Download de kaart (PDF)

C.101
Spreekwoordenspel
C.101
VOORBEREIDING
DUUR
GROEPSGROOTTE
BEGELEIDING
2:00
1.00
1-8
1-2
ACTIVITEIT
gezelschap
Spreekwoordenspel
-- Het spel kan met twee zelfklevende schilderijhaakjes opgehangen worden. Je hebt dan een
opvallende, creatieve decoratie aan de wand.
-- In plaats van een spel kan er ook een wens-,
geschenk- of complimentendoosje van
gemaakt worden. Op de kaarten laat je de
deelnemers een wens, felicitatie of compliment
schrijven voor een ander. Je kunt de doosjes
laten inpakken met cadeaupapier en versieren
met een strik.
-- Bij een grotere groep met meer dan zes deelnemers zijn misschien vrijwilligers in te zetten
voor extra hulp. Ook bij deelnemers die meer
hulp en begeleiding nodig hebben tijdens het
spel is de inzet van meer begeleiders noodzakelijk.
-----
C De tering naar de nering zetten.
Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten.
Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.
Vieze varkens worden niet vet.
Zie voor een
volledige lijst van vijftig
spreek ­woorden en
gezegden de website:
www.bsl.nl/pasklaar.
Evaluatie
INSTAPNIVEAU
COGNITIEF
weinig
-- Was de activiteit geschikt voor de groep?
-- Was de groepsgrootte goed?
-- Kon iedereen meedoen met het maken en/of
het spelen van het spel?
-- Hoe was de betrokkenheid van de deelnemers?
-- Was er voldoende hulp van begeleiders/vrijwilligers?
-- Waren de vragen op niveau?
Geef aan: te makkelijk/te moeilijk.
-- Hoe was de sfeer tijdens het spel?
-- Zijn de voorafgestelde doelen behaald?
SOCIAAL
weinig
CONCENTRATIE
middelmatig
LICHAMELIJKE INSPANNING
weinig
Voorbeelden van bekende spreekwoorden:
-- Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
-- De aap komt uit de mouw.
-- Je moet geen slapende honden wakker maken.
-- Iets door de vingers zien.
-- Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.
-- Het ijzer smeden als het heet is.
-- De beste stuurlui staan aan wal.
-- Spijkers op laag water zoeken.
-- Er is een tijd van komen en een tijd van gaan.
Pasklaar, set 44
Tekst en foto: Judy van Vliet
pasklaar
C.101
Spreekwoordenspel
VOORBEREIDING
DUUR
GROEPSGROOTTE
BEGELEIDING
ACTIVITEIT
Doelgroep?
Het spreekwoordenspel is zeer geschikt voor
ouderen: zij zijn vaak goed op de hoogte van
spreekwoorden en gezegden. Vroeger gebruikten
mensen veel vaker spreekwoorden en gezegden
en daarom kunnen ouderen zich de meest bekende spreekwoorden nog herinneren. Bij dit spel is
enig kleur- en/of cijferbegrip handig om mee te
kunnen doen, maar het is niet echt noodzakelijk.
Ook passief meekijken en luisteren biedt herkenning, zeker voor deelnemers met dementie. Voor
het maken van het spelbord moeten deelnemers
een redelijk goede fijne motoriek hebben om te
kunnen knippen en plakken.
Wat is het doel
------
het geheugen trainen;
ontspanning bieden;
gezellig samen zijn;
sociale contacten bevorderen;
fijne motoriek trainen.
Wat ga je doen?
Het spreekwoordenspel is een gezelschapsspel.
Het beste is om het spel aan tafel te spelen, zodat
het spelbord goed zichtbaar is en ook doorgeschoven kan worden.
De deelnemers worden uitgedaagd om spreekwoorden en gezegden te herinneren. Ze gooien
om de beurt met een dobbelsteen.
In de doosjes op het spelbord zitten kaartjes met
het begin van een spreekwoord en de opdracht is
de zin af te maken.
