle als De plaatselijke regenten verklaren particulier in 1829.Over zijn aktiviin 1776dat er een einde is gekomen teiten als ballenhandelaaris weinig aan deze opbloei, "nog niet veele bekend, mogelijk in verband hierjaaren geleden was de balle fabricq mee wordt in 1807 een paspoort het bestaanen de negotie van Goirverstrekt aan de vijfenvijftigjarige "groot le, waarin omtrent 60 personen de Gerard van Besouw, 5 voet kostvoorhunhuijshoudenwonnen". 6 duijm, blauwe oogen en dragende In 7776 zijn er niet meer dan 10 een bruine paruik", voor het on"die daar meede nau- dernemen van een reis naar Frankballenmakers l i j c x d e k o s t k o n n e nw i n n e n " . r s ) rijk.3e) Meer weten we over zijn zoon AdToch blijven de handelaren actief. riaan van Besouw, gedoopt te Bij de uitgaande brieven van de Goirle 76.7.1791 en aldaar ongeGoirlese burgemeester vinden we huwd, ab intestato, als particulier hierover geen mededelingen, maar overleden 26.9.1831. in de statistiek van de Nederlandse Van hem is het bekende kasboek nijverheid staat dat er zich in 1819 bewaard gebleven, waaruit blijkt te Goirle twee balmakerijen bevon- dat hij de grondstoffen voor de balden, die werk verleenden aan vier lenfabrikagevoornamelijk kocht in personen en waarin een gemiddeld de omgeving, Goirle, Hilvarendagloon werd verdiend van 50 cent. beek, Diessen, Oisterwijk, ValDe afzet van de produktie vond kenswaard en Gilze. Leveranciers plaats in het binnenland, waarbij uit Tilburg waren M. Castelijns, dan ook de Zuidelijke Nederlan- Van Son, A. Mutsaerts op het den behoren, maar de toestand was Leijnsheijken, L. Lombarts op het kwijnend, omdat de vraag naar Goirken en A. Smulders aan de kaatsballenniet groot was.36) Reijt, die haar had opgeslagen"op De gebieden waar de kaatssport de zolder van de Hasselsecapel". populair was, blijken dan ook Volgens dit kasboek, dat loopt van steeds kleiner te worden. Volgens 1816 tot 1830, verkoopt hij in die p e r i o d e 2 2 . 8 5 6b a l l e n . I n 1 8 1 6v i n J.J. Kalma werd deze sport in het begin van de 19e eeuw boven de den we een grote order van eenzegrote rivieren alleen nog bedreven kere heer Kistemakers, die 2000 in de veendorpen van Zuid-Holbonte, 100 witte en 1000 gemene land, Rijn- en Delfland, het gebied ballen bestelt. De andere leverantussen Enkhuizen en Medemblik ties vermeld in dit kasboek belopen e n e n k e l e g e b i e d e ni n F r i e s l a n d . r T . ; steeds maar enkele tientallen of honderdtallen; de afnemers komen De handelaren in de l9e eeuw uit Noord-Brabant en de Belgische plaatsen Turnhout, Arendonk en Wie waren de handelaren in de 19e Retie. Van contacten met Noordeeuw? In ieder geval niet Peter van Nederland blijkt niets uit dit boek. De enige bestelling uit Tilburg is Diessen, die als zodanig in alle publikaties betreffende dit onderwerp die van de weduwe Van Spaangenoemd wordt. donk. die in \824 100 bonte en 100 Als eerstevinden we rond 1800Ge- grote Friese ballen bestelt. rardus van Besouw, zoon van bal- Als voerlieden van de aanvoer van grondstoffen en het vervoer van lenhandelaarster Adriana Maria Wiemers, die in 1798 als hoofdbe- ballen, voornamelijk naar Breda en 's-Hertogenbosch, r o e p n o g t i m m e r m a no p g e e f t .m a a r worden C. Lombarts en Jan Oerlemans sein latere akten meestal koopman of noemd.ao) negotiant genoemd wordt. Hij 8 Overigens heeft Adriaan van Besouw ook inkomsten genoten uit andere activiteiten. Hij noemt zich looier van beroep als hij in 1819 wordt benoemd tot voogd over de kinderen van zijn buurman Peter Storimans, hij blijkt ook te verdienen aan de handel in haar. dat ook gebruikt werd bij de hoedenfabrikage en de verkoop van lijmvlees. Verder verhuurt hij een woning aan Peter de Kroon, verpachl hij "gemeenen" dijk en turf aan de treedt hij op als geldschieter. Mogelijk is hij ook winkelier, gezien "winkeltooglrande aankoop van ken" in 1818.1t) Zijn nalat"enschapwordt na zijn overlijden, samen met de nalatenschap van zijn vader gewaardeerd op / 3585,-. De waarde van het meubilair. samen met de voorraad leer en de gemaakte kaatsballen is f 215,-. Deze goederen komen, samen het ouderlijk huis aan de Ketsheuvel bij de kerk, in handen van zijn broer Jan van Besouw, die als koopman/winkelier ook de handel in kaatsballenzal overnemen.a2) Jan van Besouw blijkt haar voor de vulling van de ballen o.a. betrokken te hebben van de Goirlese leerlooier/schoenmaker Jan Baptist van der Foelaert. In 1843 levert hij aan Van der Foelaert drie bunclels garen nr. 40 ter waarde van f 13,75. Dit bedrag wordt voldaan door de leverantie van koeiehaar. Van der Foelaert vordert in 1848 een bedrag van Jan van Besouw voor geleverdhaar en gerepareerde s c h o e n e n . a 3B) i j z i j n o v e r l i j d e n , i n 1861, wordt de nalatenschap geschatop een waarde van / 13.800,-. Zijn weduwe, de Woenselse voermansdochter Maria Petronella de Groot, zal daarna nog een tietttal jaren kaatsballenblijven verkopen, daarbij gesteund door haar zoon Gerard van Besouw.aa) Als tweede handelaar in kaatsballen vinden we Laurens van Dun. geboren te Goirle in 7742,zoon van Willem van Dun en Catharina Beris en gehuwd in l17l met Ida van Besouw, dochter van Jan van Besouw en Adriana Maria Wiemers. Naast handelaar in kaatsballen is Laurens school-, kerk- en brand"debitant meester. à tabac" en winkelier. Bij het mutueel testament d a t L a u r e n s e n I d a i n 1 8 1 0m a k e n . nig werknemers, lage daglonen en geheel overvleugeld door de linHet feit dat de ballenmakerij in nennijverheid. 