RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Stg SWV VO 30-06 Stg SWV VO 30-06 Plaats Administratienummer Bestuursnummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling : : : : : : Oss VO3006 21658 277429 31 oktober 2014 29 januari 2015 Pagina 2 van 14 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 2 BEVINDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 3 REACTIE VAN HET BESTUUR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Pagina 3 van 14 Pagina 4 van 14 1 INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde een kwaliteitsonderzoek uit bij ‘Stichting Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs 30-06’ (afgekort: ‘Stichting SWV VO 30-06’). Binnen de gemeenten Oss, Uden, Veghel, Landerd, Bernheze, Maasdonk en Sint-Oedenrode vormen zeven besturen met in totaal zeventien vestigingen gezamenlijk het samenwerkingsverband. In dit rapport geeft de inspectie haar bevindingen uit het onderzoek weer. Kwaliteitsonderzoek In het schooljaar 2014/2015 voert de inspectie een kwaliteitsonderzoek uit bij alle 152 samenwerkingsverbanden. Het doel van deze kwaliteitsonderzoeken is tweeledig: 1. 2. stimuleren van de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden door een beeld te geven van de ontwikkeling op dat moment; toezicht houden op de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden. Bij alle samenwerkingsverbanden controleert en rapporteert de inspectie of zij voldoen aan de wet- en regelgeving. Nieuw in schooljaar 2014/2015 is dat ieder samenwerkingsverband - indien nodig - in het rapport verbeterpunten voor de kwaliteit krijgt aangereikt, gerelateerd aan het waarderingskader van de inspectie. Toezichtkader De inspectie baseert zich bij dit kwaliteitsonderzoek op het toezichtkader samenwerkingsverbanden po/vo passend onderwijs. Dit toezichtkader bevat een waarderingskader, maar nog geen beslisregels om vast te kunnen stellen of het samenwerkingsverband aan de basiskwaliteit voldoet. Het document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Onderzoeksopzet Het onderzoek start met een bureauanalyse van het ondersteuningsplan en overige gegevens over het samenwerkingsverband die bij de inspectie aanwezig zijn. Het betreft de volgende documenten: • Statuten (29 augustus 2013); • Ondersteuningsplan 2014-2018 (vastgesteld 27 januari 2014), inclusief een reeks bijlagen; • Website samenwerkingsverband (http://www.svb-vo.nl, geraadpleegd op 29 oktober 2014); Pagina 5 van 14 • Kengetallen samenwerkingsverband (www.passendonderwijs.nl, geraadpleegd op 29 oktober 2014). Hierna vond op 31 oktober 2014 een onderzoek op locatie plaats waarbij de inspectie: • een presentatie kreeg van het samenwerkingsverband over de stand van zaken en actuele ontwikkelingen binnen het samenwerkingsverband; • een gesprek voerde: ◦ over de rol die het samenwerkingsverband speelt binnen de verbinding onderwijs en jeugdzorg; ◦ over de ondersteuningstoewijzing; ◦ met een afvaardiging van de ondersteuningsplanraad over zijn rol bij het samenwerkingsverband; ◦ met beleidsmedewerkers van het samenwerkinsverband, coördinator ◦ regionaal bureau leerplicht Brabant Noordoost en leden van de Commissie voor Ondersteuningstoewijzing; met de directeur en het bestuur met onder andere aandacht voor het intern toezicht. Aan het eind van het onderzoek besprak de inspectie haar bevindingen met het bestuur en het management van het samenwerkingsverband. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staat de hoofdlijn van de bevindingen uit het onderzoek (2.1), gevolgd door een toelichting (2.2). De bevindingen over de naleving van de wettelijke voorschriften geeft de inspectie in dat hoofdstuk weer in een afzonderlijke paragraaf (2.3). Hoofdstuk 3 vermeldt de reactie van het bevoegd gezag. Pagina 6 van 14 2 BEVINDINGEN 2.1 Hoofdlijn Op 21 november 2013 stelde de inspectie vast dat het samenwerkingsverband 'Stichting SWV VO 30-06’ op weg was de samenwerking te organiseren die kan leiden tot passend onderwijs voor alle leerlingen in de regio. Het samenwerkingsverband kende enige vertraging in de ontwikkeling door personele omstandigheden. De inspectie stelt nu vast dat het samenwerkingsverband door gezamenlijke inspanning erin geslaagd is een positieve vooruitgang