Je kind

Sociaal vaardig diabc
Een invoelende reactie (case 1 en 2)
Case 1
Je kind
6 cases
met diabetes
begeleiden
Je kind moet meten, maar hij wil niet. Op zo’n
moment kan de spanning bij ouder en kind
hoog oplopen. Hoe kun je het beste reageren?
Conscious Discipline helpt kinderen sociaal
2014 apr
vaardig te worden.
Tekst rineke wisman beeld WElmoet de graaf
Je zoon is chagrijnig. Hij wil snoepen, maar moet wachten, omdat
zijn bloedglucosewaarde aan de
hoge kant is. Je reageert geërgerd.
Wat zeurt hij nou? Hij weet toch
wel dat hij niet mag eten als zijn
suiker piekt?
Contact maken begint met empathie (je inleven in de gevoelens
van je kind). Empathie verhoogt de
bereidheid om problemen op te
lossen. “Je kind is boos, omdat hij
diabetes heeft”, zegt Luther. “Het is
een rotziekte, waardoor hij in dit
geval ook nog eens niet mag snoepen. Dubbel pech. Een machtsstrijd
ligt dan op de loer. Wat hij nodig
heeft, is begrip voor het feit dat het
zwaar is om dag-in-dag-uit met
deze ziekte rekening te moeten
houden.”
“Zeg: ‘Je bent boos, omdat je diabetes hebt. Dat snap ik.’ Omhels je
kind in deze situatie eens of sla een
arm om hem heen”, adviseert
Luther. “Jij bent zijn veiligheid.
Gebruik de ‘magische’ woorden:
‘Dit is moeilijk voor je. Maar je kunt
dit volhouden. Dat weet ik zeker.
Neem een diepe ademhaling en
ontspan. Je staat er niet alleen
voor. We doen dit samen.’”
Case 2
Je dochter Sophie huilt. Ze is bang
voor de pijn van de vingerprik,
terwijl ze daar normaalgesproken
geen woorden aan vuil maakt.
“Als je zegt: ‘Kom op. Stel je niet
aan. Dit doen we toch elke dag?’
ga je voorbij aan het gevoel van
het kind. Daarmee geef je het signaal af dat je kind niet op haar
gevoel mag vertrouwen. Maar je
bewust worden van je gevoelens
helpt om jezelf te reguleren.”
Ook met afleiden geef je een verkeerd signaal. ‘Kom, we gaan even
een spelletje doen of een wandeling maken.’ Het klinkt luchtig, zegt
Luther: “Maar ook daarmee
negeer je het gevoel van angst van
je kind.”
Spiegel daarentegen haar gevoel:
“Sophie, je lijkt me nogal bang. Ik
zie het. Het is ook niet fijn om
steeds weer in je vingers te moeten prikken. Dat begrijp ik.’”
Ginny Luther: “Daarna zeg je: ‘We
weten allebei dat het toch moet
gebeuren. Zal ik je prikken of wil je
het liever zelf doen? Wat vind jij het
prettigst?’”
Als je té veel meegaat in het
gevoel komt de veiligheid in het
geding. “Bijvoorbeeld als je zegt:
‘Lieverd, oke, je hoeft nu niet te
prikken. We kijken het nog een
uurtje aan.’ Diabetes kent duidelijke grenzen. Binnen die grenzen
voelt het kind zich veilig.”
