8 DE VOLKSKRANT VRIJDAG 6 FEBRUARI 2015 Wekelijks neemt Bor Beekman, Robert van Gijssel, Hein Janssen, Rutger Pontzen of Wieteke van Zeil stelling in de wereld van film, muziek, theater of beeldende kunst Column Kunst MUZIEK VOLGENS VAN GIJSSEL REPORTaGE OPENING KUNSTBEURS Stelling De popfestivals vechten elkaar dit jaar de feesttent uit et wordt een gierend drukke popfestivalzomer, dat wist je al, het was aangekondigd. Maar afgelopen week werd de druk op de kaartjeskoper stevig opgevoerd. Woensdagochtend werd een batterij bandnamen voor de derde editie van het Hilvarenbeekse Best Kept Secret bekendgemaakt. Om acht uur ’s morgens. Giel Beelen had de primeur in zijn ochtendshow bij 3FM, vandaar dat curieuze tijdstip. Het feestje werd de avond tevoren nog net even verpest, door het ook al nieuwe popfestival Down The Rabbit Hole, nabij Beuningen. Negen nieuwe bandnamen kregen we te verwerken. En dan beukte Pinkpop er een week eerder nog even in met de knaller Pharrell Williams. Ook mooi! H Als buitenpopliefhebber word je er hartstikke zenuwachtig van: welk weekendticket gaat het worden? Was het nog maar als vroeger, toen ging je wel of niet naar Pinkpop, klaar. Nu voel je een steenharde festivaldruk. Waar ga je je favoriete bandjes zien? Drie weekendtickets betekent een onherroepelijk bankroet. Blijft er één over. Welk? Nerveus was zelfs Jan Smeets ervan geworden, zo bleek bij een interview vorige week op Radio 1. Pharrell Williams had al eerder op Pinkpop gestaan, zei Smeets. U weet wel, met The Black Eyed Peas. Ach, dat was natuurlijk die andere will.i.am. Het is hem vergeven, we hadden het allemaal een beetje warm gekregen. Het is duidelijk dat de popfestivals elkaar vanaf midden juni de tent uit gaan vechten. Op 12, 13 en 14 juni kun je naar Landgraaf racen. De vrijdag erop is Best Kept Secret een optie, ook drie dagen lang. Of het weekend erna naar Beuningen, voor drie dagen Down The Rabbit Hole. Concurreren is leuk, maar dit is waanzin. Al kun je natuurlijk stellen dat Pinkpop uit een iets ander bandjesaanbod put dan de andere twee festivals – van concertorganisatoren Mojo en nieuwe strijder in het slagveld Friendly Fire – het bandjesdeel net onder de categorie ‘megaheadliner’ zal onderling toch niet al teveel verschillen. Voorbeeld: Iggy Pop staat nu ineens op Down The Rabbit Hole. Vijf jaar geleden kronkelde hij nog op het podium van Pinkpop Classic en drie jaar daarvoor op het hoofdpodium van het grote Pinkpop. Inwisselbaarheid ligt op de loer. Zo ontdekken we dit jaar FKA Twigs op Down The Rabbit Hole, net als Flying Lotus. Die hadden net zo goed op Best Kept Secret kunnen staan. En The War On Drugs, dit jaar te zien in de weide bij Beuningen, stond vorig jaar op recreatiepark Hilvarenbeek. Damien Rice treedt ook weer aan, net als vorig jaar, maar nu een festival verderop. Nooit eerder werd er zo gevochten om de festivalganger, terwijl de verschillen tussen de festivals steeds kleiner worden. En ze dus ook in drie weken worden afgewerkt. Dat moet straks te merken zijn aan de kaartverkoop. Het festival dat straks niet uitverkocht raakt, verliest de Battle of the Festivals 2015. Schiet de festivalganger er ook nog wat mee op; hoe meer keuze hoe beter? Gevreesd mag worden van niet. Geliefde bandjes zullen hoe dan ook elders opduiken, daarvoor hangen er nu simpelweg teveel hengels boven de visvijver. En de onvermijdelijke eenvormigheid in het bandjesaanbod is ook niet stemmingsverhogend. Je zult moeten kiezen op sfeer en aankleding, op festivalgevoel. Ga je voor een roze vissershoed (Pinkpop) of lekker eten (Best Kept Secret). Intussen denk je, zelfs als verstokte popfestivalganger, dat het Nederlandse weidelandschap zo langzamerhand wel verzadigd is van popfeesttenten. Je vraagt je af of er niet hier en daar een tentje