Beste ouder / verzorger, Voor u ligt de schoolgids van De Voorde. Wij bieden onderwijs aan leerlingen met een auditieve of communicatieve beperking (cluster 2). Daarbij gaan we altijd uit van de onderwijsbehoefte naast de mogelijkheden en talenten van het kind. Vanaf dit schooljaar doen wij dat in Zoetermeer in een nieuw gebouw aan de Meerzichtlaan, waar ook Kentalis Onderwijs Zoetermeer is gehuisvest. We vinden het van groot belang dat uw kind zich thuis voelt op onze school en zich optimaal kan ontwikkelen. In de schoolgids leest u alles over onze werkwijze en visie. Ook zetten we een aantal praktische zaken op een rij. Van de taken van de Medezeggenschapsraad en door ons afgesloten verzekeringen tot de regels rondom taxivervoer. Met ingang van dit schooljaar gaat de wet op Passend Onderwijs in. In de schoolgids kunt u daar meer informatie over vinden. De Voorde heeft zich de afgelopen jaren zorgvuldig voorbereid op de invoering van Passend Onderwijs. In de schoolgids leest u wat dit voor uw kind en voor onze school gaat betekenen. We houden u op de hoogte van de ontwikkelingen rondom Passend Onderwijs via onze website en onze nieuwsbrieven. De schoolgids vindt zijn oorsprong in de Kwaliteitswet. Deze wet verplicht de scholen de ouders te informeren over het onderwijs en alle andere activiteiten die zich op school afspelen. Wij vinden een goede samenwerking met ouders heel belangrijk. Daarom nodigen we u regelmatig op school uit. We horen het ook graag als u ideeën of opmerkingen heeft over ons onderwijs! Komend schooljaar, op 1 januari 2015, gaat De Voorde over van de Stichting Christelijk Onderwijs Haaglanden (SCOH) naar de Stichting Koninklijke Kentalis Onderwijs (Kentalis). Dit gebeurt in het kader van de wet Passend Onderwijs. Kentalis is een landelijk gespreide organisatie voor cluster 2 onderwijs. Bij De Voorde blijft de kwaliteit van onderwijs voorop staan. Meer informatie over Kentalis vindt u op www.kentalis.nl. Kentalis – De Voorde Als gevolg van de nieuwe wet op het Passend Onderwijs, zal school De Voorde vanaf 1 januari 2015 onderdeel worden van de Koninklijke Kentalis. Als hier gevolgen voor ouders uit voortvloeien, zulen zij hierover tijdig geïnformeerd worden d.m.v. onze website of nieuwsbrieven. Het management team Hannie den Ouden - locatiedirecteur De Voorde Tinie van Aalsum - regiodirecteur Onderwijs Kentalis regio West (vanaf 1-1-2015) 1 De leerlingen zijn onder te verdelen in: 1. Kentalis De Voorde Zoetermeer Kinderen met Taal Ontwikkelings Stoornissen (TOS). Slechthorende kinderen (SH). Kinderen met een stoornis binnen het autisme spectrum (ASS), waarbij de beperking in de communicatieve vaardigheden op de voorgrond staat. 1.1 Achtergrond Kentalis De Voorde Zoetermeer is een protestants-christelijke school voor kinderen met auditieve en/of communicatieve beperkingen in de leeftijd van 3 t/m 13 jaar. Kentalis De Voorde Zoetermeer is gevestigd aan de Meerzichtlaan 300-302. Hier zijn 7 groepen gehuisvest. Wij bieden op onze locatie een volwaardig lesaanbod, d.w.z. een lesaanbod voor kinderen van 3 t/m 12 jaar. Onze locatie is goed bereikbaar. Dit is belangrijk omdat veel leerlingen met aangepast vervoer naar school komen. De leerlingen komen uit de hele regio Zuid-Holland. Veel ouders kiezen speciaal voor Kentalis De Voorde vanwege de protestantschristelijke identiteit. Kinderen met een andere of geen godsdienstige overtuiging zijn welkom. Zij worden wel geacht alle lessen te volgen en aan alle activiteiten binnen de school mee te doen. Kinderen met een Cochleair Implantaat (CI) behoren ook tot de doelgroep. Het kan zijn dat een leerling naast bovengenoemde beperking bijkomende problematiek heeft, bijvoorbeeld AD(H)D of dyslexie. 1.3 Missie, visie en doelen Het onderwijsaanbod is afgestemd op de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling en is zo ingericht dat de leerling een ononderbroken ontwikkelingsproces kan doorlopen. Belangrijk is hierin het zoeken naar aanpassingen en compensatiemogelijkheden als het ontwikkelingsproces stagneert. In het ontwikkelings perspectief plan (OPP) wordt aangegeven welke doelstellingen bereikt worden (zie ook 12.2). Voor kinderen met auditieve en/of communicatieve beperkingen is een aanpassing op vele gebieden noodzakelijk. Daarnaast is een speciale opvoedkundige benadering (orthopedagogiek) nodig en een speciale onderwijskundige aanpak (orthodidactiek). Dit vraagt van de teamleden creativiteit. Het voor ieder kind op zijn/haar eigen niveau betekenisvol lesgeven vraagt een positieve houding ten opzichte van het speciale kind en de verschillen tussen kinderen. De Voorde werkt nauw samen met de Ambulante Dienst van Kentalis. De Voorde valt vanaf 1 januari 2015 onder Kentalis. Kentalis De Voorde blijft gebonden aan de protestants christelijke grondslag en doelstellingen. Het merendeel van het personeel dat aan de school verbonden is, wordt benoemd door het bestuur. Een aantal andere personen werkt op contractbasis voor de school, zoals de schoolarts. De kinderfysiotherapeut wordt bekostigd door de ziektekostenverzekering van de ouders. In bijlage 1 vindt u een lijst met namen en adressen. We starten dit schooljaar met 7 groepen en het leerlingenaantal is dan ongeveer 100 leerlingen. Het bevorderen van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid vinden we belangrijk. Kinderen die minder taalvaardig zijn, hebben begeleiding nodig om stappen te maken op het gebied van het zelf doen. Dit geeft ze vervolgens een gevoel van autonomie. In samenwerking met ouders werken we aan bewustmaking, acceptatie en omgang met de spraak-/taalproblematiek. 1.2 Doelgroep De leerlingen op De Voorde hebben een auditieve en/of communicatieve beperking. Dit betekent dat zij niet goed kunnen horen en/of problemen hebben in de communicatie. De problemen in de communicatie kunnen liggen op het gebied van de spraak, de taalproductie, het taalbegrip of het taalgebruik. Veelal kunnen kinderen zich onvoldoende duidelijk maken naar anderen toe óf begrijpen niet wat de ander zegt of bedoelt. Er is dan sprake van een geringe communicatieve redzaamheid. Binnen Kentalis De Voorde Zoetermeer werken verschillende disciplines, die ieder op hun vakgebied de ontwikkelingen bijhouden en nascholing volgen. Er is sprake van een lerende organisatie, waar regelmatig stagiaires een leerplek vinden. Het multidisciplinaire team werkt nauw samen om de ontwikkeling van de kinderen zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Regelmatig worden de leerlingen besproken in een leerlingbespreking om de zorg af te stemmen op de behoefte van de leerling. De verschillende disciplines werken nauw 2 samen aan de doelen die gesteld worden voor de communicatieve redzaamheid. In de gehele school worden alle gelegenheden benut om de taal te stimuleren. Doelen - Op basis van het bovenstaande formuleren we het volgende: Missie Kinderen hebben recht op goed onderwijs. Het is onze taak, als school voor kinderen met een auditieve en/of communicatieve handicap, de kinderen zo toe te rusten dat ze bij schoolverlating voldoende communicatief redzaam zijn en met een blijvende beperking/handicap kunnen omgaan. - De Voorde behaalt een maximale leerwinst bij zijn leerlingen en kan dat ook aantonen. De Voorde kent een veilig schoolklimaat en brengt daarover verslag uit aan ouders en personeel. De Voorde plaatst regelmatig leerlingen terug in het basisonderwijs. De Voorde kent een kwaliteitszorgsysteem dat door de inspectie als minimaal voldoende wordt beoordeeld. De Voorde krijgt te allen tijde de kwalificatie „basisarrangement‟ van de inspectie. 