1819een kwijnend bedrijf werd ge- Kwijnend is het bedrijf in de jaren noemd en de bewering van alle 1850-1860zeker niet. Uit deze jaschrijvers over dit onderwerp, dat ren bestaanwel bewijzen dat gelede produktie in de 19e eeuw niets verd werd aan Friesland, met name meer voorstelde, riep bij mij de de aan Van de Veer te Harlingen, en vraag op waarom er dan toch tot mogelijk heeft de opbloei te maken ongeveer 1870 twee handelaren met het feit dat de kaatssport in hun bedrijf bleven voortzetten. En Friesland een geweldige bloei kent waarom komt er rond 1870 plotse- na de oprichting in 1853 van de "Directie van de jaarlijksche ling een einde aan deze nijverheid? 2.tt.1872. Was de ballenmakerij wel een ne- groote kaatspartij te Franeker", Van zijn aktiviteiten als ballenhan- venbedrijf van alle Goirlese linnen- voorloper van de kaatsbond.aT) delaar is zo goed als niets bekend. wevers? Op dit laatste kom ik later Juist in dat jaar wordt in het gemeenteverslag van Goirle verZijn beroep wordt alleen genoemd terug. klaard, dat de kaatsballenmakerij bij het overlijden van Adriaan van Osch. Een van de aangeversvan dit Uit het onderzoek blijkt dat de in deze plaats de enige is in Nedersterfgevalis Laurens Naaijkens, 52 kaatsballenmakerijin de 19e eeuw land en zich nog steeds handjaar oud, van beroep kaatsballenfa- inderdaad nog maar een kleinscha- haaft.a8) brikant.a6) l i g e b e d r i j v i g h e i di s . m e t m a a r w e i - In 1855 staat in het voornoemde verslag dat de linnenfabriek - er staan dan te Goirle 220 weefgetouwen - een groot gedeelte van het jaar in kwijnende toestand heeft "doch dat van pellen en verkeerd, kaatsballen heeft geregeld deszelfs werkzaamheden voortge zeÍ" .ae) Een jaar later verzoekt de burgemeestervan Goirle aan de ministcr van financiën het traktement van de bestelhuishouderte verhogen en het bestelhuiste verheffen tot hulppostkantoor. Door het vervroegen van de vertrektiiden van de diligence van Tilburg naar Turnhout. blijven de brieven voor Goirle biina een etmaal in Tilburg liggen, als de bestelhuishouder niet zelf iederc dag te voet in Tilburg de post gaat halen. Dit is echter niet vol te houden door de toenemende handel in Hendrik Eijsermans met zijn tweede vrouw en de kinderen uit zijn tweede huwelijk. l i n n e ne n k a a t s b a l l e n . s " ; Hendrik, geboren te Goirle 10.12.1811, was een zoon van ballenmaker Francis Eijsermans en Adriana van der Zande, halfzuster van overgrootvader Van der Zande. Hendrik was linnenOok het gemeenteverslagvan 18-58 wever en gal les aan kinderen in de Mechelse kuthecismus. Hij kreeg hiervoor per communiverklaart dat de twee kaatsballencant 5 stuivers of goederen in natura. Er wordt van hem gezegd, dat hij de laatste ballenmaker makerijen onafgebroken werkzaam van Goirle was, maar in 1893 is in zijn inventaris niets meer te vinden, wat wijst op de z ijn geweest.sr) hallenmakerij. In zijn woning aan tle Bergstraat staan dan I breed en 2 smalle weefgetouwen verklaren zij gegoed te zijn beneden de 1000 gulden. Laurens van Dun overleed te Goirle in 1821. Zijn weduwe, die waarschijnlijk de handel in kaatsballen heeft voortgezet, overleed aldaar in 1831.4s) Zij werd opgevolgd door haar kleinzoon Laurens Naaijkens, geboren te Goirle in 1811 als zoon van de Hilvarenbeekse bakker Hendrik Josef Naaijkens en Johanna van Dun. Laurens overleed te Goirle ongehuwd en zonder beroep Het ballenfrutten in de l9e eeuw en 2 spoelgetouwen. Dit woonhuis met grond was door Hendrik in 1874 gekocht van Johanna Hesselmansweduwe van Elias de Jong. De grond verkocht Hendrik later aan Hendrik van Puyenbroek, voor de uitbreiding van diens fabriek. Hendrik Eijsermans huwde te Goirle 27.4.1868 Helena Mariu van lersel en hertrouwde te Goirle 26.11.1894 Anna Maria de Rooij, weduwe van Peter Cornelis van Dun. Uit dit tweede huwelijk werden zes kinderen geboren. Op de foto van links naar rechts zittend; Gerarda Eijsermans geb. Goirle22.l1.1898, woont te Hilvarenbeek en huwt J. Bressers, Hendrik Eijsermans, zijn tweede vrouw Anna Maria de Rooij en Huberta Catharina Eijsermans, geb. Goirle 20.8.1900 huwt Hendrikus van Beurden uit Poppel. Staande van links naar rechts; Petrus Johannes Eijsermans, geb. Goirle 6.2.1904, huwt Paulina van de Zilver te Tilburg, Helena Cornelia Eijsermans geb. Goirle 24.12.1901 woont te Hilvarenbeek en huwt A.A. Kluijtmans, Hendricus Adrianus Eijsermans, geb. Goirle 16.10.1895 huwt J.M.M. Klaassen en Catharina Maria Josephina Eijsermans geb. Goirle 1 7 . - 1 . 