GB2014-081 - Gemeente Nijmegen

Gemeenteblad Nijmegen
Jaartal / nummer
2014 / 081
Naam
Mandaat-, Volmacht- en Machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Nijmegen (2014)
Publicatiedatum
8 oktober 2014
Opmerkingen
-
Vaststelling van het besluit d.d. 11 maart 2014 (registratienummer 14.0002066) inzake
mandaatverlening aan de directeur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) en in
enkele gevallen aan Burgemeester en portefeuillehouder.
-
2e wijziging: van het mandaatbesluit bij besluit van burgemeester en wethouders van 30
september 2014 (registratienummer 14.0010218) tot wijziging van het Mandaat-, Volmacht- en
Machtigingsregister ODRN.
-
Inwerkingtreding:
Het besluit treedt in werking de dag na bekendmaking: 9 oktober 2014.
-
Intrekking:
Het Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Nijmegen (GB2014050) is gelijktijdig ingetrokken.
Aantal bladzijden / verkoopprijs
21 / € 1,05
Register van wijzigingen MVM besluit ODRN:
-
1e wijziging: van het mandaatbesluit bij besluit van burgemeester en wethouders van 15 mei
2014 (registratienummer 14.0005402) tot wijziging van het Mandaat-, Volmacht- en
Machtigingsregister ODRN.
G E M E E N T E
ijmegen
GEMEENTELIJK MANDAAT-. VOLMACHT EN MACHTIGINGSBESLUIT
OMGEVINGSDIENST REGIO NIJMEGEN
Artikel 1
In dit besluit gelden de volgende definities:
1.
a.
Complexe bedrijven: alle IPPC-inrichtingen en inrichtingen ingedeeld in de categone 4.2
en hoger van de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' met uitzondering van:
•
Inrichtingen bestemd voor cultuur, sporten recreatie (SBI 9321, 931.1 t/m 931.10,
931.B t/m 9 3 1 . D e n 93299);
o
Inrichtingen met maximaal 12 keer per jaar een activiteit zoals het breken van puin,
het shredderen van hout en/of zeven van grond;
•
Rangeerterreinen (SBI 491, 492.2);
•
Trafostations (SBI 35.C4 en 35.C5);
•
Agrarische inrichtingen die mestverwerken als nevenactiviteit waarbij de mest
uitsluitend afkomstig is van de eigen inrichting;
•
Windmolens, voorzover de inrichting valt onder het Activiteitenbesluit IVlilieu;
•
Inrichtingen met een helikoptedandplaats als nevenactiviteit (SBI 5223.B).
b.
BRZO-bedrijven: alle inrichtingen die onder B R Z 0 9 9 vallen met inbegrip van de
zogenaamde 'LATBRZO-inrichtingen'.
c.
IVlilieudeel: geheel van bevoegdheden op grond van de Wabo met betrekking tot een
inrichting.
d.
Inrichting: een inrichting zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Wabo.
2.
a.
Mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen.
b.
Ondermandaat: de figuur dat de gemandateerde op zijn beurt mandaat vedeent aan een
ander.
c.
Volmacht: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan privaatrechtelijke
rechtshandelingen te verrichten.
d.
Ondervolmacht: de figuur dat de gevolmachtigde op zijn beurt volmacht vedeent aan een
ander.
8.
Machtiging: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan handelingen te
verrichten, geen besluiten en/of privaatrechtelijke rechtshandelingen zijnde.
f.
Ondermachtiging: de figuur dat de gemachtigde op zijn beurt machtiging verleent aan
een ander.
g.
Bestuursorgaan: College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen en
Burgemeester van Nijmegen.
Artikel 2
1. De directeur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen is gemandateerd om namens het College
van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen of namens de Burgemeester van Nijmegen te
beslissen betreffende de bevoegdheden die zijn vermeld in de bijlage: "Mandaat-, volmacht- en
machtigingsregister Omgevingsdienst Regio Nijmegen", met uitzondering van de bevoegdheden
die zijn toegekend aan Burgemeester en Wethouders, de Burgemeester en de portefeuillehouder.
2. Het gestelde in dit mandaatbesluit is van overeenkomstige toepassing op volmacht tot het
vernchten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en op machtiging tot het verrichten van
handelingen die geen besluiten en/of privaatrechtelijke rechtshandelingen zijn.
Gemeentelijk Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Nijmegen 2013
Artikel 3
Het is de gemandateerde toegestaan ondermandaat te vedenen aan de binnen de omgevingsdienst
werkzame medewerkers met een ieidinggevende functie. In het betreffende mandaat kan worden
bepaald dat ook aan andere medewerkers ondermandaat kan worden vedeend.
Artikel 4
Waar in dit besluit wordt gesproken van mandaat en gemandateerde, volmacht en gevolmachtigde en
machtiging en gemachtigde wordt daaronder tevens begrepen ondermandaat
en ondergemandateerde, respectievelijk ondervolmacht en ondergevolmachtigde, respectievelijk
ondermachtiging en ondergemachtigde.
Artikel 5
De gemandateerde is bevoegd tot het verrichten van alle handelingen, benodigd voor de
voorbereiding, bekendmaking en uitvoenng van een door hem te nemen en genomen beslissing
krachtens mandaat.
Artikel 6
Mandaten gelden slechts voor het eigen grondgebied van de omgevingsdienst tenzij in het betreffende
mandaat anders is bepaald.
Artikel 7
1. Het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen en de Burgemeester van Nijmegen
kan aan een gemandateerde instructies geven omtrent de uitoefening van de gemandateerde
bevoegdheden. Het college geeft in aigemene zin instructies mee aan de directeur O D R N , zoals
vermeld in de bijlage "Instructie mandaat-, vomacht- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst
Regio Nijmegen".
2. Omdat sprake is van mandaat aan een niet-ondergeschikte, behoeft de mandaatverlening de
instemming van de directeur en van het bestuur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen.
Artikel 8
De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een
persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid van de Aigemene wet bestuursrecht.
Artikel 9
De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met
inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 10:3 Aigemene
wet bestuursrecht, alsmede de geldende beleids- en uitvoeringsregeis.
Artikel 10
Indien bezwaar of enige ander rechtsmiddel wordt ingesteld tegen een besluit dat in mandaat is
genomen, blijft het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen dan wel de
Burgemeester van Nijmegen bevoegd tot afhandeling.
Artikel 11
Voor zover uit dit besluit een inlichtingenplicht of een instructiebevoegdheid voortvloeien, lichten
partijen elkaar over en weer op een zodanig tijdstip in dat de inachtneming of tijdige verdaging van
beslistermijnen gewaarborgd wordt.
