Geachte decaan, beste Frank, Bij het lezen van de

Geachte decaan, beste Frank,
Bij het lezen van de nieuwe profielschets moeten wij tot onze spijt constateren dat deze zó
weinig verschilt van eerdere aanzetten tot hervormingen, en zó weinig rekening heeft
gehouden met de zorgen van studenten en docenten, dat wij hem in deze vorm niet kunnen
accepteren. Twee algemene tendensen vallen daarbij op. Het stuk is doorspekt met impliciete
beschuldigingen aan het adres van studenten dat zij laks zouden zijn. Ten tweede wordt er
vrijuit gestrooid met mooie woorden als “minder vrijblijvendheid” en “meer ambitie”, terwijl
iedereen weet dat zoiets alleen met investeringen aangewakkerd kan worden. Wat door u
wordt voorgesteld als “hervorming” blijft niet meer dan een platte bezuinigingsmaatregel.
Beide punten verdraaien de werkelijke stand van zaken, en daarom wijzen wij u hierbij op een
aantal zaken die onvermeld blijven.
Ten eerste heeft u uw beloftes geschonden. Terwijl u in het openbaar heeft gegarandeerd dat
hier geen Groningse toestanden zouden plaatsvinden, zien we toch een verregaande inperking
van de autonomie van de talenstudies, die in wezen een soort sidetrack worden van zoiets
vaags als “internationale studies”. Precies Groningen met andere woorden. Het behoud van
expertise en specialisatie op het gebied van talen en culturen is een sine qua non voor een
echte geesteswetenschappenfaculteit. Wij zien hier uitholling en verarming. Daar komt nog
bij dat er alternatieve plannen zijn opgesteld betreffende de toekomst van de talen, zoals het
advies van Arjen Versloot, die volstrekt zijn genegeerd.
U bent, ten tweede, helaas op tendentieuze wijze selectief geweest met de adviezen van de
werkgroepen. Waar de werkgroep die belast was met de hervorming van het
bacheloronderwijs – onderzoeks-intensief onderwijs – slechts een marginale verwijzing krijgt
toebedeeld, heeft u het advies van de werkgroep die zijn grenzen te buiten is gegaan, namelijk
van “student experience” naar hervorming van het bacheloronderwijs, vrijwel integraal
overgenomen. Terwijl de eerste werkgroep die adviezen levert die iedereen op de FGw,
inclusief uzelf, zegt te omarmen – namelijk daadwerkelijk ambitieus, onderzoeks-intensief
onderwijs – negeert u ook deze plannen, en neemt slechts de adviezen over die toch al binnen
het bezuinigingsbeleid vielen. D.w.z.: verschoolsing, verbreding, minder keuzevrijheid,
keiharde druk om “binnen-nominaal” te blijven. En dat dus met een verwijzing naar de
“laksheid” van uw eigen studenten. Dit is een affront.
Tot slot levert u niet de inhoudelijke discussie die u eveneens in het openbaar hebt beloofd.
Wij hebben ondertussen ook begrepen dat u twee weken radiostilte wilde behouden, ten
minste tot elf februari wanneer de schets binnenskamers wordt besproken. Welnu, zoals u
ongetwijfeld zult zeggen op deze brief, is dat het hier weer slechts om een “discussiestuk”
gaat. Onze vraag: wanneer wordt die discussie dan gevoerd? En met wie? Met de
“verantwoordelijke bestuurders”? Zodat er na twee weken van stilzwijgen opeens een
document uitrolt dat wél definitief is?
Om te voorkomen dat het bestuur van de FGw en de studenten weer lijnrecht tegenover elkaar
komen te staan, dringen wij er met klem op aan dat u de volgende zaken, als advies, van ons
overneemt. Allereerst blijven de kleine talen als onafhankelijke studies bestaan. Ten tweede
wordt het tendentieuze advies van de werkgroep “student experience” vervangen door de
weldoordachte raad van de werkgroep “onderzoeks-intensief onderwijs”. Ten derde vervalt de
eis dat mastervakken een bezetting van 20 studenten moeten hebben. (Dit staat in geen enkel
advies.) Ten vierde vindt de inhoudelijke, en openbare discussie plaats die ons is toegezegd.
Wij raden u aan de bespreking van de huidige schets, alsook de uitwerking daarvan tot een
volwaardige beleidsnotitie, in het openbaar te laten plaatsvinden, zodat de studenten en
docenten van deze faculteit weten waar ze aan toe zijn. Ter inspiratie doen wij u ook ons
manifest toekomen, waarin wij enkele uitgangspunten formuleren voor een versterking van de
academische cultuur en de geesteswetenschappen als zodanig.
Wij gaan ervan uit dat u het bovenstaande in overweging neemt, en de studenten van de FGw
in dezen tegemoet komt. Nogmaals: deze schets kunnen wij niet accepteren, maar ook het
beleidsstuk dat eruit zal voortvloeien niet, als er géén open discussie gevoerd wordt die
toegankelijk is voor alle studenten en docenten, en als de genoemde onderdelen van de schets
niet grondig worden herzien. Bij gebrek hieraan zullen wij ons voorbereiden op nieuwe acties.
In afwachting van een spoedig antwoord,
Hoogachtend
Humanities Rally