1 8 9 7h, u w t P . H . G . v a n P u y e n b r o e k . De foto zal gemaakt zijn kort voor het overlijden van het echtpaar Eijsermans-De Rooij. Beiden overleden in 1926 (foto coll. schrijver). De weduwe van Jan van Besouw schrijft in 1869aan Van de Veer in Harlingen, dat ballen van de gewenste kwaliteit niet direct geleverd kunnen worden. Zij kan wel de gewone soorten leveren, want die zijn in voorraad. Waarschijnlijk heeft deze brief de stelling opgeroepen, dat er geen ballen meer gemaakt werden en dat alle-gnnog uit voorraad geleverd werd.-") Er werden dus nog wel ballen gemaakt in dat jaar, maar lang heeft het niet meer geduurd. In 1870 wordt in het gemeenteverslagnog een kaatsballenfabriek genoemd, in 1872 blijkt ook deze te zijn geliquideerd.") Het vrij plotseling verdwijnen van deze oeroude Goirlese nijverheid heeft verschillende oorzaken. Uit de correspondentievan G. van Besouw blijkt dat er moeilijkheden zijn ontstaan met Van de Veer uit Harlingen; door de toenemende populariteit van de kaatssport in Friesland gaan aldaar wonende schoenmakers kaatsballen maken volgenshet Goirlese procédé, en te Goirle werden de lonen van de linnenwerversin deze jaren steedshoger, maar die van de ballenmakers lager. In 1859 is het maximumdagloon dat in de ballennijverheid verdiend kan worden nog 75 cent. ln 1861 maar 50 cent. De maximumdaglonen welke in 1859 in de linnennijverheid vediend konden worden lagen tussen de / 1,- en r 1,20. Ook de leeftijd van ballenhandelaars en -makers heeft waarschijnlijk een rolmeegespeeld. De weduwe van Jan van Besouw was in 1870 al 74 jaar oud. Haar zoon Gerard wijdt in deze periode al zijn krachten aan de expansie van zijn bedrijf; in 1875 begon hij met zijn zwager P.W. van de Lisdonk een machinale weverij. Haar concurrent, Laurens Naaijkens, overleed "fullte Goirle in 1872. De laatste Mijn overgrootvader Willem van tler Zande, kleinzoon van balmaker Jan van der Zande. Zowel hij als zijn moeder, Maria Smultlers uit Tilburg, werden bedeeld door het armbestuur. Bij de benoeming vun zijn voogden in 1858 was zijn halfbroer balmaker Francis Eijsermans aanwezig (foto coll. schrijver) 10 time" ballenmaker, Francis Eijsermans, overleed aldaar in 1871.54) t & * lJirl roor De opkomst van de gummiballen, omstreeks 1860, richtte de kaatsballenproduktie in Goirle niet te gronde. De ballen die voor het kolfspel gebruikt werden, kregen wel een elastieken kern, maar de kaatsballen worden nog steeds op de oude wijze gemaakt. Nog in "Het 1972schrijft J.J. Kalma: dode machinale produkt zal her, ook al doordat de behoefte aan ballen betrekkelijk klein is. nooit winnen van het handgemaakte produkt." In het begin van de 20e eeuw werd door de kaatsbond wel contact opgenomen met de Vredestein-rijwielbandenfabriek om te komen tot machinale produktie, maar alle e x p e r i m e n t e nl i e p e no p n i e t su i t . s s ; De fabrikage Alvorens iets te vertellen over de kaatsballenmakers eerst in grote lijnen het produktieproces,waarbij vooral de vulling belangrijk was. Bij voorkeur werd hiervoor kalverof hokkelingshaar gebruikt. Dit haar zette bij vochtigheid uit, terwijl het leer inkromp, zodat de bal door de grote spanning veerkrachtig werd. Bij het spelen werd zonodig zelfs een mondvol bier over de bal gespuwd. Voor de vulling geschikt was voor gebruik, moest ze eerst worden gezuiverd, gewassen en gedroogd. Zo blijkt uit het kasboek van Adriaan van Besouw, dat het haar geleverd door Mutsaars aan de Hasselt "voor 4 deel zant is geweest". Het gedroogde haar w e r d v e r v o l g e n si n e e n t r o g v o r m i ge bak gelegd die alleen aan de lange zijkanten een opstaande rand had. In de lengte liepen over de bak een twaalftal koorden. een pink dik, aan het ene einde op gelijke afstandenvan plm. 5 cm vastgehechten aan het andere einde samengebundeld en bevestigd aan een handgreep. Door het voortdurend krachtig neerslaan van de koorden werden de klitten in de haren losgewerkt. Dit haarslaan en haarsnijden kende men ook bij de hoedenfabrikage en was zo'n zwaaÍ werk dat het door volwassenmannen gebeurde.s6) Het omhulsel bestond uit zes, met pekdraad, voornamelijk door de Tr'Jitet da li*rL vt F F A T O I S C U SE I J $ E B T A I I S , gctrare* íe Goarle dn ou*leáes ah/6ar &a la ro0t tr.Erall! li 78fitr, ía*wti 137 L ; 3 idi trrll$vÀíuq Y À ï D u Í t z , r } - t } l :, ÁnI{IAíÁ íaq gli S?ll,tetft 18lii, !/tt'o/tN b tlaorlr l\\i" orcrlalrr *hla,v irn ?3 Jaw*i Ëetr* cerckroln zlir de lrrnge ,ilrr:1, die op rl* r'*;;*rn dor gerer'lrtigltritl gevondcn lipr. líi; itl. worllcr. Werkr,**rn *r ,!ct zor5 hecllí zii lwr| rlageu <loorgelnacht; hnrr: ttak tcrvultl, rbn larc looplutrtt rolíaosdíllr striid gtxtrttlur. 