‘Je bent niet alleen,
we doen dit samen’
apr 2014
Als opvoeder sta je voor de taak je kind te helpen in zijn ontwikkeling. Als je kind diabetes heeft, is deze taak een extra zorg,
zegt opvoedcoach Ginny Luther. Ze werkt in Amerika volgens de
opvoedmethode Conscious Discipline (Bewust Opvoeden). “Je
kind moet naast al het andere ook nog leren omgaan met de verantwoordelijkheid van een chronische ziekte . Voor die zware
last vraagt het soms erkenning. Help je kind bij het verantwoordelijkheid nemen en goede keuzes maken.” Een empathische,
invoelende reactie verhoogt de bereidheid bij kinderen om problemen op te lossen. Maar onbewust reageren we soms op een
manier die niet invoelend is, waarmee we niet bereiken wat we
willen. “Dat komt omdat we ons niet bewust zijn van onze eigen
emoties”, zegt Luther. “We voelen ons al snel schuldig of slaan
anderen om de oren met onze negatieve gedachten. Meestal is
dat patroon ooit zo ingesleten. Als ik als kind huilde, zei mijn
moeder: ‘ga maar naar buiten.’ In mijn hersenen werd zo een
negatieve verbinding gelegd: ‘Als ik huil, laten mensen me in de
steek’. Gevolg: je wilt (onbewust) voorkomen dat je kind vaak
huilt, zodat hij zelf niet ook in de steek gelaten wordt.”
31
Sociaal vaardig diabc
Case 4
Kinderen zijn emotionele wezens die willen weten wat er aan
de hand is. Zij hebben er behoefte aan dat hun ouders ze helpen
de juiste keuzes voor zichzelf te maken. Door in conflicten twee
positieve keuzes voor te leggen, geef je je kind gelegenheid zelf
invloed uit te oefenen op de situatie. Zo leert hij - binnen de
vooraf gestelde grenzen - keuzes maken en oplossingen te zien
in plaats van problemen.
Bij het wisselen van de infuusset
bloedt het flink en je kind raakt in
paniek.
Case 3
Je kind komt in tranen thuis. Op
school is hij gepest en uitgescholden, omdat hij diabetes heeft.
Ginny Luther: “Als je kind gepest
wordt, zie je hem ineens als slachtoffer. Daarop kunnen wij soms wat
overdreven reageren. ‘Och, wat
vreselijk voor je. En dat terwijl je er
niets aan kan doen dat je diabetes
hebt!’ Het gevolg is dat je kind zich
ook als slachtoffer gaat gedragen.”
Constructiever is je kind assertiviteit bij te brengen. “Leer je kind
voor zichzelf op te komen tegen
pesters. Geef hem de letterlijke
woorden die hij kan gebruiken.
‘Zeg: ‘Ik vind het niet leuk dat je me
uitscheldt.’ Je kunt kinderen niet
voor alle verdriet en narigheid in
de wereld behoeden. Leer ze hoe
ze anderen duidelijk kunnen
maken hoe ze behandeld willen
worden.”
Ginny Luther: “Neem kleine kinderen dichtbij je. ‘Dat deed jou pijn,
hè?’ Naast het leren voor zichzelf
op te komen met de woorden ‘Ik
vind het niet leuk als je...’ kan je
vragen of de meester of juf wil vertellen over diabetes in de klas.”
2014 apr
Met kinderen vanaf 8 jaar kun je
proberen een gesprek aan te knopen over het pesten. ‘Waarom
denk je dat ze je plaagde? Is ze
boos op je? Jaloers dat jij soms
meer aandacht krijgt? Bang voor
je? Wat zou jou kunnen helpen?”
Ginny Luther: “Paniek is een automatische reactie van de hersenen
die in werking treedt bij gevaar.
Paniek gaat gepaard met controleverlies: schreeuwen, ongecontroleerde bewegingen, hyperventileren. Je kunt dan geen contact
krijgen.”
Hoe je zou kunnen reageren:
“Neem je kind dichtbij je. Spiegel in
dit geval wat je ziet, dan wordt je
kind zich weer bewust van zichzelf
en het hier en nu. Bijvoorbeeld. ‘Je
handen bewegen steeds heen en
weer. Je ogen schieten alle kanten
op.’ Als je oogcontact hebt, zeg je:
‘Hé, daar ben je weer.’ Neem een
diepe ademhaling en laat het kind
mee ademen. Zeg: Je kunt dit.’
“Als je kind zich weer veilig voelt,
zeg je: ‘Dat vond je net heel eng,
maar je kon het aan. Nu is het tijd
Wat is Conscious Discipline?