De deelnemers antwoorden individueel of als
groep. Dit wordt vooraf door de begeleider aangegeven.
Voordat het spel gespeeld kan worden, wordt het
spel gemaakt tijdens een of meer creatieve bijeenkomsten. Deelnemers helpen hierbij. Zo wordt
op eenvoudige wijze een fraai gezelschapsspel
gemaakt.
Er is geen wedstrijdelement of competitie aanwezig. Het spel heeft vooral een sociale functie met
als uitdaging geheugentraining.
Wat heb je nodig?
Materialen om het spel te maken:
-- stevige, rechte plaat als onderbord van ongeveer 30 x 40 cm van karton of triplex;
-- 10 tot 12 lege lucifersdoosjes (groot formaat:
5,5 x 7 cm);
-- mooi papier of plaatjes voor de voorkant van
de doosjes;
-- mooi papier of een bestaande afbeelding om
het onderbord mee te beplakken;
-- lint;
-- kralen met een groot gat zodat het lint erdoor
past;
-- acrylverf;
-- kwasten;
-- boekbinderslijm en lijmkwasten;
-- scharen;
-- stevig karton voor de spreekwoordenkaartjes;
-- cijfersjablonen.
Materialen om het spel te spelen:
-- het spreekwoordenspel;
-- cijferdobbelsteen (1 of 2).
Hoe pak je het aan?
Voorbereiding:
Het maken van het spel is een leuke, creatieve
voorbereiding op het spelen van het spreekwoordenspel. Het speelbord is al mooi om te zien en
geschikt om op te hangen. Het kan een blikvanger in de ruimte worden.
De deelnemers schilderen eerst de twee zijkanten
van de doosjes met acrylverf zodat het kan drogen.
Ter voorbereiding trekt de begeleider de afmeting
van de voorkant van een doosje om op verschillend mooi papier. Dan wordt het papier voor de
voorkant van de doosjes uitgeknipt en de grote
C Kijk voor algemene
informatie over Pasklaar op
www.bsl.nl/pasklaar.
plaat wordt beplakt met papier. Hier kunnen de
deelnemers bij helpen. Met cijfersjablonen worden
de cijferkaarten gemaakt. De kaarten voor de
spreekwoorden worden op maat geknipt door de
begeleider. Als de verf droog is, kan de voorkant
van de doosjes beplakt worden met het papier en
de cijfers. Ook hier kunnen de deelnemers mee
helpen.
Aan de binnendoosjes wordt aan de onderkant
een lint bevestigd met een kraal eraan om het
doosje open te trekken. Dit is een handeling waar
veel deelnemers mee geholpen moeten worden.
De spreekwoorden voor de kaarten kunnen
samen bedacht worden. De begeleider schrijft
het begin ervan op de kaarten. Bijvoorbeeld: De
appel valt… Het tweede deel van het spreekwoord
kan achterop de kaart geschreven worden. Er
worden ongeveer vijf spreekwoordenkaarten per
doosje gemaakt. Op de bodem van elk doosje
wordt een kaart met een volledig spreekwoord
geplakt.
Als laatste worden alle doosjes op het bord
gerangschikt en vastgeplakt: de onderkant van de
doosjes insmeren met lijm, goed aandrukken op
het bord en even vasthouden totdat alle doosjes
goed vast zitten.
De activiteit:
Het spel is nu klaar om gespeeld te worden. De
deelnemers gooien om de beurt met de dobbelsteen. De deelnemer die gegooid heeft, trekt aan
het lint het juiste doosje open en mag er een
kaart uitnemen. De begeleider kan dit zo nodig
ook doen, evenals het voorlezen van het begin
van het spreekwoord. De deelnemer die aan de
beurt is geeft antwoord. Je kunt er ook voor kiezen de hele groep te laten antwoorden. De kaarten die zijn voorgelezen gaan niet terug in het
doosje, maar worden apart gehouden door de
deelnemer of de begeleider. Hierdoor raakt op
een gegeven moment een doosje met een
bepaald cijfer leeg. De deelnemer die dit getal
gooit, moet dan een beurt overslaan. Het spel
wordt gespeeld tot alle doosjes leeg zijn. Voor een
nieuw spel worden de kaarten opnieuw verdeeld
over de doosjes.