'llin. .1. brat:lt|, hr:t grlutí'br:wnrud. Job I. ll Hiinc kindcrnr: lleninf rlkrrnrkr', hr:1.i; ll, Jcan. hel grl*d v*rr dr:n lli:cr. llebt nrt'deliidon met rtij , rlir u in mijre rr xr,hoot heb gedrxgnr, dicr r gr:voctl cn rrpgcbra' lt ht.h. :J llu h. 5 : ',iï. '11.t:l1tt n:ii rltrt nrvc gclrrlm iut Uod. , Rom. IY : 3o. ïnr: tltuï ! rs llatrÀ , {ws {uí, Ítrotrl}!;. {11í1Í tl o g r t djrla a t.\ n. lllj ?itovÀt l. vll r. l}r:r.e,r, Coorb. Bidprentje van balmaker Francis Eijser'nans (coll. schrijver) vrouwen aan elkaar genaaide, segmenten van zacht schapeleer.Een segment bleef gedeeltelijk open en dan volgde het belangrijkste wr:rk, het vullen van de ballen met het voorbewerkte haar. Aan een van de zijkanten van een bank waren hiertoe drie gaten geboord, waarin metalen vormpjes pasten die onderling in afmeting verschilden.De halfgevulde ballen kwamen in zo'n vormpje te liggen en werden dan door de ballenmaker verder opge"balbak" met hamer en vuld. Zo'n priem, wordt genoemd in de nalatenschap van ballenmaker Dirck van der Flaas, halfbroer van handelaar Willem van Dun. De waarde was 10 stuivers.sT) De bal mocht niet te hard en el'enmin te vast gestopt worden, er moest rekening gehouden worden met het feit dat de ballen door het liggen zachter werden en bij de beoefening van de kaatssport van vorm veranderden. De fabrikage van één bal kostte ongeveer een uur. Daarna volgde voor somrnige soorten nos een rood of blauw verfbad.58) "ballenfrutten" goed te leOm het ren was een proeftijd nodig als knecht bij een meester ballenmaker. Dit is dan ook de eeuwen door gebeurd, al vinden we ook hierover weinig bewijzen. Eerder zijn al twee akten genoemd waarin Tilburgers verklaren als leerling bij een baas in de kost te zijn geweest. In de overeenkomst met de Delftse handelaren staat dat niemand baas kan worden, voordat hij binnen Goirle twee jaar het ballenmakers"omme ambacht heeft uitgeoefend 't voorschreve ambacht beter te doen floreren".se) Jan de Wits wordt genoemd in 1656 en Cornelis van Ravels in 1672 als ballenmakersknechtbij mr. ballenmaker Gerit Goossens;ot')aan ballenmaker Adriaan van de Sande wordt in 1753 vijf gulden betaald 't "voor 't naijen leren van onmondigh kint van wijlen Jan Laurijs Schapen"."') Hoofdverdachte van de pesterijen van de Goirlese, mank lopende schoolmeesterQuirijn Roovers, in 1768,is Jan van Dun, leerling bij de ballenmakers Peter en Anthony Alewijns.62) Bàllenmakers en schoenmakers In slappetijden hielden de Goirlese linnenwevers zich bezig met het maken van ballen, een veel gehoorde stelling. De plaatselijke bevolking kon van de landbouw alleen niet bestaan en bijverdienste was bittere noodzaak. Van oudsher werden deze additionele inkomsten gevondenin het weven van grof linnen en het frutten van balien, beweert L. ten Horn van Nispen in inventaris een weefgetouw en ook bedeling door het armbestuur komt in deze groep zelden voor. Daarmee is natuurlijk niet gezegd dat voor de boeren de toestandenrooskleurig waren. Juist zij werden in de loop van de 18e eeuw geconfronteerd met de zwaar drukkende belastingen, de veel voorkomende runderpest en de misoogsten. Te Goirle heeft dit tot gevolg dat de Al vroeg bestond een groot deel groep autochtone landbouwers van de Goirlese beroepsbevolking steedskleiner wordt. ln 1803wordt niet uit landbouwers. Volgens het verklaard dat de gemeente onder"quohier tot den opheff van een ca- hevig is aan"zigtbaar verval en ver"derpitale schattinge" uit 1665 blijken mindering", omdat wevers en "capitalisten" te gelijke" de plaats hebben ingenoin het dorp vijf wonen en 217 personen en families men van de gegoede ingezetenen "veele acgegoed onder de 2000 gulden. die landbouwer waren, Slechts 85 mensen van deze groep kers en groes zijn tot bosch ge"als teulluijden te ne- maakt".t'n) blijken zich geren met lantbouwerije. soo oP henne eijgene als gehuerde goede- Van de Goirlese beroePsbevolking r e n " . V e r d e r v i n d e n w e o . a . 1 9 w e - is in 1798 30o/owerkzaam in de texvers, 1 sajetspinner, 21 spinsters, tielnijverheid, 88 mannen worden 26 ballenmakers,4 ballennaaisters, vermeld als wever, spinner of we9 schoenmakers,4 kleermakers en versknecht.6T) Dat al de mensen uit deze groeP 6 k r a m e r se n v o e r l i e d e n . o s ) zich als bijverdienste bezighielden met het maken van ballen is onzin. In het begin van de 18e eeuw blijken juist de boeren in Goirle te be- Ook hier is het omgekeerd: de ballenmakers hielden zich in slaPPe horen tot de groep die geen addititijden bezig met het weven van linonele bijverdienste nodig heeft, zij behoren tot de groep die wel geheel nen, maar waren ook werkzaam in of gedeeltelijk belasting kan beta- andere beroepen. Een aan het ballen maken nauw len: slechtszelden vinden we in hun haar proefschrift, handelend over Jan B.M. van Besouw.