ANDERS DOEN… Eind januari was ons aartsbisdom weer eens in het nieuws. Dat riep niet echt positieve gevoelens op. Onze bisschop verwachtte dat als hij met pensioen gaat, over een jaar of 15, er in ons bisdom nog 20 parochies zijn met een of meer kerken. Daar werd in de krant weer op gereageerd in verschillende stukken en zo blijf je een paar weken in het nieuws. Niet dat het groot nieuws is overigens: de meeste mensen in Nederland laat het koud of er een kerkje meer of minder dicht gaat. Het laat ons niet koud. Anderhalf jaar geleden heeft het parochiebestuur de beslissing genomen onze kerk in Rumpt te sluiten, aan de eredienst te onttrekken en ter beschikking te stellen voor de verkoop. Zo’n beslissing gaat over de emotionele band die mensen hebben met hun kerkgebouw uit 1851. Sommigen zij er gedoopt, getrouwd en hebben er hun man of vrouw uit gevaren. Anderen hebben hun schouders er onder gezet om de dierbare plek voor de gemeenschap te behouden, gedeeltelijk door acties en loterijen. Toch neemt een parochiebestuur ( en niet bisschop Eijk zoals vaak in de media gezegd wordt ) de beslissing een kerk aan de eredienst te onttrekken. Waarom? Omdat een bestuur vooruit kijkt en wil dat het evangelie van Jezus over vijf, tien of twintig jaar nog steeds gepredikt wordt. Daarmee zegt een bestuur niet dat de vele mensen die zich met hun hele hebben en houden hebben ingezet voor hun gemeenschap het verkeerd hebben gedaan. Integendeel! Bij iedere tijd en plaats hoort een manier waarom je je energie inzet. Als er vermindering is van financiële middelen en menskracht, dan moet je het werk ook anders gaan doen. Dat geldt voor onze parochie, voor heel het bisdom, ja eigenlijk voor heel Nederland. Nu maakt zo’n verwachtingspatroon van de bisschop mistroostig en misschien ook boos. Van een bisschop mag je meer verwachten dan dat hij alleen maar de begroting langs een meetlat houdt en managertaal spreekt. Van hem mag je ook hoop en bemoediging verwachten. Laten we nu die feiten van minder centen, mensen, en minder kerken, eens voor een gegevenheid aannemen. Wat doen we dan? Laten we de kracht van de heilige Geest die in ons is zelf eens aanspreken. Sterker nog, is een tijd als deze nu juist niet een aansporing om eens goed na te denken: wat maakt ons nou christen? Waar ben je een geloofs-gemeenschap, met de nadruk op geloof, als je nu eens geen eigen kerkgebouw hebt? Zijn wij door de week bezig om zondag de liturgie te vieren, of vieren wij de liturgie om door de week te doen wat wij moeten doen: van Christus zijn? Van een volkskerk die de katholieke kerk ooit was, waar veel mensen bij hoorden, waar allerlei maatschappelijke organisaties mee verbonden waren, zijn we nu een missiekerk geworden. Dan moeten we weer doen wat missiekerken deden: een of ander huis gebruiken als een basis van waaruit je mensen die God niet kennen, of God wat verloren waren, probeert te bereiken. De eerste leerlingen kwamen zo bij elkaar en een paar eeuwen lang hebben christenen het zo gedaan. En als je dan geen eigen kerk meer zou hebben, en je moet om de eucharistie te vieren 15 kilometer rijden, wat zou je dan door de week kunnen doen in een of ander huis in je dorp of stad. Hoe zou je dan de pastorie kunnen gebruiken. Kan zo’n plek een huis van ontmoeting en een huis van gebed worden? Daar droom ik over. We zullen in de loop van de tijd niet al onze acht kerken als kerk kunnen blijven behouden. Laten we in plaats van dat alleen maar te betreuren ons geloof en de kracht van de heilige Geest inzetten om eens nieuw na te denken. Al zijn we klein geworden, en ben je wat teleurgesteld, we zijn nog steeds het zout der aarde. Jezus zegt niet dat we zout der aarde moeten zijn, nee, we zijn het al. Ook met een klein clubje hebben we een geloofskracht die harten kan winnen voor Hem. Pastoor Gerben Zweers
© Copyright 2024 ExpyDoc