Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2014 / 081 Naam Mandaat-, Volmacht- en Machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Nijmegen (2014) Publicatiedatum 8 oktober 2014 Opmerkingen - Vaststelling van het besluit d.d. 11 maart 2014 (registratienummer 14.0002066) inzake mandaatverlening aan de directeur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) en in enkele gevallen aan Burgemeester en portefeuillehouder. - 2e wijziging: van het mandaatbesluit bij besluit van burgemeester en wethouders van 30 september 2014 (registratienummer 14.0010218) tot wijziging van het Mandaat-, Volmacht- en Machtigingsregister ODRN. - Inwerkingtreding: Het besluit treedt in werking de dag na bekendmaking: 9 oktober 2014. - Intrekking: Het Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Nijmegen (GB2014050) is gelijktijdig ingetrokken. Aantal bladzijden / verkoopprijs 21 / € 1,05 Register van wijzigingen MVM besluit ODRN: - 1e wijziging: van het mandaatbesluit bij besluit van burgemeester en wethouders van 15 mei 2014 (registratienummer 14.0005402) tot wijziging van het Mandaat-, Volmacht- en Machtigingsregister ODRN. G E M E E N T E ijmegen GEMEENTELIJK MANDAAT-. VOLMACHT EN MACHTIGINGSBESLUIT OMGEVINGSDIENST REGIO NIJMEGEN Artikel 1 In dit besluit gelden de volgende definities: 1. a. Complexe bedrijven: alle IPPC-inrichtingen en inrichtingen ingedeeld in de categone 4.2 en hoger van de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' met uitzondering van: • Inrichtingen bestemd voor cultuur, sporten recreatie (SBI 9321, 931.1 t/m 931.10, 931.B t/m 9 3 1 . D e n 93299); o Inrichtingen met maximaal 12 keer per jaar een activiteit zoals het breken van puin, het shredderen van hout en/of zeven van grond; • Rangeerterreinen (SBI 491, 492.2); • Trafostations (SBI 35.C4 en 35.C5); • Agrarische inrichtingen die mestverwerken als nevenactiviteit waarbij de mest uitsluitend afkomstig is van de eigen inrichting; • Windmolens, voorzover de inrichting valt onder het Activiteitenbesluit IVlilieu; • Inrichtingen met een helikoptedandplaats als nevenactiviteit (SBI 5223.B). b. BRZO-bedrijven: alle inrichtingen die onder B R Z 0 9 9 vallen met inbegrip van de zogenaamde 'LATBRZO-inrichtingen'. c. IVlilieudeel: geheel van bevoegdheden op grond van de Wabo met betrekking tot een inrichting. d. Inrichting: een inrichting zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Wabo. 2. a. Mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. b. Ondermandaat: de figuur dat de gemandateerde op zijn beurt mandaat vedeent aan een ander. c. Volmacht: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten. d. Ondervolmacht: de figuur dat de gevolmachtigde op zijn beurt volmacht vedeent aan een ander. 8. Machtiging: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan handelingen te verrichten, geen besluiten en/of privaatrechtelijke rechtshandelingen zijnde. f. Ondermachtiging: de figuur dat de gemachtigde op zijn beurt machtiging verleent aan een ander. g. Bestuursorgaan: College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen en Burgemeester van Nijmegen. Artikel 2 1. De directeur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen is gemandateerd om namens het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen of namens de Burgemeester van Nijmegen te beslissen betreffende de bevoegdheden die zijn vermeld in de bijlage: "Mandaat-, volmacht- en machtigingsregister Omgevingsdienst Regio Nijmegen", met uitzondering van de bevoegdheden die zijn toegekend aan Burgemeester en Wethouders, de Burgemeester en de portefeuillehouder. 2. Het gestelde in dit mandaatbesluit is van overeenkomstige toepassing op volmacht tot het vernchten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en op machtiging tot het verrichten van handelingen die geen besluiten en/of privaatrechtelijke rechtshandelingen zijn. Gemeentelijk Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Nijmegen 2013 Artikel 3 Het is de gemandateerde toegestaan ondermandaat te vedenen aan de binnen de omgevingsdienst werkzame medewerkers met een ieidinggevende functie. In het betreffende mandaat kan worden bepaald dat ook aan andere medewerkers ondermandaat kan worden vedeend. Artikel 4 Waar in dit besluit wordt gesproken van mandaat en gemandateerde, volmacht en gevolmachtigde en machtiging en gemachtigde wordt daaronder tevens begrepen ondermandaat en ondergemandateerde, respectievelijk ondervolmacht en ondergevolmachtigde, respectievelijk ondermachtiging en ondergemachtigde. Artikel 5 De gemandateerde is bevoegd tot het verrichten van alle handelingen, benodigd voor de voorbereiding, bekendmaking en uitvoenng van een door hem te nemen en genomen beslissing krachtens mandaat. Artikel 6 Mandaten gelden slechts voor het eigen grondgebied van de omgevingsdienst tenzij in het betreffende mandaat anders is bepaald. Artikel 7 1. Het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen en de Burgemeester van Nijmegen kan aan een gemandateerde instructies geven omtrent de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden. Het college geeft in aigemene zin instructies mee aan de directeur O D R N , zoals vermeld in de bijlage "Instructie mandaat-, vomacht- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Nijmegen". 