Stichting Huurdersraad Omnivera (2015) Pagina 1 van 6

Zienswijze
Voor
: Directie van Stichting Omnivera (nader te noemen: StO)
t.a.v. de directeur-bestuurder de heer B.G.M. Gruijters
Van
: Stichting Huurdersraad Omnivera (nader te noemen: HRO)
Betreft
: Voorgenomen fusie van Omnivera en Goed Wonen Zederik
C.c. naar
: Huurders- en bewoners Belang Zederik (nader te noemen HBZ)
D.d.
: 13 februari 2015
Geachte heer Gruijters,
Op 4 november 2014 ontvingen wij van Stichting Omnivera het verzoek om een zienswijze te geven op
de voorgenomen fusie van de corporaties “Goed Wonen Zederik” en “Omnivera”.
Wat vooraf ging:




Begin september 2014 is het Dagelijks Bestuur van HRO, onder embargo, geïnformeerd over de
zoektocht van Goed Wonen Zederik (nader te noemen: GWZ) naar een mogelijke samenwerkingsc.q. fusiepartner;
In het voornoemde gesprek hebben we vernomen dat 9 juli 2014 GWZ en StO de intentieverklaring
tot fusie hebben ondertekend, tevens ontvingen wij (onder embargo) een concept
meerwaardenotitie verdergaande samenwerking/fusie;
Tevens ontvingen wij “ Huurders aan de top” het Koersdocument Omnivera-Goed Wonen Zederik,
concept versie 10 oktober 2014 en 4 november 2014 de definitieve versie;
Daarnaast is ook in de Algemene Huurdersvergadering van 17 september 2014 door StO een
presentatie gegeven over de stand van zaken betreffende het onderzoek naar een samenwerking
met mogelijk een fusie met GWZ;
Op 22 oktober en 28 oktober 2014 hebben Huurdersraad Omnivera en HBZ in onderling overleg
geconstateerd dat beide voornoemde documenten te weinig houvast bieden om een gefundeerd
advies te kunnen uitbrengen en tevens is aangegeven dat het volledige Due Diligence rapport nog
Stichting Huurdersraad Omnivera (2015) Pagina 1 van 6