2 Kwaliteit van ons onderwijs Onze zorg voor kwalitatief hoogstaand onderwijs berust op de volgende vijf pijlers: 2.1 Orthopedagogisch klimaat Door de problemen in de taalontwikkeling zijn er vaak ook problemen op sociaal-emotioneel gebied te zien: kinderen zijn onzeker omdat ze bijvoorbeeld niet goed kunnen articuleren. Ze kunnen zich niet duidelijk maken, terwijl ze wel goed weten wat ze zouden willen zeggen. Vaak ontstaat onzekerheid ook door een laag taalbegrip. Kinderen begrijpen dan niet wat er gezegd wordt, terwijl zij mét visuele ondersteuning minder begripsproblemen hebben. Ook zien we kinderen met frustratie, omdat ze zich niet kunnen duidelijk maken door taalproductieproblemen. Soms trekken kinderen zich terug en uiten zich niet meer. Binnen De Voorde proberen we een klimaat te scheppen waarin rust, structuur, veiligheid en begrip voor elkaar heersen. Het PAD-programma (Programma Alternatieve Denkstrategieen), een methode om de sociale zelfredzaamheid te vergroten, speelt een grote rol op school. Er is aandacht voor het leren (her)kennen van gevoelens bij jezelf en de ander, voor het zelfbeeld, de zelfcontrole en het probleem-oplossen. Visie De Voorde wil de mogelijkheden van de kinderen optimaal tot ontwikkeling brengen. De Voorde doet dat op de volgende manier: elk kind krijgt een onderwijsaanbod dat past bij de specifieke mogelijkheden van dat kind; kinderen worden met behulp van duidelijke leertrajecten opgevoed tot zelfstandigheid (autonomie); kinderen krijgen daarbij inzicht in hun kennen en kunnen (competenties); kinderen zijn in staat sociale relaties aan te gaan en te onderhouden; bij het samenstellen van het onderwijsaanbod voor een leerling en in het ontwikkelingsproces van een leerling worden ouders nauw betrokken. 2.2 Orthodidactiek Gezien de problematiek van de leerlingen van onze school richt de orthodidactiek zich voornamelijk op de taalontwikkeling, met name het communiceren en het denken in taal. Door de beperkingen in de taalvaardigheid wordt ook het structureren van de werkelijkheid en van het eigen handelen bemoeilijkt. Het overzien van gebeurtenissen, oorzaak- en gevolg relaties, tijdsrelaties gaat moeizaam. Het plaatsen van informatie geeft problemen. Dit heeft gevolgen voor alle leergebieden. Voor de taalontwikkeling is de samenwerking tussen de leerkracht en de logopedist belangrijk. Door middel van gezamenlijk opgestelde doelen wordt in de groep De Voorde gebruikt de Bijbel als uitgangspunt voor het handelen. Dit is op de volgende manier zichtbaar in onze school: - de christelijke boodschap speelt een belangrijke rol in de school; de kinderen mogen zichzelf zijn en worden geaccepteerd zoals ze zijn; er is respect voor elkaar en voor God en Zijn schepping; we creëren een veilig klimaat, waarbij we elkaar helpen en ondersteunen; rust en structuur bieden een duidelijk kader voor de kinderen. 3 en tijdens de (groepjes)logopedie gewerkt aan de communicatieve redzaamheid. Het taalaanbod passen we aan het niveau van het kind aan. We besteden o.a. aandacht aan de luisterhouding, gelaatgerichtheid, verwoording van handelingen, vertellen en het stellen van vragen. In de hogere groepen creëren we zoveel mogelijk verschillende taalgebruiksituaties, om te zorgen dat de kinderen hun mondelinge en schriftelijke taalgebruik kunnen uitbreiden. Zuid-Holland West, die ook zitting heeft in de Commissie van Begeleiding (CVB). 2.3 Leeromgeving Het aanvragen van een toellaatbaarheidsverklaring voor cluster 2 wordt door scholen en ouders gedaan bij de Commissie van Onderzoek (CVO). Voor leerlingen met een CI (Cochleair Implantaat) hebben wij regelmatig contact met het CI-team van waaruit de leerling begeleiding ontvangt. Kentalis vormt samen met een groot aantal andere scholen voor TOS / SH / DOOF / MG / VSO een instelling. Om een optimale werk- en leeromgeving te creëren zijn er akoestische aanpassingen aangebracht. Ook maken we gebruik van speciale apparatuur (zie 6.6). Er is veel aandacht voor visuele ondersteuning: er worden plaatjes, foto´s, filmmateriaal en pictogrammen gebruikt om de auditieve informatie te ondersteunen. Ook worden er ondersteunende gebaren (NMG = Nederlands met Gebaren) gemaakt, deze zijn als het ware ingebed in ons onderwijs. We vinden het ook belangrijk om rust en structuur te bieden. Dit is te zien in de klaslokalen, maar ook in de gangen van de school. Ook bij het vaststellen van het dag- en jaarprogramma spelen rust en structuur een rol. 2.6 Inspectie In december 2013 heeft de inspectie van het onderwijs een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd op De Voorde. Bij dit kwaliteitsonderzoek doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om de leerlingenzorg, de handelingsplanning, het leerstofaanbod, de onderwijstijd, het handelen van leraren, de actieve en zelfstandige rol van de leerling, het schoolklimaat en de opbrengsten. 2.4 Deskundig multidisciplinair team De inspectie concludeert in haar beschouwing dat de kwaliteit van het onderwijs op De Voorde op grond van de oordelen op de normindicatoren en de daarop toegepaste beslisregels, van voldoende niveau is. Daarbij geeft de inspectie het volgende aan in de beschouwing: “De afgelopen periode heeft de school sterk geïnvesteerd in de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs wat tot resultaten heeft geleid waar uiteindelijk ook de leerlingen van profiteren. Het beeld dat de inspectie van de school heeft gekregen is dat van een school waar, in een kindvriendelijke sfeer, doelgericht gewerkt wordt aan de ontwikkeling van leerlingen, aangestuurd vanuit een systeem van leerlingenzorg waarin nadrukkelijk oog is voor de specifieke belemmeringen die de leerlingen ondervinden op auditief, communicatief gebied en op andere gebieden”. Het team van De Voorde bestaat uit diverse disciplines. Een ieder heeft vanuit zijn / haar vakgebied een expertise opgebouwd. Overleg en uitwisseling van kennis vindt regelmatig plaats. Om te zorgen dat ons team deskundig is en blijft, hechten we veel belang aan nascholing. De teamleden volgen daarom diverse cursussen en opleidingen. Daarnaast houden we de nieuwste onderwijsontwikkelingen bij door middel van vakliteratuur. Nieuwe personeelsleden krijgen gedurende het eerste jaren bovendien interne scholing en worden begeleid door een ervaren collega binnen de school. 2.5 Samenwerkingsverbanden Op bepaalde gebieden is het van belang om samenwerking met anderen te zoeken, waarbij optimaal gebruik kan worden gemaakt van ieders expertise. De vakkennis op het gebied van audiologie wordt geleverd door Kentalis Audiologische Centra te Den Haag. Daar vinden de meeste gehooronderzoeken plaats. De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op De Voorde vraagt geen aanpassing van het toezicht van de inspectie. De school krijgt het basisarrangement. Het volledige verslag is te vinden op de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Ieder jaar kijkt de inspectie of de school voldoende kwaliteit levert. Onze school maakt gebruik van diensten van OnderwijsAdvies te Zoetermeer ten behoeve van onderwijs-inhoudelijke onderwerpen, nascholing en begeleiding. 