Ór) Ik ben het niet helemaal eens met deze stellingen. Te Goirle was de landbouw een additionele bijverd i e n s t ev o o r d e l i n n e n w e v e r se n i n het begin van de 19e eeuw zelfs nog voor de fabrikanten. niet omgekeerd, en voornamelijk gericht op produktie voor eigen gebruik.6o) ()ereedschap gebruikt bij de fabrikage van kaatsballen en een niet afgewerkte kaatsbal (foto coll. schriiver) verwant beroep was namelijk de schoenmakerij.In Frieslandzijn het juist de schoenmakers,die zich volgens J.J. Kalma door het verdwijnen van de Goirlese ballennijverheid voor de taak gesteldzagen om wedstrijdballen te leveren. Zo werd schoenmaker Jabik Sjoks uit Bozum rond 1870 ballenfabrikant; rond 18i10waren in Friesland vooral de zogenaamde Witmarsumer ballen zeer in trek. Zij werden vervaardigd door schoenmaker Wopke Meter.68) Ook te Goirle is het opvallend dat leerlooiers en schoenmakersbijna allen geparenteerdzijn aan ballenhandelaars. In 1798 worden genoemd de schoenmakersJan Baptist van der Flaas en zijn zonen Mat h i a s . A r n o l d u s e n J a n F r a n c i s .J a n Baptist was een stiefzoon van Maria van der Linden. de moeder van Willem van Dun. De moeder van looier/schoenmaker Jan Baptist van der Foelaert was Johanna van der Flaas. Schoenmaker van beroep zijn ook Michiel en Antoni van Dun, zonen van voornoemde Willem van Dun. Antoni wordt zelfs balmaker genoemd in 1814, bij de aangifte van het overlijden van ziin buurvrouw Henrica van Ravels. B a l l e n h a n d e l a a rA d r i a a n v a n B e souw wordt een keer looier gen o e m d . D e i n 1 8 1 8t e G o i r l e g e b o ren Jan van Besouw. zoon van ball e n h a n d e l a a rJ a n B a p t i s t v a n B e souw en Maria Petronella de Groot. was leerlooier te Oisterwijk.6'r) De laatste ballenmakers Anders dan voor de ballenhandelaaantal jaar 1855 1856 1857 1858 1859 1860 1861 1862 1863 1864 1865 1866 1870 ballenmakerijen ren in de 18e en 19e eeuw, was de positie van de ballenmakers. ln 1744 behoren de dan bekende ballenmakers bijna allen tot de groep "huijshoudens van 68 off menagiën" die, ofschoon zij niet van de arme leven, toch niet in staat zijn om hun belastingte betalen. Enkele ballenmakers behoren zelfs tot de bedeelden door de H. Geest armen.T(') Een akte uit dat jaar zegt dan ook dat "het getal der ingesetenendat in de caatsballen is werckende, daar meede maar met veel moeijten den soberen cost voor haar ende hare familie winnen" en dat bij "alsoo hen niets te bekomen is haare meuble ordinair soo al maer een gulden acht á tien waardig sijn 't en bij meestegeval van dien niets te vinden is als bedroefde aÍmoede".7l) Hierna zien we een korte opleving in de produktie, maar in 1116 is h u n a a n t a l t e r u g g e l o p e nt o t n i e t meer dan tien personen. "ellendige" Acht ballenmakersblijken nog werkzaam in 1798, twintig jaar later zijn er in Goirle nog twee balmakeriien met vier werknemers.72) J.J. Kalma schrijft dat een ballenmaker in Friesland een jaarproduktie heeft van zo'n 2000 ballen. Gezien de omzet van handelaar Adriaan van Besouw, kan deze nijverheid dus maar aan enkele mensen werk hebben verschaft in de 19e eeuw.73) Uit onderstaandelijst blijkt dat het aantal werknemers gehele 19e eeuw klein is gebleven, zodat de stelling dat alle linnenwevers als ballenmaker biiverdienden zeker niet opgaat.Ta) aantal werknemers mannen vrouwen Na 1866wordt geen aantal werknemers meer genoemd en vanaf 1872 geen ballenmakerij. De daglonen liggen in 1857 tussen de 20 en 75 cent, het minimumdagloon in 1859 is 25 cent, een maximumdagloon van 50 cent wordt genoemd in 1 8 6 1 .H e t w e e k l o o n i s i n 1 8 6 6m i n i maal / 2,50 en maximaal f 4,-. Deze lonen liggen beduidend lager d a n i n d e G o i r l e s el i n n e n n i i v e r h e i d van die tijd. Zoals bij de handelaars en de schoenmakers,zien we ook dat de meesteballenmakersaan elkaar geparenteerd waren. De lijst van 1798 noemt als ballenmakers de 25-jarige Peter van de Laak, de 74-jarige Adriaan van E,nschot en de 20-jarigeNorbert Roestenborg. De laatsteis bij zijn huwel i j k i n 1 8 0 3m e t T h e r e s i aS m u l d c r s uit Tilburg, arbeider van beroep. Hij overleed te Goirle als ballenm a k e r 2 4 . 1 0 . 1 8 4 8O . p d e z e l f d el i j s t vinden we ook Peter Alewijns. te Goirle als ballenmaker overleden Aldaar overleed 2.I2.1811. 8 . 5 . 1 8 1 5 ,o p 3 1 - j a r i g el e e f t i j d A n tonij Alewijns, ballenmakerzoals zijn vader en grootvader. De ander e b a l l e n m a k e r si n d e 1 9 e e e u w stammen af van de in 1699genoemde mr. ballenmakerJan Dircken. alias Van de Sande, of zijn verwant aan diensafstammelingen. Ballenmaker Jacobus Vromans overleed te Goirle 1.1.1822. Htj werd geboren te Utrecht als zoon van Cornelis Jacobus Vromans. Zijn grootmoeder van vaderszijde was Pieternel Jacob Jan Dirck van de Sande.Ts) De in 1798genoemdeballenmakers Peter en Jan van de Sande waren broers. zonen van ballenmaker Adr i a a n v a n d e S a n d e .d i e e e n k l e i n zoon was van mr. ballenmaker Jan Dircken en wiens tweede vrouw stamde uit het ballenmakersges l a c h tV a n O u d e n h a g e n . ' " ) Peter van de Sande overleed te 5 .a a r n az i j n w e G o i r l e 1 0 . 