360 ° T HEMA 15 jaar vmbo Misschien wel het innovatiefste onderwijs van Nederland VIER HET VMBO Vijftien jaar geleden werd het vmbo geïntroduceerd. Een goed moment om de balans op te maken. Krijgt vakmanschap eindelijk meer waardering? Hoe gaat het met de nieuwe beroepsgerichte profielen en hoe ziet gepersonaliseerd leren eruit? Twee punten komen steeds terug: het onderwijs moet zijn institutionele grenzen durven loslaten en ervoor zorgen dat topdocenten maatwerk kunnen leveren. Tekst: Carolien Nout / Fotografie: Dirk Kreijkamp “De huidige vernieuwing van de beroepsgerichte programma’s in het vmbo komt echt uit het onderwijs zelf, van scholen, docenten en platforms”, zegt Jan van Nierop, voorzitter van het college van bestuur van het DaCapo College in Sittard en voorzitter van de Stichting Platforms VMBO (SPV). “Ik proef een sfeer van verwachting op de drukbezochte bijeenkomsten en dat is een goede zaak. Vijftien jaar geleden ging dat er heel anders aan toe. De discussies rond de invoering van het vmbo waren politiek beladen.” Het DaCapo College werkt als een van de pilotscholen aan de vakvernieuwing. “De indeling in tien brede beroepsprofielen is veel eenduidiger”, vindt Van Nierop. “De vakinhoud is gemoderniseerd en sluit beter aan op het mbo. Keuzevakken worden samen met regionale bedrijven ontwikkeld. Dat is goed voor de leerling en voor de regio. Ik vind helemaal niet dat bedrijven daar door te veel een vinger in de pap krijgen. Integendeel. Wij richten ons op kansen voor jongeren om werk te vinden en dan moet je juist aansluiten bij de regionale behoefte. De meeste leerlingen blijven immers in de buurt wonen; ze gaan op de brommer naar hun werk.” lingen uit het speciaal onderwijs maakte de verscheiden heid in de leerlingpopulatie groot. Dat bracht problemen met zich mee die het imago van het vmbo geen goed deden: voortijdig schoolverlaten en weinig waardering voor vakmanschap. ‘Maak van LOB geen administratief monster’ “Daar zie ik de laatste jaren echt een kentering”, vindt Van Nierop. “De economische crisis en het verdwijnen van veel middenbanen hebben ervoor gezorgd dat vakmanschap veel meer waardering krijgt. Positief is dat de instroom in de beroepsgerichte richting al drie jaar licht groeit”(zie grafiek). “Techniek en Groen groeien het meest. Ik vind dat hoopvol.” Vmbo en mbo De versterking van het vakmanschap komt bijvoorbeeld sterk tot uiting in de samenwerking tussen vmbo- en mbo-scholen. Ze weten elkaar steeds beter te vinden. Er is de vakmanschapsroute: een doorlopende leerroute waarbij 3 en 4 vmbo zijn samengevoegd met de eerste Waardering vakmanschap twee jaren van het mbo en variaties daarop. Zo kunnen Het vmbo werd eind jaren negentig ingevoerd om meer leerlingen binnen vier jaar een mbo niveau 2-diploma eenheid te brengen in het versplinterde voorbereidend halen, de startkwalificatie. Een ander mooi voorbeeld is beroepsonderwijs, minder leerlingen naar het speciaal de vorming van vakcolleges, vmbo-opleidingen met onderwijs te verwijzen en meer leerlingen uit de onderste accent op de beroepspraktijk en vakmanschap, ook in onderwijsregionen op te leiden naar een diploma. De een doorlopende lijn. Deze opleidingsroute van zes jaar samenvoeging met de mavo en de instroom van leer 24 VO-magazine 4 / februari 2015 is een samenwerking van vmbo en mbo die leerlingen opleidt tot en met een mbo-diploma. ‘De structuur van het onderwijs moet ondergeschikt zijn aan de leerling’ En dan zijn er dus die nieuwe profielen, waarmee alle scholen in het derde leerjaar moeten gaan werken vanaf 2016. Van Nierop denkt dat het goed te doen is. “Wij merken op de pilotscholen dat docenten het fijn vinden om weer na te denken over hun vak. Mijn advies is om samen, in een team, te werken aan de vernieuwing van de beroepsgerichte vakken. Docenten moeten ook