Postuum Frans Brüggen 1934-2014 Laconieke blokfluitgod platenmaatschappij leverde bij zijn lp's grif posters. Zelf sjeesde hij in een rode Porsche door Amsterdam, handtekeningen uitdelend aan meiden die zijn karakteristieke kop boven hun bed hadden hangen. Frans Brüggen in 2007. Foto Joost van den Broek / de Volkskrant Woensdagochtend is hij op 79jarige leeftijd gestorven in zijn Amsterdamse woning. Brüggen was al geruime tijd ziek. Samen met de ruim twee jaar geleden overleden klavecinist Gustav Leonhardt veroorzaakte hij een wereldwijde revolutie in de speelpraktijk van oude muziek. Hij ontdekte de blokfluit als schooljongen in de oorlog. In z'n eentje joeg Brüggen er hele symfonieën van Beethoven en Tsjaikovski doorheen. Blokfluit spelen was voor hem iets animaals, peinsde hij later. 'Dat ding in je mond - het is zoiets als drinken van de borst.' Frans Brüggen in zijn jonge jaren, jaartal onbekend. Foto Eddy de Jongh / HH Frans Brüggen verloste de blokfluit van z'n kwezelimago en blies een nieuwe wind door het symfonieorkest. Meiden hadden zijn karakteristieke kop boven hun bed hangen. Door GUIDO VAN OORSCHOT 'Ik hoop dit nog tien jaar te doen en dan zie ik wel verder. Het liefst zou ik dan binnen zijn en fijn aan de Middellandse Zee gaan wonen.' Het is 1967 en Frans Brüggen, een succesvolle blokfluitsolist van begin dertig, bekijkt de toekomst met bravoure. Het zijn de jaren waarin Het Parool kon observeren: 'Frans Brüggen, blokfluit, trekt publiek in minirok en spijkerbroek naar concertzaal.' Inderdaad maakte Brüggen de eerste poptaferelen los in de klassieke muziek. Zijn © de Volkskrant Zijn vader, een textielman, zag weinig in het instrument. Hij drong erop aan dat zijn zoon ook dwarsfluit en muziekwetenschap zou studeren. Na lessen bij de blokfluitpionier Kees Otten kreeg Brüggen al op z'n 18de een eigen klasje aan het Amsterdams Muzieklyceum. Drie jaar later ging hij als hoofdvakdocent aan de slag op het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Studenten stroomden vanuit heel de wereld toe. Op zijn beurt trok Brüggen als een blokfluitgod over de aarde. Met Gustav Leonhardt en cellist Anner Bijlsma zette hij langvergeten baroksonates op de plaat. Generaties blokfluitisten imiteerden zijn nonchalante speelhouding: met kromme rug, gekruiste benen, dubbelgeklapt op een stoel. Maar op het barokrepertoire was hij snel uitgekeken. Bach, Händel, Telemann, Vivaldi: 'Er zijn misschien maar twintig échte meesterwerken. De rest is van minder tot flut.' donderdag 14 augustus 2014 Een tijdlang bood de avant-garde soelaas. Met zijn sterleerlingen Kees Boeke en Walter van Hauwe vormde Brüggen het experimentele trio Sour Cream. Tijdens hun optredens vloog er weleens een blokfluit aan spaanders. Vrolijke tijden, vond Brüggen. 'Zo af en toe overzagen wij alles eens, met een lodderig oog, want wij dronken opgewekt veel oude jenever.' Zijn beruchtste uitspraak deed hij in 1970, toen de strijd tussen nieuwlichters en traditionalisten in de klassieke muziek op z'n hoogtepunt was. Tijdens een openbare discussie zei de authenticiteitszoeker Brüggen: 'Elke noot van Mozart die het Concertgebouworkest speelt, is van a tot z gelogen.' Die stelligheid sleet er met de jaren af. Het kwam zelfs zover dat Brüggen zélf op de bok klom bij het verguisde Concertgebouworkest ('Ze waren het vergeten hoor. Musici zijn de rotsten niet'). Nadat hij eerst de blokfluit van z'n kwezelimago had verlost, begon hij aan een oppoetsbeurt van het klassieke orkestrepertoire. Met een stel gelijkgestemden richtte Brüggen in 1981 het Orkest van de Achttiende Eeuw op. Spelend op historische instrumenten probeerden ze de authentieke zeggingskracht van oude muziek te achterhalen. Sindsdien draaide zijn leven om de drie, vier projecten per seizoen met zijn vriendenorkest. Brüggen opperde weleens dat ze misschien maar moesten stoppen, 'bijna de hele literatuur die de moeite waard is hebben we gespeeld'. Maar dat lieten zijn makkers, met duvelstoejager en orkestdirecteur Sieuwert Verster voorop, niet gebeuren. Het betekende wel dat het publiek vaak dezelfde meesterwerken op de lessenaars zag verschijnen. Alweer Bach. De zoveelste Mozart. Pagina 5 (1) Opnieuw een Beethovencyclus. Orkestleider Brüggen kon er niet mee zitten. 