2
Gemeentelijk Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Nijmegen 2013
Artikel 12
De ondertekening van beslissingen in mandaat, bedoeld in dit mandaatbesluit luidt;
'Het College van Burgemeester en Wettiouders van Nijmegen,
namens deze:
gevolgd door:
<functienaam gemandateerde> Omgevingsdienst Regio Nijmegen.'
'De Burgemeester van Nijmegen,
namens deze:
gevolgd door:
<functienaam gemandateerde> Omgevingsdienst Regio Nijmegen.'
Artikel 13
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2013.
Artikel 14
Dit besluit wordt aangehaald als: Gemeentelijk mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit
Omgevingsdienst Regio Nijmegen.
Aldus vastgesteld d.d. 19 maad 2013,
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen,
De Burgemeester,
drs. H.IVI.F. Bruls
De Burgemeester^
drs. H.M.F. Bruls
3
/
De Gemeentesecretaris,
Toelichting
Algemeen
Met ingang van 1 april 2013 zijn er zeven omgevingsdiensten werkzaam binnen de provincie
Gelderland. Deze diensten ondersteunen overheden bij de uitvoering van hun bevoegdheden op het
gebied van de fysieke leefomgeving. Daartoe behoren niet alleen de vergunningverlening-, toezichten handhavingstaken op het gebied van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de daaraan
gerelateerde taken op het gebied van ketentoezicht en milieucriminaliteit, maar ook een breder pakket
aan taken dat aansluit bij de inrichting van de fysieke leefomgeving.
De provincie Gelderland en de Gelderse gemeenten hebben ervoor gekozen om hun uitvoeringstaken
in bovengenoemd werkgebied te laten uitvoeren door deze omgevingsdiensten. Uitgangspunt hierbij is
dat Gedeputeerde Staten, Burgemeester en Wethouders en de Burgemeester de uitvoering van taken
aan de omgevingsdiensten opdragen door middel van mandaat (en volmacht en machtiging) maar dat
er geen publiekrechtelijke bevoegdheden worden overgedragen aan het openbaar lichaam.
Mandaat is de (publiekrechtelijke) vertegenwoordigingsvorm die centraal staat in de Algemene wet
bestuursrecht (Awb). Artikel 10.1 van de Awb definieert mandaat als: de bevoegdheid om in naam van
een bestuursorgaan besluiten te nemen. Het bestuursorgaan dat mandaat verleent (de
’mandaatgever’, ‘mandaatverlener’ of de ‘mandans’) blijft volledig verantwoordelijk voor het genomen
besluit. Daarom kan de mandaatgever beleidsregels opstellen en aan degene aan wie mandaat is
verleend (de ‘mandans’ of ‘gemandateerde’) instructies geven (artikel 10:6 Awb). De mandaatgever
kan de bevoegdheid ook altijd zelf blijven uitoefenen, zonder dat het verleende mandaat behoeft te
worden ingetrokken (artikel 10:7 Awb).
Burgemeester en Wethouders van Nijmegen en de Burgemeester van Nijmegen verstrekken mandaat
aan de directeur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN). Het betreft een algemeen
schriftelijk (afdoenings- en ondertekenings)mandaat aan iemand die niet werkzaam is onder
verantwoordelijkheid van de mandaatgever (artikel 10:5 Awb). Deze krijgt vervolgens de bevoegdheid
om ondermandaat te verlenen aan afdelingsmanagers en andere leidinggevenden binnen de
organisatie. Er kan in sommige gevallen ook ondermandaat worden verleend aan functionarissen die
geen leidinggevende positie hebben: dit wordt dan expliciet genoemd in het onderliggende
mandaatbesluit (artikel 10:9 Awb).
Dit gemeentelijk mandaat-, volmacht en machtigingsbesluit heeft betrekking op bevoegdheden tot het
verrichten van publiekrechtelijke, privaatrechtelijke en feitelijke handelingen. Het is derhalve een
regeling die mandaat, volmacht en machtiging betreft. Waar in deze toelichting wordt gesproken over
mandaat, wordt tevens volmacht en machtiging bedoeld. Waar over ondermandaat wordt gesproken
wordt ook ondervolmacht en ondermachtiging bedoeld.
Het mandaatbesluit bestaat uit een algemeen en een bijzonder deel. In het algemeen deel worden
met name enkele algemene regels genoemd die grotendeels zijn terug te voeren op (afdeling 10.1.1
van) de Algemene wet bestuursrecht. Het bijzondere deel bestaat uit de instructie en het
Mandaatregister waarin de specifieke bevoegdheden zijn vermeld en waarin per bevoegdheid het
mandaat aan de directeur is vermeld, tenzij het bevoegdheden betreft van Burgemeester en
Wethouders, de Burgemeester of de portefeuillehouder.
Gemeentelijk Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Nijmegen 2013
Artikelsgewijs
Artikel 1
In het eerste lid van dit artikel zijn enkele begrippen gedefinieerd. Een omschrijving van de begrippen
‘BRZO-inrichting’ en ‘complexe bedrijven’ is van belang omdat de bevoegdheden ten aanzien van
deze categorieën zijn ondergebracht bij de gespecialiseerde RUD’s .
In het tweede lid zijn definities van mandaat, ondermandaat, volmacht en ondervolmacht, machtiging,
ondermachtiging en bestuursorgaan opgenomen.
Artikel 2
Lid 1: Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan mandaat zowel worden verleend aan een
ondergeschikte als aan een niet-ondergeschikte. In dit mandaatbesluit worden bevoegdheden van
Burgemeester en Wethouders en de Burgemeester gemandateerd aan de directeur van de
omgevingsdienst, zodat sprake is van een gemandateerde die niet werkzaam is onder de
verantwoordelijkheid van de mandaatgever (mandaat aan een niet-ondergeschikte). Op grond van art.
10:4 van de Awb behoeft de mandaatverlening hierdoor de instemming van de gemandateerde en van
degene onder wiens verantwoordelijkheid hij werkt (i.c. het algemeen bestuur van de
omgevingsdienst).
De instemming kan vormvrij worden gegeven. Instemming kan schriftelijk worden verleend, maar van
instemming kan ook blijken uit de uitoefening van het mandaat.
De specifieke bevoegdheden van Burgemeester en Wethouders en de Burgemeester die worden
gemandateerd, zijn opgenomen in het Mandaatregister (bijlage bij het mandaatbesluit). Alle
bevoegdheden worden eerst gemandateerd aan de directeur van de omgevingsdienst die vervolgens
de mogelijkheid krijgt om de bevoegdheden weer onder te mandateren.