de professionalisering aangeboden krijgen die daarbij past. En dat hoeft heus niet altijd van een externe partij te zijn. Op het DaCapo College leveren onze eigen vak docenten ICT of Media en vormgeving bijvoorbeeld kennis aan andere vakdocenten.” Voor het leven Aandacht voor loopbaanoriëntatiebegeleiding (LOB) is een ander speerpunt in het toekomstgerichte onderwijs, zo schrijft staatssecretaris Dekker in een brief aan de Tweede Kamer. Het is een verplicht onderdeel in de nieuwe beroepsgerichte examenprogramma’s, verankerd in de nieuwe profielen. De pilotscholen blijken ermee te worstelen, zegt Van Nierop: “Want hoe leg je precies vast wat de leerling doet? Het gaat erom dat hij echte ervaring opdoet en een goed gesprek over zijn toekomst en talenten voert. Het is belangrijk er geen administratief monster van te maken. Het hoort ook bij de leerling zelf, hij moet er verslag van doen.” Vijf loopbaancompetenties die belangrijk zijn om waardevol werk te vinden, vormen de basis van LOB, aldus bijzonder hoogleraar Leeromgeving en leerloop baan Marinka Kuijpers. Het zijn vaardigheden die iedereen zijn hele leven kan gebruiken om zijn talent te ontwikkelen. Om scholen houvast te geven bij het realiseren van dit onderdeel in het onderwijs heeft het project Vernieuwingvmbo.nl onlangs een Handreiking LOB gepubliceerd. Het is een groeidocument waarin de ervaringen van scholen zullen worden verwerkt. Beroepenfeest Kennismaken met bedrijven en beroepen, een droom hebben over later en trots mogen zijn op je vak: die elementen brachten Corine Korrel op het idee om een Beroepenfeest voor het vmbo te organiseren. “Juist deze kinderen worden eerst verliefd op een beroep of een organisatie en dan pas zoeken ze er informatie over.” VAKMANSCHAP IN DE SCHIJNWERPERS Op 12 maart 2015 vindt in Zwolle de finale plaats van Skills Talents, de vakwedstrijd voor laatstejaars vmbo’ers. Welk provincieteam is het beste vakteam van Nederland? Ook per vakteam worden winnaars uitgeroepen. Kijk op www.skillstalents.nl. VO-magazine 4 / februari 2015 25 360 ° T HEMA 15 jaar vmbo DURF TE DROMEN Om vijftien jaar vmbo te vieren, worden leraren, leerlingen en ouders uit het po, vo en mbo uitgenodigd hun droom voor het vmbo in te sturen. Een selectie van deze dromen zal worden uitgevoerd. Insturen kan tot en met 20 maart 2015, via www.vmbo15jaar.nl. Durf te dromen wordt georganiseerd door de ministeries van OCW, EZ en de Stichting Platforms VMBO. belangrijk om goede contacten te onderhouden met bedrijven om de hoek, want zo kweek je goodwill voor je school en je leerlingen.” Gepersonaliseerd leren Dit is ook het advies van de Organisatie voor Econo mische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO): het Nederlandse beroepsonderwijs moet een intensievere verbinding aangaan met de buitenwereld. Dat vertelde Marc van der Meer, hoogleraar Onderwijsarbeidsmarkt, Zij organiseerde in 2007 het eerste beroepenfeest On aan de circa driehonderd vmbo-schoolleiders en docenten Stage in Delft. op het zesde Vmbo Jaarcongres in Ede, dat in het teken Het feest voor zo’n duizend leerlingen en 250 beroeps stond van gepersonaliseerd leren. De OESO spreekt vol beoefenaren is geen beurs of speeddate-evenement, maar lof over de kracht van het Nederlandse beroepsonder helpt leerlingen een beter beeld te krijgen van bedrijven wijs. Het niveau is goed en er is een relatief lage jeugdwerk en beroepen. Ze leggen contacten met organisaties en loosheid. Maar er is winst te halen in nauwere contacten bedrijven waar ze later op kunnen terugvallen. met bedrijven en een betere doorstroming tussen mbo Netwerkbewustzijn, netwerkgedrag en relatiebeheer zijn en hbo. sleutelwoorden. Het onderwijsconcept wordt lokaal VO-raad-voorzitter Paul Rosenmöller is het daar uitgevoerd, met gemeenten, scholen, bedrijven en andere