te boeken. Aan de ontwikkelpunten, genoemd op 21 november 2013, heeft het verband concreet aandacht besteed. Opmerkelijk is de verbetering van de communicatie met een duidelijke website en het inrichten en uitschrijven van procedures en criteria voor plaatsing in tussenvoorzieningen en aanmelding bij de 'Commissie voor Ondersteuningstoewijzing' (COT). De organisatie van het samenwerkingsverband is beschreven op de website. De inspectie verwacht dit jaar een duidelijke regievoering van het samenwerkingsverband op verschillende processen gericht op de beoogde kwaliteit en kwaliteitsverbetering van de basisondersteuning en extra ondersteuning van leerlingen. Daarbij is het van belang termijnen vast te stellen: voor het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring, voor het plaatsen van leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs (vso), voor de herindicatie van zittende leerlingen en voor de terug- of overplaatsing vanuit het vso. Ook is de onderbouwing van belang van de verschillende ondersteuningsarrangementen met concrete doelen en de daarvoor benodigde financiering. Het samenwerkingsverband is van plan een systematische monitoring op te zetten om de regie op de komende ontwikkelingen te behouden. Samenvattend concludeert de inspectie dat het beleid van het samenwerkingsverband nagenoeg voldoende sturingsinformatie geeft op twee van de drie kwaliteitsaspecten namelijk 'resultaten' en 'management en organisatie'. Voorwaarde is wel dat het verband het uitwerkingsdocument van 2 september 2014 koppelt aan het ondersteuningsplan met instemming van de ondersteuningsplanraad. Het derde kwaliteitsaspect 'kwaliteitszorg' moet het samenwerkingsverband nog invullen. Het samenwerkingsverband geeft aan rekening te houden met de te verwachten gemeentelijke herindelingen de komende twee jaar. Hieronder volgt een nadere toelichting op de bevindingen, gerelateerd aan het waarderingskader. Pagina 7 van 14 2.2 Toelichting Kwaliteitsaspect 1: Resultaten Het samenwerkingsverband doet aantoonbaar het nodige om voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben passende ondersteuningsvoorzieningen te organiseren. Dit leidt ertoe dat geen leerlingen van passende ondersteuning verstoken blijven, verwijtbaar aan het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband heeft met de schoolbesturen afspraken gemaakt over de schoolondersteuningsplannen en de kwaliteit van de basisondersteuning. Deze afspraken zijn vastgelegd in het ondersteuningsplan en in het uitwerkingsdocument van 2 september 2014. Met het vso is de afspraak gemaakt dat zij meer expliciet aangeven welke extra ondersteuning zij bieden, onderscheidelijk van het regulier voortgezet onderwijs (vo). Verder begroot het samenwerkingsverband het orthopedagogisch-didactisch centrum (opdc) 'Den Bongerd' als een stabiele tussenvoorziening voor leerlingen met verschillende arrangementen. Zo ook een voorziening voor leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum die geacht worden een havo- of vwodiploma te halen. Deze voorziening is beperkt tot de onderbouw. De ondersteuning voor deze leerlingen in de bovenbouw verdient extra aandacht, waarbij een succesvol verloop van de schoolloopbaan een belangrijk uitgangspunt is. Het samenwerkingsverband kan verantwoorden dat het zijn bevoegdheden en invloed heeft aangewend om deze ondersteuningsvoorzieningen in en/of tussen de scholen te realiseren. Het samenwerkingsverband toont aan dat nagenoeg alle leerlingen geplaatst zijn in of buiten het regulier onderwijs. Het samenwerkingsverband heeft een ondersteuningsteam geformeerd om scholen desgewenst te ondersteunen bij de aanvraag van een vorm van ondersteuning voor een leerling. Er is een team onderwijs en expertise dat scholen inhoudelijk ondersteunt en een werkgroep ambulant begeleiders. Het samenwerkingsverband overweegt beide groepen samen te voegen om expertise te behouden en te versterken op gebied van ondersteuning en monitoring. De COT is ingericht om te adviseren over de toelaatbaarheidsverklaringen. Het is van belang dat het bestuur daarbij scherp let op de onafhankelijke positie van deze commissie en wie formeel de verklaring afgeeft. De procedures om een toelaatbaarheidsverklaring af te geven