Lid 2: Bestuursorganen verrichten naast publiekrechtelijke rechtshandelingen ook privaatrechtelijke
rechtshandeling en feitelijke handelingen. In die gevallen wordt bij vertegenwoordiging niet van
mandaat gesproken, maar van volmacht respectievelijk machtiging. Om te voorkomen dat voor de
verschillende vormen van vertegenwoordiging verschillende regimes zouden gelden, verklaart de Awb
(art. 10:12) dat alle bepalingen die betrekking hebben op mandaat van overeenkomstige toepassing
zijn indien een bestuursorgaan volmacht of machtiging verleent aan een ander, werkzaam onder zijn
verantwoordelijkheid. In dit besluit wordt er naast mandaat ook volmacht en machtiging verleend aan
een ander die niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever. Dat betekent dat
afdeling 10.1.1 Awb (en dus schakelbepaling 10:12 Awb) niet van toepassing is op volmacht en
machtiging. Het mandaat-, volmacht en machtigingsbesluit regelt daarom zelf dat hetgeen van
toepassing is op mandaat ook van overeenkomstige toepassing is op volmacht en machtiging. Het
tweede lid is daarom te beschouwen als een in het besluit zelf opgenomen schakelbepaling
Artikel 3
Artikel 10:9 Awb bepaalt dat de mandaatgever kan toestaan dat ondermandaat wordt verleend. Dit
betekent dat ondermandaat alleen mogelijk is indien dit expliciet is geregeld in het mandaatbesluit.
Artikel 3 bepaalt dat het is toegestaan om ondermandaat te verlenen aan binnen de omgevingsdienst
werkzame medewerkers met een leidinggevende functie. In sommige gevallen is in een onderliggend
mandaat bepaald dat ook aan andere medewerkers ondermandaat kan worden verleend.
Onder medewerkers die werkzaam zijn binnen de omgevingsdienst vallen ook externen die zijn
ingehuurd om werkzaamheden te verrichten voor de omgevingsdienst.
Artikel 4
Voor de leesbaarheid van dit mandaatbesluit is ervoor gekozen om te spreken over ‘mandaat’ en
‘gemandateerde’, volmacht en gevolmachtigde en ‘machtiging’ en ‘gemachtigde’ en niet steeds de
termen ‘(onder)mandaat’ en ‘(onder)gemandateerde’ respectievelijk (onder)volmacht en
(onder)gevolmachtigde respectievelijk ‘(onder)machtiging’ en ‘(onder)gemachtigde’ te gebruiken. Om
2
Gemeentelijk Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Nijmegen 2013
aan te geven dat de bepalingen uit dit besluit ook van toepassing zijn op ondermandaat en de
ondergemandateerde respectievelijk ondervolmacht en ondergevolmachtigde respectievelijk op
ondermachtiging en ondergemachtigde, is artikel 4 opgenomen.
Artikel 5
De bevoegdheden die zijn omschreven in de onderliggende mandaten hebben voor een groot deel
betrekking op het nemen van besluiten in de zin van artikel 1:3 van de Awb. Voordat deze besluiten
genomen kunnen worden zijn vaak diverse andere (voorbereidings-) handelingen noodzakelijk. Denk
bijvoorbeeld aan het opvragen van relevante stukken, het horen van belanghebbenden of het nemen
van een verlengingsbesluit. Ook nadat het besluit is genomen kunnen nog diverse
uitvoeringshandelingen nodig zijn, zoals het bekendmaken van het betreffende besluit. Het spreekt
voor zich dat het de bedoeling is om al die handelingen die samenhangen met het nemen en
uitvoeren van een besluit ook te mandateren, daarvoor volmacht te verlenen en te machtigen, maar dit
moet wel expliciet geregeld worden. In de onderliggende mandaten zijn de voorbereidings- en
uitvoeringshandelingen zoveel mogelijk opgenomen. Mocht daar een bepaalde handeling niet
genoemd zijn dan is op grond van dit artikel 5 de gemandateerde, gevolmachtigde en gemachtigde
toch bevoegd die handeling te verrichten. Om deze reden is artikel 5 opgenomen.
Artikel 6
Het uitgangspunt bij dit mandaatbesluit is dat bevoegdheden alleen kunnen worden uitgeoefend voor
het eigen grondgebied van de omgevingsdienst. In een onderliggend mandaat kan hierop een
uitzondering worden gemaakt.
Artikel 7
Aangezien de mandaatgever volledig verantwoordelijk blijft voor de te nemen besluiten, is het logisch
dat hij ook de bevoegdheid houdt om aan de gemandateerde instructies te geven over de uitoefening
van de gemandateerde bevoegdheden. Instructies kunnen worden gegeven per concreet geval of in
het algemeen. De mogelijkheid om instructies te geven staat ook in de Algemene wet bestuursrecht
(artikel 10:6) waardoor het feitelijk niet nodig is om deze bepaling op te nemen in dit mandaatbesluit.
Uit het oogpunt van ‘gebruikersvriendelijkheid’ is ervoor gekozen dit wel te doen.
Artikel 8
Dit artikel heeft de strekking om verstrengeling van persoonlijke en openbare belangen te voorkomen.
Het begrip ‘persoonlijk belang’ moet volgens jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak ruim
worden genomen. Het kan daarbij gaan om belangen die strikt in de privésfeer liggen, maar ook om
belangen van bedrijven, instellingen of personen, waarmee de gemandateerde is verbonden via een
nevenfunctie of door familie-, vriendschaps- of daarmee gelijk te stellen relaties.
Artikel 9
Dit artikel verwijst specifiek naar artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht waarin onder meer is
geregeld dat mandaat is toegestaan, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de
bevoegdheid zich tegen mandaatverlening verzet. Het spreekt voor zich dat de gemandateerde
bevoegdheden moeten worden uitgeoefend met inachtneming van het geldende recht en de
bepalingen uit de Awb aangezien deze bepalingen van dwingend recht zijn (er mag niet van worden
afgeweken). Er is voor gekozen deze bepaling toch op te nemen in dit mandaatbesluit uit het oogpunt
van ‘gebruikersvriendelijkheid’. Ook wordt nog eens nadrukkelijk vermeld dat geldende beleids- en
uitvoeringsregels in acht moeten worden genomen. Dit betekent dat het niet noodzakelijk is om deze
afzonderlijk te noemen bij het mandaatbesluit. Het nemen van besluiten in afwijking van de geldende
beleids- en uitvoeringsregels is dus niet gemandateerd.
3
Gemeentelijk Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Nijmegen 2013
Artikel 10
In deze bepaling is opgenomen dat indien er bezwaar of enig ander rechtsmiddel wordt ingesteld,
degene die het besluit heeft genomen niet bevoegd is om op een bezwaarschrift of ander
rechtsmiddel tegen dit besluit te beslissen (artikel 10:3, lid 3 Awb).