helemaal mee eens. Hij droeg op het congres met verve betrokkenen. Inmiddels worden er jaarlijks in negen de bijzondere positie van het vmbo uit. “In het voort gemeenten Beroepenfeesten georganiseerd. Koningin gezet onderwijs zijn vmbo-basis en -kader het meest Maxima opent op 5 februari On Stage in Almere. dynamisch. De combinatie van theorie en beroeps Vmbo-leerlingen hebben het hart gestolen van Corine praktijk, de verbindingen met het bedrijfsleven: daar Korrel. “Misschien is er in de media wel eens te veel kunnen anderen wat van leren.” aandacht voor de negatieve kanten, maar mijn ervaring Vijftien jaar geleden luidde de titel van een belangrijk is dat het ontzettend leuke kinderen zijn die helaas niet adviesrapport over de totstandkoming van het vmbo de waardering krijgen die ze verdienen. Zij hebben ‘Recht doen aan verscheidenheid’. Hoe staat het daar nu bevlogen docenten nodig die met ze praten over hun mee? Rosenmöller komt de begrippen ‘gepersonaliseerd toekomst, met een warm hart. LOB zou het hart moeten leren’ en ‘maatwerk leveren’ regelmatig tegen als hij zijn van het onderwijs en dat zie ik nu nog te weinig. Ik vmbo-scholen bezoekt. Leerlingen gebruiken met gemak ben bang dat het verwatert als het niet bij een centrale een iPad tijdens een praktijkopdracht en kunnen dan de persoon in de school wordt belegd: een decaan, met een instructie nog eens nakijken, om maar een voorbeeld te eigen budget. Ook voor docenten is het trouwens noemen. ‘EEN PLEK WA AR IK K AN SHINEN’ Naam: Zoë Noble (23), vmbo-tl in 2009, sector Economie, ’t Atrium, Amersfoort Terugblik op vmbo: “School was bijzaak voor mij, ik was meer bezig met het leven te ontdekken. Mijn slechte ervaring op de havo maakte me ongemotiveerd. Ik voelde me onderschat op het vmbo - haalde toetsen zonder te leren.” Ver volg: “Ik ben gaan werken in de horeca en bij Pepperminds. Veel gereisd en het leven geplukt. Vorig jaar kreeg ik weer zin om te leren; ik heb net mijn diploma mbo 4 Luchthavendienstverlening (IAS) op het ROC Hoofddorp gehaald.” Nu: “Ik zoek werk maar wil ook verder leren, een hbo-opleiding biologie misschien. Ik wil later werken in Kenia, een plek waar ik kan ‘shinen’. Het kan nog wel even duren, maar ik kom er wel.” 26 VO-magazine 4 / februari 2015 ‘NIET ACHTER EEN BUREAU’ Naam: Tim Groen (26), vmbo-kbl in 2005, sector Techniek, Den Helder Terugblik op vmbo: “Ik was altijd al bezig met knutselen en vond de praktijkvakken leuk. Had wel moeite met wiskunde en taal. Dat zou beter aangeboden moeten worden, door leraren die strenger zijn en niet te veel zelfstandigheid verwachten van leerlingen.” Ver volg: “Mbo 4 elektrotechniek. Daarna koos ik voor werktuigbouw kunde op het hbo. Best een zware studie, maar ook leuk. Verder ben ik voorzitter van de studentensoos geweest.” Nu: “Ik studeer af in september en zou graag in de warmtetechniek willen werken, of in het onderhoud. In ieder geval werk ik graag met mijn handen en wil ik niet de hele dag achter een bureau zitten.” ICT is een belangrijk hulpmiddel en om daar meer vaart en sturing in aan te brengen. Daarom participeert VO-raad in het doorbraakproject Onderwijs & ICT. Rosenmöller: “Geen leerling is hetzelfde: de niveau verschillen zijn soms groot in het vmbo. In essentie gaat het daarover. Scholen moeten maatwerk bieden, differentiëren om die talenten te ontwikkelen, maar ook durven ‘ontschotten’. Een vmbo-kader leerling die op vwo-niveau Frans doet, zou dat moeten kunnen afsluiten met een examen. Soepele overgangen naar het mbo, maar ook naar het hbo zijn nodig. De structuur van het onderwijs moet ondergeschikt zijn aan de ADVERTENTIE www.associatie.nl Associatiediploma Elementair Boekhouden Kans voor leerlingen, meeerw waa aarde arde vvoo oor uw sch scho hooll!! Bent u een ambitieuze docent Economie of Management & Organisatie? En