2. Omdat sprake is van mandaat aan een niet-ondergeschikte, behoeft de mandaatverlening de instemming van de directeur en van het bestuur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen. Artikel 8 De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid van de Aigemene wet bestuursrecht. Artikel 9 De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 10:3 Aigemene wet bestuursrecht, alsmede de geldende beleids- en uitvoeringsregeis. Artikel 10 Indien bezwaar of enige ander rechtsmiddel wordt ingesteld tegen een besluit dat in mandaat is genomen, blijft het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen dan wel de Burgemeester van Nijmegen bevoegd tot afhandeling. Artikel 11 Voor zover uit dit besluit een inlichtingenplicht of een instructiebevoegdheid voortvloeien, lichten partijen elkaar over en weer op een zodanig tijdstip in dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt. 2 Gemeentelijk Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Nijmegen 2013 Artikel 12 De ondertekening van beslissingen in mandaat, bedoeld in dit mandaatbesluit luidt; 'Het College van Burgemeester en Wettiouders van Nijmegen, namens deze: gevolgd door: <functienaam gemandateerde> Omgevingsdienst Regio Nijmegen.' 'De Burgemeester van Nijmegen, namens deze: gevolgd door: <functienaam gemandateerde> Omgevingsdienst Regio Nijmegen.' Artikel 13 Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2013. Artikel 14 Dit besluit wordt aangehaald als: Gemeentelijk mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Nijmegen. Aldus vastgesteld d.d. 19 maad 2013, College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, drs. H.IVI.F. Bruls De Burgemeester^ drs. H.M.F. Bruls 3 / De Gemeentesecretaris, Toelichting Algemeen Met ingang van 1 april 2013 zijn er zeven omgevingsdiensten werkzaam binnen de provincie Gelderland. Deze diensten ondersteunen overheden bij de uitvoering van hun bevoegdheden op het gebied van de fysieke leefomgeving. Daartoe behoren niet alleen de vergunningverlening-, toezichten handhavingstaken op het gebied van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de daaraan gerelateerde taken op het gebied van ketentoezicht en milieucriminaliteit, maar ook een breder pakket aan taken dat aansluit bij de inrichting van de fysieke leefomgeving. De provincie Gelderland en de Gelderse gemeenten hebben ervoor gekozen om hun uitvoeringstaken in bovengenoemd werkgebied te laten uitvoeren door deze omgevingsdiensten. Uitgangspunt hierbij is dat Gedeputeerde Staten, Burgemeester en Wethouders en de Burgemeester de uitvoering van taken aan de omgevingsdiensten opdragen door middel van mandaat (en volmacht en machtiging) maar dat er geen publiekrechtelijke bevoegdheden worden overgedragen aan het openbaar lichaam. Mandaat is de (publiekrechtelijke) vertegenwoordigingsvorm die centraal staat in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Artikel 10.1 van de Awb definieert mandaat als: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Het bestuursorgaan dat mandaat verleent (de ’mandaatgever’, ‘mandaatverlener’ of de ‘mandans’) blijft volledig verantwoordelijk voor het genomen besluit. Daarom kan de mandaatgever beleidsregels opstellen en aan degene aan wie mandaat is verleend (de ‘mandans’ of ‘gemandateerde’) instructies geven (artikel 10:6 Awb). De mandaatgever kan de bevoegdheid ook altijd zelf blijven uitoefenen, zonder dat het verleende mandaat behoeft te worden ingetrokken (artikel 10:7 Awb). Burgemeester en Wethouders van Nijmegen en de Burgemeester van Nijmegen verstrekken mandaat aan de directeur van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN). Het betreft een algemeen schriftelijk (afdoenings- en ondertekenings)mandaat aan iemand die niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever (artikel 10:5 Awb). Deze krijgt vervolgens de bevoegdheid om ondermandaat te verlenen aan afdelingsmanagers en andere leidinggevenden binnen de organisatie. Er kan in sommige gevallen ook ondermandaat worden verleend aan functionarissen die geen leidinggevende positie hebben: dit wordt dan expliciet genoemd in het onderliggende mandaatbesluit (artikel 10:9 Awb). Dit gemeentelijk mandaat-, volmacht en machtigingsbesluit heeft betrekking op bevoegdheden tot het verrichten van publiekrechtelijke, privaatrechtelijke en feitelijke handelingen. Het is derhalve een regeling die mandaat, volmacht en machtiging betreft. Waar in deze toelichting wordt gesproken over mandaat, wordt tevens volmacht en machtiging bedoeld. Waar over ondermandaat wordt gesproken wordt ook ondervolmacht en ondermachtiging bedoeld. Het mandaatbesluit bestaat uit een algemeen en een bijzonder deel. In het algemeen deel worden met name enkele algemene regels genoemd die grotendeels zijn terug te voeren op (afdeling 10.1.1 van) de Algemene wet bestuursrecht. Het bijzondere deel bestaat uit de instructie en het Mandaatregister waarin de specifieke bevoegdheden zijn vermeld en waarin per bevoegdheid het mandaat aan de directeur is vermeld, tenzij het bevoegdheden betreft van Burgemeester en Wethouders, de Burgemeester of de portefeuillehouder. Gemeentelijk Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Nijmegen 2013 Artikelsgewijs Artikel 1 In het eerste lid van dit artikel zijn enkele begrippen gedefinieerd. Een omschrijving van de begrippen ‘BRZO-inrichting’ en ‘complexe bedrijven’ is van belang omdat de bevoegdheden ten aanzien van deze categorieën zijn ondergebracht bij de gespecialiseerde RUD’s . In het tweede lid zijn definities van mandaat, ondermandaat, volmacht en ondervolmacht, machtiging, ondermachtiging en bestuursorgaan opgenomen. Artikel 2 Lid 1: Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan mandaat zowel worden verleend aan een ondergeschikte als aan een niet-ondergeschikte. In dit mandaatbesluit worden bevoegdheden van Burgemeester en Wethouders en de Burgemeester gemandateerd aan de directeur van de omgevingsdienst, zodat sprake is van een gemandateerde die niet werkzaam is onder de verantwoordelijkheid van de