2.7 Schoolplan De Voorde heeft voor de periode 2010-2015 een vernieuwd schoolplan geschreven. Door middel van dit plan biedt de school duidelijkheid ten aanzien van het gevoerde beleid en legt de school verantwoording af aan het bevoegd gezag en de We hebben een intensieve samenwerking met de jeugdarts van de Stichting Jeugdgezondheidszorg 4 inspectie op het onderwijs. Het schoolplan is een kwaliteitsdocument, waarin het beleid wordt geformuleerd en vastgesteld. Binnen het schoolplan worden voor een schooljaar doelen gesteld. Voor schooljaar 2014-2015 heeft De Voorde ten aanzien van de volgende beleidsonderwerpen doelen vastgesteld: 3.2 Her-arrangeren Uw kind krijgt op 1 augustus 2014 tijdelijk een intensief arrangement. Dit tijdelijke arrangement geeft u recht op speciaal onderwijs op De Voorde voor maximaal twee schooljaren. Per 1 augustus 2014 zullen alle “oude” beschikkingen (nog afgegeven door de CVI) komen te vervallen. Er wordt per 1 augustus 2014 voor twee schooljaren een overgangsregeling van kracht. Opbrengstgericht werken Passend onderwijs Sociaal emotioneel leren ICT 3 Aanmelding en herarrangeren Tussen 1 augustus 2014 en 31 juli 2016 zullen alle leerlingen met een voorlopig intensief arrangement worden geherarrangeerd. Dit herarrangeren betekent dat onze Commissie van Begeleiding voor alle leerlingen met een voorlopig intensief arrangement een advies zal gaan uitbrengen aan de CVO voor een nieuw arrangement. 3.1 Trajectbegeleiding Voordat Kentalis een leerling kan toelaten op school of voordat een leerling in aanmerking komt voor ambulante begeleiding in het regulier onderwijs, dient de leerling een arrangement te krijgen van de Commissie van Onderzoek (CVO) De CVB zal voordat zij het advies aan de CVO gaat uitbrengen altijd eerst overleggen met de ouders van de leerling. De CVO zal aan de hand van het advies bepalen of uw kind een licht-, medium- of intensief arrangement krijgt. Dit advies is bindend. Wij helpen u bij het aanvragen van een arrangement. Onze trajectbegeleiders gaan met u in gesprek voordat zij een advies uitbrengen aan de CVO. Bij het advies van de trajectbegeleider zal eerst worden vastgesteld of uw kind voldoet aan de criteria welke gelden voor cluster 2 onderwijs. Vervolgens zal de trajectbegeleider op basis van de onderwijsbehoefte van uw kind het advies aan de CVO formuleren. Hierbij worden ook de wensen meegenomen van de eventuele basisschool waar uw kind op zit. Ook hier geldt: Indien uw kind een licht – of een medium arrangement krijgt toegewezen, krijgt uw kind ondersteuning binnen het regulier onderwijs. Indien uw kind een intensief arrangement krijgt toegewezen, is plaatsing mogelijk op een cluster 2 school en kan uw kind op De Voorde blijven. De adresgegevens van het Aanmeldpunt zijn: Aanmeldpunt Kentalis Zoetermeer Meerzichtlaan 300-302 2716 NR Zoetermeer Telefoon: 079-3294555 (8.00 – 12.00 uur) [email protected] Contactpersoon: Anneke Vijfvinkel. De CVO beoordeelt binnen 6 weken na aanmelding of uw kind recht heeft op een arrangement. De adresgegevens van de CVO zijn: Commissie van Onderzoek Theerestraat 42, 5271 BA Sint-Michielsgestel Telefoonnummer: 06-51522308 [email protected] Contactpersoon: Frank Roefs Het besluit van de CVO is bindend. Indien uw kind een licht – of een medium arrangement krijgt toegewezen, krijgt uw kind ondersteuning binnen het regulier onderwijs. Indien uw kind een intensief arrangement krijgt toegewezen, is plaatsing mogelijk op een cluster 2 school. 5 4 Groepen Momenteel hebben we 7 groepen op De Voorde. De groepsverdeling is opgenomen in bijlage 2. Ons uitgangspunt is om hooguit 14 leerlingen in een groep te plaatsen. De groepen bestaan uit zowel slechthorende leerlingen, als leerlingen met ernstige spraak- en taalmoeilijkheden, als leerlingen met een autisme spectrum stoornis (ASS). Bij de indeling van de (nieuwe) leerlingen in de groepen wordt gekeken naar diverse factoren, zoals: leeftijd, ontwikkelingsniveau en leermogelijkheden, slechthorendheid en behoefte aan gebarenondersteuning, groepssamenstelling en groepsgrootte. Binnen De Voorde spreken we niet van „groep 1 t/m 8‟ zoals in het regulier basisonderwijs. De leerlingen worden wel ingedeeld in groepen, maar werken ieder op hun eigen niveau en in hun eigen tempo. We spreken dan ook niet van “overgaan” of “blijven zitten”. Een leerling volgt gewoon zijn eigen leerweg. 5 Leer- en vormingsgebieden In de tabel hiernaast wordt globaal weergegeven hoeveel tijd per week (in uren en minuten) aan verschillende leer- en vormingsgebieden wordt besteed. Het gaat hier om gemiddelden. Een en ander kan dus variëren per leerjaar en per periode. Onderbouw Godsdienstonderwijs Nederlandse taal Rekenen en wiskunde Kennisgebieden Tekenen en handvaardigheid Bev. sociale redzaamheid Lichamelijke oefening Spel en beweging Muziek Bevordering gezond gedrag Functieontwikkeling 2.00 uur 6.50 uur 1.00 uur 1.30 uur 1.30 uur 1.00 uur 1.30 uur 4.30 uur 1.00 uur 1.15 uur 1.15 uur Middenbouw Godsdienstonderwijs Nederlandse taal Rekenen en wiskunde Kennisgebieden Expressie Bevordering sociale redzaamheid Lichamelijke oefening 2.30 uur 9.30 uur 4.00 uur 1.00 uur 2.15 uur 1.45 uur 2.00 uur Bovenbouw Godsdienstonderwijs Nederlandse taal Rekenen en wiskunde Kennisgebieden Expressie Bevordering sociale redzaamheid Lichamelijke oefening Engels 2.00 uur 8.30 uur 4.00 uur 3.00 uur 2.00 uur 1,30 uur 1.30 uur 0.45 uur 5.1 Godsdienstonderwijs en geestelijke stromingen Leerlingen die op De Voorde zitten, hebben gezien de problematiek extra aandacht nodig voor de taalontwikkeling. Wij maken daarom de keuze veel tijd te investeren op het gebied van de Nederlandse taal. Hieronder vallen: schrijven, spreken/luisteren, lezen, stellen en spellen. Naast de tijd in de groepslessen is er ook binnen de logopedie intensieve aandacht voor de mondelinge taal, waarbij de samenwerking met de leerkracht een grote rol speelt. De kern van de godsdienstige vorming is, dat we de kinderen de christelijke boodschap uit de Bijbel meegeven. Daarmee geven we ze basis voor hun geloof in God. De kinderen maken kennis met de Bijbelverhalen. Ze leren de principes uit de Bijbel toe te passen in hun eigen leven, doordat situaties uit de eigen belevingswereld worden gebruikt. De methode „Trefwoord‟ biedt dagelijks visuele ondersteuning en structuur in de vorm van een kalender, die in elk lokaal te zien is. De weekopening, die elke maandagochtend gezamenlijk plaatsvindt, speelt een grote rol bij het introduceren van het wekelijks thema. In de groep beginnen en eindigen we de dag met een gebed of een liedje. Onder kennisgebieden wordt verstaan: aardrijkskunde, geschiedenis, natuur, maatschappelijke verhoudingen en wereldoriëntatie. Binnen ons type onderwijs maken we veelal gebruik van methoden en leermiddelen uit het regulier onderwijs. De manier waarop deze gehanteerd worden verschilt echter. De aanpassingen worden ten behoeve van de individuele ontwikkeling gerealiseerd. Dit geldt voor de onderstaande ontwikkelings- en leergebieden. Naast de christelijke godsdienst laten we de kinderen kennismaken met andere godsdiensten en denkrichtingen. De bedoeling is dat ze daarvoor respect leren hebben. Als zodanig speelt het vak geestelijke stromingen een rol in de bestrijding van vooroordelen en racisme. Bij deze lessen dient de methode „Trefwoord‟ als ondersteuning. 6 oefeningen om bijvoorbeeld hun visuele en auditieve vaardigheden en schrijfmotoriek te verbeteren. Deze oefeningen vinden zowel in de groep als individueel bij de logopedist plaats. 