'Het aardige is dat de sleur ontbreekt. Het is een soort feestje. Na het laatste concert neemt iedereen afscheid van elkaar, met tranen in de ogen van verdomme, wat was het weer leuk.' Zijn slagtechniek is de beginnersfase nooit ontstegen. 'Frans dirigeert meer met zijn oogleden dan met zijn handen', vond de pianist en dirigent Reinbert de Leeuw. Evengoed liet Brüggen in Haydn onvermoede middenstemmen gloeien. Zijn Rameau herbergde een tovertuin aan kleur. Dat het de dirigent de laatste jaren fysiek steeds slechter ging, noteerde zijn publiek met schrik. Eind 2012, bij een Beethoven Belevenis in Rotterdam, schuifelde Brüggen als de dood van Pierlala het podium op. Hij was mager en kon nog net manoeuvreren zonder hulp. Aan het Orkest van de Achttiende Eeuw was geen verstijving te merken. De instrumenten kraakten en zuchtten allermuzikaalst. Niet alles wat hij aanraakte, veranderde in goud. Nadat Brüggen was vergeten een geleende antieke blokfluit uit een schoonmaakbadje te halen, zag het Haags Gemeentemuseum zich genoodzaakt het uitleenregime aan te scherpen. Een flop werd Mozarts opera Idomeneo, waarvoor Brüggen in het Holland Festival van 1991 de handen ineensloeg met regisseur Peter Mussbach. vaker op bij moderne orkesten, van Stavanger tot Zürich en Tel Aviv. In Hilversum had hij jarenlang een gedeeld chef-dirigentschap bij het voormalige Radio Kamerorkest. 'meideninstrument'. (Spotify) Wolfgang Amadeus Mozart: 40ste Ondanks zijn frivole opmerking in 1967 bleef Brüggen musiceren tot het eind. In mei van dit jaar meldde hij zich per rolstoel voor wat zijn laatste optreden zou worden. In het Koninklijk Conservatorium van Den Haag dompelde hij studenten onder in een opera van Rameau. symfonie. Een openbaring, die eerste lp van het Orkest van de Achttiende Eeuw. Eindelijk geen geneuzel aan het begin van Mozarts 40ste symfonie. Het huis aan de Méditerranée is er gekomen. Brüggen nam het over van de Italiaanse componist Luciano Berio. Hun vriendschap leverde bovendien Gesti op, het eerste hedendaagse meesterwerk voor blokfluit. Pogingen van de jonge Brüggen om ook Igor Stravinsky voor zijn incourante instrument te interesseren, liepen spaak ('You are a good boy', antwoordde Stravinsky, 'I am too old'). Een ideologische scherpslijper is hij nooit geworden. Zelfs Herbert von Karajan, de maestro die ooit symbool stond voor een overgeromantiseerd muziekbedrijf, kon bij de rijpere Brüggen rekenen op begrip. Over Karajans schuimgebakversie van Bachs Brandenburgse Concerten: 'Het is volkomen fout, helemaal mis, maar tegelijkertijd ook goed. Dat is het aardige van muziek: het kan alle kanten op.' DRIE HOOGTEPUNTEN Wie rond 1980 zijn blokfluitspel hoorde, kon twee kanten op. Je viel voor de dwingende muzikaliteit waarmee een 17de-eeuwse sonate de zaal in werd geslingerd. Of je knapte af op het rommelige samenspel van tong en vingers. Brüggen draaide er niet omheen: hij oefende amper. 'Als ik studeer, studeer ik de Verknüpfung van duizenden barokke formuletjes van hoogstens vijf noten.' Georg Philip Telemann: Fantasie Toen hij eenmaal aan het dirigeren was geslagen, dook hij steeds jonge Brüggen Corelli's variaties © de Volkskrant over een eenvoudig thema uit zijn nr. 3. Hoe Brüggen, moederziel alleen en in dubbelgeklapte pose, een stukje duffe Telemann oppept. (YouTube) Arcangelo Corelli: La Follia. Het leek tovenarij, zo virtuoos blies de donderdag 14 augustus 2014 Pagina 5 (2)
© Copyright 2024 ExpyDoc