mandaatgever (mandaat aan een niet-ondergeschikte). Op grond van art. 10:4 van de Awb behoeft de mandaatverlening hierdoor de instemming van de gemandateerde en van degene onder wiens verantwoordelijkheid hij werkt (i.c. het algemeen bestuur van de omgevingsdienst). De instemming kan vormvrij worden gegeven. Instemming kan schriftelijk worden verleend, maar van instemming kan ook blijken uit de uitoefening van het mandaat. De specifieke bevoegdheden van Burgemeester en Wethouders en de Burgemeester die worden gemandateerd, zijn opgenomen in het Mandaatregister (bijlage bij het mandaatbesluit). Alle bevoegdheden worden eerst gemandateerd aan de directeur van de omgevingsdienst die vervolgens de mogelijkheid krijgt om de bevoegdheden weer onder te mandateren. Lid 2: Bestuursorganen verrichten naast publiekrechtelijke rechtshandelingen ook privaatrechtelijke rechtshandeling en feitelijke handelingen. In die gevallen wordt bij vertegenwoordiging niet van mandaat gesproken, maar van volmacht respectievelijk machtiging. Om te voorkomen dat voor de verschillende vormen van vertegenwoordiging verschillende regimes zouden gelden, verklaart de Awb (art. 10:12) dat alle bepalingen die betrekking hebben op mandaat van overeenkomstige toepassing zijn indien een bestuursorgaan volmacht of machtiging verleent aan een ander, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid. In dit besluit wordt er naast mandaat ook volmacht en machtiging verleend aan een ander die niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever. Dat betekent dat afdeling 10.1.1 Awb (en dus schakelbepaling 10:12 Awb) niet van toepassing is op volmacht en machtiging. Het mandaat-, volmacht en machtigingsbesluit regelt daarom zelf dat hetgeen van toepassing is op mandaat ook van overeenkomstige toepassing is op volmacht en machtiging. Het tweede lid is daarom te beschouwen als een in het besluit zelf opgenomen schakelbepaling Artikel 3 Artikel 10:9 Awb bepaalt dat de mandaatgever kan toestaan dat ondermandaat wordt verleend. Dit betekent dat ondermandaat alleen mogelijk is indien dit expliciet is geregeld in het mandaatbesluit. Artikel 3 bepaalt dat het is toegestaan om ondermandaat te verlenen aan binnen de omgevingsdienst werkzame medewerkers met een leidinggevende functie. In sommige gevallen is in een onderliggend mandaat bepaald dat ook aan andere medewerkers ondermandaat kan worden verleend. Onder medewerkers die werkzaam zijn binnen de omgevingsdienst vallen ook externen die zijn ingehuurd om werkzaamheden te verrichten voor de omgevingsdienst. Artikel 4 Voor de leesbaarheid van dit mandaatbesluit is ervoor gekozen om te spreken over ‘mandaat’ en ‘gemandateerde’, volmacht en gevolmachtigde en ‘machtiging’ en ‘gemachtigde’ en niet steeds de termen ‘(onder)mandaat’ en ‘(onder)gemandateerde’ respectievelijk (onder)volmacht en (onder)gevolmachtigde respectievelijk ‘(onder)machtiging’ en ‘(onder)gemachtigde’ te gebruiken. Om 2 Gemeentelijk Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Nijmegen 2013 aan te geven dat de bepalingen uit dit besluit ook van toepassing zijn op ondermandaat en de ondergemandateerde respectievelijk ondervolmacht en ondergevolmachtigde respectievelijk op ondermachtiging en ondergemachtigde, is artikel 4 opgenomen. Artikel 5 De bevoegdheden die zijn omschreven in de onderliggende mandaten hebben voor een groot deel betrekking op het nemen van besluiten in de zin van artikel 1:3 van de Awb. Voordat deze besluiten genomen kunnen worden zijn vaak diverse andere (voorbereidings-) handelingen noodzakelijk. Denk bijvoorbeeld aan het opvragen van relevante stukken, het horen van belanghebbenden of het nemen van een verlengingsbesluit. Ook nadat het besluit is genomen kunnen nog diverse uitvoeringshandelingen nodig zijn, zoals het bekendmaken van het betreffende besluit. Het spreekt voor zich dat het de bedoeling is om al die handelingen die samenhangen met het nemen en uitvoeren van een besluit ook te mandateren, daarvoor volmacht te verlenen en te machtigen, maar dit moet wel expliciet geregeld worden. In de onderliggende mandaten zijn de voorbereidings- en uitvoeringshandelingen zoveel mogelijk opgenomen. Mocht daar een bepaalde handeling niet genoemd zijn dan is op grond van dit artikel 5 de gemandateerde, gevolmachtigde en gemachtigde toch bevoegd die handeling te verrichten. Om deze reden is artikel 5 opgenomen. Artikel 6 Het uitgangspunt bij dit mandaatbesluit is dat bevoegdheden alleen kunnen worden uitgeoefend voor het eigen grondgebied van de omgevingsdienst. In een onderliggend mandaat kan hierop een uitzondering worden gemaakt. Artikel 7 Aangezien de mandaatgever volledig verantwoordelijk blijft voor de te nemen besluiten, is het logisch dat hij ook de bevoegdheid houdt om aan de gemandateerde instructies te geven over de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden. Instructies kunnen worden gegeven per concreet geval of in het algemeen. De mogelijkheid om instructies te geven staat ook in de Algemene wet bestuursrecht (artikel 10:6) waardoor het feitelijk niet nodig is om deze bepaling op te nemen in dit mandaatbesluit. Uit het oogpunt van ‘gebruikersvriendelijkheid’ is ervoor gekozen dit wel te doen. Artikel 8 Dit artikel heeft de strekking om verstrengeling van persoonlijke en openbare belangen te voorkomen. Het begrip ‘persoonlijk belang’ moet volgens jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak ruim worden genomen. Het kan daarbij gaan om belangen die strikt in de privésfeer liggen, maar ook om belangen van bedrijven, instellingen of personen, waarmee de gemandateerde is verbonden via een nevenfunctie of door familie-, vriendschaps- of