5.2 Actief burgerschap en sociale integratie Ons onderwijs is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie. Actief burgerschap verwijst naar de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Leerlingen groeien op in een steeds complexere maatschappij. Onze school vindt het van belang haar leerlingen op een goede manier hierop voor te bereiden. Leerlingen maken ook nu al deel uit van de samenleving. Allereerst is kennis van belang maar daar blijft het niet bij. Vanuit onze christelijke identiteit vinden wij het van belang dat leerlingen op een zelfbewuste manier in het leven staan, waarbij ze niet alleen respect hebben voor anderen maar ook naar anderen omzien. Wij willen leerlingen brede kennis over en verantwoordelijkheidsbesef voor de samenleving meegeven. In de school leren leerlingen samen te leven met anderen. 5.4 Bewegingsonderwijs Hierbij doen de kinderen bewegingservaring op in bewust gecreëerde en gevarieerde situaties, zoveel mogelijk in eigen tempo en op eigen wijze, in samenspel met anderen. 5.5 Nederlandse taal Taal is een belangrijk instrument voor het denken. Door middel van taal brengen we orde en structuur aan in onze omgeving. Het is een instrument voor het denken en leren. Met behulp van taal kunnen we plannen maken, problemen signaleren, redeneren, alternatieven bedenken, problemen oplossen, fantaseren en voorspellen. Het leren van taal is van vitaal belang voor een goede sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling. Taal is ook één van de middelen die we gebruiken om te communiceren. Op onze lesroosters zult u dit vak niet tegenkomen, want veel elementen van actief burgerschap en sociale integratie maken namelijk al deel uit van andere vakken. U kunt daarbij denken aan vakken als godsdienst, geschiedenis, wereldoriëntatie. Als het gaat om waarden en normen, om gedrag, dan komt dat uiteraard aan de orde bij godsdienst en sociaal-emotionele ontwikkeling. Maar vooral ook in de dagelijkse omgang tussen teamleden en leerlingen en leerlingen onderling. Natuurlijk ligt hier ook een relatie met de gedragsregels die wij op onze school hanteren. Om de taalontwikkeling zoveel mogelijk aandacht te geven, stimuleren we vanaf de kleutergroepen een bewust gebruik van taal gedurende de hele dag. We lokken de kinderen uit tot spreken door ze zélf dingen te laten ervaren en veel visueel te maken. In de kleutergroepen gebruiken we de methode ´Ko totaal`. De nadruk in deze methoden ligt op de mondelinge taalvaardigheid en uitbreiding van de woordenschat. De concrete ervaringen die kinderen tijdens een schooldag opdoen worden als uitgangspunt gebruikt voor het stimuleren van de taalvaardigheid. Op deze manier wordt de taal functioneel en krijgt betekenis. Er is tijdens de lessen veel ruimte voor interactie: tussen leerkracht en kind, maar ook tussen kinderen onderling. Bij de kleuters en in de onderbouw werken de leerkracht en logopediste samen in kleine taalgroepjes, waarin taal- en auditieve vaardigheden intensief en gericht worden geoefend. Bij de taallessen maken we gebruik van de methode „Taal op Maat‟. Hierin wordt een aantal taalaspecten (zoals taalbeschouwing, woordenschatontwikkeling en stellen) geïntegreerd aangeboden. De methode werkt thematisch. Door onderwerpen te kiezen uit de leef- en belevingswereld van de leerlingen is er sprake van herkenbare inhouden die de leerlingen uitdagen hun eigen ervaringen in te zetten. Op deze manier profiteren de leerlingen optimaal van het taalonderwijs. Interactie is hierbij erg belangrijk. De thema‟s bieden de mogelijkheid om de woorden die tijdens de woordenschatlessen worden aangeboden in samenhang aan te bieden, waardoor het beter beklijft. Voor veel kinderen is het omzetten van de mondelinge taal naar 5.3 Zintuiglijke oefening Hierbij leren de kinderen om zintuiglijk waar te nemen en hun zintuigen te ontwikkelen, waardoor hun communicatieve vaardigheden en leermogelijkheden worden vergroot. Bij de kleinsten doen we dit spelenderwijs, o.a. in taalgroepjes, gebruikmakend van ontwikkelingsmateriaal. In samenspraak met de fysiotherapeuten en logopedisten wordt er bij sommige kinderen extra aandacht besteed aan de sensomotoriek. De grotere kinderen doen systematisch gerichte 7 schriftelijke taal (en vice versa) moeilijk. In de lessen, waarbij de leerling op eigen niveau werkt, is veel aandacht voor herhaling en instructie. we gestart met het invoeren van Spreekbeeld. Spreekbeeld wordt gebruikt om de letters en klanken nog beter te laten beklijven en de klanktekenkoppeling te versterken. Hieromheen worden allerlei oefeningen en spelletjes gedaan om de tussendoelen van de beginnende geletterdheid te bevorderen. Het fonemisch bewustzijn is hierin erg belangrijk. Spelling Bij dit vak werken de leerlingen in de methode „Spelling op Maat‟ op hun eigen niveau. Met behulp van deze spellingmethode leren ze om: Aan de hand van de methode „Veilig leren lezen‟ leren de kinderen alle letters en komen tot het lezen van woorden en zinnen. Wanneer een leerling eerder toe is aan lezen, dan wordt het aanvankelijk lezen eerder gestart. We hebben op De Voorde in de periode van aanvankelijk lezen veel aandacht voor de auditieve vaardigheden. Wanneer er onvoldoende resultaten worden geboekt met „Veilig Leren Lezen‟, wordt de methode „Leeslijn‟ gebruikt en/of het Connectlezen of Ralfilezen ingezet. Connect en Ralfi zijn remediërende programma‟s waarbij bepaalde fasen in het leesproces extra aandacht krijgen en vaardigheden kunnen worden ingeoefend. veel voorkomende Nederlandse woorden op een goede manier te schrijven en die in hun schriftelijke taalgebruik toe te passen; door middel van vaardigheden de juiste schrijfwijze van onbekende woorden te vinden of zo goed mogelijk te benaderen. Mondelinge taalvaardigheid In nauwe samenwerking met de logopedist werken de kinderen meerdere momenten in de week aan hun mondelinge taalvaardigheid. Tijdens deze individuele en/of groepsmomenten worden de thema‟s van de taalmethode mondeling verder uitgediept. Hierbij kunt u denken aan: woordenschat, zinsbouw, taalgebruik en gesprekstechnieken. In de middenbouw is er veel aandacht voor het technisch lezen. Door dagelijks in circuitvorm te werken, oefenen de leerlingen diverse vaardigheden. In leerjaar 3 gebruiken we de methode „Ko heeft praatjes‟, deze methode sluit aan bij de aanvankelijk leesmethode „Veilig leren lezen‟. In de middenbouw sluiten we aan bij de methode „Taal op Maat‟ en in de bovenbouwgroepen gaan we meer in op de sociale vaardigheden in relatie tot communiceren. Voor begrijpend lezen gebruiken we de teksten en vragen van „Humpie Dumpie‟ en vervolgens de methode „Goed gelezen‟. Deze methode heeft veel aandacht voor uitbreiding van de woordenschat en het begrijpen van teksten met behulp van leesstrategieën. De woordenschat is een essentiële factor voor het begrijpend lezen. We vinden het belangrijk dat hier methodisch veel aandacht voor is. Taalexpressie Het doel van taalexpressie is een betere beheersing van de taal, zowel mondeling als schriftelijk. De leerlingen werken aan een grotere spreekvaardigheid en aan de ontwikkeling van hun fantasie, creativiteit en inlevingsvermogen in een bepaalde rol. Verder trainen ze hun luister- en gespreksvaardigheid en het onder woorden brengen van gevoelens. Schrijven Bij het schrijven richten we ons op de ontwikkeling van de schrijfvaardigheid, waarbij de leerling zich een persoonlijk handschrift eigen maakt dat voldoende leesbaar is en voldoende snel gebruikt kan worden. Daarbij letten we ook op een ontspannen schrijfhouding. Hiervoor maken we gebruik van voorbereidende schrijfoefeningen en de oefeningen van de kalender „De klas beweegt‟. Bij de lessen gebruiken we de methoden „Pennenstreken‟ en „Handschrift‟. Het is belangrijk dat de kinderen de aangeleerde letters in deze methoden op de juiste manier inoefenen. De leerlingen krijgen, vanaf het moment dat ze de hoofdletters leren schrijven, éénmalig een Lamyvulpen of Stabilo-pen van school. Als de pen kapot gaat of kwijtraakt, worden de leerlingen geacht een Lamy-vulpen of Stabilo-pen van thuis mee te nemen. Spreekbeurten, boekbesprekingen en werkstukken Vanaf leerjaar 4 starten we op een heel eenvoudige manier met het houden van een spreekbeurt en/of een boekbespreking. Hierin zit een geleidelijke opbouw, zodat de kinderen bij het verlaten van de school genoeg ervaring hebben in het presenteren van een bepaald onderwerp. Lezen In alle kleutergroepen wordt er gewerkt aan het voorbereidend lezen. Er worden letters aangeboden in een context en deze worden in de klas centraal opgehangen. In augustus 2012 zijn 8 deelnemer aan groepsprocessen en als deelnemer aan het verkeer. 