Conscious Discipline is een sociaal emotioneel programma,
gebaseerd op wetenschappelijke kennis van het (ontwikkelende) brein, van Dr. Becky Bailey uit Florida, Verenigde Staten.
Haar opvoedboek voor ouders, Easy to Love, Difficult to Discipline, werd in 2010 uitgeroepen tot beste opvoedboek van Amerika. Het gaat uit van een positieve verbinding tussen mensen.
Ginny Luther: “Wat je zelf niet hebt geleerd, kun je ook niet aan
anderen leren. Daarom is de essentie van Conscious Discipline
het bewustzijn van je eigen emoties om zo je kind tot steun te
zijn.” De methode bestaat uit zeven pijlers die helpen om lastige
situaties op een constructieve, liefdevolle manier op te lossen:
kalmte, bemoediging, assertiviteit, keuzes, positieve intentie,
empathie en consequenties. “Kalmte is de basis om liefdevol
grenzen te stellen en bewaken. Als het je niet lukt rustig te blijven, zul je je kind dat ook niet kunnen leren.”
Lezing voor opvoeders
Vragen? Zaterdag 31 mei geeft Ginny Luther een speciale
SugarKidsClub lezing bij DVN in Leusden. WIl je haar in
actie zien? Reserveer via sugarkids.nl/agenda. € 7,50 p.p.
om het nieuwe infuus te zetten. Wil
je hem hier of daar?’”
Case 5
Je vermoedt dat je kind een verhoogde bloedglucosewaarde
heeft. Het is tijd om te meten, maar
je kind wil niet. Hij is net zo leuk
met een vriendje aan het spelen.
Ginny Luther: “Wat je in dit geval
NIET moet doen, is vragen: ‘Kun je
even ophouden met spelen?’ Dat is
vragen om toestemming, en dan
zegt hij waarschijnlijk nee.”
Loop naar hem toe, zoek oogcontact en zeg: ‘(Naam van het kind),
het is tijd om te prikken.’
Schiet je kind meteen in de weerstand, benoem dan zijn gevoelens
(je lijkt me nogal boos) en begin de
zin daarna met ‘je wilde…’ of ‘je
hoopte…’: ‘Je hoopte dat je nog
even door kon spelen.’ Met deze
woorden heb je kans dat je kind
zich zo gezien voelt dat de weerstand zomaar als sneeuw voor de
zon kan verdwijnen.’
“Daarna zeg je: ‘Dit moet eerst
gebeuren.’ Laat je niet van de wijs
brengen door eventuele drift of
tranen. Blijf rustig. Pak de meetset
en geef hem twee positieve keuzes
(zie kader ‘Twee keuzes’): ‘Wil jij
prikken of zal ik het doen?’
Blijf de twee positieve keuzes herhalen. Geef nooit de grens op die
je van tevoren hebt gesteld.”
Case 6
Je kind denkt er zelf aan dat hij
moet meten.
Ginny Luther: “Een feestelijk
moment. Zeg: ‘Wauw, je hebt er
zelf aan gedacht. Dat is verantwoordelijk. Of: ‘Zo zorg je goed
voor jezelf.’ Laat merken dat je het
waardeert dat je kind zelf verant-
woordelijkheid neemt. Waar je je
aandacht op richt, krijg je meer
van. Wil je meer eigen verantwoordelijkheid? Benoem dat dan telkens als je kind dat laat zien.” Wat
je niet moet zeggen is: ‘Ik ben trots
op je.’ Ginny Luther: “Daarmee zeg
je eigenlijk dat het over jou gaat.
De successen of fouten van je kind
zijn voor rekening van je kind. Laat
ze daar. Een kind wil weten hoe hij
in elkaar steekt, en wij kunnen het
helpen zichzelf te leren kennen.”
‘Kalmte is de basis om
liefdevol grenzen te
stellen en bewaken’
apr 2014
Twee positieve keuzes (case 2 en 5)
33