1 2 . 1 8 0w duwe met haar kinderen verhuisde naar Tilburg. Zijn broer Jan overleed te Goirle als ballenmaker 12.5.1822.Aldaar was hij in 17ilt) gehuwd met Helena van Diessen, zuster van ballenmaker Jan van Diessen. D e z e J a n v a n D i e s s e n .9 . 6 . 1 8 1 7t e Goirle als arbeider overleden. was van der Zande. linnenwever en waarschijnlijk ook ballenmaker, zoon van ballenmaker Jan van de Sande en Helena van Diessen.Te) Dan zijn er nog de leden van het, o o k u i t T u r n h o u t a f k o m s t i g e .g e slachtEijsermans. De belangrijkste ballenmaker uit dit geslacht was Francis Eijsermans, geboren te Goirle in 1802 als zoon van kleerm a k e r J a n B a p t i s t E i j s e r m a n se n Jacoba Spapens.Van zijn uiterlijk weten we dat hij klein was, gebrekkig was aan zijn linkerbeen en litteUit het huwelijk van Jan van de kens had op zijn linkerhand.80) Sandeen Helena van Diessen werd in 1781 een dochter Adriana gebo- Als ballenmaker huwde hij te Goirle in 1827 Cornelia Sebregts. Zijn ren, die in 1808huwde met Willem d e V o l d e r . D e z e W i l l e m w i e n s v a - beroep was ook ballenmaker, toen hij in 1839 hertrouwde met Adriader afkomstig was uit Turnhout, "tissage- na van der Zande, dochter van had in 1812 te Goirle een voornoemde Cornelis van der Zanranderie". Bij het huwelijk van zijn de bij diens eerste vrouw Gertrudis zoon Peter in 1832 was hij wever, Versteden en dus ook een kleinmaar bij zijn overlijden te Goirle 3 . 1 . 1 8 4 1b a l l e n m a k e r .T w e e z o n e n dochter van ballenmaker Jan van de Sande. Francis Eijsermans overvan Willem de Volder hebben ook leed te Goirle als ballenmaker nahet laatsteambacht uitgeoefend 3.7.1811. Enkele maanden eerder overlemelijk Jan, als ballenmaker echter werd hij als erfgenaam van P e t e r , e n den te Goirle 9.9.1835 Anna Maria Versteden. linnenweh i j 9 . 3 . 1 8 7 3 t o e n v a n b e r o e p wever te Goirle overleed, maar ballenma- ver van beroep genoemd.8l) ker toen hij in 1857 aangifte deed Een tante van Francis was de ongevan het overliiden van een kind van huwde Elisabeth Eijsermans, die te Cornelis Sneli.Ts) Goirle bij de kerk woonde, samen De vierde ballenmaker uit het ge- met haar zuster. de kwezel Cornelia Eijsermans. In 1820werd Elisaslacht De Volder was Cornelis de "balnaaijster" genoemd, volVolder. broer van voornoemde beth Willem. Hij werd te Goirle gebo- gens haar testament, gemaakt in "voorheen balnaaijren in 1790en is aldaar als linnen- 1821, was zij .. a). ster .'-I wever gestorven 30.7.1851. Hij geDe laaíste ballenmaker te Goirle werd ballenmaker van beroep zou Hendrik Eijsermans geweest als 1822 optrad noemd, toen hij in zijn, zoon van Francis en Adriana getuige van het huwelijk van Maria Smulders uit Tilbure met Cornelis van der Zande. seboren in 1841. de vader van ballenmaker Peter van Diessen, die 4.3.1812te Goirle "paoverleed. Zijn beroep was nier". H.W. Jansonnoemt hem als de ballenhandelaardie zijn zaak te kooP aanbood aan Hendrik Eijsermans. Dit is onmogelijk. Peter van Diessen was geen handelaar en bovendien werd Eijsermans pas geboren in 1841, bijna dertig jaar na het o v e r l i j d e nv a n V a n D i e s s e n . " ) De ballen.frutterij in de kunst, ruam van glazenier Cox uit Maasniel (foto coll. schriiver) Zijn activiteiten als ballenmaker moet hij dan ontplooid hebben voor zijn huwelijk, in ieder geval is er zeker een einde aan gekomen in de jaren 187011871. Hendrik huwde te Goirle in 1i168 als linnenwever met Helena Maria van Iersel. In de inventaris die werd opgemaakt in 1894, bij zijn tweede huwelijk met Anna Maria de Rooij, is niets meer te vinden dat herinnert aan de ballenmakerii. Wel genoemd worden twee sPoelgetouwen, een breed getouw en iwee smalle weefgetouwen.s3) Tenslotte blijkt uit de rekeningen van het armbestuur, dat ook in de 19eeeuw de werknemers in dit laag betaalde beroep herhaaldelijk ondersteund moesten worden. De ouders en weduwe van ballenmaker Jan de Volder waren zo aÍm, dat zi1 de reparatiekostenvan de militaire kleding die Jan als fuselier tijdens de Belgische opstand had gedragen, niet konden betalen. Dokter Raupp uit Bergeijk ontving van het armbestuur 12 gulden voor het verstrekken van medicijnen aan Francis Eijsermans, en de weduwen van Jan de Volder en Cornelis van der Zande werden bedeeld door dit bestuur, dat later ook de kosten zou dragen voor het uitbestedenvan de weeskinderen van voornoemde Van der Zande.sa) Noten "De l) Verzameling heemkundekring "Ecnige t e G o i r l e ' Vyer Heertganghen" a a n t e k e n i n g e no m l r c n t d e n v o o r u i l gang der bevolking, der industric. der verschillendeinrichtingen' instcllingen enz. zoowel op stoffclijk als geestelijk gebiedin de GemeenteGoirlc. vanaf 3l d e c e m b e r 1 8 5 ( )t o t 3 l D e c c m b c r l 9 ( X ) " door C. Rens: H.W. Janson' (ioirlt', o p s t e lg e d a t e e r d1 .1 l . l 9 l U , i n b e z i t v a n schriiver; H.W. Janson. Biidrage tot de geschiedenis van Golrle (Voorhout. "De Goirlena1 9 5 3 ) ;J . H o o g c n d o o r n . i n : Coirle (Brcb a l l e n f r u t t e r s " , ren zijn "Het maken van d a , 1 9 7 5 ) ;L . d e W i j s , 'n bijdragc tot cle k a a t s b a l l e nt e G o i r l e . economische geschiedenis van Brabant", Nleawc Tilburgsche Courant, 1 6 . 