5.6 Engelse taal Een tweede taal leren wanneer de Nederlandse taal moeite kost lijkt moeilijk. Toch pikken veel kinderen via de televisie en computer Engelse woorden op. In de bovenbouw wordt op concrete wijze geoefend met de eerste woorden en zinnen in het Engels. We gebruiken hiervoor de methode “Just do IT!”. 5.7 Rekenen en wiskunde Bij de kleuters beginnen we met het leggen van een basis om te gaan rekenen. Het tellen en omgaan met hoeveelheden is een belangrijke voorwaarde om daadwerkelijk te gaan rekenen. Het aanleren en inoefenen van de rekenbewerkingen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen) vormt de basis van het begrijpen van eenvoudige wiskundetaal. De leerlingen in de middenbouw leren het verband te zien tussen rekenen/wiskunde en hun dagelijkse leefwereld. Er wordt tijdens de rekenlessen veel aandacht besteed aan automatiseren en getalbegrip. Als methodes gebruiken we „De wereld in getallen‟, „Remelka‟, „Maatwerk‟, „Ko-totaal” en ontwikkelingsmateriaal. Ook worden dagelijks computerprogramma‟s ingezet om sommen te automatiseren en lesstof te herhalen. Verkeer Bij de kleutergroepen maken we gebruik van thema‟s met betrekking tot het verkeer. In de andere groepen gebruiken we de methode „Klaar…over!‟. Daarnaast voeren de leerlingen zelf projecten uit. De bovenbouw krijgt ook examenstof van Veilig Verkeer Nederland. De eindgroep doet mee aan het theoretische gedeelte van het verkeersexamen. 5.8 Kennisgebieden PAD Hieronder vallen de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuur, maatschappelijke verhoudingen en wereldoriëntatie. Met de lessen geven we de leerlingen kennis en inzicht mee die ze nodig hebben om zich te kunnen ontplooien in een voortdurend veranderende samenleving. Tijdens de lessen combineren we de verschillende vakken, zodat voor de leerlingen relaties tussen de vakken duidelijk worden. Het begrijpen, toepassen en verbanden leggen heeft een grote rol tijdens de lessen. Het visueel ondersteunen en zelf doen en ervaren is heel belangrijk. We spelen altijd in op de actualiteiten, zodat de leerlingen ook begrijpen wat er in de wereld om hen heen gebeurt. Topografie en kaartlezen krijgen ook de aandacht, evenals Prinsjesdag, het koningshuis en onderwerpen uit de staatsinrichting. We werken met een groepsjaarplan, zodat volgens een vaste leerlijn gewerkt kan worden en doelen helder zijn. We gebruiken de volgende methoden: in de kleutergroepen de activiteitenmap „Idee‟ en „Ko totaal‟ en in de andere groepen gebruiken we „Leefwereld‟ (natuur), „Wijzer door de wereld‟ (aardrijkskunde), „Een zee van tijd‟ (geschiedenis) en schooltelevisieprogramma‟s. Kinderen met auditieve en/of communicatieve beperkingen kunnen kwetsbaar zijn in de sociaalemotionele ontwikkeling. Daarom besteden we op school hier veel aandacht aan. In de kleutergroepen wordt gewerkt met „De doos vol gevoelens‟ in combinatie met het PADprogramma. PAD staat voor: Programma Alternatieve Denkstrategieën. Het doel hiervan is het bevorderen van de sociale vaardigheden en het sociaal inzicht van de kinderen én het beter laten verlopen van de onderwijskundige en opvoedkundige processen in de groep. Het PAD heeft vijf leergebieden: zelfcontrole uitoefenen gevoelens en waarden/oordelen begrijpen problemen oplossen een positief zelfbeeld ontwikkelen met leeftijdgenoten omgaan. Ouders kunnen de principes van PAD ook thuis toepassen. Hiervoor wordt op school tweejaarlijks een PAD-oudercursus aangeboden. 5.10 Bevordering van gezond gedrag 5.9 Bevordering van sociale redzaamheid In deze lessen leren de kinderen een gezond gedragspatroon te ontwikkelen dat bij hen zelf past en bij hun leefomgeving. We gebruiken In deze lessen verwerven de kinderen kennis, inzicht en vaardigheden als consument, als 9 hiervoor o.a. de methoden „Ko Totaal´ en „Leefwereld‟. De kinderen van de eindgroep volgen een lessenserie die ingaat op alle onderwerpen die met seksualiteit en relaties in brede zin te maken hebben. Daarbij horen onderwerpen als zelfbeeld, vriendschap, verliefdheid, lichamelijke ontwikkeling, weerbaar zijn, enz. Er worden door een externe gediplomeerde EHBO-er EHBO-lessen gegeven in de eindgroep. De leerlingen doen hiervoor officieel examen, waarmee ze hun jeugd-EHBO-Adiploma behalen. raadplegen. De computer wordt ook veel gebruikt worden om leerstof (herhalingsstof, oefenstof en remediërende stof) aan te bieden. Voor de leerlingen ontstaat de mogelijkheid om te oefenen met het gebruik van computers en informatie te vinden die, door het visuele karakter ervan, juist voor hen zeer geschikt is. In alle groepen wordt gewerkt met een digitaal schoolbord. Met dit bord is het mogelijk om ons onderwijs visueel te maken in de breedste zin van het woord. 5.11 Muziek 6 Inrichting van ons onderwijs Door muziek leren kinderen de cultuur waarin ze leven spelenderwijs kennen en herkennen. Muziek geeft kinderen de kans om zich op emotioneel en creatief gebied te ontwikkelen. Het is een communicatiemiddel dat de taal overstijgt. 6.1 Onderwijs op eigen niveau Alle leerlingen werken in hun eigen groep op hun eigen niveau aan vakken als taal, lezen, rekenen en schrijven. In iedere groep wordt voor elk vak een aantal niveaugroepen gevormd, zodat op effectieve wijze instructie kan worden gegeven. Tijdens vakken als aardrijkskunde, geschiedenis en natuur krijgen de leerlingen ook in hun eigen groep les. Er wordt tijdens deze lessen gedifferentieerd tijdens de instructie en verwerking van de lesstof. We volgen voor deze vakken een groepsplan. In het OPP (Ontwikkelings Perspectief Plan) staat aangegeven welk doel op elk vakgebied voor de leerling nagestreefd wordt. Het onderdeel muziek neemt de kinderen mee op een muzikale reis naar klank, vorm en betekenis van soorten, genres en stijlen. Ze leren op een systematische manier de taal van de muziek te begrijpen en ontdekken hun eigen muzikale mogelijkheden. We gebruiken de methode „Moet je doen‟. 