wilt u havo- of vwo leerlingen meer kansen bieden met een waardevol en erkend diploma? Meer weten? Meer weten over hoe u uw school een streepje voor bezorgt? Maak er werk van! Bel 033 – 461 21 59 of kijk op www.associatie.nl. Informeer ze over de waarde van het erkende diploma Elementair Boekhouden: een onafhankelijk en erkend diploma dat vele deuren zal openen. Leverancier van vertrouwen VO-magazine 4 / februari 2015 27 360 ° T HEMA 15 jaar vmbo VMBO Beroeps gericht - instroom 3e leerjaar per sector 90000 Cijfers gebaseerd op gegevens DUO. Bewerking DUO-gegevens door Ruud van Leeuwen Onder wijsOntwikkeling. 60000 80000 70000 24.188 24.141 23.549 20.476 18.957 16.752 16.094 15.768 16.206 14.777 14.027 9.287 8.488 8.386 8.784 10.862 13.172 16.957 16.184 2008 2009 50000 40000 30000 22.151 9.619 22.506 9.561 21.387 9.458 9.508 5.643 20000 10000 18.893 23.037 22.340 21.370 18.860 17.726 15.242 13.527 14.961 13.840 13.849 14.033 8.957 7.954 8.292 15.702 18.424 20.662 22.069 14.904 13.703 12.957 11.852 11.862 2010 2011 2012 2013 2014 7.900 0 2004 2005 2006 Economie leerling. Dat is ingewikkeld, inderdaad. Je moet durven loslaten. Dat vergt lef en ondernemerschap.” De pilotscholen die met de nieuwe examenprogramma’s werken, merken dat ook zij last hebben van bestaande regels die maatwerk moeilijk maken. Zo zouden zij graag zien dat de volgorde van het schoolexamen en het landelijke centraal examen voor de beroepsgerichte vakken omgedraaid kan worden. Andere wensen zijn meerdere examenmomenten in een jaar, of de mogelijk heid om leerlingen in sommige vakken op andere niveaus examen te laten doen. Staatssecretaris Dekker wil onderzoeken of knellende regels maatwerk in de weg staan en die aanpassen als het “een aanvulling op het huidige onderwijsaanbod vormt”, zo schrijft hij in de eerdergenoemde brief aan de Tweede Kamer. 2007 Intersectoraal Landbouw Techniek Zorg & Welzijn Rosenmöller: “Onderwijsinnovatie kunnen we alleen samen voor elkaar krijgen. De behoefte van de leerling centraal stellen, houdt in dat de docent een cruciale rol speelt. Hij moet gedifferentieerd kunnen lesgeven, zijn professionaliteit op peil houden en kunnen omgaan met deze zo verschillende leerlingengroepen. Voor die profes sionalisering van het beroepsgerichte vmbo is extra geld beschikbaar, 5,5 miljoen. Belangrijk is dat de docent eigenaar is van de vernieuwing, vanuit de basis.” Rosenmöller komt op zijn schoolbezoeken vaak leerlingen tegen die met trots en een twinkeling in de ogen laten zien wat zij gemaakt hebben. “Of het nu een taart is of een bouwwerk, de waardering van ‘doe-dingen’ moet in evenwicht zijn met cognitieve prestaties. Deze leerlingen verdienen het om nu de waardering te voelen die ze straks als vakman of -vrouw ook zullen krijgen.” ‘EEN EIGEN SALON’ Naam: Romy Rutten (18), vmbo-bbl in 2013, sector Zorg en Welzijn, Emma College, Heerlen Terugblik op vmbo: “Ik heb veel geleerd over de verschillende kanten van de zorg, zoals de keuken, werken met ouderen en uiterlijke verzorging.” Ver volg: “Vanaf mijn achtste deed ik op verjaardagen al de haren van mijn nichtjes. Dus ik koos voor de tweejarige kappersvakschool.” Nu: “Ik loop nu een dag per week stage, over een half jaar ben ik klaar. Ik wil ook nog opmaak en nagels erbij doen en gaan werken om ervaring op te doen. Het leukst vind ik klanten te laten zien wat ik kan en het ze naar de zin te maken. Mijn droom is een eigen salon te beginnen.” 