Artikel 11
De mogelijkheid om instructies te geven zoals bedoeld in artikel 7 van dit besluit, brengt het risico met
zich mee dat besluitvorming vertraging oploopt en dat niet beslist wordt binnen de wettelijke termijnen.
Om deze reden is in artikel 11 opgenomen dat partijen elkaar over en weer inlichten op een zodanig
tijdstip dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.
Artikel 12
Voor wat betreft de ondertekening van een besluit dat krachtens mandaat is genomen, is in de Awb
slechts vastgelegd dat het besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het is genomen (artikel
10:10). Het is van belang dat stukken die namens Burgemeester en Wethouders en de Burgemeester
uitgaan op een uniforme wijze worden ondertekend. Om deze reden is de standaardformulering in dit
artikel vastgelegd.
Artikel 13
Ingevolge de Awb treedt een besluit pas in werking als het bekendgemaakt is (artikel 3:40). De
bekendmaking van besluiten die niet tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, geschiedt door
kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven
blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze (artikel 3:42).
Een andere geschikte wijze is bekendmaking in het elektronische Gemeenteblad.
Artikel 14
Deze bepaling bevat de citeertitel van het besluit.
4
INSTRUCTIE MANDAAT- VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT
OMGEVINGSDIENST REGIO NIJMEGEN
POLITIEKE SENSITIVITEIT
De gemandateerde mag geen gebruik maken van het mandaat als te verwachten is dat het College
van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, de Burgemeester van Nijmegen of de betrokken
portefeuillehouder door de raad of door raadsleden op zijn verantwoordelijkheid voor het te nemen
besluit zal worden aangesproken.
De gemandateerde stelt het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen of de
Burgemeester van Nijmegen of de verantwoordelijke portefeuillehouder tijdig in kennis van krachtens
mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming
door het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, de Burgemeester van Nijmegen of
de verantwoordelijke portefeuillehouder gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:
a. de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden
daartoe aanleiding geven;
b. advies nodig is van anderen dan de gemandateerde of onder hem ressorterende
medewerkers en het advies niet aansluit op het eigen standpunt van de gemandateerde dan
wel niet tot dezelfde uitkomsten leidt.
Het niet voldoen aan deze terugkoppelingsplicht doet niet af aan de rechtsgeldigheid van de krachtens
mandaat genomen beslissing.
ONDERTEKENING
De ondertekening en goedkeuring van documenten in geval van afdoeningsmandaat kan ook
plaatsvinden langs geautomatiseerde weg.
Stukken gericht aan de Kroon, ministers, de Nationale ombudsman, de Raad van State, de
Commissaris der Koning(in), of Gedeputeerde Staten, worden altijd ondertekend door het bevoegde
bestuursorgaan, tenzij het aangelegenheden betreft die een routinematig karakter hebben.
TOELICHTING KOLOMMEN MANDAATREGISTER
Volg nr: spreekt voor zich.
Omschrijving: de omschrijving van de bevoegdheid die wordt gemandateerd. Uitgangspunt is
afdoeningsmandaat (de functionaris die het mandaat heeft, mag zowel besluiten als ondertekenen).
Indien er sprake is van een ondertekeningsmandaat (bevoegd orgaan neemt besluit, functionaris mag
slechts ondertekenen) moet dit expliciet blijken uit de omschrijving.
Wett./jur. grondslag: spreekt voor zich.
Bevoegde orgaan: het bestuursorgaan dat de bevoegdheid primair heeft. Dit is in de meeste gevallen
het college en in sommige gevallen de burgemeester.
Mandaat verleend aan: hier staat Dir als de bevoegdheid is gemandateerd aan de Directeur van de
ODRN. Als er niets staat ingevuld, betekent dit dat er geen mandaat is verleend en dat de
bevoegdheid ligt bij het college of de burgemeester.
Ondermandaat verleend aan: hier wordt de functionaris ingevuld aan wie de Directeur ondermandaat
heeft verleend.
Nadere bepalingen en voorschriften: als er aan het mandaat nadere bepalingen of voorschriften
worden verbonden, worden deze hier vermeld.
AFKORTINGEN
B&W
B
PH
Dir
Burgemeester en wethouders van gemeente Nijmegen
Burgemeester van gemeente Nijmegen
Portefeuillehouder van gemeente Nijmegen
Directeur ODRN
MANDAAT- VOLMACHT EN MACHTIGINGSREGISTER OMGEVINGSDIENST REGIO NIJMEGEN
Volg
nr.
Omschrijving
Wett./jur.
grondslag
Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften
orgaan
daat verleend aan
Art. 2:3 Awb
B&W
B
Het Mandaat-, volmacht en machtigingsbesluit
Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) betreft
mandatering van bevoegdheden van B&W van Nijmegen
en de Burgemeester van Nijmegen alsmede volmacht en
machtiging aan de Directeur ODRN betrekking hebbend
op de volgende wet- en regelgeving:
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO), Wet
Bibob, Wet Milieubeheer, Woningwet, Wet ruimtelijke
ordening, Monumentenwet, Huisvestingswet,
Leegstandswet, Gemeentewet, Wet basis registraties
adressen en gebouwen (Wet bag), Algemene wet
bestuursrecht en bij of krachtens die wetten vastgestelde
algemene maatregelen van bestuur en verordeningen.
A.
1.
Onder het mandaat om te beslissen op een aanvraag of
ontheffing wordt mede begrepen weigering, intrekking en
wijziging alsmede de in de betreffende regeling opgenomen
overige bevoegdheden inzake de vergunning of ontheffing
(verbinden van voorschriften, voorwaarden, verplichtingen,
ontvankelijkheid e.d.) alsmede de bevoegdheden uit de
Algemene wet bestuursrecht, zoals verzoek om aanvulling
van de aanvraag, buiten behandeling laten e.d., alsmede de
bevoegdheden die voortvloeien uit de Wet kenbaarheid
publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb),
zoals inschrijving van besluiten en inschrijving van de
beslissing op bezwaar en rechterlijke uitspraken en
bevoegdheden die voortvloeien uit de Wet basisregistraties
adressen en gebouwen, zoals schriftelijke verklaringen van
daartoe aangewezen ambtenaren als bedoeld in artikel 8,
aanhef en onder i van het Besluit basisregistraties adressen
en gebouwen
Algemeen
Doorzenden van geschriften waarvan kennelijk een ander
bestuursorgaan bevoegd is
Dir
Volg
nr.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Omschrijving
Beslissen, met uitzondering van besluiten op bezwaar, op
grond van de artikelen 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 11 van de Wet
openbaarheid van bestuur, voor zover het betreft
documenten die onder verantwoordelijkheid van de
Omgevingsdienst Regio Nijmegen tot stand zijn gekomen of
anderszins het werkterrein van de desbetreffende dienst
betreffen.