zijn uitgewerkt. Toewijzing en plaatsing zijn aan termijnen gebonden. De formele termijn is vastgelegd: zes weken - met een mogelijke verlenging van maximaal vier weken - tussen schriftelijke aanmelding van een leerling met extra ondersteuningsbehoefte en het afgeven van een Pagina 8 van 14 toelaatbaarheidsverklaring. Andere termijnen zijn niet duidelijk vastgelegd zoals binnen de procedure van de COT en plaatsing in het vso. In de periode augustus 2014 tot en met juli 2016 herïndiceert het samenwerkingsverband de zittende vso-leerlingen. Over herindicatie of terugplaatsing in de periode augustus 2014 tot en met juli 2016 van de zittende vso-leerlingen heeft het samenwerkingsverband geen duidelijke afspraken gemaakt. Het samenwerkingsverband werkt met een meerjarenbegroting waarin het beleid uit het ondersteuningsplan via programma's herkenbaar is vertaald in doelstellingen. De doelstellingen zijn voor de meeste programma's concreet vastgelegd waardoor het mogelijk wordt de financiële inzet en gevolgen te monitoren. De meerjarenbegroting laat een positief resultaat zien in 2015/2016 en opvolgende jaren. Een knap resultaat omdat het samenwerkingsverband een negatieve verevening moet wegwerken. Dit bereikt het verband vooral door de instroom in het vso te beperken. Hoe en of het samenwerkingsverband dit op een verantwoorde manier bereikt, is onvoldoende duidelijk gemaakt. Wil het samenwerkingsverband de beschikbare middelen herkenbaar doelmatig inzetten, dan is het van belang om de verschillende ondersteuningsarrangementen te koppelen aan een daarvoor toereikend bedrag. Het samenwerkingsverband toont niet aan dat het de geplande kwalitatieve en kwantitatieve resultaten (inclusief bekostigingsaspecten) behaalt. Dat kan ook moeilijk omdat de tijd daarvoor wel erg kort is: het samenwerkingsverband is formeel per 1 augustus 2014 van start gegaan. Het ondersteuningsplan maakt wel duidelijk dat het samenwerkingsverband streeft naar 0,5 procent minder leerlingen in het vso per jaar, geen thuiszitters en vermindering van het percentage voortijdige schoolverlaters. Verder geeft het ondersteuningsplan in de uitwerkingsnotitie kwalitatieve doelen aan voor de basisondersteuning. De werkgroep zorgcoördinatoren werkt het format voor de beschrijving van de basisondersteuning nader uit, zodanig dat het vso zijn onderscheidelijke ondersteuning duidelijk kan maken. Het ondersteuningsplan maakt niet duidelijk welke resultaten te behalen - moeten - zijn voor het aantal leerlingen met leerwegondersteuning en voor praktijkonderwijs. Dit, terwijl wel gewag wordt gemaakt van het financiële risico dat het samenwerkingsverband loopt door de grote aantallen leerlingen met leerwegondersteuning en in het praktijkonderwijs. In voldoende mate bevordert het samenwerkingsverband dat alle leerplichtige of kwalificatieplichtige leerlingen die mogelijk extra ondersteuning nodig hebben, ingeschreven staan bij een school en daadwerkelijk onderwijs volgen. Het Pagina 9 van 14 verband heeft concrete afspraken gemaakt met het 'Regionaal Bureau Leerplicht Brabant Noord Oost' (RBL BNO) om thuiszitten te voorkomen dan wel te beëindigen. Met het regionaal opleidingscentrum (roc) heeft het samenwerkingsverband afspraken gemaakt over een warme overdracht van leerlinggegevens. Het project 'Stick Together' geeft hiertoe de digitale mogelijkheden. Het samenwerkingsverband maakt zich zorgen over de verzwaring van de plaatsingscriteria in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), meer specifiek de entreeopleiding, die kan leiden tot voortijdig schooluitval in het mbo. Het samenwerkingsverband heeft de beschikking over kengetallen, analyses en planningen van activiteiten om schoolverzuim te voorkomen. Aandachtspunt hierbij is de te maken afspraak met schoolbesturen om de meest recente gegevens van respectievelijk 1 oktober en 1 februari per omgaande aan het samenwerkingsverband door te geven. Kwaliteitsaspect 2: Management en organisatie Het samenwerkingsverband heeft zijn missie en visie geformuleerd. De missie is uitgewerkt in programma's met concrete doelen en een visie op de toekomst. De uitwerking in een strategisch beleid is minder duidelijk weergegeven. Missie en visie zijn gekoppeld aan de wetgeving. Het