Laat je niet neppen! 4 Rijm herkennen in een verhaaltje Rijmen Nodig Onderstaande verhaaltjes en werkblad 3/4 voor elk kind. Beschrijving van de activiteit Vertel de kinderen dat u een kort verhaaltje gaat voorlezen. In het verhaaltje zit een woord dat rijmt op het woord dat u vooraf noemt. Als de kinderen het rijmwoord horen, gaan ze staan. Daarna mogen ze weer gaan zitten. Lees de verhaaltjes voor. Zeg duidelijk de titel. Deze rijmt met één of meerdere woorden verderop in het verhaaltje. WEG! Sinterklaas zit in zijn hut. De boot is bijna bij de kade. Plotseling komt de Hoofdpiet binnen. Hij roept: ‘Er is niemand te zien. Geen opa, geen oma, geen kind, geen hond. ‘O, o, o,’ zegt Sint verbaasd. ‘Wat een pech! Dat is wel heel vreemd, zeg. Is er echt niemand te zien?’ ‘Nee,’ zegt de Hoofdpiet. ‘Iedereen is weg.’ KWAAD! Sinterklaas snapt er niks van. Waar is iedereen? Er is niemand meer op straat. Dan komt oude Willem op hem af. ‘Er is al een andere Sint geweest. Sinterklaas, u bent te laat.’ De Sint racet op Amerigo naar het grote plein. Als ze maar niet denken dat dat zomaar gaat. Zijn hoofd wordt rood. Zo rood als een tomaat. Wat is Sinterklaas kwaad! BEDROGEN Nu zijn er opeens twee Sinterklazen. Maar wie is de echte? Oude Willem zag het aan zijn ogen. Maar de burgemeester ziet dat niet. Welke Sinterklaas heeft gelogen? De burgemeester trekt aan de baard van Variatie Misschien zijn er al taalvaardige kinderen die zelf een kort rijmpje kunnen maken. Laat eventueel ook een titel (van één woord) verzinnen dat rijmt op het laatste woord van hun zelfgemaakte rijmpje. Sinterklaas. ‘Au!’ roept Sint. ‘Mijn baard is echt.’ Maar de baard van bakker Bol niet. Hij heeft Sinterklaas bedrogen. Sinterklaas en de dubbelganger Laat je niet neppen! Rijm herkennen in een verhaaltje 4 nep bol noot Sinterklaas en de dubbelganger
© Copyright 2024 ExpyDoc