Verdagen van de beslistermijn op grond van de Wet
openbaarheid van bestuur
Het aanwijzen van toezichthouders
Het uitgeven van legitimatiebewijzen op grond van artikel
5:12, lid 1 van de Awb
Algemene wet bestuursrecht
Uniforme uitgebreide voorbereidingsprocedure
Besluiten uniforme openbare voorbereidingsprocedure toe
te passen
Ter inzage legging
9.
Besluit dat stukken niet ter inzage worden gelegd op grond
van Wet openbaarheid van bestuur
Kennisgeving
10.
Toezending van ontwerp aan belanghebbenden
11.
Naar voren brengen van een zienswijze
12.
Besluiten dat ook aan anderen de mogelijkheid moet
worden geboden om zienswijzen in te dienen
Aanvrager in de gelegenheid stellen te reageren op
ingebrachte zienswijzen
Vaststellen opstellen verslag van mondelinge zienswijzen
13.
14.
15.
Nemen van besluit en verlengen van termijn. Mededeling
doen van ontvangst zienswijzen
Wett./jur.
grondslag
Wet
openbaarheid
van bestuur
Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften
orgaan
daat verleend aan
B&W
Dir
B
Art. 6 Wob
B&W
B
B&W
Dir
B&W
Dir
Art. 3:10 Awb B&W
B
Art. 3:11, lid B&W
1 en 3 Awb
B
Art. 3:11, lid B&W
2 Awb/Wob
B
Art. 3:12 Awb B&W
B
Art. 3:13 Awb B&W
B
Art.3:15 Awb B&W
B
Art. 3:15, lid B&W
2 Awb
B
Art. 3:15, lid B&W
3 en 4 Awb
B
Art. 3:17 Awb B&W
B
Art. 3:18 Awb B&W
B
Dir
Art. 5.10, lid
3 Wabo
Art. 5:12, lid
1 Awb
Dir
De aangewezen toezichthouders houden
toezicht op de naleving van de wetten en daarop
gebaseerde regelgeving die behoren tot de
taken van de ODRN
Dir
Dir
Dir
Dir
Dir
Dir
Dir
Dir
Dir
B&W of B kan zelf belanghebbende zijn bij het
naar voren brengen van een zienswijze
Volg
nr.
Omschrijving
16.
Algemene wet bestuursrecht
Bijzondere bepalingen over besluiten
Ontvangstbevestigingen (elektronische) aanvraag
17.
Vaststellen formulier
18.
20.
Verzoeken om aanvulling en besluiten om aanvraag niet in
behandeling te nemen
Besluit om een hernieuwde aanvraag om beschikking af te
wijzen indien de aanvrager geen nieuw gebleken feiten of
veranderde omstandigheden heeft vermeld
Het horen van aanvrager en belanghebbenden
21.
Besluit om het vooraf horen achterwege te laten
22.
Mededeling verlenging beslistermijn
23.
Opschorten beslistermijn
24.
Vaststellen verschuldigdheid en hoogte dwangsom
25.
Terugvordering onverschuldigd betaalde dwangsommen
26.
Handelingen en besluiten ter voorbereiding van het
nemen van een beslissing op aanvragen om
omgevingsvergunning ingevolge de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht (Wabo) alsmede ter
uitvoering van zo’n besluit, zoals:
Ontvangstbevestigingen, berichten, mededelingen
19.
27.
Beslissen dat voor de activiteit(en) geen
omgevingsvergunning is vereist
28.
Kennisgeven van ontvangen aanvragen
Wett./jur.
grondslag
Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften
orgaan
daat verleend aan
Art. 4:3a Awb B&W
B
Art. 4:4 Awb B&W
B
Art. 4:5 Awb B&W
B
Art. 4:6, lid 2 B&W
Awb
B
Dir
Art. 4:7 en
4:8 Awb
Art. 4:11 en
4:12 Awb
Art. 4:14 Awb
B&W
B
B&W
B
B&W
B
Art. 4:15 Awb B&W
B
Art. 4:18 Awb B&W
B
Art. 4:20 Awb B&W
B
Dir
Art. 3.1, lid 2 B&W
en lid 3 Wabo
B&W
Dir
Art. 3.8 Wabo B&W
Dir
Ontvangstbevestigingen mogen middels een
handtekeningenstempel worden ondertekend.
Dir
Dir
Dir
Dir
Dir
Dir
Dir
Dir
Dir
Ontvangstbevestigingen mogen middels een
handtekeningenstempel worden ondertekend.
Betreft een beslissing (rechtsoordeel) op een
aanvraag om omgevingsvergunning dat er geen
vergunning vereist is.
Volg
nr.
29.
Omschrijving
30.
Vragen om advies en toezending van aanvraag om
vergunning, ontwerpbesluit, zienswijzen en van beslissing
op de aanvraag
Geven van advies
31.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
38.
39.
40.
41.
42.
Kennisgeven van ontwerpbesluit en ter inzage leggen van
het ontwerpbesluit
Vragen van een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) en
toezending aanvraag vergunning, ontwerpbesluit,
zienswijzen, adviezen en beslissing op de aanvraag aan
bestuursorgaan
Aanvullingsverzoeken
Aanhouden van de beslissing op de aanvraag en doen van
mededeling daarvan aan de aanvrager
Wett./jur.
grondslag
Art. 3.12
Wabo jo.
3:11, 3:12,
3:13, 3:14
Awb
Art. 2.26
Wabo
Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften
orgaan
daat verleend aan
B&W
Dir
B&W
Dir
Art. 2.26, lid
1 Wabo jo.
Art. 6.1, lid 1
Bor
Art. 2.27,
3.11 en 3.13
Wabo
B&W
Dir
B&W
Dir
B&W
B&W
Dir
Dir
B&W
Dir
B&W
Dir
B&W
B&W
Dir
Dir
B&W
Dir
B&W
Dir
B&W
Dir
B&W
Dir
Art. 4:5 Awb
Art. 3.3 t/m
3.5 jo. 3.6
Wabo
Verlengen van de beslistermijn (reguliere procedure) en
Art. 3.9, lid 2
kennisgeven daarvan
Wabo
Verlengen van de beslistermijn (uitgebreide procedure) en
Art. 3.12, lid
het doen van mededeling daarvan aan de aanvrager
8 Wabo jo.
3:18 Awb
Opschorten van de beslistermijn
Art. 4:15 Awb
Het stellen van een termijn en het verlengen van een termijn Art. 2.23
(tijdelijke vergunning)
Wabo
Bepalen binnen welke opeenvolgende tijdvakken van een
Art. 2.24, lid
kalenderjaar het bouwwerk mag worden opgericht, gebruikt 2 Wabo
en gesloopt
Wijzigen van beschikkingen met betrekking tot de eerste
Art. 2.5, lid 6
fase
Wabo
Bepalen dat toepassing van artikel 3.1 of afdeling 3.4 Awb
Art. 3.10, lid
geheel of gedeeltelijk achterwege blijft
2 Wabo
Verbinden van voorschriften aan een vergunning
Art. 2.22
Wabo
B&W is adviseur als het project geheel of
gedeeltelijk in de gemeente Nijmegen wordt
uitgevoerd, waarbij een ander bestuursorgaan
bevoegd gezag is.