besturingsmodel van het verband past bij de missie en de beleidsvoornemens. Er is een kader waarbinnen de organisatie haar taken uitvoert en waarmee zij aangeeft hoe de activiteiten die daarbij horen, passen binnen het grotere geheel. Dit kader staat in het ondersteuningsplan en het uitwerkingsdocument dat nog formeel langs de ondersteuningsplanraad moet gaan. Uit het organisatieschema van het samenwerkingsverband blijkt eenduidig waarop elk orgaan formeel aanspreekbaar is. De taken en de operationele bevoegdheden van de verschillende organen binnen het verband zijn eenduidig belegd, vastgesteld en bekendgemaakt. De website toont een organogram met doorverwijzing naar de verschillende reglementen en het toezichtkader. Het samenwerkingsverband kan aantonen dat het georganiseerd overleg binnen de organen van het verband voldoende gericht is op realisatie van het beleid en op de samenhang tussen de taken van het samenwerkingsverband. Het functioneel overleg richt zich zowel op de inhoud (onder andere het zorgcoördinatorenoverleg) als op de planning, uitvoering en evaluatie van taken. In deze fase blijkt dat de rol, de positie en de taak van de ondersteuningsplanraad nader verduidelijkt en ingevuld moet worden. Het bestuur heeft dat in een komend overleg geagendeerd, mede op verzoek van de ondersteuningsplanraad. Pagina 10 van 14 Het interne toezicht is onafhankelijk van het bestuur van het samenwerkingsverband en zal op systematische en planmatige wijze worden uitgevoerd. Dit voornemen heeft vorm en inhoud gekregen in de scheiding van een toezichthoudend bestuur en een uitvoerend, gemandateerde directeur die met behulp van het directeurenoverleg de activiteiten van het samenwerkingsverband aanstuurt. Het toezichthoudend bestuur heeft een toezichtkader opgesteld en zichtbaar gemaakt op de website. Onduidelijk is of het toezichthoudend bestuur over voldoende middelen beschikt om taken te kunnen uitvoeren. Een interne toezichtrapportage mag in deze fase niet verwacht worden. Daarvoor is het samenwerkingsverband formeel te kort werkzaam. Het samenwerkingsverband heeft een procedure vastgesteld met de betrokken gemeente(n) om te komen tot een op overeenstemming gericht overleg (oogo). Met het samenwerkingsverband primair onderwijs vindt structureel overleg plaats over onder andere leerlingstromen en toelaatbaarheidsverklaringen. Er is een toewijzingsprotocol vastgesteld. Dit protocol bevat inhoudelijke plaatsingscriteria voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Het protocol behoeft uitbreiding met criteria voor toewijzing van middelen voor extra ondersteuning, de termijnen voor de toelaatbaarheidsbepaling en termijnen voor de stappen in de plaatsingsprocedure. Een ondersteuningsteam adviseert scholen hoe een goede aanvraag in te dienen voor extra ondersteuning bij de COT. Het formulier voor de toewijzing van een toelaatbaarheidsverklaring kan duidelijker worden door alle bij de besluitvorming betrokken deskundigen en verantwoordelijken te benoemen. Het samenwerkingsverband profileert zich in de regio actief als dienstverlener voor passend onderwijs. Het verband beschikt over een duidelijke en informatieve website die geschikt is voor ouders, leraren en andere belanghebbenden. Een extra verdiepingslag wordt mogelijk wanneer de lezer via de site kan doorklikken naar de schoolondersteuningsprofielen. Ook scholen geven informatie. Zij zijn vaak de eerst aangewezene om ouders en leerlingen te informeren. Zo geeft het samenwerkingsverband centraal en decentraal aangestuurde informatie. De regievoering kan het samenwerkingsverband nog nader invullen. Kwaliteitsaspect 3: Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg moet het samenwerkingsverband nog grotendeels invullen. De inspectie verwacht dat het verband dit schooljaar (2014/2015) gebruikt, tegelijk Pagina 11 van 14 met het nader vaststellen van concrete doelen en tussendoelen, om de kwaliteitszorg meer in te vullen. Het samenwerkingsverband vertaalt in globale termen eens per vier jaar de beleidsdoelstellingen naar kwalitatieve en kwantitatieve resultaten. Het ondersteuningsplan en de meerjarenbegroting getuigen hiervan. Met de formulering van de verschillende programma's volgens een vast format maakt het verband duidelijk planmatig te gaan werken aan kwaliteitsverbetering. Evaluatie daarvan kan nog niet hebben plaatsgevonden. Wel vraagt het samenwerkingsverband aan de scholen zich te verantwoorden over de kwaliteit van de basisondersteuning. Tevens overweegt het verband collegiale consultatie in te zetten als evaluatiemiddel voor kwaliteit van de ondersteuning, bijvoorbeeld door zorgcoördinatoren. Tegelijk heeft het samenwerkingsverband nu al de mogelijkheid na te gaan of belanghebbenden als ouders, zorgcoördinatoren en gemeenten tevreden zijn over - de activiteiten van - het samenwerkingsverband. 