4 . 1 9 3 0e n 9 . 7 . 1 9 3 0 :A . J . A . C . v a n "Uit Goirle kwamen de kaatsbalDelft. len". Het Nieuwsblad van hel Zuiden' "Goirle w a s v r o c g er 1 9 5 6 1P . v a n B e ek . centrum van de kaatsballenindustrie"' Het Nieuwsblad van het Zuiden, 1969l' "Uit G o i r l e k w a m en k a a t s b a l l e n " . Goirles Belang, 1966; Verzamcling "De Vyer Hcertgangheemkundekring "Aantekeningen betrefhen" te Goirle, i3 fende de ballennijverheid". 2 ) G e m e e n t e - a r c h i e fT i l b u r g ( G A T ) , T i l burg Rechterlijk-archief (R) 37{). fol. 4 1 9 , 2 2 . 1 2 . 1 6 6 9. 3 ) G A T . R 6 1 - 5 o, n g e Í b .l . 1 . 1 0 . 1 6 7 6 . : Í ) G A T , N o t a r i e e l - a r c h i e Í( N o t . ) 1 6 , f o l . l 3 u . 1 . 3 . 16 7 2 . . s ) G A T . N o t . - 5 u .f o l . 1 9 5 , 1 - 5 . - 5 . 1 6 Ui d6e: m f o l . 19 6 . 1 6 .1 0 .l 6 t t 6 . "Inleidende 6) H. Mandos, beschouwing ovcr het probleem der teuten". in: De Teuten, huitengaanders van tle Kempen (E,indhovcn,1974). 7) Johanncs Lolkama, Perken, pailuren en koningen (Akkrum, 1983);J.J. Kalma, Kautsen in Friesland (Franeker, 1972). l3) GAT. R 387,ongefol.,28.6.1-552. 9 ) G A T , R 1 4 , o n g e f o l . , 4 . 1 1 . 1 5 6 0G; A T , O u d - a d m i n i s t r a t i e fa r c h i e f ( O A A ) 2 1 2 , "Commcr of collccteboek", fol. 27, 24) GAT, R voogdijrekeningen l66l nr. 3. en De Voldcr. 2.5)GAT, OAA 380 IV, 1665;GAT, Not. 4 4 ) G A T , N o t . 4 2 7 . a k r e 1 0 7 . 1 3 . t t . 1 u 6 6 1 1 6 .f o l . 1 3 8 ,4 . 3 . 1 6 7 2N: o t . 6 5 , a k t e9 0 , Not. 3,12,akte 265,5.12.lu6lJ. 9 . 4 . 1 7 2 7N; o r . 6 6 , a k r e 6 - 5 .1 7 . 1 . 1 7 3 1 ; 4 5 ) G A T . N o t . 2 2 - 5I . a k t c 5 6 . 3 . 3 . l u l 9 l GAT, R 436,fol. 108,2..5.1744; GAT, N o t . 1 3 5 ,a k t e2 1 1 2 5 . 2 . 1 2 . 1 t 1J1. v0 a: n N o t . ó 6 , a k t e 1 4 - 51, . 9 . 1 7 3 3N; o t . 7 5 . Gils, "E,enbelangrijkeballenmakersfaakte136,6.6.1'741; RAH, Hilvarenbeek milie te Goirlc". R 6 4 , f o l . 1 4 1 / 1 , { l v1,6 6 0 . 46) GAT, Not. 332, akïe 247. l9.tt.lt362; 26) GAT, Not. 5U,Íbl. 85, 22.8.16{J4. N o t . 3 3 2 ,a k t e2 4 8 / 2 5 81. 9 . I J . 1 U 6G2c;2 7 ) G A T , N o t . 5 9 ,f o l . 1 1 4 , 2 3 . 7 . 1 6 9N2o; t . meenteGoirle.BurgcrlijkcStand(BS), 5 9 , f o l . 3 1 4 ,2 4 . 4 . 1 6 e 6 . Ovcrlijdensregister I t163. 28) J. van Gils, "Spapenis de zoonvan de 17) J.J. Kalma. Kaatsenin Frieslund. Paap", De BrabantseLeeuw, jrg. 29 48) GAG. Gemeenteverslag 1853. (1980)nr. 2,|'tlz.571' GAT, Not. 58,fol. zl9)Idcm .l855;GAG 10U,5.2.18-55. 40v,sept.1683;GAT, R 472,fol. 243v, 50) GAG 93, Uitgaandebrieven burge26.7.1727;GAT, Not. 14.1.akte .{7. m e e s t e r. .+ . 8 . 1 8 5 6 . 29.11.1795; Not. 147, akre 28. 5 1 ) G A G 1 0 8 ,2 6 . 2 . 1 1 1 5 8 . 1-5.-5. 1798; GAT R 479. fol. I I . 52) CollectieF. Mes. Brievencopicbock G. 2 4 . 3 . 1 7 6 1G: A T . N o t . 7 4 , a k t e 1 0 7 . van Besouw. 2.2.1739;GAT, R ,136, fol. 123v. -53)GAG, Gemeentcvcrslagcn ltt70-1t372. 157-s. 11.7.1744; R. 436,fol. 171v,27.1.1745, 51) J.J. Kalma. Kaalscnin Frieslund;Gcl 0 ) G A T , O A A 3 9 5 ,o n g e Í b l .7. . 3 . 1 5 | t t ; GAT, OAA 1286.24.t.t799. meenteGoirle,BS; Zie verdernoot 52. J.H. van Heurn, Hlslorie der Stad en 2 9 ) G A T , N o t . 6 6 , a k t e 6 5 , l ' / . 1 . 1 7 3 1 ; 55) J.J. Kalma, Kaatsenin F-rieslund. 's Melterye van Hertogenbosch, dl. Il G A T . R 4 7 5 ,f o l . 2 l v , 1 . 6 . 1 7 . {R 0 ;4 9 9 , -56)CollectieF. Mes,Kasboekvan Adriaan (Utrecht, 1776) blz. 185; GAT OAA f o l . 1 2 l v , 2 . 1 0 . 1 1 2 2R: 1 7 4 , f o l . 2 5 1 , van Besouw;J.J. Kalma. Kautsanin 2 1 2 .[ o l . 3 e n 3 0 , 1 5 7 5 . 2 1. 9. t 7 3 9 . Friesland;H.W. Janson,Bijdragetot de 11) GAT, R boedelrekeningen 1606 nr. 6 30) J. van Gils, "Een belangrijkeballenmageschiedenis van Goirle, blz. 90. (mededeling van de archivaris van de kersfamiliete Goirle". Actum Tillibur- 5 7 ) G A T , R 5 0 t 3f,o l . 6 6 . 7 . 1 1 . 1 7 u 3 . g e m e e n t eT i l b u r g G . J . W . S t e i j n s ,w a a r gr, jrg. 3 (1972)nrs. 2 en 3. 58) Zie noot 56. voor hartelijk dank). 3l) H.P.H. Jansen,Kalendurium,Geschie- 59) Zie noot 2. 12) Zie noot2. denis van de lage landen in jaartallen 6 0 ) G A T , N o t . 1 8 . a k t e 5 , 9 . 2 . 1 6 - 5N 6 ;o t . 1 3 ) G A T , R 3 5 0 , f o l . 2 v , 1 0 . 1 . 1 6 1 7R; 4 2 8 , (Utrecht/Antwerpen,l971); A. Ple1 6 .f o l . 1 3 8 ,4 . 3 . 1 6 7 2 . f o l . 3 - 5 , 2 2 . 5 . 1 7 0 0 l 'R 4 2 9 , f o l . 1 2 1 v , voets, "Armenzorg en armoedein Til61) GAT, Not. ti6, akre 104.20.'t.1753. 2 6 . 2 . 1 7 0 1 :R 4 3 , 1 ,f o l . 