5.12 Beeldende Vorming Door beeldende vorming ontwikkelen de kinderen hun waarnemings- en voorstellingsvermogen, en worden ze in staat gesteld om die indrukken, door het aanbieden van verschillende materialen en technieken, creatief weer te geven. In elke les staat een afbeelding van een kunstwerk én een bijpassend verhaal centraal. We gebruiken de methode „Moet je doen‟. Voor alle leerlingen wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Het geeft aan wat het verwachte uitstroomniveau (aan het einde van groep 8) is. Dit wordt gebaseerd op de intelligentiegegevens, belemmerende en bevorderende factoren, de onderwijsbehoeften en het leerrendement. Het ontwikkelingsperspectief geeft ouders meer zicht op de ontwikkeling van hun kind. In de eerste leerjaren wordt het ontwikkelingsperspectief op De Voorde voor alle leerlingen op niveau VMBO gesteld. Er wordt bij alle leerlingen naar gestreefd om dit niveau te behalen. Omdat er nog niet voldoende meetmomenten zijn geweest en jonge kinderen nog zeer kunnen wisselen in hun ontwikkeling kan er nog geen realistisch verwacht eindniveau worden berekend. Aan het eind van leerjaar 4 wordt het ontwikkelingsperspectief op basis van de gegevens die dan bekend zijn vastgesteld per leerling en verder gespecificeerd. 5.13 Spel en beweging Spel en beweging zijn niet alleen een manier om te ontspannen, maar ook om bijvoorbeeld vat te krijgen op de wereld om je heen, om je te uiten, om dingen te begrijpen en te verwerken. We bieden de kinderen dus spel aan als doel op zichzelf én als middel. Als ondersteuning maken we o.a. gebruik van de methode „De klas beweegt‟. 5.14 ICT ICT staat voor Informatie en Communicatie Technologie. Juist op onze school is het belangrijk dat zowel personeelsleden als leerlingen gebruik kunnen maken van de modernste ICT-middelen. Er is een computernetwerk aanwezig door de hele school. We hebben voor de leerlingen gemiddeld drie computers per klaslokaal. 6.2 Zelfstandigheid We vinden het belangrijk om de kinderen op jonge leeftijd al te stimuleren tot zelfstandigheid. Dit begint met zélf de jas dichtmaken of de tafel schoonmaken. De kinderen mogen tot en met leerjaar 3 in de klas worden gebracht. We streven er naar dat alle kinderen zelf hun tas uitpakken en jas ophangen. Het opdoen van succeservaring stimuleert tot verder ontwikkelen. Bij de kleuters Het netwerk biedt voor personeelsleden de mogelijkheid om snel informatie te krijgen en om informatie over leerlingen in te voeren en te 10 en onderbouw werken we met een planbord. In de bovenbouw werken we aan het zelfstandig plannen van taken. Het werken met deze taken wordt geleidelijk opgebouwd en ondersteund met pictogrammen. De kinderen leren op deze manier te plannen en dragen een stukje verantwoordelijkheid met betrekking tot hun taak. Zeker in het voortgezet onderwijs zijn bovengenoemde vaardigheden onmisbaar. Ook wordt al snel het gebruik van een agenda ingevoerd. Hierin plannen de leerlingen hun eigen activiteiten en noteren zij het huiswerk. toetsresultaten worden opgeslagen in het leerlingvolgsysteem. Zo kan gezien worden of de leerlingen zich in voldoende mate ontwikkelen.. We volgen de leerlingen op motorisch gebied met behulp van het leerlingvolgsysteem „Bewegen en Spelen‟. Dit is een systeem waarbij de motorische ontwikkeling van kinderen in kaart wordt gebracht. Met het systeem wordt er geobserveerd en geregistreerd. Er worden 8 bewegingsonderdelen eenmaal per jaar getest in de gymles. De weergave van de ontwikkeling wordt toegevoegd aan de laatste evaluatie van het handelingsplan. In de bovenbouw krijgen de leerlingen een agenda van school, in de eindgroep mogen ze een eigen agenda gebruiken. Toets 1 2 Taal voor kleuters X X Rekenen voor kleuters X X AVI Drie minuten toets Spellingvaardigheid Begrijpend lezen Rekenen/wiskunde Licor, indien gewenst Bewegen en spelen X X Leerjaren 3 4 5 6 7 8 X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X Bij de eindschoolverlaters nemen we verder in ieder geval de volgende toetsen af: de NIO (Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau) en het drempelonderzoek. 6.3 Leerlingbesprekingen 6.5 Logopedie Drie keer per jaar vindt de leerlingbespreking plaats. Op deze bespreking wordt gekeken of de leerontwikkeling, taalontwikkeling en de sociaalemotionele ontwikkeling van de leerlingen naar verwachting verloopt. Als er problemen zijn, kan er een CVB-lid geraadpleegd worden of kan de betreffende leerling in de CVB besproken worden. Soms wordt er naar aanleiding van de leerlingbespreking, als aanvulling op het OPP, een apart handelingsplan voor bijvoorbeeld rekenen of taal opgesteld. Naar aanleiding van de toetsresultaten kan een leerling op een ander niveau gaan werken. Natuurlijk wordt er op eerder gesignaleerde problemen ook actie ondernomen. Meteen na plaatsing krijgt uw kind logopedie. In eerste instantie zal de logopedist uw kind observeren, onderzoeken en/of het dossier met eerdere rapportages raadplegen. Aan de hand hiervan stelt de logopedist de beginsituatie vast en stelt ze, in overleg met de leerkracht doelen op voor het handelingsplan. De doelen kunnen opgesteld worden op het gebied van de uitdrukkingsvaardigheid, taalbegrip, wederkerigheid, conversatievaardigheden en weerbaarheid. Vaak zijn er op meerdere gebieden problemen, zoals een vertraagde spraaktaalontwikkeling als gevolg van slechthorendheid of een motorisch probleem dat spraakmoeilijkheden veroorzaakt. Twee keer per jaar wordt het handelingsplan geëvalueerd. De ernst van de problematiek en de leeftijd van het kind zijn bepalend voor het aantal behandelingen. De leerkracht en logopedist werken nauw samen aan de doelen die gesteld worden voor de communicatieve redzaamheid. 6.4 Leerlingvolgsysteem Dagelijks wordt in de klas de ontwikkeling van uw kind gevolgd. De leerkrachten doen dit door o.a. het werk van de kinderen te bekijken en door te observeren. Tussentijds nemen de leerkrachten ook toetsen af om de ontwikkeling van de leerlingen zo goed mogelijk in de gaten te houden. Naast de methodegebonden toetsen worden ook niet-methodegebonden (CITO-)toetsen afgenomen. Deze toetsen vormen een belangrijk onderdeel van het leerlingvolgsysteem. Deze toetsen worden op vaste tijdstippen in het jaar afgenomen. In de tabel hieronder ziet u welke toetsen we voor welke leerjaren afnemen. De In de onderbouw bieden we een doorgaande lijn binnen de taalgroepjes. Met behulp van de methode „Ko Totaal‟ en „Ko heeft praatjes‟ geven we aandacht aan mondelinge taalvaardigheden zoals woordenschatuitbreiding, gespreksvaardigheden, luisterhouding, auditieve vaardigheden en taalgebruik in verschillende situaties. In de middenbouw ligt meer de nadruk 11 op het gebruiken van taal als communicatiemiddel. De logopedisten en leerkracht werken samen aan de hand van een thema uit de taalmethode. In de bovenbouw richten we ons nog meer op de sociale vaardigheden en oefenen we in verschillende taalgebruikssituaties. worden hiervan in kennis gesteld en daar waar nodig en gewenst, vindt ook overleg plaats. Ouders worden op de hoogte gehouden van de vorderingen. Uw kind krijgt van de logopedist een schriftje met oefeningen en eventueel thuisopdrachten. Hierin kunt u als ouder ook uw vragen en opmerkingen naar de logopedist kwijt. Bij de kleuters doen we soms werkjes in de communicatiemap van uw kind. Naast het schriftje kunt u via de telefoon of email contact opnemen met de logopedist. Ook kunt u de logopedist spreken op de gespreksavonden. Daarnaast bent u van harte welkom om op afspraak de logopedie van uw kind bij te wonen. Als deskundige op het gebied van auditieve en gehoorontwikkeling werkt de audioloog samen met de andere leden van de Commissie van Begeleiding. Ten behoeve van bijvoorbeeld apparatuuraanpassingen, adviezen m.b.t. Cochleaire Implantatie, extra onderzoeken, omgang met de gehoorbeperking van een bepaalde leerling, overlegt de audioloog met de school. 