daarmee gelijk te stellen relaties. Artikel 9 Dit artikel verwijst specifiek naar artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht waarin onder meer is geregeld dat mandaat is toegestaan, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaatverlening verzet. Het spreekt voor zich dat de gemandateerde bevoegdheden moeten worden uitgeoefend met inachtneming van het geldende recht en de bepalingen uit de Awb aangezien deze bepalingen van dwingend recht zijn (er mag niet van worden afgeweken). Er is voor gekozen deze bepaling toch op te nemen in dit mandaatbesluit uit het oogpunt van ‘gebruikersvriendelijkheid’. Ook wordt nog eens nadrukkelijk vermeld dat geldende beleids- en uitvoeringsregels in acht moeten worden genomen. Dit betekent dat het niet noodzakelijk is om deze afzonderlijk te noemen bij het mandaatbesluit. Het nemen van besluiten in afwijking van de geldende beleids- en uitvoeringsregels is dus niet gemandateerd. 3 Gemeentelijk Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Nijmegen 2013 Artikel 10 In deze bepaling is opgenomen dat indien er bezwaar of enig ander rechtsmiddel wordt ingesteld, degene die het besluit heeft genomen niet bevoegd is om op een bezwaarschrift of ander rechtsmiddel tegen dit besluit te beslissen (artikel 10:3, lid 3 Awb). Artikel 11 De mogelijkheid om instructies te geven zoals bedoeld in artikel 7 van dit besluit, brengt het risico met zich mee dat besluitvorming vertraging oploopt en dat niet beslist wordt binnen de wettelijke termijnen. Om deze reden is in artikel 11 opgenomen dat partijen elkaar over en weer inlichten op een zodanig tijdstip dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt. Artikel 12 Voor wat betreft de ondertekening van een besluit dat krachtens mandaat is genomen, is in de Awb slechts vastgelegd dat het besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het is genomen (artikel 10:10). Het is van belang dat stukken die namens Burgemeester en Wethouders en de Burgemeester uitgaan op een uniforme wijze worden ondertekend. Om deze reden is de standaardformulering in dit artikel vastgelegd. Artikel 13 Ingevolge de Awb treedt een besluit pas in werking als het bekendgemaakt is (artikel 3:40). De bekendmaking van besluiten die niet tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, geschiedt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze (artikel 3:42). Een andere geschikte wijze is bekendmaking in het elektronische Gemeenteblad. Artikel 14 Deze bepaling bevat de citeertitel van het besluit. 4 INSTRUCTIE MANDAAT- VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT OMGEVINGSDIENST REGIO NIJMEGEN POLITIEKE SENSITIVITEIT De gemandateerde mag geen gebruik maken van het mandaat als te verwachten is dat het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, de Burgemeester van Nijmegen of de betrokken portefeuillehouder door de raad of door raadsleden op zijn verantwoordelijkheid voor het te nemen besluit zal worden aangesproken. De gemandateerde stelt het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen of de Burgemeester van Nijmegen of de verantwoordelijke portefeuillehouder tijdig in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming door het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, de Burgemeester van Nijmegen of de verantwoordelijke portefeuillehouder gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien: a. de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven; b. advies nodig is van anderen dan de gemandateerde of onder hem ressorterende medewerkers en het advies niet aansluit op het eigen standpunt van de gemandateerde dan wel niet tot dezelfde uitkomsten leidt. Het niet voldoen aan deze terugkoppelingsplicht doet niet af aan de rechtsgeldigheid van de krachtens mandaat genomen beslissing. ONDERTEKENING De ondertekening en goedkeuring van documenten in geval van afdoeningsmandaat kan ook plaatsvinden langs geautomatiseerde weg. Stukken gericht aan de Kroon, ministers, de Nationale ombudsman, de Raad van State, de Commissaris der Koning(in), of Gedeputeerde Staten, worden altijd ondertekend door het bevoegde bestuursorgaan, tenzij het aangelegenheden betreft die een routinematig karakter hebben. TOELICHTING KOLOMMEN MANDAATREGISTER Volg nr: spreekt voor zich. Omschrijving: de omschrijving van de bevoegdheid die wordt gemandateerd. Uitgangspunt is afdoeningsmandaat (de functionaris die het mandaat heeft, mag zowel besluiten als ondertekenen). Indien er sprake is van een ondertekeningsmandaat (bevoegd orgaan neemt besluit, functionaris mag slechts ondertekenen) moet dit expliciet blijken uit de omschrijving. Wett./jur. grondslag: spreekt voor zich. Bevoegde orgaan: het bestuursorgaan dat de bevoegdheid primair heeft. Dit is in de meeste gevallen het college en in sommige gevallen de burgemeester. Mandaat verleend aan: hier staat Dir als de bevoegdheid is gemandateerd aan de Directeur van de ODRN. Als er niets staat ingevuld, betekent dit dat er geen mandaat is verleend en dat de bevoegdheid ligt bij het college of de burgemeester. Ondermandaat verleend aan: hier wordt de functionaris ingevuld aan wie de Directeur ondermandaat heeft verleend. Nadere bepalingen en voorschriften: als er aan het mandaat nadere bepalingen of voorschriften worden verbonden, worden deze hier vermeld. AFKORTINGEN B&W B PH Dir Burgemeester en wethouders van gemeente Nijmegen Burgemeester van gemeente Nijmegen Portefeuillehouder van gemeente Nijmegen Directeur ODRN MANDAAT- VOLMACHT EN MACHTIGINGSREGISTER OMGEVINGSDIENST REGIO NIJMEGEN Volg nr. Omschrijving Wett./jur. grondslag Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften orgaan daat