28 VO-magazine 4 / februari 2015 Als één docent daarvan overtuigd is, dan is het Sandra Bolkenbaas, docente op het vmbo Lentiz Maasland. Tot zo’n drie jaar terug zag ze weinig verandering in het vmbo, maar sindsdien heeft de school een omslag gemaakt. Vakinhoudelijk, door meer verbindingen te leggen met bedrijven in de buurt, maar vooral door de leerling als vertrekpunt te nemen. Bolkenbaas: “Vmbo-leerlingen zijn vaak enorm leer gierig en authentiek. Een probleem is wel dat velen een negatieve leerervaring hebben. Je moet ze leren geloven in hun eigen kunnen. Wij voeren reflectiegesprek ken met ze; leerlingen kunnen heel goed aangeven wat ze aan de hand van competenties nog willen en moeten leren. Je kunt met deze leerlingen heel veel bereiken, maar je moet daarvoor wel een relatie met ze aangaan en oprechte interesse in ze tonen. Je moet hoge verwachtingen hebben en in ze geloven.” ‘Ik heb het mooiste beroep in het vmbo: ik zie leerlingen groeien voor mijn ogen’ COLUMN Eigen kunnen H ENDRIK-JAN VAN ARENTHALS TUSSEN MIJN OREN ‘Werkdruk zit vooral tussen de oren.’ Het komt er zo makkelijk uit. ‘In het bedrijfsleven lachen ze daarom.’ Soms is het goed om te relativeren. Zo lang het daar maar niet bij blijft. Ook de beleving is onderdeel van de werkelijkheid van een organisatie. ‘Onderwijs is topsport.’ Voorbereiden, nakijken, vergaderen, gepersonaliseerd doceren, je persoonlijk ontwikkelplan afwerken, nerveuze schoolleiders op je huid die opgejaagd door tendentieuze lijstjes en toezichtkaders vooral op rendement lijken te sturen; en dat straks tot je zevenenzestigste, in scholen die vaak geen geld hebben om je minder lessen te geven, maar wel willen dat je nog jaren mee gaat op iedere hype. Wat nou, ‘tussen de oren’? Toch is de lage zelfwaardering van vmboleerlingen hardnekkig. Dat ervoer Bolken baas toen zij samen met haar leerlingen vol spanning wachtte op de finale van de Leraar van het jaar waarvoor zij genomi neerd was. De keuze viel helaas nét niet op haar. Een van haar leerlingen zei: “Jammer, he juf. Het komt zeker omdat wij vmbo zijn.” Wat had Bolkenbaas graag gewonnen, niet voor haarzelf, maar om deze grote en onderschatte groep leerlingen op een positieve manier voor het voetlicht te kunnen brengen. “Ik heb het mooiste beroep in het vmbo: ik zie leerlingen groeien voor mijn ogen. Ik zou willen dat veel meer mensen, ook prominenten, de mooie kanten van het vmbo laten zien met positieve publiciteit.” De waarheid moge in het midden liggen. Zeker is dat werkdruk niet zomaar in getallen is te vatten. Er zijn ook geen paardenmiddelen voor. De cao heeft het in artikel acht, in het kader van het transitieplan, bij ‘werkdruk beïnvloedende maatregelen’ onder meer over ‘vermindering van lessen en verkleining van klassen.’ Om met de laatste maatregel te beginnen: het is maar zeer de vraag in welke mate kleinere klassen nu zorgen voor een geringere werkdruk, afgezet tegen de complexiteit van die klas, de problematiek in die klas of de competenties van de vrouw of man in kwestie. De eerste maatregel, minder lessen, vinden we een bladzijde daarvoor in de beruchte voetnoot waarin sociale partners het erover eens zijn dat het bij de status quo ‘mogelijk is te komen tot een aantal van 23,8 lesuren per week’. Wie wil met droge ogen beweren dat zestig minuten per week echt blijvend zorgt voor een beleving van minder werkdruk? Ligt de nadruk niet vooral hierop, omdat het wel in getallen is weer te geven? Omdat bonden ermee kunnen scoren? Binnen bereik Gaat dit niet enorm afleiden van waar het echt om gaat bij beleving van werkdruk? Taken en verantwoordelijkheden eerlijk verdelen, heldere kaders, open communiceren, samen voor een klus staan vanuit een gemeenschappelijk ideaal. Misschien ben ik tussen de harde getallen te soft. Dat kan ik niet helpen. Dat zit nu eenmaal tussen mijn oren. Innovatieve vakontwikkeling, de leerling als vertrekpunt, de focus op vakmanschap, sterkere verbinding met de buitenwereld: in de vijftien jaar dat het vmbo bestaat, krijgt het allemaal een duidelijker gezicht. De belofte dat de vmbo’er de waardering krijgt die hij verdient, lijkt binnen bereik. VO-magazine 4 / februari 2015 29
© Copyright 2024 ExpyDoc