In het geval van gekleurde voorkanten op de
doosjes en geen cijfers, speel je natuurlijk met
een kleurendobbelsteen.
Belangrijk voor deelnemers met dementie is duidelijkheid in uitleg en uitvoering. Houd het spel
en spreken eenvoudig en leg niets anders dan het
spel op tafel. Haal bijvoorbeeld de koffiekopjes
van tafel als je begint met het spel. Zo zien de
deelnemers al dat er iets anders gaat gebeuren.
Tips
-- Deelnemers maken hun eigen speelbord van
een plaatje als onderbord met 1 doosje erop.
Bij deze variant kun je ieder een andere kleur
INSTAPNIVEAU
als voorkant van het doosje laten maken en
met een kleurendobbelsteen het spel spelen.
-- Het is aan te raden om het maken van het spel
te verdelen over meerdere momenten. Anders
vraagt het te veel aandacht en concentratie.
-- Het verzamelen van de spreekwoorden voor de
kaarten kan op een ander tijdstip al met de
deelnemers voorbereid worden.
-- Als je de kaarten door de deelnemers zelf wil
laten lezen, kies dan voor zwarte grote letters
op lichtgekleurd papier. Voor mensen met een
visuele beperking is dit het beste leesbaar.
Omdat de lucifersdoosjes een vrij klein formaat
hebben, kun je in dit geval beter kiezen voor
een groter doosje. Dan wordt uiteraard het
gehele speelbord ook groter.
-- Extra activiteit: cijfers uit tijdschriften laten
knippen voor op de doosjes.
-- Het spel kan ook met andere kaarten gespeeld
worden, bijvoorbeeld tijdens een high tea met
vragen over Engeland of over de seizoenen, of
met levensloop- en reminiscentievragen enzovoort enzovoort.
C.101
Spreekwoordenspel
VOORBEREIDING
DUUR
GROEPSGROOTTE
BEGELEIDING
ACTIVITEIT
Doelgroep?
Het spreekwoordenspel is zeer geschikt voor
ouderen: zij zijn vaak goed op de hoogte van
spreekwoorden en gezegden. Vroeger gebruikten
mensen veel vaker spreekwoorden en gezegden
en daarom kunnen ouderen zich de meest bekende spreekwoorden nog herinneren. Bij dit spel is
enig kleur- en/of cijferbegrip handig om mee te
kunnen doen, maar het is niet echt noodzakelijk.
Ook passief meekijken en luisteren biedt herkenning, zeker voor deelnemers met dementie. Voor
het maken van het spelbord moeten deelnemers
een redelijk goede fijne motoriek hebben om te
kunnen knippen en plakken.
Wat is het doel
------
het geheugen trainen;
ontspanning bieden;
gezellig samen zijn;
sociale contacten bevorderen;
fijne motoriek trainen.
Wat ga je doen?
Het spreekwoordenspel is een gezelschapsspel.
Het beste is om het spel aan tafel te spelen, zodat
het spelbord goed zichtbaar is en ook doorgeschoven kan worden.
De deelnemers worden uitgedaagd om spreekwoorden en gezegden te herinneren. Ze gooien
om de beurt met een dobbelsteen.
In de doosjes op het spelbord zitten kaartjes met
het begin van een spreekwoord en de opdracht is
de zin af te maken.
De deelnemers antwoorden individueel of als
groep. Dit wordt vooraf door de begeleider aangegeven.
Voordat het spel gespeeld kan worden, wordt het
spel gemaakt tijdens een of meer creatieve bijeenkomsten. Deelnemers helpen hierbij. Zo wordt
op eenvoudige wijze een fraai gezelschapsspel
gemaakt.
Er is geen wedstrijdelement of competitie aanwezig. Het spel heeft vooral een sociale functie met
als uitdaging geheugentraining.