verleend aan Art. 2:3 Awb B&W B Het Mandaat-, volmacht en machtigingsbesluit Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) betreft mandatering van bevoegdheden van B&W van Nijmegen en de Burgemeester van Nijmegen alsmede volmacht en machtiging aan de Directeur ODRN betrekking hebbend op de volgende wet- en regelgeving: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO), Wet Bibob, Wet Milieubeheer, Woningwet, Wet ruimtelijke ordening, Monumentenwet, Huisvestingswet, Leegstandswet, Gemeentewet, Wet basis registraties adressen en gebouwen (Wet bag), Algemene wet bestuursrecht en bij of krachtens die wetten vastgestelde algemene maatregelen van bestuur en verordeningen. A. 1. Onder het mandaat om te beslissen op een aanvraag of ontheffing wordt mede begrepen weigering, intrekking en wijziging alsmede de in de betreffende regeling opgenomen overige bevoegdheden inzake de vergunning of ontheffing (verbinden van voorschriften, voorwaarden, verplichtingen, ontvankelijkheid e.d.) alsmede de bevoegdheden uit de Algemene wet bestuursrecht, zoals verzoek om aanvulling van de aanvraag, buiten behandeling laten e.d., alsmede de bevoegdheden die voortvloeien uit de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb), zoals inschrijving van besluiten en inschrijving van de beslissing op bezwaar en rechterlijke uitspraken en bevoegdheden die voortvloeien uit de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, zoals schriftelijke verklaringen van daartoe aangewezen ambtenaren als bedoeld in artikel 8, aanhef en onder i van het Besluit basisregistraties adressen en gebouwen Algemeen Doorzenden van geschriften waarvan kennelijk een ander bestuursorgaan bevoegd is Dir Volg nr. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Omschrijving Beslissen, met uitzondering van besluiten op bezwaar, op grond van de artikelen 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 11 van de Wet openbaarheid van bestuur, voor zover het betreft documenten die onder verantwoordelijkheid van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen tot stand zijn gekomen of anderszins het werkterrein van de desbetreffende dienst betreffen. Verdagen van de beslistermijn op grond van de Wet openbaarheid van bestuur Het aanwijzen van toezichthouders Het uitgeven van legitimatiebewijzen op grond van artikel 5:12, lid 1 van de Awb Algemene wet bestuursrecht Uniforme uitgebreide voorbereidingsprocedure Besluiten uniforme openbare voorbereidingsprocedure toe te passen Ter inzage legging 9. Besluit dat stukken niet ter inzage worden gelegd op grond van Wet openbaarheid van bestuur Kennisgeving 10. Toezending van ontwerp aan belanghebbenden 11. Naar voren brengen van een zienswijze 12. Besluiten dat ook aan anderen de mogelijkheid moet worden geboden om zienswijzen in te dienen Aanvrager in de gelegenheid stellen te reageren op ingebrachte zienswijzen Vaststellen opstellen verslag van mondelinge zienswijzen 13. 14. 15. Nemen van besluit en verlengen van termijn. Mededeling doen van ontvangst zienswijzen Wett./jur. grondslag Wet openbaarheid van bestuur Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften orgaan daat verleend aan B&W Dir B Art. 6 Wob B&W B B&W Dir B&W Dir Art. 3:10 Awb B&W B Art. 3:11, lid B&W 1 en 3 Awb B Art. 3:11, lid B&W 2 Awb/Wob B Art. 3:12 Awb B&W B Art. 3:13 Awb B&W B Art.3:15 Awb B&W B Art. 3:15, lid B&W 2 Awb B Art. 3:15, lid B&W 3 en 4 Awb B Art. 3:17 Awb B&W B Art. 3:18 Awb B&W B Dir Art. 5.10, lid 3 Wabo Art. 5:12, lid 1 Awb Dir De aangewezen toezichthouders houden toezicht op de naleving van de wetten en daarop gebaseerde regelgeving die behoren tot de taken van de ODRN Dir Dir Dir Dir Dir Dir Dir Dir Dir B&W of B kan zelf belanghebbende zijn bij het naar voren brengen van een zienswijze Volg nr. Omschrijving 16. Algemene wet bestuursrecht Bijzondere bepalingen over besluiten Ontvangstbevestigingen (elektronische) aanvraag 17. Vaststellen formulier 18. 20. Verzoeken om aanvulling en besluiten om aanvraag niet in behandeling te nemen Besluit om een hernieuwde aanvraag om beschikking af te wijzen indien de aanvrager geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden heeft vermeld Het horen van aanvrager en belanghebbenden 21. Besluit om het vooraf horen achterwege te laten 22. Mededeling verlenging beslistermijn 23. Opschorten beslistermijn 24. Vaststellen verschuldigdheid en hoogte dwangsom 25. Terugvordering onverschuldigd betaalde dwangsommen 26. Handelingen en besluiten ter voorbereiding van het nemen van een beslissing op aanvragen om omgevingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) alsmede ter uitvoering van zo’n besluit, zoals: Ontvangstbevestigingen, berichten, mededelingen 19. 27. Beslissen dat voor de activiteit(en) geen omgevingsvergunning is vereist 28. Kennisgeven van ontvangen aanvragen Wett./jur. grondslag Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften orgaan daat verleend aan Art. 4:3a Awb B&W B Art. 4:4 Awb B&W B Art. 4:5 Awb B&W B Art. 4:6, lid 2 B&W Awb B Dir Art. 4:7 en 4:8 Awb Art. 4:11 en 4:12 Awb Art. 4:14 Awb B&W B B&W B B&W B Art. 4:15 Awb B&W B Art. 4:18 Awb B&W B Art. 4:20 Awb B&W B Dir Art. 3.1, lid 2 B&W en lid 3 Wabo B&W Dir Art. 3.8 Wabo B&W Dir Ontvangstbevestigingen mogen middels een handtekeningenstempel worden ondertekend. Dir Dir Dir Dir Dir Dir Dir Dir Dir Ontvangstbevestigingen mogen middels een handtekeningenstempel worden ondertekend. Betreft een beslissing (rechtsoordeel) op een aanvraag om omgevingsvergunning dat er geen vergunning vereist is. Volg nr. 29. Omschrijving 30. Vragen om advies en toezending van aanvraag om vergunning, ontwerpbesluit, zienswijzen en van beslissing op de