Liturgie/Liedblad 01/02 16.45 Goede Herderkerk

Welkom in deze dienst
Voorganger is ds. S.J. Verheij
Schriftlezing: Jesaja 40 vers 12 t/m 31
Psalm 56 vers 6 (Schoolpsalm)
Psalm 33 vers 1 en 5
Psalm 33 vers 11
Psalm 34 vers 5 en 9
Psalm 34 vers 4
Psalm 146 vers 4 en 8
Zondag 1 februari 16:45 uur
Goede Herderkerk
Gij hebt mijn ziel beveiligd voor den dood,
Gij richt mijn voet, dat hij zich nimmer
stoot’,
Gij zijt voor mij een schild in allen nood,
Gij hebt mijn smart verdreven,
Psalm 56 vers 6
Schoolpsalm
Uw dierb’re gunst is m' altoos bijgebleven.
'k Zal voor Gods oog, naar Zijn bevelen
leven:
Zo word' door mij Zijn Naam altoos
verheven,
Zo word' Zijn lof vergroot.
Psalm 56 vers 6
Schoolpsalm
Zingt vrolijk, heft de stem naar boven,
Rechtvaardigen, verheft den HEER'.
Het past oprechten, God te loven;
Zingt Zijnen groten Naam ter eer.
Prijst Hem in uw psalmen,
Met de schoonste galmen;
Roept Zijn weldaân uit.
Laat de keel zich paren,
Met den klank der snaren;
Looft Hem met de luit.
Psalm 33 vers 1
Geen ding geschiedt er ooit gewisser,
Dan 't hoog bevel van 's HEEREN mond:
Zijn Godd'lijk' almacht spreekt, en 't is er,
Zijn wil gebiedt, en 't wordt terstond.
Schoon de heid’nen samen,
List op list beramen;
God verbreekt hun raad.
Schoon de mogendheden
Snood, ontwerpen smeden,
Hij belacht haar haat.
Psalm 33 vers 5
Laat ons alom Zijn lof ontvouwen:
In Hem verblijdt zich ons gemoed,
Omdat wij op Zijn Naam vertrouwen,
Dien Naam, zo heilig, groot en goed.
Goedertieren Vader,
Milde zegenader,
Stel Uw vriend’lijk hart,
Op Wiens gunst wij hopen,
Eeuwig voor ons open;
Weer steeds alle smart.
Psalm 33 vers 11
Vreest, vreest Hem t' allen tijd',
Gij, heiligen, daar g' ondervindt,
Dat hij, die God vreest en bemint,
Gebrek noch schade lijdt.
In honger komt noch moed,
Noch kracht den jongen leeuw te baat,
Maar die den HEER' zoekt vroeg en laat,
Mist nimmer 't nodig goed.
Psalm 34 vers 5
God is 't verbroken hart,
't Verbrijzeld en bedrukt gemoed,
Ten allen tijd' nabij en goed,
In tegenheid en smart.
Veel wederwaardigheên,
Veel rampen zijn des vromen lot;
Maar uit die alle redt hem God:
Hij is zijn heil alleen.
Psalm 34 vers 9
Des HEEREN engel schaart
Een onverwinb’re hemelwacht,
Rondom hem, die Gods wil betracht.
Dus is hij wél bewaard.
Komt, smaakt nu en beschouwt
De goedheid van d' Alzegenaar!
Welzalig hij, die in gevaar,
Alleen op Hem betrouwt.
Psalm 34 vers 4
't Is de HEER', Wiens alvermogen
't Groot heelal heeft voortgebracht;
Die genadig, uit den hogen
Ziet, wie op Zijn bijstand wacht,
En aan elk, die Hem verbeidt,
Trouwe houdt in eeuwigheid.
Psalm 146 vers 4
't Is de HEER' van alle heren,
Sions God, geducht in macht,
Die voor eeuwig zal regeren
Van geslachte tot geslacht.
Sion, zing uw God ter eer!
Prijs Zijn grootheid; loof den HEER'.
Psalm 146 vers 8
Wij wensen elkaar
een gezegende
zondag