niet is ontvangen, mede waardoor op de, overigens gevraagde zeer korte termijn (n.l. 4 december
2014) geen afgewogen advies kon worden uitgebracht.
4 november hebben de beide directeur-bestuurders Jos van Wijk en Benno Gruijters de
fusieplannen toegelicht aan de gezamenlijke huurdersorganisaties en ontvingen we de volgende
stukken:
 “ Meerwaarde van verdergaande samenwerking / fusie” d.d. 28 oktober 2014;
 “ Huurders aan de top” Koersdocument Omnivera-Goed Wonen Zederik, d.d. 4 november 2014;
 “ Financiële meerwaarde” (niet gedateerd);
 het schriftelijke verzoek om vóór, of mogelijk eerder dan 4 december onze zienswijze te geven
op de voorgenomen fusie;
 Het Due Diligence rapport d.d. 17 november 2014 (afgegeven 18 november 2014 en waarin
overigens meerdere punten waren afgelakt en zonder genoemde bijlagen, welke op onze
uitdrukkelijk verzoek alsnog 21 november 2014 ontvingen)
 6 november 2014 hebben we gezamenlijk met HBZ onze schriftelijke vragen naar de beide
directies gestuurd, met verzoek deze te beantwoorden in het geplande overleg van 10
november
 10 november 2014 hebben we schriftelijk de reactie ontvangen en hebben we gezamenlijk met
HBZ overleg gehad met de heren J. van Wijk (GWZ) en B.G.M. Gruijters (StO) n.a.v. de
schriftelijke antwoorden op onze vragen.
 17 november hebben we gezamenlijk met HBZ overleg gevoerd.
 24 november hebben we in het overleg met beide directeur-bestuurders, samen met HBZ, het
volgende laten weten:
 Op basis van de tot dat moment beschikbare informatie kunnen we geen gedragen zienswijze
opstellen;
 We hebben verzocht om verlenging van de adviestermijn;
 We hebben inzicht gevraagd in de plannen van de beoogde nieuwe corporatie voor zover die
direct gevolgen hebben voor de huurders, met name “Betaalbaarheid/Bereikbaarheid” en
“Participatie”.
Dit verzoek hebben we toen ook schriftelijk overhandigd en nadien per mail gestuurd.
In de brief van GWZ met kenmerk JvW/EB/2014-0770 (foutief gedateerd op 4 november 2014,
i.p.v. 4 december 2014) beschrijft GWZ, mede namens de heer B.G.M. Gruijters, de afspraken die
24 november zijn gemaakt:
 we sturen u onze vragen,
 ons advies kunt u eind januari 2015 verwachten,
 de ontbrekende vragen zullen in overlegcessies worden uitgewerkt. (dat werd 16 januari 2015).
1 en 15 december 2014 hebben we samen met HBZ op een rij gezet wat we echt belangrijk vinden.
28 november 2014 is door het dagelijks bestuur van HRO een gesprek geweest met de
verantwoordelijke wethouder van de gemeente Hardinxveld-Giessendam, de heer B. van
Houwelingen, waarin wij onze zorgen hebben uitgesproken vanwege het ontbreken van de voor ons
nodige informatie en de buitenproportionele korte termijn voor het indienen van een zienswijze. Ook
de gemeente Hardinxveld-Giessendam was verbaasd over deze korte termijn en heeft ook eerst op
28 januari 2015 hun zienswijze ingediend.
Op 13 januari 2015 is er op ons verzoek informeel overleg geweest met onze Raad van
Commissarissen;
14 januari 2015 hebben we met HBZ het gesprek met de directeur-bestuurders voorbereid.
16 januari 2015 hebben we met HBZ en de beide bestuurders van de corporaties tijdens een
workshop de verdiepingsslag gemaakt voor de 2 belangrijkste thema’s, te weten:
“Betaalbaarheid/Bereikbaarheid” en “Participatie”. Van deze bijeenkomst hebben de
corporaties het verslag gemaakt.
22 januari 2015 ontvingen we het verslag van de workshop op 16 januari 2015 en dat verslag ligt
nu mede ten grondslag aan onze zienswijze. Kort daarna hebben zowel HRO als HBZ aan de
directies gemeld dat onze zienswijze medio februari 2015 gereed zou zijn, waarmee de directie
akkoord is gegaan.
9 februari 2015 hebben we in overleg met HBZ onze zienswijze doorgenomen en vastgesteld.
Stichting Huurdersraad Omnivera (2015) Pagina 2 van 6
Overwegingen, afspraken en aanvullende voorwaarden:
1. Overwegingen met betrekking tot beschikbaarheid:
 Het gaat er niet alleen om voldoende huurwoningen beschikbaar te hebben met een huurprijs
tot aan de liberalisatiegrens (dure huur), maar vooral ook voldoende huurwoningen met een
huurprijs tot de andere grenzen voor huurtoeslag, te weten de aftoppingsgrens (betaalbare
huur) en de kwaliteitskortingsgrens (goedkope huur). Ook zullen er voldoende woningen
moeten zijn voor jongeren en starters, die anders onze gemeente noodgedwongen zullen
verlaten.
 Indien goedkope huurwoningen worden gesloopt en vervangen door (te) dure huurwoningen,
zullen in de bestaande voorraad voldoende goedkope huurwoningen over moeten blijven.
 Doorstroming stagneert. Ouderen blijven in grote woningen zitten. Doorstromen naar een meer
geschikte sociale huurwoning betekent altijd dat de huur veel hoger wordt. Of indien hun
inkomen is net boven de “sociale grens” ligt waardoor ze aangewezen zijn op een huurwoning
in de vrije sector, voor zover deze al beschikbaar zijn, is de huursprong nog veel groter en niet
meer te betalen. Ook blijven ze liever in hun te grote woning dan dat ze hun vertrouwde
woonomgeving verlaten. Er is behoefte aan regelingen waarbij ouderen worden uitgenodigd te
verhuizen in hun eigen omgeving met behoud van hun huidige huurniveau (denk bijvoorbeeld
aan woningruil)
2. Overwegingen met betrekking tot betaalbaarheid:
 Woonlasten vormen een steeds groter deel van het besteedbaar inkomen. Er zijn zorgen over
verborgen armoede. Er is behoefte aan onderzoek naar de woonlasten bij de huurders. Er is
behoefte aan beleid om problemen met betaling van de huur tijdig te signaleren en te
voorkomen.
 Ook bij nieuwe verhuringen dienen woonlasten en inkomen in verhouding te zijn. Het
woonruimteverdeelsysteem speelt daarbij een belangrijke rol. We willen daar meer zicht op
hebben. Indien er op basis van het huurprijsbeleid geen betaalbare woning beschikbaar blijkt te
zijn, is er behoefte aan flexibele huurprijsstelling.
 Woonlasten kunnen dalen door betere isolatie van de woningen. Voor energie-verlagende
verbeteringen is draagvlak bij de huurders nodig. Er is behoefte aan beleid waarbij de huurder
het vertrouwen heeft dat de besparing groter is dan de huurverhoging voor de verbeteringen.
Hierover spraken we het volgende af (verslag 22 januari 2015):