2.3 Naleving wet- en regelgeving Voorschriften ondersteuningsplan Het ondersteuningsplan moet aan een aantal wettelijke voorschriften voldoen. Daarvoor is het nog nodig dat het samenwerkingsverband onderstaande onderdelen opneemt of nader uitwerkt: • Geheel van ondersteuningsvoorzieningen (artikel 17a WVO, lid 8a); • Procedures en criteria toewijzing middelen (artikel 17a WVO, lid 8b); • Procedure en criteria plaatsing leerlingen vso (artikel 17a WVO, lid 8c); • Procedure en beleid terug- of overplaatsing naar het voortgezet onderwijs vanuit vso (artikel 17a WVO, lid 8d); • Herindicatie zittende vso-leerlingen (artikel XVII Wet passend onderwijs, lid 2); • Groeibekostiging vso-scholen (artikel 17a WVO, lid 8g); • Overdracht bekostiging ontoereikend budget vso-scholen (artikel 17a WVO, lid 8h). Programmatisch handhaven Bij het bevorderen van de naleving van wettelijke regels, gebruikt de inspectie ook het uitgangspunt van ‘programmatisch handhaven’ (Jaarwerkplan 2014). Jaarlijks kiest de inspectie een aantal onderdelen van wet- en regelgeving die gericht aandacht krijgen. Onderstaande tabel bevat de onderdelen die voor het schooljaar 2014/2015 zijn vastgesteld voor de controle op de naleving door de samenwerkingsverbanden. Per onderdeel toont de tabel of het samenwerkingsverband aan de voorschriften voldoet. Pagina 12 van 14 Naleving wet- en regelgeving N.1 N.2 N.3 N.4 N.5 Voldoende Onvoldoende De tijdige (hernieuwde) vaststelling van het ondersteuningsplan en het insturen aan de inspectie - De artikelen 18a, tiende lid, WPO en 17a tiende lid, WVO. • De naleving van de regels met betrekking tot de (hernieuwde) vaststelling van het ondersteuningsplan en de instemming van de ondersteuningsplanraad - De artikelen 18a, zevende lid, WPO en 17a, zevende lid, WVO en artikel 14a WMS. • Het ondersteuningsplan wordt niet eerder vastgesteld dan nadat overleg (oogo) heeft plaatsgevonden met gemeente(n) en met het samenwerkingsverband, waarvan het gebied (gedeeltelijk) samenvalt - De artikelen 18a, negende lid, WPO en 17a, negende lid,WVO. • Het deskundigenadvies - De artikelen 18a, elfde lid WPO jo artikel 34.8. Besluit bekostiging WPO en 17a WVO, twaalfde lid jo artikel 15a Inrichtingsbesluit WVO. • Scheiding toezicht en bestuur - Artikel 17a WPO en 24d WVO. • Pagina 13 van 14 3 REACTIE VAN HET BESTUUR Het bestuur/bevoegd gezag zal de bevindingen uit het rapport bij de verdere ontwikkeling van het samenwerkingsverband op de volgende wijze betrekken. Na het onderzoek van de inspectie is het samenwerkingverband aan de slag gegaan met de genoemde verbeter- en aandachtspunten. In de conceptfase van dit rapport zijn twee zaken gerealiseerd, namelijk: • er heeft overleg plaatsgevonden tussen het bestuur van het samenwerkingsverband en de ondersteuningsplanraad over de rol, positie en taken van deze raad; • het 'Uitwerkingsdocument Ondersteuningsplan 2014-2018' is gekoppeld aan het ondersteuningsplan 2015. De overige opmerkingen en aanbevelingen worden volledig verwerkt in het 'Uitwerkingsdocument Ondersteuningsplan 2014-2018' dan wel rechtstreeks in het ondersteuningsplan 2015. Dit geldt bijvoorbeeld voor: • het vaststellen van termijnen voor het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring, voor het plaatsen van leerlingen in het vso, voor de herindicatie van zittende leerlingen en voor de terug- of overplaatsing vanuit het vso; • de onderbouwing van de verschillende ondersteuningsarrangementen met concrete doelen en bijbehorende financiering; • het opnemen in het ondersteuningsplan van de tekortkomingen wat betreft de wettelijke eisen aan dit plan. Pagina 14 van 14
© Copyright 2024 ExpyDoc