Volg
nr.
43.
44.
45.
46.
47.
48.
49.
50.
51.
52.
53.
54.
55.
56.
Omschrijving
Afwijken van voorschrift Bouwbesluit en Bouwverordening
(met uitzondering van afwijken ex. artikel 2.5.30, lid 4
Bouwverordening)
Beslissingen, goedkeuringen, aanvaardingen, niet vereist
zijn van etc.
Besluiten over goedkeuring van verplichtingen op grond van
aan vergunning verbonden voorschriften
Het nemen van een m.e.r.-beoordelingsbesluit, als dat
gekoppeld is aan een besluit waarvan de bevoegdheid tot
het nemen daarvan is gemandateerd.
Besluiten over veiligheidsrapporten
Beschikken waarbij gevolg wordt gegeven aan een
aanwijzing
Nemen van een nader besluit op ingediende gewijzigde
tekeningen en andere bescheiden
Kennis geven van de beslissing op de aanvraag en
verzenden van afschriften aan bestuursorganen
Verlenen van toestemming
Wett./jur.
grondslag
Art. 6 en 11
Woningwet
jo. Wabo
Bouwbesluit
Art. 8.42a
Wm
Hfst. 7 Wm
BRZO
Art. 2.34
Wabo
Art. 3.9, lid 1
en lid 4 Wabo
Art. 2.25, lid
3, sub b
Wabo
Wijzigen van vergunning en vergunningvoorschriften
Art. 2.29,
(actualisering), ambtshalve of op verzoek van
2.30 en 2.31
vergunninghouder en/of belanghebbenden of op verzoek
jo. 3.15
van vvgb-orgaan of van wettelijk adviseur
Wabo
Kennisgevingen
Art. 3.15
Wabo
Geheel of gedeeltelijk intrekken van een verleende
Art. 2.33 en
omgevingsvergunning
2.33a Wabo
Intrekken van een beschikking met betrekking tot de eerste Art. 2.5, lid 5
en/of tweede fase
Wabo
Bepalen dat een beschikking als bedoeld in artikel 6.1 Wabo Art. 6.2 Wabo
terstond na haar bekendmaking in werking treedt
Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften
orgaan
daat verleend aan
B&W
Dir
Afwijken van art. 2.5.30, lid 1 Bouwverordening
is opgenomen in Mandaatregister Mobiliteit van
Nijmegen.
B&W
Dir
Aanvaarden van documenten zoals Programma
van Eisen inzake ontruimingsinstallaties,
beslissen dat geen toereikende
bluswatervoorziening, brandweeringang,
verbindingsweg, opstelplaats aanwezig is,
beslissen over noodzaak van de aan te leveren
bescheiden etc.
B&W
Dir
B&W
Dir
B&W
B&W
Dir
Dir
B&W
Dir
B&W
Dir
B&W
Dir
B&W
Dir
B&W
Dir
B&W
Dir
B&W
Dir
B&W
Dir
Volg
nr.
57.
58.
Omschrijving
Beslissen op verzoek om geheimhouding
Een omgevingsvergunning kan enkelvoudig zijn (kan
betrekking hebben op één activiteit) of kan meervoudig
zijn (kan op meerdere activiteiten en handelingen
betrekking hebben) en kan gefaseerd worden ingediend.
Op de aanvraag kan de reguliere en kan de uitgebreide
voorbereidingsprocedure van toepassing zijn.
Het mandaat is verleend voor het nemen van besluiten op
aanvragen om omgevingsvergunning als bedoeld in artikel
2.1, lid 1, 2.2, lid 1 en lid 2 Wabo en als bedoeld in artikel
75c Flora- en Faunawet en artikel 64a van de
Natuurbeschermingswet 1998. Het mandaat ziet zowel op
enkelvoudige als meervoudige aanvragen, zowel op
gefaseerde als ongefaseerde aanvragen, zowel op
aanvragen waarop de reguliere voorbereidingsprocedure
van toepassing is als op aanvragen waarop de uitgebreide
voorbereidingsprocedure van toepassing is.
Het mandaat is ook verleend voor het nemen van een
besluit op een aanvraag om een omgevingsvergunning
waarbij één van de aangevraagde activiteiten de activiteit is
als genoemd in artikel 2.1, lid 1 sub c Wabo die slechts
verleend kan worden als bedoeld in artikel 2.12, lid 1 sub a
e
onder 3 Wabo, tenzij het Mandaat- volmacht- en
machtigingsbesluit van de gemeente Nijmegen van
toepassing is en op grond hiervan het mandaat om te
beslissen op zulk een aanvraag om omgevingsvergunning
binnen de organisatie van de gemeente Nijmegen is gelegd.
Handhaving bij of krachtens de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht (artikel 5.1 Wabo) alsmede
bij of krachtens de Huisvestingswet, Leegstandswet,
Gemeentewet, Algemene wet bestuursrecht en bij of
krachtens die wetten vastgestelde algemene
maatregelen van bestuur en verordeningen.
Wett./jur.
Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften
grondslag
orgaan
daat verleend aan
Art. 19.5 Wm B&W
Dir
Art. 2.1 en
2.2 Wabo,
75c Ffw, 46a
Nbw
B&W
Dir
De directeur is bevoegd te beslissen als de
Wabo-aanvraag betrekking heeft op één of
meerdere activiteiten en handelingen (tenzij
anders is aangegeven). Het betreft zowel
besluiten waarop de reguliere als waarop de
uitgebreide voorbereidingsprocedure van
toepassing is. Het betreft Wabo-activiteiten als
bouwen, aanleggen, gebruik in strijd met regels
ruimtelijke ordening, gebruik brandveiligheid,
milieu, slopen, wijziging monumenten en
stadsbeeldobjecten, kappen, inritten,
handelsreclame etc. Tevens betreft het
aanhakende handelingen op grond van de Floraen Faunawet en van de Natuurbeschermingswet
1998.De directeur ODRN heeft geen mandaat
om te beslissen op een Wabo-aanvraag waarbij
de enige activiteit een projectafwijkingsbesluit
e
(ex artikel 2.12, lid 1 sub a onder 3 Wabo) is, of
waarbij de aanvraag naast andere activiteiten
betrekking heeft op een projectafwijkingsbesluit
maar waarbij er geen sprake is van een bouwen/of milieuactiviteit.