Beschikbaarheid en betaalbaarheid voor de doelgroep zijn voor de nieuw beoogde corporatie
van groot belang, de genoemde zorgen worden door beide corporaties herkend.
Met de huurdersorganisaties worden procesafspraken gemaakt over de inbreng in de
verschillende beleidsthema’s die invloed hebben op ‘beschikbaarheid en betaalbaarheid’. Met
name waar het gaat over:
 De opstelling van het strategisch voorraadbeleid (SVB)
 De ontwikkeling en uitwerking van beleid met betrekking tot woonlasten (o.b.v. Regioonderzoek 2014 in de regio Zuid-Holland-Zuid) en duurzaamheid
 De ontwikkeling van het meerjaren- financiële beleid met betrekking tot kansen, risico’s en
ruimte voor nieuw beleid;
 Andere thema’s zullen ook aan bod kunnen komen (zie de afspraken bij 3 Overwegingen
met betrekking tot participatie)
De huurdersorganisatie is gesprekspartner van de gemeente bij de ontwikkeling van de
gemeentelijke Woonvisie. We zullen daarin aandacht geven aan ‘ beschikbaarheid en
betaalbaarheid’, alsmede ook aan ‘veiligheid’.
Vervolgens zal de huurdersorganisatie betrokken worden bij de prestatieafspraken die de
nieuwe corporatie met de gemeente zal maken.
Aanvullend stellen we:

Ook over tenminste de volgende thema’s willen we, nog vóór de fusiedatum, procesafspraken
maken om tot verdieping te komen:
 Kwaliteit van de woningvoorraad
 Leefbaarheid
 Dienstverlening
Stichting Huurdersraad Omnivera (2015) Pagina 3 van 6




Daarnaast willen we procesafspraken maken om te komen tot:
 Evaluatie en verbetering van sociaal statuut bij herstructurering
 Evaluatie van (en inzicht in) het woonruimteverdeelsysteem.
Zolang er geen nieuw beleid is vastgesteld blijft het huidige beleid voor de huurders van
Hardinxveld-Giessendam gehandhaafd.
Indien beleid van de 2 corporaties eerst geharmoniseerd zal worden willen we dat gekozen
wordt voor het beleid dat het best is voor de huurders. Hierover willen we ook nog vóór de
fusiedatum duidelijke procesafspraken maken.
Er komt een woonbehoefte- en een woonlastenonderzoek om beleid met betrekking tot
betaalbaarheid en beschikbaarheid te kunnen maken, zoals op 16 januari 2015 mondeling is
toegezegd (en niet in het verslag terecht is gekomen)
3. Overwegingen met betrekking tot participatie:
Met de fusie willen we ook het participatiebeleid verbeteren. Dat houdt het volgende in:



De huurdersorganisatie wil aan de voorkant betrokken worden bij de ontwikkeling van beleid en
niet alleen aan de achterkant gevraagd worden advies te geven over een afgerond en
onomkeerbaar voorstel. We zijn ons ervan bewust dat dat voor ons als de huurdersorganisatie
ook verplichtingen met zich meebrengt.
De overlegwet (WOHV) vormt de formele basis, echter deze wet staat uitgebreidere
mogelijkheden voor verdergaande bevoegdheden en ook andere vormen van participatie niet
in de weg. We willen met de fusiecorporatie in gesprek over herziening en verbetering van de
samenwerkingsovereenkomst. Met HBZ gaan we in gesprek over de toekomstige
samenwerking in het belang van alle huurders van de beoogde fusiecorporatie.
We nemen de aanbevelingen naar aanleiding van de Parlementaire Enquête
Woningcorporaties (PEW) serieus en zullen gebruik maken van de mogelijkheden die de
herziening van de Woningwet ons zal bieden.
Hier over spraken we het volgende af (verslag 22 januari 2015):