aanvraag Geven van advies 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. Kennisgeven van ontwerpbesluit en ter inzage leggen van het ontwerpbesluit Vragen van een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) en toezending aanvraag vergunning, ontwerpbesluit, zienswijzen, adviezen en beslissing op de aanvraag aan bestuursorgaan Aanvullingsverzoeken Aanhouden van de beslissing op de aanvraag en doen van mededeling daarvan aan de aanvrager Wett./jur. grondslag Art. 3.12 Wabo jo. 3:11, 3:12, 3:13, 3:14 Awb Art. 2.26 Wabo Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften orgaan daat verleend aan B&W Dir B&W Dir Art. 2.26, lid 1 Wabo jo. Art. 6.1, lid 1 Bor Art. 2.27, 3.11 en 3.13 Wabo B&W Dir B&W Dir B&W B&W Dir Dir B&W Dir B&W Dir B&W B&W Dir Dir B&W Dir B&W Dir B&W Dir B&W Dir Art. 4:5 Awb Art. 3.3 t/m 3.5 jo. 3.6 Wabo Verlengen van de beslistermijn (reguliere procedure) en Art. 3.9, lid 2 kennisgeven daarvan Wabo Verlengen van de beslistermijn (uitgebreide procedure) en Art. 3.12, lid het doen van mededeling daarvan aan de aanvrager 8 Wabo jo. 3:18 Awb Opschorten van de beslistermijn Art. 4:15 Awb Het stellen van een termijn en het verlengen van een termijn Art. 2.23 (tijdelijke vergunning) Wabo Bepalen binnen welke opeenvolgende tijdvakken van een Art. 2.24, lid kalenderjaar het bouwwerk mag worden opgericht, gebruikt 2 Wabo en gesloopt Wijzigen van beschikkingen met betrekking tot de eerste Art. 2.5, lid 6 fase Wabo Bepalen dat toepassing van artikel 3.1 of afdeling 3.4 Awb Art. 3.10, lid geheel of gedeeltelijk achterwege blijft 2 Wabo Verbinden van voorschriften aan een vergunning Art. 2.22 Wabo B&W is adviseur als het project geheel of gedeeltelijk in de gemeente Nijmegen wordt uitgevoerd, waarbij een ander bestuursorgaan bevoegd gezag is. Volg nr. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. Omschrijving Afwijken van voorschrift Bouwbesluit en Bouwverordening (met uitzondering van afwijken ex. artikel 2.5.30, lid 4 Bouwverordening) Beslissingen, goedkeuringen, aanvaardingen, niet vereist zijn van etc. Besluiten over goedkeuring van verplichtingen op grond van aan vergunning verbonden voorschriften Het nemen van een m.e.r.-beoordelingsbesluit, als dat gekoppeld is aan een besluit waarvan de bevoegdheid tot het nemen daarvan is gemandateerd. Besluiten over veiligheidsrapporten Beschikken waarbij gevolg wordt gegeven aan een aanwijzing Nemen van een nader besluit op ingediende gewijzigde tekeningen en andere bescheiden Kennis geven van de beslissing op de aanvraag en verzenden van afschriften aan bestuursorganen Verlenen van toestemming Wett./jur. grondslag Art. 6 en 11 Woningwet jo. Wabo Bouwbesluit Art. 8.42a Wm Hfst. 7 Wm BRZO Art. 2.34 Wabo Art. 3.9, lid 1 en lid 4 Wabo Art. 2.25, lid 3, sub b Wabo Wijzigen van vergunning en vergunningvoorschriften Art. 2.29, (actualisering), ambtshalve of op verzoek van 2.30 en 2.31 vergunninghouder en/of belanghebbenden of op verzoek jo. 3.15 van vvgb-orgaan of van wettelijk adviseur Wabo Kennisgevingen Art. 3.15 Wabo Geheel of gedeeltelijk intrekken van een verleende Art. 2.33 en omgevingsvergunning 2.33a Wabo Intrekken van een beschikking met betrekking tot de eerste Art. 2.5, lid 5 en/of tweede fase Wabo Bepalen dat een beschikking als bedoeld in artikel 6.1 Wabo Art. 6.2 Wabo terstond na haar bekendmaking in werking treedt Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften orgaan daat verleend aan B&W Dir Afwijken van art. 2.5.30, lid 1 Bouwverordening is opgenomen in Mandaatregister Mobiliteit van Nijmegen. B&W Dir Aanvaarden van documenten zoals Programma van Eisen inzake ontruimingsinstallaties, beslissen dat geen toereikende bluswatervoorziening, brandweeringang, verbindingsweg, opstelplaats aanwezig is, beslissen over noodzaak van de aan te leveren bescheiden etc. B&W Dir B&W Dir B&W B&W Dir Dir B&W Dir B&W Dir B&W Dir B&W Dir B&W Dir B&W Dir B&W Dir B&W Dir Volg nr. 57. 58. Omschrijving Beslissen op verzoek om geheimhouding Een omgevingsvergunning kan enkelvoudig zijn (kan betrekking hebben op één activiteit) of kan meervoudig zijn (kan op meerdere activiteiten en handelingen betrekking hebben) en kan gefaseerd worden ingediend. Op de aanvraag kan de reguliere en kan de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing zijn. Het mandaat is verleend voor het nemen van besluiten op aanvragen om omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, 2.2, lid 1 en lid 2 Wabo en als bedoeld in artikel 75c Flora- en Faunawet en artikel 64a van de Natuurbeschermingswet 1998. Het mandaat ziet zowel op enkelvoudige als meervoudige aanvragen, zowel op gefaseerde als ongefaseerde aanvragen, zowel op aanvragen waarop de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing is als op aanvragen waarop de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is. Het mandaat is ook verleend voor het nemen van een besluit op een aanvraag om een omgevingsvergunning waarbij één van de aangevraagde activiteiten de activiteit is als genoemd in artikel 2.1, lid 1 sub c Wabo die slechts verleend kan worden als bedoeld in artikel 2.12, lid 1 sub a e onder 3 Wabo, tenzij het Mandaat- volmacht- en machtigingsbesluit van de gemeente Nijmegen van toepassing is en op grond hiervan het mandaat om te beslissen op zulk een aanvraag om omgevingsvergunning binnen de organisatie van de gemeente Nijmegen is gelegd. Handhaving bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (artikel 5.1 Wabo) alsmede bij of krachtens de Huisvestingswet, Leegstandswet, Gemeentewet, Algemene wet bestuursrecht en bij of krachtens die wetten vastgestelde algemene maatregelen van bestuur en verordeningen. Wett./jur. Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften grondslag orgaan daat verleend aan Art. 19.5 Wm B&W Dir Art. 2.1 en 2.2 Wabo, 75c Ffw, 46a Nbw B&W Dir De directeur is bevoegd te beslissen als de Wabo-aanvraag betrekking heeft op één of meerdere activiteiten en handelingen (tenzij anders is aangegeven). Het betreft zowel besluiten waarop de reguliere als waarop de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is. Het betreft Wabo-activiteiten als bouwen, aanleggen, gebruik in strijd met regels ruimtelijke ordening, gebruik brandveiligheid, milieu, slopen, wijziging monumenten en stadsbeeldobjecten, kappen, inritten, handelsreclame etc. Tevens betreft het aanhakende handelingen op grond van de Floraen Faunawet en van de Natuurbeschermingswet 1998.De directeur ODRN heeft geen mandaat om te beslissen op een Wabo-aanvraag waarbij de enige activiteit een projectafwijkingsbesluit e (ex artikel 2.12, lid 1 sub a onder 3 Wabo) is, of waarbij de aanvraag naast andere activiteiten betrekking heeft op een projectafwijkingsbesluit maar waarbij er geen sprake is van een bouwen/of milieuactiviteit. Volg nr. 59. 60. 61. 62. Omschrijving Wett./jur. grondslag Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften orgaan daat verleend aan De gemandateerde is bevoegd m.b.t. handhaving op grond Als B&W, B, of PH bevoegd zijn, is dit in van het bepaalde: mandaatregisters aangegeven. - bij of krachtens de wetten genoemd in artikel 5.1 van de Artikel 4:11 onder a jo artikel 4.8 eerste lid Wabo voor zover dit bij of krachtens die wetten is bepaald betreft het afzien van horen in spoedeisende en situaties. - bij of krachtens de Huisvestingswet, de Leegstandswet, de De directeur is bevoegd inzake handhaving van Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht, het bij of krachtens in artikel 5.1 Wabo tenzij B&W, B of PH bevoegd zijn. genoemde wetten voor zover dit bij of krachtens Tot de bevoegdheid tot handhaving behoort ook de die wetten is bepaald. Denk hierbij aan het bevoegdheid te besluiten om niet te handhaven (gedogen). zonder of in afwijking van een Wabo-vergunning handelen etc. De handhavingsbevoegdheden van de gemandateerde De directeur is ook bevoegd inzake handhaving omvatten alle feitelijke handelingen, privaatrechtelijke van het bepaalde bij of krachtens de rechtshandelingen en besluitbevoegdheden als bedoeld in Huisvestingswet, Leegstandswet, de artikel 4:11 onder a jo. artikel 4.8, eerste lid en de titels 5.3 Gemeentewet en de Algemene wet en 5.4 Awb inclusief die tot verhaal en invordering van de bestuursrecht. Denk hierbij aan de met handhaving ingevolge titel 5.3 en 5.4 Awb gemoeide onttrekkingen, tijdelijke verhuur. Tot de bevoegdheid bestuursdwang behoort ook kosten, tenzij B&W, B of PH daartoe bevoegd zijn. de bevoegdheid tot het geven van opdrachten aan bedrijven om uitvoering te geven aan de last onder bestuursdwang (denk aan sloopwerkzaamheden, dichtplanken van gebouwen, plaatsen van afscheidingen e.d.). Machtiging tot binnentreden in het kader van uitvoering Art. 5:27 Awb B&W B bestuursdwang jo art. 2 Algemene wet op het binnentreden Vooraanschrijvingen B&W Dir Een besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang Art. 5.17 B&W Dir Het betreft de bouw- en sloopstop en het staken of oplegging van een last onder dwangsom gericht op Wabo van gebruik. naleving van het bepaalde bij of krachtens de betrokken wet inhoudende dat het bouwen, gebruiken of slopen van het bouwwerk wordt gestaakt of dat voorzieningen, met inbegrip van het slopen van het bouwwerk, gericht op het tegengaan of beëindigen van gevaar voor de gezondheid of de veiligheid, worden getroffen Volg nr. 63. 64. Omschrijving (Gedeeltelijk) opheffen van de in het mandaat hierboven bedoelde last Handhavingsbesluiten al dan niet met toepassing van artikel Art. 5:31, 5:31, lid 1 of lid 2 Awb Lid 1 of lid 2 Awb 65. Handhavingsbesluiten bij overtreding van artikel 2.2, lid 1 sub h, sub i Wabo (handelsreclame) 66. Verlengen van begunstigingstermijn (als in handhavingsbesluiten een termijn is gesteld) Besluit om tot invordering over te gaan ingevolge de artikelen 4:86 jo 5:25 lid 6 Awb, kosten bestuursdwang of verbeurde dwangsommen Besluit om niet tot invordering over te gaan van een verbeurde dwangsom of van de kosten bestuursdwang 67. 68. Wett./jur. grondslag Art. 2.2, lid 1 sub h en sub i Wabo Art. 4:86 jo 5:25, lid 6 Awb Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften orgaan daat verleend aan B&W Dir B&W PH Dir B&W Dir B&W Dir B&W Dir B&W Dir Dwangsom: t/m € 25.000 voor de maximale verbeuring: Dir T/m € 50.000 voor de maximale verbeuring: PH Boven de € 50.000: B&W Het betreft handelsreclame Het is hierbij niet van belang of het handhavingsbesluit al of niet in (onder)mandaat is genomen Het is hierbij niet van belang of het handhavingsbesluit al of niet in (onder)mandaat is genomen Diversen 69. 70. 71. 72. 73. 