6.6 Speciale apparatuur De slechthorende leerlingen worden bij voorkeur ieder jaar, of anders om het jaar, gecontroleerd op hun gehoor. U krijgt rechtstreeks schriftelijk bericht en het is de bedoeling dat ouders zelf hun kind begeleiden. Ouders en school ontvangen een verslag van het onderzoek. Audioloog Audiologisch onderzoek In de groepen en bij de logopedie gebruiken we soloapparatuur. Door het gebruik van deze apparatuur kan de leerling de leerkracht zonder ruis verstaan. De leerkracht/logopediste draagt een microfoon en de slechthorende leerlingen dragen een ontvanger, die aan het hoortoestel van de leerling wordt vastgeklikt. Om de gesproken taal visueel te ondersteunen, gebruiken we in iedere groep een digitaal schoolbord. Gezondheidsonderzoek De gezondheid van alle kinderen wordt regelmatig onderzocht. Kinderen van 0 tot 4 jaar worden onderzocht op het consultatiebureau. Vanaf 4 jaar wordt het groeiproces van ieder kind gevolgd door de jeugdarts van de school waar het kind op zit. Er wordt onderzoek gedaan naar de lichamelijkesociale- en emotionele ontwikkeling van uw kind. 7 Commissie van Begeleiding (CVB) Naast de leerkrachten en logopedisten is er binnen De Voorde een aantal andere mensen die uw kind op deskundige wijze kunnen ondersteunen. Deze deskundigen werken samen met de leerkrachten en logopedisten en ondersteunen hen ook vanuit hun specialisme. In de basisschoolperiode wordt bij ieder kind een gezondheidsonderzoek gedaan. De onderzoeken vinden in de loop van het schooljaar plaats. U krijgt altijd vooraf informatie over een onderzoek. De Commissie van Begeleiding bestaat uit de volgende personen: Als uw kind 5 of 6 jaar oud is, wordt het kind onderzocht door de jeugdarts. Er wordt onderzoek gedaan naar het gehoor, de ogen, lengte en gewicht, de houding en de motoriek. Daarnaast wordt in een gesprek met de ouders dieper ingegaan op het gedrag en het sociaal functioneren van uw kind. Als uw kind 10 of 11 jaar is, wordt het kind opnieuw door de schoolarts onderzocht. Ook nu wordt gekeken naar de ogen, lengte en gewicht en wordt er naar de rug gekeken. Op indicatie wordt het gehoor of de motoriek getest. voorzitter (tevens lid van de directie) jeugdarts schoolmaatschappelijk werker orthopedagoog intern begeleider logopedist audioloog (op aanvraag) Primaire taak is te waarborgen dat een leerling die op De Voorde zit zo goed mogelijk onderwijs krijgt. Daartoe wordt voor ieder kind op onze school onder verantwoordelijkheid van de commissie het OPP gemaakt. Dit plan bevat doelstellingen voor het onderwijs en wordt jaarlijks geëvalueerd. Indien een leerling zich anders ontwikkelt dan verwacht, dan zal de CVB samen met alle betrokkenen onderzoeken en overleggen welke extra zorg nodig is of dat een extra onderzoek gedaan moet worden. Ook kan het zijn dat doelstellingen aangepast moeten worden. Ouders Naast bovenstaand standaardbeleid van de Jeugdgezondheidszorg ZHW, geldt voor onze leerlingen dat er na plaatsing op onze school, een verslag gemaakt wordt van de beschikbare medische (JGZ) gegevens, soms aangevuld met onderzoek van bijvoorbeeld de ogen of het gehoor. De jeugdarts, die in onze Commissie van Begeleiding (CVB) zit, is 12 gespecialiseerd in de problematiek van onze leerlingen. Daarnaast worden ook leerlingen uitgenodigd naar aanleiding van een groter onderzoek door de CVB of een hulpvraag vanuit de school. Ouders worden altijd van tevoren op de hoogte gesteld wat de reden is van de uitnodiging. een afwijkende ontwikkeling op één van deze gebieden signaleert, kan de hulp van de orthopedagoog ingeschakeld worden. In overleg, veelal samen met de andere disciplines in de Commissie van Begeleiding wordt gezocht naar een passende aanpak en wordt bekeken of uitgebreid (extern) onderzoek gewenst is. De orthopedagoog voert daarnaast in het kader van de herindicering psychologische onderzoeken uit. (Extern) verrichte onderzoeken worden vertaald door de orthopedagoog naar de schoolsituatie. Contact met ouders en andere betrokkenen is in bepaalde gevallen belangrijk om de hulp op elkaar af te stemmen. Heeft u als ouder zorgen en twijfels over de gezondheid of de ontwikkeling van uw kind, dan kunt u vrijblijvend contact opnemen met de jeugdarts. Er kan een extra onderzoek of gesprek plaatsvinden, ongeacht de leeftijd van uw kind. Schoolmaatschappelijk werker De schoolmaatschappelijk werker vervult veelal een brugfunctie tussen ouders en school. Zij ondersteunt in het vinden van een betere omgang met de kinderen. Zij is ook vaak de verbinding tussen de school en externe hulp- en dienstverlenende instanties. Als lid van de Commissie van Begeleiding richt zij zich op degenen die invloed hebben op de opvoedingssituatie van de kinderen. Dat zijn enerzijds de ouders/verzorgers en anderzijds de leerkrachten en andere teamleden van de school. Indien u daar behoefte aan heeft kunt u een beroep op de schoolmaatschappelijk werker doen en wel voor het volgende: informatie en advies m.b.t. het interne en externe zorgaanbod en hulp bij eventuele verwijzing naar externe zorginstanties opvoedkundige adviezen wanneer u zorgen heeft t.a.v. de sociaalemotionele ontwikkeling van uw kind in relatie tot de thuissituatie indien u vertrouwelijke informatie t.a.v. de opvoedkundige situatie thuis wilt bespreken indien u informatie wilt geven over een extern hulpverleningstraject waar u met uw kind gebruik van maakt 8. Extra zorg 8.1 Coördinatie leerlingenzorg De intern begeleider coördineert alle extra zorg rondom de leerlingen en is voortdurend op de hoogte van welke zaken er rondom de leerlingen spelen. Hij/zij bewaakt de uitvoering van de ontwikkelings perspectief plannen en verdere acties rondom de leerlingen. Bovendien zit hij/zij de leerlingbespreking voor. Het kan ook voorkomen dat de schoolmaatschappelijk werker zelf contact met ouders opneemt wanneer er extra zorgen zijn ten aanzien van het verloop van de ontwikkeling van een leerling. Wanneer een leerling uitgebreid besproken gaat worden in de Commissie van Begeleiding brengt zij ouders op de hoogte hiervan. 8.2 Handelingsplan voor extra hulp Als een leerling op een bepaald gebied dreigt vast te lopen ondanks alle aandacht en zorg binnen de school, dan kan een individueel handelingsplan worden opgesteld. Degene die de extra hulp gaat bieden, stelt het handelingsplan op. Als ouder wordt u hiervan op de hoogte gebracht en zo nodig bij de uitvoering van het handelingsplan betrokken. Soms betekent het dat een leerling (individueel) extra hulp krijgt buiten de lessen om, bijvoorbeeld spelbegeleiding of psycho-educatie. Deze extra hulp kan binnen of buiten de groep plaatsvinden. Orthopedagoog De cognitieve, sociaal-emotionele en persoonlijkheidsontwikkeling van de leerlingen zijn belangrijke ontwikkelingsgebieden. Al bij aanmelding worden opvallendheden op deze gebieden vanuit het dossier in kaart gebracht door de orthopedagoog. Bij plaatsing wordt gekeken naar de bijzondere behoeften die kinderen op deze gebieden hebben. Wanneer de leerkracht 13 8.3 Kinderfysiotherapie 8.7 Autismebegeleiding Fysiotherapie kan op school plaatsvinden, mits de huisarts daarvoor een verwijsbrief schrijft. Omdat er veel vraag is naar kinderfysiotherapie kan het gebeuren dat uw kind op een wachtlijst komt te staan. Indien de problematiek ernstig is of de wachtlijst te lang, wordt fysiotherapie in de periferie geadviseerd. De kinderfysiotherapie wordt bekostigd vanuit de ziektekostenverzekering van de ouders. Met betrekking tot leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum (ASS) is het belangrijk om te beseffen dat deze leerlingen een blijvende beperking/handicap hebben die in iedere levensfase anders naar voren kan komen. De ASS - problematiek kan niet worden weggenomen, daarom zal vaak de omgeving van de leerling moeten worden aangepast. Als school hebben we een rol in het proces van bewustwording en acceptatie met betrekking tot de beperking/handicap van deze leerlingen. Daarnaast hebben we de taak om de behoeften van deze leerlingen binnen de onderwijssetting in kaart te brengen. Verder is het belangrijk om leerlingen met ASS zo communicatief redzaam als mogelijk te maken, waarbij eventueel hulpmiddelen of aanpassingen worden gebruikt. 