Huurdersorganisaties worden tijdig betrokken bij de ontwikkeling en vaststelling van beleid.
Ook worden jaarlijks thema’s vastgesteld waarover we met elkaar in gesprek gaan. We maken
afspraken over onderwerpen en tijdsplanning.
StO heeft er geen bezwaar tegen als ook niet-huurders bestuurslid zijn van de
huurdersorganisatie en daarin de huurders vertegenwoordigen. Dat kan in geval er geen
huurders gevonden kunnen worden met de benodigde kwaliteiten. Zoals Koopgarant bewoners
te Zederik een band hebben met de corporatie. Overigens zal wel moeten blijken of de herziene
woningwet dat ook toestaat.
Jaarlijks stellen we als Huurdersraad een begroting op waarin o.a. opgenomen welke externe
expertise nodig is en welke kosten dat met zich meebrengt
Andere participatievormen worden ingezet. Over doel, inhoud en vorm daarvan wordt vooraf
overleg gevoerd met de huurdersorganisatie.
In het verslag staan ook afspraken vermeld, die we zelf toch anders hebben geïnterpreteerd, of die
we hier willen verduidelijken:


In het verslag: We maken nieuwe statuten voor de huurdersorganisatie en de relatie met de
corporatie.
Onze zienswijze: als we als Huurdersraden nieuwe statuten willen maken dan besluiten we dat
zelf en doen we dat ook zelf. De relatie met de corporatie leggen we vervolgens vast in een
nieuwe samenwerkingsovereenkomst.
In het verslag: We maken een nieuw participatiereglement, waarin opgenomen een lijst van
onderwerpen waarover met de directie overleg wordt gevoerd, en de rechten en bevoegdheden
die daarbij horen (informatie, advies instemming).
Onze zienswijze:
 het gebruik van het woord ‘participatiereglement vinden we verwarrend. Hier wordt bedoeld
‘de samenwerkingsovereenkomst’ tussen de huurdersorganisaties en de corporatie. Laten
we dat woord ook blijven gebruiken.
Stichting Huurdersraad Omnivera (2015) Pagina 4 van 6



Hieraan willen we toevoegen dat we 16 januari 2015 een eerste concept
“bevoegdhedentabel” hebben overhandigd welke uitgangspunt zal vormen voor een nieuwe
samenwerkingsovereenkomst.
 Het woord participatie zien we wel terugkomen als het gaat over ‘nieuw participatiebeleid’,
d.i. beleid om verschillende participatievormen te gebruiken om de huurders breed te
betrekken bij de nieuwe corporatie.
In het verslag: We maken een vergaderschema, 4 keer per jaar is er formeel overleg tussen HO
en directie. Daarnaast is informeel overleg als HO of directie daar behoefte aan heeft. Onze
zienswijze: alle overleg tussen HO en directie heeft een formeel karakter, bedoeld wordt dat er
minimaal 4 keer per jaar formeel overleg is en verder zo vaak als HO of directie daar behoefte
aan heeft.
In het verslag: Er wordt informeel overleg gepland in een cyclus van 3 a 4 weken tussen de
voorzitter van de HO en de directie.
Onze zienswijze: in dit informele overleg wordt informatie uitgewisseld en de HO zal daarbij
door tenminste 2 personen vertegenwoordigd worden.
Aanvullend stellen we:



HRO gaat zelf, in het belang van alle huurders van de fusiecorporatie, de samenwerking met
HBZ inhoud en vorm geven. We hebben het voornemen om vóór de fusiedatum van de
corporatie hiervoor praktische afspraken te maken. Het eerste fusiejaar willen we gebruiken om
ervaring op te doen, waarna we de samenwerking zullen formaliseren.
Tot we een nieuwe samenwerkingsovereenkomst hebben, blijven de huidige overeenkomsten
gelden. We willen voor de fusiedatum hierover praktische afspraken maken. Het eerste fusiejaar
willen we gebruiken om ervaring op te doen in de samenwerking met de nieuwe corporatie,
waarna we de samenwerking kunnen formaliseren in een overeenkomst.
De jaarlijkse begroting van de HO waarin ondermeer verwachte kosten voor externe expertise,
wordt opgemaakt aan de hand van de jaaragenda en in samenspraak met de corporatie wordt
opgesteld.
Wat we nog missen:

Met betrekking tot de statuten, we nemen aan dat de Statuten van huidige Statuten van beide
corporaties zullen worden gewijzigd naar de nieuwe beoogde corporatie:
 We willen gebruik maken van ons adviesrecht met betrekking tot de wijzigingen algemeen en
ons instemmingsrecht waar het de samenwerking c.q. participatie van de huurders betreft.
 Dat laatste geldt het recht op bindende voordracht van tenminste 2 commissarissen namens de
huurders.
 Verder zien we graag verankerd in de Statuten dat de nieuwe corporatie de participatie van
haar huurders zeer belangrijk vindt. Ons tekstvoorstel: De Stichting hecht grote waarde aan
huurdersparticipatie. De Stichting sluit een samenwerkingsovereenkomst met de door de
Stichting erkende huurdersorganisaties, waarin de rechten en plichten zijn geregeld als bedoeld
in de wet op het overleg Huurders (WOHV) en verhuurders en de BBSH resp. de nieuwe
Woningwet.

Met betrekking tot de nieuwe Raad van Commissarissen: Deze heeft, zoals we hebben begrepen,
besloten in principe als geheel door te gaan, m.u.v. één van de leden. Dat betekent dat er voor de
fusiecorporatie een Raad is van 8 leden, waarvan er 3 eerder al op bindende voordracht van de
huurders en bij StO 1 nader in te vullen vacature voor een “huurderslid”. Het huidige rooster van
aftreden blijft geldig, uiteindelijk zullen er nog 5 commissarissen zijn, waarvan 2 op bindende
voordracht van de huurders.
 We snappen dat het eerste fusiejaar alle beschikbare deskundigheid nodig is, maar we zouden
willen zien dat er sneller wordt afgebouwd naar een meer normale omvang van de Raad, beter
passend bij de omvang van de nieuwe corporatie.
 Bij de nieuwe Raad horen nieuwe regelementen, als ze voorheen verschillend waren. We willen
uitdrukkelijk betrokken worden bij de ontwikkeling van nieuwe reglementen als het gaat over de
profielen en de werving en selectie van huurderscommissarissen.
(N.B.: daar waar geschreven is: HO wordt bedoeld: Huurdersraad of Huurdersraden)
Stichting Huurdersraad Omnivera (2015) Pagina 5 van 6
Samenvatting en conclusie:
Het fusieproces zijn we vol vertrouwen ingegaan, totdat ons in het najaar van 2014 bleek dat er
inhoudelijk te weinig duidelijk was om er een zienswijze over te kunnen geven. Door tijd en inhoudelijke
verdieping te vragen hebben we inmiddels voldoende informatie gekregen. Er zijn afspraken gemaakt,
zoals hierboven samengevat. We zullen er op toezien dat de afspraken worden nagekomen en zullen
ook onze verantwoordelijkheid hierin nemen. Naar aanleiding van het verslag door de corporaties van
22 januari 2015 hebben we in deze zienswijze aanvullend nog een aantal voorwaarden die voor ons
van belang zijn om de fusie te kunnen ondersteunen.
Als de afspraken worden nagekomen, aan onze aanvullende voorwaarden wordt voldaan en onder
voorbehoud van ons advies over de nieuwe Statuten van de corporatie, dan kunnen we ons vertrouwen
uitspreken in de voorgenomen fusie.
We hebben ook vertrouwen in de beoogde directeur-bestuurder van de fusiecorporatie, de heer B.G.M.
Gruijters en verwachten dat de mondelinge en schriftelijke intenties tot constructieve samenwerking
zullen worden geborgd bij alle huidige en toekomstige medewerkers van de nieuwe organisatie en dat
de slogan ”Huurders aan de top” voor een ieder het uitgangspunt zal zijn.
We gaan er tevens vanuit dat we geïnformeerd blijven worden over de voortgang van dit fusieproces en
zien uw informatie hierover met belangstelling tegemoet.
Tenslotte
We wensen de nieuwe fusiecorporatie succes bij de realisatie van haar primaire doelstelling - goed en
betaalbaar wonen mogelijk maken voor mensen met een laag inkomen en mensen met een kwetsbare
positie op de woningmarkt – als Huurdersorganisatie zullen we ons daar ook voor blijven inzetten.
Hardinxveld-Giessendam, getekend 13 februari 2015:
Namens Stichting Huurdersraad Omnivera:
M. Stek, voorzitter
J. Kuipers, secretaris
Getekend voor ontvangst 13 februari 2015:
B.G.M. Gruijters
Stichting Huurdersraad Omnivera (2015) Pagina 6 van 6