Wat heb je nodig?
Materialen om het spel te maken:
-- stevige, rechte plaat als onderbord van ongeveer 30 x 40 cm van karton of triplex;
-- 10 tot 12 lege lucifersdoosjes (groot formaat:
5,5 x 7 cm);
-- mooi papier of plaatjes voor de voorkant van
de doosjes;
-- mooi papier of een bestaande afbeelding om
het onderbord mee te beplakken;
-- lint;
-- kralen met een groot gat zodat het lint erdoor
past;
-- acrylverf;
-- kwasten;
-- boekbinderslijm en lijmkwasten;
-- scharen;
-- stevig karton voor de spreekwoordenkaartjes;
-- cijfersjablonen.
Materialen om het spel te spelen:
-- het spreekwoordenspel;
-- cijferdobbelsteen (1 of 2).
Hoe pak je het aan?
Voorbereiding:
Het maken van het spel is een leuke, creatieve
voorbereiding op het spelen van het spreekwoordenspel. Het speelbord is al mooi om te zien en
geschikt om op te hangen. Het kan een blikvanger in de ruimte worden.
De deelnemers schilderen eerst de twee zijkanten
van de doosjes met acrylverf zodat het kan drogen.
Ter voorbereiding trekt de begeleider de afmeting
van de voorkant van een doosje om op verschillend mooi papier. Dan wordt het papier voor de
voorkant van de doosjes uitgeknipt en de grote
C Kijk voor algemene
informatie over Pasklaar op
www.bsl.nl/pasklaar.
plaat wordt beplakt met papier. Hier kunnen de
deelnemers bij helpen. Met cijfersjablonen worden
de cijferkaarten gemaakt. De kaarten voor de
spreekwoorden worden op maat geknipt door de
begeleider. Als de verf droog is, kan de voorkant
van de doosjes beplakt worden met het papier en
de cijfers. Ook hier kunnen de deelnemers mee
helpen.
Aan de binnendoosjes wordt aan de onderkant
een lint bevestigd met een kraal eraan om het
doosje open te trekken. Dit is een handeling waar
veel deelnemers mee geholpen moeten worden.
De spreekwoorden voor de kaarten kunnen
samen bedacht worden. De begeleider schrijft
het begin ervan op de kaarten. Bijvoorbeeld: De
appel valt… Het tweede deel van het spreekwoord
kan achterop de kaart geschreven worden. Er
worden ongeveer vijf spreekwoordenkaarten per
doosje gemaakt. Op de bodem van elk doosje
wordt een kaart met een volledig spreekwoord
geplakt.
Als laatste worden alle doosjes op het bord
gerangschikt en vastgeplakt: de onderkant van de
doosjes insmeren met lijm, goed aandrukken op
het bord en even vasthouden totdat alle doosjes
goed vast zitten.
De activiteit:
Het spel is nu klaar om gespeeld te worden. De
deelnemers gooien om de beurt met de dobbelsteen. De deelnemer die gegooid heeft, trekt aan
het lint het juiste doosje open en mag er een
kaart uitnemen. De begeleider kan dit zo nodig
ook doen, evenals het voorlezen van het begin
van het spreekwoord. De deelnemer die aan de
beurt is geeft antwoord. Je kunt er ook voor kiezen de hele groep te laten antwoorden. De kaarten die zijn voorgelezen gaan niet terug in het
doosje, maar worden apart gehouden door de
deelnemer of de begeleider. Hierdoor raakt op
een gegeven moment een doosje met een
bepaald cijfer leeg. De deelnemer die dit getal
gooit, moet dan een beurt overslaan. Het spel
wordt gespeeld tot alle doosjes leeg zijn. Voor een
nieuw spel worden de kaarten opnieuw verdeeld
over de doosjes.
In het geval van gekleurde voorkanten op de
doosjes en geen cijfers, speel je natuurlijk met
een kleurendobbelsteen.