1 7 1 , 1 6 . 7. 1 7 3 4 ; R burgvoor 1800",in: De Lindeboom,Yl 62) GAT, R 634,ongefol..23.12.1168. 4 3 4 , Í o l . 2 2 1, 8 . ' 7. 1 7 3 5 ;R , 1 3 4 ,f o l . 2 3 0 v , (Tilburg,1982). 63) L.C.W.J.M. ten Horn van Nispcn,Jnn 1 2 . 9 . 1 7 3 5R; 4 3 4 . f o l . 3 0 6 v .8 . 3 . 1 7 3 7 R ; 32) GAT. OAA 863.rr. 1748. B.M. van Besouw(Tilburg,l97l). 4 3 4 , f o l . 3 3 6 v , 2 0 . 1 2 . 1 7 3 7R 1 434, fol. 33) Zie noot 22 en 29. 6 4 ) G A G 9 8 ,1 6 . 1 1 . 1 8 1 r i . 337, 20.12.1737; R 433, fol. 290. 34) Zie noot 20 en 21. 65) GAT, OAA 380 IV, 166-s;Idem 971. 8 . 1 2 . 1 7 3 0 ;R 5 ( X ) ,o n g e f o l . , 8 . 1 1 . 1 7 3 7 ; 3 5 ) G A T . O A A 8 6 4 .1 7 7 6 . 1665. Rijksarchief in Noord-Brabant te 36) Statistiekenvan de NederlandseNijver6 6 ) G A T , O A A t i 6 l , 2 4 . 1 0 . i 7 U 6I;d e m 's-Hertogenbosch (RAH), Hilvarenheid uit de eerstehelft van de I9e eeuw, 1 2 8 61 , 8.4.1803. b e e k R 5 5 , f o l . , 1 1 ,d e c . 1 6 5 6 . uitgegeven door I.J. Brugmans('s-Gra- 67) J. van Gils, "Staatvan de Goirlesebe14) GAT, Not. 6, fol. 69,4.4.1631. venhage,1956)deel I 1816-1843. Supvolking rond 1800",At'tum Tilliburgis, 15) RAH, Hilvarenbeek R 313, ongefol., plementuitgegeven j r g . 9 ( 1 9 7 8n) r . l . door J. Damsma,J. t . 1 t . 1 6 4 7. de Meere en L. Noordegraaf('s-Gra- 68) J.J. Kalma, Kaatsenin Friesland. l 6 ) J . J . K a l m a , K n a l s e ni n F r i e s l a n d ; G A T , venhage,1979).Idem deel II. Volgens 69) GAT, OAA 1286;GemeenteGoirle, OAA ti63, brief aan Willem van Dun dezestatistieken bestaatin 1819in AmBS. d.d.27 1.n69. sterdameen kolfballenmakerij. In 1843 70) GAT, OAA 864, 174.+ "De l7) J. van Gils, s l a c h t o f f e r sv a n d e g r o zijn er kolÍbalmakerijen te Utr,:chten 71) GAT, OAA U60,fol. 59v, 17;14. te branden te Hilvarenbeek, De BraRotterdam. 72) GAT , OAA 1290,l7 .2.1796; IdemtJ6zl. b a n t s eL e e u w , j r g . 3 0 ( 1 9 8 1 ) n r s . 5 e n 6 ; 37) J.J. Kalma, Kaatsenin Frieslarul. 7'176;Zie noot 36. "De J. van Gils, gemeijnt en het bouw38) Gemeente-archief Goirle (GAG) 201, 73) J.J. Kalma, Kaatsenin Friesland; Colland te Hilvarenbeek in de l8e eeuw", 1 8 . 1 1 . 1 8 0e8n 1 5 . 6 . 1 8 2 0G; A T , N o t . lectieF. Mes,KasboekvanAdriaanvan in: Hildewaren Beke (Hilvarenbeck, 231 II, akre 96,24.6.1826; Not. 225 I, Besouw. 1 9 8 1 ) ;H . J . v a n X a n t e n e n A . M . v a n a k t e5 6 , 3 . 3 . 1 8 1 9N;o t . 2 2 4I , a k t e1 4 8 , 74) GAG, Gemeenteverslagen 1ll5-5-1t170: "Poll-tax der Woude, and population in 2 1 . 7 . 1 8 1N8 o; t . 2 2 4I , a k t e2 , 6 . 1 . 1 8 1 8 ; Verslagenvan den toestandder provinthe bailiwick of Bois-le-Duc about N o t . 2 2 4I I , a k t e2 5 0 ,1 5 . 1 2 . 1 8 1N 8o ; r. cie Noord-Brabant, I 860-l870. 1700". in: A.A.G. Bijdragen, 13, afd. 224lI, akte244,5.12.1818:Not. 225II, 75) GAT, OAA 1290;GemeenteGoirle, Agrarische Geschiedenis Landbouwhoa k t e 1 6 7 ,3 . 8 . 1 8 1 9N; o t . 1 5 5 ,a k t e 4 9 , BS. g c s c h o o l( W a g e n i n g e n , 1 9 6 - 5 ) . 12.t1.1806;Nor. 159, akre 88, 7 6 ) G A T , R 4 7 5 , f o l . 2 1 l v , 1 4 . 61. 7 4 3 ;R 18) GAT. OAA U60, 17.4.1714. 1 0 . 1 0 . 1 8 1N0o; r . 1 5 8 ,a k t e4 5 ,8 . 7 . 1 8 0 9 ; 437, fol. 80,9.11.1747;R. 437,fol. I05, 1 9 ) G A T , R 6 2 - 5 ,o n g e f o l. , 1 3 . 5 . 1 7 2 1 . N o t . 2 2 2 I I , a k t e 9 7 , 1 8 . 1 0 . 1 8 1N 6 ;o t . 12.2.1748; R 436,fol. 142,27.10.1744. 20) S. van de Graaff, Historisch-Statistische 130.akte9. 26.3.1805. 77) H.W. Janson,Bijdragetot de geschiedeBeschrijving van het Koninkrijk Hol39) GAT. OAA 1143. nis van Goirle, blz. 89. land, deel I tlepartment Braband (Am40) Collectie F. Mes te 's-Hertogenbosch, 78) GemeenteGoirle,BS. s t e r d a m , 1 t 3 0 7 ) ;E e n d e e l v a n d e b e KasboekAdriaan van Besouw. 79) Idem. schrijving van Van de Graaff wordt her4 1 ) G A T , N o t . 2 2 5 I , a k t e 2 4 , 2 8 . 1 . 1 8 1 9 ; 80) Idem, Huwelijksbijlagen1839. haald in: A.J. van der Aa, AardrijksNot. 234, akte 28, 2.3.1829;Zie verder 81) GAT, Not. 348, akre 1ó6, 117en 182, kundig Woordenboek der Nederlanden, noot 40. 1 7 . 51. 8 7 1 . 4e deel (1843). 42) GA-t, Not. 235 II, akte 70, 15.9.1831; 82) GAT, Not. 173, akte 85, 28.7.1820; "Beschreeve 21) C. van Breugel, staat van Not. 237I, akte64, 17.4.1833. Not. 174,akte 57, 11.7.1821l, Not. 169. de Meijerije (1794)", in: Historia Agri43) Collectie F. Mes, Boek met gegevens a k t e7 2 , 3 0 . 7 . 1 8 1 6N; o t . 1 6 6 ,a k t e 9 1 , culturae, VIII (Groningen, 196-5). betreffendede uitgifte van garens,o.a. 13.8.1813. 22) GAT, OAA ti63, brieven verzonden in aan thuiswevers 1839-1851. Volgensdit 8 3 ) G A T , N o r . 4 7 4 ,a k t e6 8 , 1 1 . 1 2 . 1 8 9 4 . 1767169aan Willem van Dun en de weboek leverdeVan Besouwook garens 8 4 ) G A G 6 1 8 ,1 8 4 9n, r . 9 5 , 5 . 2 . 1 8 3 ó I d; e m duwe Jan van Besouw. aan de families. waaruit ballenmakers 615. 23) GAT. OAA 107.22.6.t620. stammen,nl. Eilsermans. Van Diessen t4
© Copyright 2024 ExpyDoc