74. Wet Bibob Als er sprake is van een aanvraag voor omgevingsvergunning waarop, gelet op de gemeentelijke beleidsregels Bibob, de Wet Bibob van toepassing is, wordt het volgende onderscheid gemaakt in de mate van gevaar dat de omgevingsvergunning mede zal worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten of strafbare feiten te plegen: - er is sprake van “geen gevaar” èn er is geen advies gevraagd noch gegeven door het landelijk bureau Bibob - er is sprake van “geen gevaar” maar er is advies gevraagd en gegeven door het landelijk bureau Bibob - er is sprake van “enig gevaar” waarbij de vergunning onder voorwaarden wordt verleend - er is sprake van “ernstig gevaar” waarna de vergunning wordt geweigerd Het vragen van advies aan het landelijk bureau Bibob Art. 2.20 Wabo jo. Wet Bibob Zie voor het Bibob-beleid de door Burgemeester en B&W vastgestelde beleidsregels. Daarin staat op welke omgevingsvergunningsplichtige bouwen milieuactiviteiten de Wet Bibob van toepassing is. Wet Bibob B&W Dir Wet Bibob B&W PH Wet Bibob B&W PH Wet bibob B&W PH Wet Bibob B&W B Volg nr. Omschrijving Wett./jur. grondslag Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften orgaan daat verleend aan Bouwbesluit 75. Ontvangstbevestiging Art. 1.28 BB B&W Dir 76. Toestemming geven om af te wijken van de termijn ex. artikel 1.26, lid 1 Bouwbesluit Art. 1.26, lid 4 BB B&W Dir 77. Opleggen van nadere voorwaarden Art. 1.29 BB B&W Dir 78. Wijzigen nadere voorwaarden Art. 1.30 BB B&W Dir 79. Geven van een aanwijzing ex. artikel 8.3 Bouwbesluit Art. 8.3 BB B&W Dir 80. Beslissen op verzoek om ontheffing voor bouwlawaai B&W Dir 81. Beslissing op verzoek om ontheffing voor trillingshinder B&W Dir 82. Ontvangstbevestiging Art. 8.4, lid 2 BB Art. 8.5, lid 2 BB Art. 1.20 BB B&W Dir 83. Opleggen van nadere voorwaarden Art. 1.21 BB B&W Dir 84. Wijzigen nadere voorwaarden Art. 1.22 BB B&W Dir Art. 8.41 Wm B&W Dir Art. 8.42 Wm B&W Art. 8.40a B&W Wm B&W Dir Dir De ontvangstbevestigingen mogen middels een handtekeningenstempel worden ondertekend. B&W kan akkoord gaan met een andere termijn (dan 4 weken) als dit naar het oordeel van B&W nodig is. Er kunnen naar aanleiding van een melding (ambtshalve) nadere voorwaarden worden opgelegd. Opgelegde nadere voorwaarden kunnen (ambtshalve) worden gewijzigd Geven van een aanwijzing welke maatregelen moeten worden opgenomen in het in te dienen bouw- of sloopveiligheidsplan. Het betreft verzoeken om ontheffing van bouwlawaai Het betreft verzoeken om ontheffing van trillingshinder De ontvangstbevestigingen mogen middels een handtekeningenstempel worden ondertekend. Er kunnen naar aanleiding van een melding (ambtshalve) nadere voorwaarden worden opgelegd. Opgelegde nadere voorwaarden kunnen (ambtshalve of op verzoek van de melder) worden gewijzigd. Wet milieubeheer 85. 86. 87. 88. Ontvangstbevestigingen van meldingen op grond van artikel 8.41 Wm Stellen van maatwerkvoorschriften Beslissen op aanvraag ex. artikel 8.40a, lid 3 Wm (treffen van maatregelen die gelijkwaardig zijn) Advisering in het kader van vergunningverlening door andere bestuursorganen Dir Ontvangstbevestigingen mogen middels een handtekeningenstempel worden ondertekend. Volg nr. 89. 90. 91. 92. 93. Omschrijving Beslissen op verzoek ontheffing stookverbod Huisvestingswet (Hvw), Huisvestingsverordening, Leegstandswet (Lw) Beslissen op verzoek tot onttrekking, samenvoeging of omzetting van woonruimte Beslissen op vergunningsaanvraag voor tijdelijke verhuur Subsidieverordening stedelijke vernieuwing Het mandaat betreft alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen en het nemen van beslissingen op aanvraag voor subsidie. Toepassen hardheidsclausule Wett./jur. Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften grondslag orgaan daat verleend aan Art. 10.63, lid B&W Dir 2 jo artikel 10.2, lid 1 Wm Art. 30 Hvw B&W Dir Art. 15 Lw B&W Dir SSV B&W Dir B&W PH Verordening verbetering toegankelijkheid B&W Dir Het betreft subsidie voor verbetering van de toegankelijkheid van openbare gebouwen en openbare ruimten. Art. 2.1.5.1 APV B&W Dir Het betreft hier aanvragen voor bouwobjecten waarvoor een vergunning vereist is Art. 4.4.5 APV Art. 4.1.4 APV B&W Dir B&W Dir Art. 4.6.2, lid 2 sub f APV B&W Dir Het betreft restauratiesubsidies voor beschermde monumenten Verordening verbetering toegankelijkheid 94. Beslissen op verzoek om subsidie. 96. Algemene Plaatselijke Verordening & Algemene wet bestuursrecht Beslissen op een aanvraag om vergunning voor het aanbrengen, hebben of achterlaten van voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg Herplant- en instandhoudingsplicht 97. Festiviteitenregeling APV 98. Verklaring ex. artikel 4.6.2, lid 2 sub f APV (tijdelijke reclames) 95. Het betreft ontvangstbevestigingen van kennisgevingen, vaststellen van een formulier. Het mandaat heeft geen betrekking op aanwijzing van collectieve festiviteiten. Volg nr. 99. 100. 101. 102. 103. 104. Omschrijving Handhaving Festiviteitenregeling voor inrichtingen (art. 4.1.2 t/m 4.1.5 APV) Beslissen op verzoek tot handhaving zonder dat overtredingen zijn geconstateerd Beslissen op verzoek tot handhaving waarbij overtredingen zijn geconstateerd Bestuursdwang/dwangsom besluit Wett./jur. grondslag Bevoegd Man- Ondermandaat Nadere bepalingen en voorschriften orgaan daat verleend aan B&W Dir B&W PH B&W PH Beslissen op verzoek opheffen dwangsom Art. 5:34 Awb B&W Uitvoering van bestuursdwang (bijvoorbeeld sluiting van een B&W - deel van een - inrichting) Wet basisregistraties adressen en gebouwen (Bag) Besluit basisregistraties adressen en gebouwen (Bbag) Schriftelijke verklaringen van daartoe door Burgemeester en Artikel 8, sub B&W Wethouders aangewezen ambtenaren i Bbag Dir Dir ADV SEN In geval van Wm en Wbb binnen inrichtingen Het opleggen van een sanctie is tot € 25.000,-is gemandateerd aan de PH. Het moet dan gaan om het eerste dwangsombesluit voor een overtreding en louter milieufactoren betreffen. In alle overige gevallen blijft B&W bevoegd. ADV = Adviseur B HH BRIKS (senior rayonbeheerder ODRN) SEN = Senior medewerker HH BRIKS (rayonbeheer ODRN) Betreft directe aanwijzing. Het betreft schriftelijke verklaringen die als brondocument fungeren als bedoeld in artikel 10, lid1 onderdeel a van de Wbag. Overig 105. Het indienen van aanvragen bij de provincie op grond van de Subsidieregeling duurzame instandhouding cultuurhistorische waarde B&W Dir
© Copyright 2024 ExpyDoc