Volg
nr.
59.
60.
61.
62.
Omschrijving
Wett./jur.
grondslag
Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften
orgaan
daat verleend aan
De gemandateerde is bevoegd m.b.t. handhaving op grond
Als B&W, B, of PH bevoegd zijn, is dit in
van het bepaalde:
mandaatregisters aangegeven.
- bij of krachtens de wetten genoemd in artikel 5.1 van de
Artikel 4:11 onder a jo artikel 4.8 eerste lid
Wabo voor zover dit bij of krachtens die wetten is bepaald
betreft het afzien van horen in spoedeisende
en
situaties.
- bij of krachtens de Huisvestingswet, de Leegstandswet, de
De directeur is bevoegd inzake handhaving van
Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht,
het bij of krachtens in artikel 5.1 Wabo
tenzij B&W, B of PH bevoegd zijn.
genoemde wetten voor zover dit bij of krachtens
Tot de bevoegdheid tot handhaving behoort ook de
die wetten is bepaald. Denk hierbij aan het
bevoegdheid te besluiten om niet te handhaven (gedogen).
zonder of in afwijking van een Wabo-vergunning
handelen etc.
De handhavingsbevoegdheden van de gemandateerde
De directeur is ook bevoegd inzake handhaving
omvatten alle feitelijke handelingen, privaatrechtelijke
van het bepaalde bij of krachtens de
rechtshandelingen en besluitbevoegdheden als bedoeld in
Huisvestingswet, Leegstandswet, de
artikel 4:11 onder a jo. artikel 4.8, eerste lid en de titels 5.3
Gemeentewet en de Algemene wet
en 5.4 Awb inclusief die tot verhaal en invordering van de
bestuursrecht. Denk hierbij aan de
met handhaving ingevolge titel 5.3 en 5.4 Awb gemoeide
onttrekkingen, tijdelijke verhuur.
Tot de bevoegdheid bestuursdwang behoort ook
kosten, tenzij B&W, B of PH daartoe bevoegd zijn.
de bevoegdheid tot het geven van opdrachten
aan bedrijven om uitvoering te geven aan de last
onder bestuursdwang (denk aan
sloopwerkzaamheden, dichtplanken van
gebouwen, plaatsen van afscheidingen e.d.).
Machtiging tot binnentreden in het kader van uitvoering
Art. 5:27 Awb B&W
B
bestuursdwang
jo art. 2
Algemene
wet op het
binnentreden
Vooraanschrijvingen
B&W
Dir
Een besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang Art. 5.17
B&W
Dir
Het betreft de bouw- en sloopstop en het staken
of oplegging van een last onder dwangsom gericht op
Wabo
van gebruik.
naleving van het bepaalde bij of krachtens de betrokken wet
inhoudende dat het bouwen, gebruiken of slopen van het
bouwwerk wordt gestaakt of dat voorzieningen, met inbegrip
van het slopen van het bouwwerk, gericht op het tegengaan
of beëindigen van gevaar voor de gezondheid of de
veiligheid, worden getroffen
Volg
nr.
63.
64.
Omschrijving
(Gedeeltelijk) opheffen van de in het mandaat hierboven
bedoelde last
Handhavingsbesluiten al dan niet met toepassing van artikel Art. 5:31,
5:31, lid 1 of lid 2 Awb
Lid 1 of lid 2
Awb
65.
Handhavingsbesluiten bij overtreding van artikel 2.2, lid 1
sub h, sub i Wabo (handelsreclame)
66.
Verlengen van begunstigingstermijn (als in
handhavingsbesluiten een termijn is gesteld)
Besluit om tot invordering over te gaan ingevolge de
artikelen 4:86 jo 5:25 lid 6 Awb, kosten bestuursdwang of
verbeurde dwangsommen
Besluit om niet tot invordering over te gaan van een
verbeurde dwangsom of van de kosten bestuursdwang
67.
68.
Wett./jur.
grondslag
Art. 2.2, lid 1
sub h en sub
i Wabo
Art. 4:86 jo
5:25, lid 6
Awb
Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften
orgaan
daat verleend aan
B&W
Dir
B&W
PH
Dir
B&W
Dir
B&W
Dir
B&W
Dir
B&W
Dir
Dwangsom: t/m € 25.000 voor de maximale
verbeuring: Dir
T/m € 50.000 voor de maximale verbeuring: PH
Boven de € 50.000: B&W
Het betreft handelsreclame
Het is hierbij niet van belang of het
handhavingsbesluit al of niet in (onder)mandaat
is genomen
Het is hierbij niet van belang of het
handhavingsbesluit al of niet in (onder)mandaat
is genomen
Diversen
69.
70.
71.
72.
73.
74.
Wet Bibob
Als er sprake is van een aanvraag voor
omgevingsvergunning waarop, gelet op de gemeentelijke
beleidsregels Bibob, de Wet Bibob van toepassing is, wordt
het volgende onderscheid gemaakt in de mate van gevaar
dat de omgevingsvergunning mede zal worden gebruikt om
uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op
geld waardeerbare voordelen te benutten of strafbare feiten
te plegen:
- er is sprake van “geen gevaar” èn er is geen advies
gevraagd noch gegeven door het landelijk bureau Bibob
- er is sprake van “geen gevaar” maar er is advies gevraagd
en gegeven door het landelijk bureau Bibob
- er is sprake van “enig gevaar” waarbij de vergunning onder
voorwaarden wordt verleend
- er is sprake van “ernstig gevaar” waarna de vergunning
wordt geweigerd
Het vragen van advies aan het landelijk bureau Bibob
Art. 2.20
Wabo jo. Wet
Bibob
Zie voor het Bibob-beleid de door Burgemeester
en B&W vastgestelde beleidsregels. Daarin staat
op welke omgevingsvergunningsplichtige bouwen milieuactiviteiten de Wet Bibob van
toepassing is.
Wet Bibob
B&W
Dir
Wet Bibob
B&W
PH
Wet Bibob
B&W
PH
Wet bibob
B&W
PH
Wet Bibob
B&W
B
Volg
nr.
Omschrijving
Wett./jur.
grondslag
Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften
orgaan
daat verleend aan
Bouwbesluit
75.
Ontvangstbevestiging
Art. 1.28 BB
B&W
Dir
76.
Toestemming geven om af te wijken van de termijn ex.
artikel 1.26, lid 1 Bouwbesluit
Art. 1.26, lid
4 BB
B&W
Dir
77.