Belangrijk voor deelnemers met dementie is duidelijkheid in uitleg en uitvoering. Houd het spel
en spreken eenvoudig en leg niets anders dan het
spel op tafel. Haal bijvoorbeeld de koffiekopjes
van tafel als je begint met het spel. Zo zien de
deelnemers al dat er iets anders gaat gebeuren.
Tips
-- Deelnemers maken hun eigen speelbord van
een plaatje als onderbord met 1 doosje erop.
Bij deze variant kun je ieder een andere kleur
INSTAPNIVEAU
als voorkant van het doosje laten maken en
met een kleurendobbelsteen het spel spelen.
-- Het is aan te raden om het maken van het spel
te verdelen over meerdere momenten. Anders
vraagt het te veel aandacht en concentratie.
-- Het verzamelen van de spreekwoorden voor de
kaarten kan op een ander tijdstip al met de
deelnemers voorbereid worden.
-- Als je de kaarten door de deelnemers zelf wil
laten lezen, kies dan voor zwarte grote letters
op lichtgekleurd papier. Voor mensen met een
visuele beperking is dit het beste leesbaar.
Omdat de lucifersdoosjes een vrij klein formaat
hebben, kun je in dit geval beter kiezen voor
een groter doosje. Dan wordt uiteraard het
gehele speelbord ook groter.
-- Extra activiteit: cijfers uit tijdschriften laten
knippen voor op de doosjes.
-- Het spel kan ook met andere kaarten gespeeld
worden, bijvoorbeeld tijdens een high tea met
vragen over Engeland of over de seizoenen, of
met levensloop- en reminiscentievragen enzovoort enzovoort.
C.101
Spreekwoordenspel
C.101
VOORBEREIDING
DUUR
GROEPSGROOTTE
BEGELEIDING
2:00
1.00
1-8
1-2
ACTIVITEIT
gezelschap
Spreekwoordenspel
-- Het spel kan met twee zelfklevende schilderijhaakjes opgehangen worden. Je hebt dan een
opvallende, creatieve decoratie aan de wand.
-- In plaats van een spel kan er ook een wens-,
geschenk- of complimentendoosje van
gemaakt worden. Op de kaarten laat je de
deelnemers een wens, felicitatie of compliment
schrijven voor een ander. Je kunt de doosjes
laten inpakken met cadeaupapier en versieren
met een strik.
-- Bij een grotere groep met meer dan zes deelnemers zijn misschien vrijwilligers in te zetten
voor extra hulp. Ook bij deelnemers die meer
hulp en begeleiding nodig hebben tijdens het
spel is de inzet van meer begeleiders noodzakelijk.
-----
C De tering naar de nering zetten.
Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten.
Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.
Vieze varkens worden niet vet.
Zie voor een
volledige lijst van vijftig
spreek ­woorden en
gezegden de website:
www.bsl.nl/pasklaar.
Evaluatie
INSTAPNIVEAU
COGNITIEF
weinig
-- Was de activiteit geschikt voor de groep?
-- Was de groepsgrootte goed?
-- Kon iedereen meedoen met het maken en/of
het spelen van het spel?
-- Hoe was de betrokkenheid van de deelnemers?
-- Was er voldoende hulp van begeleiders/vrijwilligers?
-- Waren de vragen op niveau?
Geef aan: te makkelijk/te moeilijk.
-- Hoe was de sfeer tijdens het spel?
-- Zijn de voorafgestelde doelen behaald?
SOCIAAL
weinig
CONCENTRATIE
middelmatig
LICHAMELIJKE INSPANNING
weinig
Voorbeelden van bekende spreekwoorden:
-- Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
-- De aap komt uit de mouw.
-- Je moet geen slapende honden wakker maken.
-- Iets door de vingers zien.
-- Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.
-- Het ijzer smeden als het heet is.
-- De beste stuurlui staan aan wal.
-- Spijkers op laag water zoeken.
-- Er is een tijd van komen en een tijd van gaan.
Pasklaar, set 44
Tekst en foto: Judy van Vliet
pasklaar