zal gaan omwaaien. We houden de moed er nog maar even in. Morgen begint de voorverkoop van Best Kept Secret. Lastig. Robert van Gijssel Kunst aanschaffen, hoe doe je dat? Hoe ontwikkel je je eigen smaak? Mag je afdingen? Verzamelaars en galeriehouders over hoe te handelen op Art Rotterdam: kijken met je ogen én oren. Door Bart Dirks Foto Marijn Scheeres De kunst van het kopen Bezoekers van art Rotterdam in de O ver smaak valt niet te twisten, maar hartstochtelijke verzamelaars zijn het over één ding eens: kunst kopen werkt verslavend. En dus flaneert menig vip-gast van Art Rotterdam al woensdagmiddag, voor de grote invasie, in de Van Nelle Fabriek. Kijkend en vergelijkend, wikkend en wegend, zien en gezien wordend. Soms elkaar aftroevend. Al snel plakken de eerste galeriehouders rode stippen op: verkocht! Hoe meer stippen op een beurs, des te hoger de hartslag bij de bezoekers. Daarom eerst drie vermaningen voor wie, naar verwachting met 21.999 anderen, naar Art Rotterdam gaat en wellicht ook nog de Rotterdam Contemporary Art Fair (voorheen RAW Art Fair). Daar, in de Cruise Terminal, hopen ze op zeker 14.500 bezoekers. Waarschuwing één: ‘Je komt altijd geld tekort, er is te veel moois’, zegt Henk Pijnenburg uit Deurne. Hij verkocht zijn collectie graffitikunst en richt zich nu vooral op abstracte schilderijen. Vorig jaar op Art Rotterdam kocht hij een groot werk van JCJ Vanderheyden (1928-2012). ‘Ik stond met- een in lichterlaaie! Ik dacht: goddomme, dat is veel geld. Maar ja, ik zag ook een curator van het Stedelijk staan. Ik heb meteen toegeslagen. Dit jaar probeer ik me in te houden.’ Waarschuwing twee: ‘Als je voor enkele duizenden euro’s iets aanschaft voor boven de bank, schrijf het dan gelijk af’, zegt Cees Hendrikse, oud-directeur personeelszaken van de Gasunie. De Groningse verzamelaar van onder meer Cobra en hedendaagse Chinese kunst verklaart zich nader: ‘Zodra je een nieuwe auto de showroom uit rijdt, is hij de helft minder waard. Bij de meeste schilderijen die je de galerie uit kruit is het nog erger.’ Hendrikse koopt beredeneerd: wat is vernieuwend in vorm en inhoud, wat ontbreekt nog in zijn collectie? Ook hij stond vorig jaar ‘perplex’ bij JCJ Vanderheyden. ‘Mijn vrouw en ik gingen koffie drinken om het te laten bezinken. Toen we terugkwamen, had Henk ’m gekocht. Nou, fantastisch toch? Ik heb trouwens een andere Vanderheyden aangeschaft.’ Waarschuwing drie: ‘Blijf weg op kunstbeurzen, bezoek galeries’, zeggen Martijn en Jeannette Sanders resoluut. De Amsterdamse collectioneurs hadden vorig jaar een prestigieuze overzichtstentoonstelling in het Stedelijk. Ze zijn zelf overigens wel op Art Rotterdam. ‘Zo’n beurs is als bladeren door een magazine. Wie kunst wil kopen, moet zo snel mogelijk de diepte in. Dit hier is de breedte.’ Beurzen bieden een ideale eerste kennismaking met galeries uit binnenen buitenland. ‘Ik volg kunstenaars én galeries, want ook zij hebben hun eigen signatuur’, zegt Michael Tan. De Amersfoortse ondernemer bezit zo’n zestig kunstwerken. ‘Ik ga naar beurzen om onbevangen te kijken, niet met de intentie om te kopen.’ Zijn advies: ‘Je moet zo veel mogelijk kijken, lezen en luisteren. Zo ontwikkel je je smaak en voorkeur.’ ‘Kunst gaat over kijken, kijken en nog eens kijken’, zegt multimiljonair Joop van Caldenborgh, die een privémuseum bouwt in Wassenaar. ‘Schift wat je wel en niet aanspreekt. Het meeste valt sowieso af. Wat herinner je je de volgende dag? Zo doe ik het altijd in New York.’ Galeries en beurzen aflopen is bijzaak. ‘Als je iets hebt gekocht, moet je de kunstenaar op zijn atelier bezoeken. Dat is het allerleukst.’ Goed kijken is ook het advies van Henk Pijnenburg. ‘Ik kon vroeger als DE VOLKSKRANT VRIJDAG 6 FEBRUARI 2015 9 Je eigen top-10 Hoe vind je je weg in het eindeloze aanbod jonge kunstenaars? ‘Maak in je hoofd of op papier een lijstje met tien kunstenaars’, zegt directeur Fons Hof van Art Rotterdam. ‘Elke keer als er eentje bij komt, moet er iemand af. Ga ze volgen, bijvoorbeeld als ze een solo-expositie hebben in hun galerie. Zoek verbinding met goede galeries.’ Je koopt zelden iets voor je hele leven, aldus Hof. ‘In het begin kies je op kleur en expressiviteit. Later let je op meer subtiele dingen. Door veel te zien kun je je smaak en interesse oprekken.’ Broedplaats voor durfals Wat Art Rotterdam wil zijn en waarom dat zo goed lukt. erst maar eens een vaststelling: nee, inderdaad, Art Rotterdam speelt niet mee in de premier league van grote kunstbeurzen. Het is geen Art Basel, Frieze of de New Yorkse Armory Show. Ook niet de Madrileense Arco, Art Brussel of de Fiac in Parijs. Daarvoor ontbreekt het in Rotterdam aan een cliëntèle van rijke verzamelaars en het vanzelfsprekende circuit van dure galeries en overambitieuze kunstenaars. E Van Nelle Fabriek tijdens de opening op woensdag 4 februari. kind het verschil zien tussen een mierenhoopje en een meikeverbultje dat tussen de plavuizen opkwam. Als je iets koopt, is dat een optelsom van ik weet niet hoeveel ervaringen, herinneringen, laagjes. Je moet dicht bij jezelf blijven.’ Of moet je jezelf uitdagen? ‘Beginnende verzamelaars raad ik aan: koop datgene waar je eigenlijk nog niet aan toe bent’, provoceert Erik Bos, directeur van de Haagse galerie Nouvelles Images. ‘Koop iets dat wringt. Het mag best een beetje moeilijk zijn. Juist niet iets waarvan je zegt: dat past bij mij. Als klanten over kunstenaars zeggen: hm, dat moeten we nog even afwachten, dán wordt het interessant. En jonge mensen moeten jonge kunstenaars kopen.’ Het verkooppraatje van een galerie wordt wel ‘stickeren’ genoemd. Het kunstwerk krijgt figuurlijk etiketten opgeplakt: de maker hangt ook in een museum, heeft prijzen gewonnen. Soms wordt er letterlijk gestickerd: achterop zitten stickers en visitekaartjes van beurzen en musea waar het werk is geweest. Het moet vertrouwen uitstralen: anderen geloven in de waarde en de kwaliteit. Belangrijk, erkennen verzamelaars, maar let op dat je blijft kijken met je ogen, en niet alleen met je oren. Als het kriebelt in de buik en het hoofd zich gewonnen geeft na een nachtje slaap of online research via de smartphone moeten er zaken worden gedaan. 90 procent van ‘Wie net van de academie komt, zit tussen 7 en 10’, zegt Zic Zerp van de Rotterdamse galerie Zerp. ‘De factor stijgt als een schilder meedoet aan een museale expositie of werk verkoopt aan een belangrijke collectie.’ Een te hoge factor is funest voor jonge kunstenaars. ‘Als je te duur wordt, kun je niet meer omlaag. Dat is aan eerdere kopers niet te verantwoorden.’ ‘Zodra je een nieuwe auto de showroom uit rijdt, is hij de helft minder waard. Bij schilderijen is dat nog erger’ Galeries zijn vaak discreet over bedragen. ‘Een prijskaartje verlegt de focus van het werk naar de waarde’, vindt Michael Zink van de Berlijnse galerie Zink. ‘Ik heb liever eerst een dialoog met iemand die interesse heeft.’ Financieel is er volgens Zink, voor het eerst op Art Rotterdam, speelruimte. ‘Kunst kopen is een avontuur dat voor iedereen bereikbaar moet zijn. Een enthousiaste, arme student laat ik in termijnen betalen.’ Bij Nederlandse galeries biedt de KunstKoop-regeling van het Mondriaan Fonds, een renteloze lening, uitkomst. Je mag best een beetje afdingen, zeggenverzamelaars.‘Werkenopde primairemarkt,directuithetatelier naar de galerie, kennen vrij vaste alle werken op Art Rotterdam is onder de 10.000 euro. Prijzen van schilderijen worden berekend aan de hand van de ‘factor’ van de kunstenaar: verkoopprijs = hoogte plus breedte in centimeters vermenigvuldigd met de factor. Die formule maakt kleinere werken relatief duur en grotere werken navenant goedkoper. prijzen’, zegt Kees Cornelisse. ‘5 tot 10 procent korting moet lukken.’ Anders ligt het bij de secundaire markt. ‘Dan hangt het ervan af: komt het doek uit een particuliere collectie, van een veiling? Voor welk bedrag kocht de galerie het? Je moet de markt kennen, marchanderen en een brutaal bod doen.’ Wacht niet te lang met een aankoop, zegt Henk Pijenburg. ‘Als je lang gaat aarzelen, pfff…, dan wordt het niks. Je moet direct beslissen als je steil achterover slaat, anders krijg je spijt. Meestal zijn directe aankopen de beste.’ Verzamelaar Michael Tan koopt ook op intuïtie, maar kampt niet met het rodestippensyndroom: ‘Ik heb nooit spijt als ik te laat ben. Ik laat het altijd een paar dagen bezinken. Ik ben boeddhistisch ingesteld: als het weg is, dan komt het me kennelijk niet toe.’ Maar wat geeft nu uiteindelijk de doorslag? Martijn en Jeannette Sanders: ‘Wij zijn machteloos op het moment dat we worden geraakt.’ Art Rotterdam. Van Nelle Fabriek, Rotterdam, t/m 8/2. Maar je kunt het ook anders zien: ‘Rotterdam’ wíl niet op deze toppers en subtoppers lijken. Je kan het als een capitulatie zien, maar ook als de uitkomst van een goede sterkte-zwakteanalyse. Wie niet met het Grote en Rijke kan meedraaien kan maar beter onderscheidend zijn en een innovatief programma presenteren. Want dat is wat Art Rotterdam wél wil uitstralen: we mogen binnen het mondiale circuit van kunstbeurzen misschien een kleine jongen zijn, maar wel een opvallende kleine jongen. Dat heeft de beurs, dit jaar voor de 16de keer, Art Rotterdam vanaf het begin uitmag een kleine gestraald. Eerst jarenlang op de Kop jongen zijn, het is van Zuid en nu voor wel een de tweede keer in de opvallende Van Nelle Fabriek. kleine jongen Altijd met een programma dat veelal gericht is op een combinatie van jong talent en bekende namen, laag geprijsd en betaalbaar. Aantrekkelijk voor galeriehouders door de lage standprijs, wat de kosten drukt en de mogelijkheid voor experimenteren verhoogt. Risico nemen hoeft in Rotterdam niet direct financieel desastreus te zijn. Een paar verkochte werken geeft al genoeg rendement. Het is ook de reden dat Art Rotterdam zich profileert met veel ‘onverkoopbare’ of minder rendabele kunst. Zoals een uitgebreid video- en filmprogramma (Projections). Met een aanbod van kunstwerken tot 1.500 euro (We Like Art), een uitgebreide presentatie van kunstenaarsinitiatieven en non-profitinstellingen (Intersections) én, uitzonderlijk voor een commerciële organisatie, deelname van jonge kunstenaars die dankzij het Mondriaan Fonds gesubsidieerd hun werk hebben kunnen maken (Prospects & Concepts). Het programma is een indicatie van wat Art Rotterdam nastreeft: een broedplaats van kunstenaars en galeriehouders te zijn die durven, opvallen en continuïteit tonen. En die je op termijn over de hele wereld tegenkomt en die uiteindelijk hun weg vinden naar de grote musea. Kortom, te zijn als een toeleveringsbedrijf voor het Grote Werk. Wat helpt bij het uitdragen van dat imago is de kleinschaligheid van de beursvloer, het uitzonderlijke gebouw en de grote aanwezigheid van studenten van de Nederlandse academies onder de getoonde kunstenaars. Het trekt scouts en kunstprofessionals aan die de nieuwe namen de wereld in katapulteren. Het experiment en gebrek aan voorspelbaarheid maken Art Rotterdam tot een ander soort beurs. Met een imago dat steady door de jaren heen is uitgebouwd en zijn vruchten begint af te werpen. Het Franse dagblad Le Monde riep Art Rotterdam uit tot ‘een van de beste beurzen op dit moment’. The Huffington Post tipte het als een van de vijf beste winterbeurzen. En overal op de beursvloer wordt de toename van buitenlandse verzamelaars gesignaleerd. Rutger Pontzen
© Copyright 2024 ExpyDoc