Opleggen van nadere voorwaarden
Art. 1.29 BB
B&W
Dir
78.
Wijzigen nadere voorwaarden
Art. 1.30 BB
B&W
Dir
79.
Geven van een aanwijzing ex. artikel 8.3 Bouwbesluit
Art. 8.3 BB
B&W
Dir
80.
Beslissen op verzoek om ontheffing voor bouwlawaai
B&W
Dir
81.
Beslissing op verzoek om ontheffing voor trillingshinder
B&W
Dir
82.
Ontvangstbevestiging
Art. 8.4, lid 2
BB
Art. 8.5, lid 2
BB
Art. 1.20 BB
B&W
Dir
83.
Opleggen van nadere voorwaarden
Art. 1.21 BB
B&W
Dir
84.
Wijzigen nadere voorwaarden
Art. 1.22 BB
B&W
Dir
Art. 8.41 Wm B&W
Dir
Art. 8.42 Wm B&W
Art. 8.40a
B&W
Wm
B&W
Dir
Dir
De ontvangstbevestigingen mogen middels een
handtekeningenstempel worden ondertekend.
B&W kan akkoord gaan met een andere termijn
(dan 4 weken) als dit naar het oordeel van B&W
nodig is.
Er kunnen naar aanleiding van een melding
(ambtshalve) nadere voorwaarden worden
opgelegd.
Opgelegde nadere voorwaarden kunnen
(ambtshalve) worden gewijzigd
Geven van een aanwijzing welke maatregelen
moeten worden opgenomen in het in te dienen
bouw- of sloopveiligheidsplan.
Het betreft verzoeken om ontheffing van
bouwlawaai
Het betreft verzoeken om ontheffing van
trillingshinder
De ontvangstbevestigingen mogen middels een
handtekeningenstempel worden ondertekend.
Er kunnen naar aanleiding van een melding
(ambtshalve) nadere voorwaarden worden
opgelegd.
Opgelegde nadere voorwaarden kunnen
(ambtshalve of op verzoek van de melder)
worden gewijzigd.
Wet milieubeheer
85.
86.
87.
88.
Ontvangstbevestigingen van meldingen op grond van artikel
8.41 Wm
Stellen van maatwerkvoorschriften
Beslissen op aanvraag ex. artikel 8.40a, lid 3 Wm (treffen
van maatregelen die gelijkwaardig zijn)
Advisering in het kader van vergunningverlening door
andere bestuursorganen
Dir
Ontvangstbevestigingen mogen middels een
handtekeningenstempel worden ondertekend.
Volg
nr.
89.
90.
91.
92.
93.
Omschrijving
Beslissen op verzoek ontheffing stookverbod
Huisvestingswet (Hvw), Huisvestingsverordening,
Leegstandswet (Lw)
Beslissen op verzoek tot onttrekking, samenvoeging of
omzetting van woonruimte
Beslissen op vergunningsaanvraag voor tijdelijke verhuur
Subsidieverordening stedelijke vernieuwing
Het mandaat betreft alle voorbereidings- en
uitvoeringshandelingen en het nemen van beslissingen op
aanvraag voor subsidie.
Toepassen hardheidsclausule
Wett./jur.
Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften
grondslag
orgaan
daat verleend aan
Art. 10.63, lid B&W
Dir
2 jo artikel
10.2, lid 1
Wm
Art. 30 Hvw
B&W
Dir
Art. 15 Lw
B&W
Dir
SSV
B&W
Dir
B&W
PH
Verordening
verbetering
toegankelijkheid
B&W
Dir
Het betreft subsidie voor verbetering van de
toegankelijkheid van openbare gebouwen en
openbare ruimten.
Art. 2.1.5.1
APV
B&W
Dir
Het betreft hier aanvragen voor bouwobjecten
waarvoor een vergunning vereist is
Art. 4.4.5
APV
Art. 4.1.4
APV
B&W
Dir
B&W
Dir
Art. 4.6.2, lid
2 sub f APV
B&W
Dir
Het betreft restauratiesubsidies voor
beschermde monumenten
Verordening verbetering toegankelijkheid
94.
Beslissen op verzoek om subsidie.
96.
Algemene Plaatselijke Verordening & Algemene wet
bestuursrecht
Beslissen op een aanvraag om vergunning voor het
aanbrengen, hebben of achterlaten van voorwerpen of
stoffen op, aan of boven de weg
Herplant- en instandhoudingsplicht
97.
Festiviteitenregeling APV
98.
Verklaring ex. artikel 4.6.2, lid 2 sub f APV (tijdelijke
reclames)
95.
Het betreft ontvangstbevestigingen van
kennisgevingen, vaststellen van een formulier.
Het mandaat heeft geen betrekking op
aanwijzing van collectieve festiviteiten.
Volg
nr.
99.
100.
101.
102.
103.
104.
Omschrijving
Handhaving Festiviteitenregeling voor
inrichtingen (art. 4.1.2 t/m 4.1.5 APV)
Beslissen op verzoek tot handhaving zonder dat
overtredingen zijn geconstateerd
Beslissen op verzoek tot handhaving waarbij overtredingen
zijn geconstateerd
Bestuursdwang/dwangsom besluit
Wett./jur.
grondslag
Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften
orgaan
daat verleend aan
B&W
Dir
B&W
PH
B&W
PH
Beslissen op verzoek opheffen dwangsom
Art. 5:34 Awb B&W
Uitvoering van bestuursdwang (bijvoorbeeld sluiting van een
B&W
- deel van een - inrichting)
Wet basisregistraties adressen en gebouwen (Bag)
Besluit basisregistraties adressen en gebouwen (Bbag)
Schriftelijke verklaringen van daartoe door Burgemeester en Artikel 8, sub B&W
Wethouders aangewezen ambtenaren
i Bbag
Dir
Dir
ADV
SEN
In geval van Wm en Wbb binnen inrichtingen
Het opleggen van een sanctie is tot € 25.000,-is gemandateerd aan de PH. Het moet dan gaan
om het eerste dwangsombesluit voor een
overtreding en louter milieufactoren betreffen. In
alle overige gevallen blijft B&W bevoegd.
ADV = Adviseur B HH BRIKS (senior
rayonbeheerder ODRN)
SEN = Senior medewerker HH BRIKS
(rayonbeheer ODRN)
Betreft directe aanwijzing.
Het betreft schriftelijke verklaringen die als
brondocument fungeren als bedoeld in artikel 10,
lid1 onderdeel a van de Wbag.
Overig
105.
Het indienen van aanvragen bij de provincie op grond van
de Subsidieregeling duurzame instandhouding
cultuurhistorische waarde
B&W
Dir