8.4 SOVA-training SOVA - training staat voor sociale vaardigheidstraining. Sommige kinderen hebben, naast het volgen van het PAD, extra oefening van de sociale vaardigheden nodig. De kinderen leren op een plezierige wijze contact te maken met anderen en dit te onderhouden. Er wordt naar gestreefd de zelfredzaamheid en het zelfvertrouwen te versterken doordat de kinderen in een kleine groep positieve ervaringen opdoen. De SOVAtraining wordt binnen de groep gegeven. We streven er naar om dit in leerjaar 7 te doen. Leerkrachten en andere teamleden ontvangen deskundige ondersteuning van de orthopedagoog als zij te maken hebben met een leerling die binnen het autistisch spectrum valt of als hier een vermoeden van is. Het gaat dan om gediagnosticeerde leerlingen (ASS-leerlingen), maar ook bij vermoedens van autisme helpt de orthopedagoog dit verder te onderzoeken. In de meeste gevallen neemt de orthopedagoog ook contact op met de ouders om te informeren en ten behoeve van een goede samenwerking. Het team van De Voorde is didactisch en pedagogisch geschoold op het gebied van autisme. 8.5 Psycho-educatie Op De Voorde gebruiken we het psycho-educatie programma “IK BEN IK” en dit programma biedt kinderen de mogelijkheid om beter om te leren gaan met de eigen problematiek op het gebied van spraak-/taalmoeilijkheden en/of communicatieve problemen. Het doel van de methode is om inzicht te vergroten in wat er in en om je heen gebeurt. Ook technisch wordt uitgelegd wat er aan de hand is: waarom kan je niet vertellen wat je wilt, kan je de ander niet goed begrijpen, kan je moeilijk horen etc. Als eenmaal het inzicht in de eigen problematiek wordt verkregen of vergroot, dan kan pas gewerkt worden aan het omgaan met de beperking. De individuele begeleiding wordt gegeven door een ervaren leerkracht en na overleg met ouders. 8.6 Spelbegeleiding Op De Voorde is ervoor gekozen om ASSleerlingen samen te laten functioneren met de andere leerlingen. Dus alle doelgroepen zitten gezamenlijk in de verschillende klassen. In deze onderwijssetting hebben ASS-leerlingen een optimale kans om op het gebied van de communicatie en de wederkerigheid verder te ontwikkelen. 8.8 Dyslexieprotocol Op De Voorde werken wij met het protocol leesproblemen en dyslexie voor cluster 2. In dit protocol staan onder andere de toetsen en observatielijsten beschreven, die wij gemiddeld 3 maal per jaar in alle groepen afnemen om leerproblemen die te maken kunnen hebben met dyslexie sneller op te sporen. Mochten de uitslagen daartoe aanleiding geven, kunnen wij overgaan tot nog gerichter onderzoek en hulp aan de leerling. In de Commissie van Begeleiding worden de verschillende leerlingen waarvan wij denken dat ze mogelijk in aanmerking komen voor een dyslexieverklaring besproken. Als een leerling binnen deze groep valt, wordt dit met de ouders besproken. Spel en spelen is voor kinderen een belangrijk middel om zich te ontwikkelen: op sociaalemotioneel gebied, op leergebied, maar ook op het gebied van de taal. Spelen vereist vaardigheden die kinderen soms niet als vanzelfsprekend beheersen. Het kan ook zijn dat ze niet vanzelf groeien in het spel overeenkomstig hun leeftijd. Onze leerlingen blijven vaak dichter tegen de realiteit aan spelen en hebben moeite om spelhandelingen te verbaliseren. Dit kan de ontwikkeling in het spel vertragen. Wij bieden hen daarom de begeleiding die noodzakelijk is, individueel of in een groepje. 14 Om voor een dyslexieverklaring in aanmerking te komen, moeten er extra testen worden afgenomen. De testen worden binnen de school afgenomen door de leerkracht, zorgcoördinator, logopedist en orthopedagoog. Alle resultaten vormen een dossier dat wordt beoordeeld door een deskundige van OnderwijsAdvies. Op basis van het dossier wordt een verslag geschreven en indien er sprake is van dyslexie, een dyslexieverklaring afgegeven. Binnen de school worden vervolgens afspraken gemaakt over de aanpassingen die we inzetten. Te denken valt aan gebruik van een Daisyspeler (middenbouw) of Kurzweil (voor leerlingen uit leerjaar 7 of 8). Op deze manier wordt de leerling ten aanzien van de dyslexie gecompenseerd en/of gedispenseerd en ondervindt minder hinder van zijn dyslexie. Op De Voorde wordt geen dyslexie-behandeling gegeven. Wanneer ouders wel graag hun kind willen laten behandelen, dan zal dit buiten school aangevraagd moeten worden. Er zijn ook leerlingen van wie de indicatie niet verlengd wordt. Zij zullen de school moeten verlaten en ontvangen nog één jaar begeleiding (nazorg) vanuit de Ambulante Dienst van Kentalis. De ambulant begeleider is zo vroeg mogelijk in het schooljaar betrokken ter voorbereiding op de overstap. Leerlingen van de eindgroep verlaten De Voorde met of zonder een arrangement. Deze leerlingen worden in het laatste jaar uitgebreid en intensief voorbereid op de overstap naar het Voortgezet Onderwijs. De ambulant begeleiders spelen daarbij een grote rol, want zij gaan deze leerlingen verder begeleiden. Ouders worden in dat laatste jaar op De Voorde ook nauw betrokken bij het traject van schoolverlating. Zij krijgen adviezen van en worden ondersteund door de school en de ambulante begeleiding. Er wordt voor iedere leerling die de school verlaat een onderwijskundig rapport opgesteld voor de nieuwe school. De ouders krijgen hiervan een kopie. Voor de scholen van het voortgezet onderwijs is het van belang dat een kind met dyslexie ook een dyslexieverklaring heeft. Deze verklaring geeft de school voor voortgezet onderwijs namelijk recht op extra faciliteiten ten behoeve van het kind met dyslexie. 10 Ouders en de school 10.1 Medezeggenschapsraad 8.9 Externe deskundigen De Voorde heeft een Medezeggenschapsraad (MR). De MR is een wettelijk geregeld inspraakorgaan. Over een groot aantal beleidsmatige zaken heeft het schoolbestuur advies of instemming nodig van de MR. In bijzondere gevallen kan het nodig zijn om de hulp van een externe deskundige in te roepen. Dit kan bijvoorbeeld een medisch specialist zijn (KNO-arts, neuroloog, kinderpsychiater), een tolk, een stottertherapeut, een therapeut voor sensorische integratietraining, of een specialist van bijvoorbeeld cluster 3 of 4, Centrum Autisme of de Jutters. Verwijzing voor extern onderzoek vindt altijd plaats in overleg met ouders. De medezeggenschapsraad van De Voorde zal dit schooljaar deel uit gaan maken van de medezeggenschapsstructuur van Kentalis. Op het moment van schrijven van deze schoolgids is nog niet geheel duidelijk hoe deze structuur er uit komt te zien. Door de nieuwe wet op het Passend Onderwijs is de Wet op de medezeggenschap zich ook aan het wijzigen. We houden u op de hoogte d.m.v onze nieuwsbrieven. 10.2 Ouderraad De ouderraad (OR) is vooral actief bij het ondersteunen van allerlei feestelijke momenten tijdens het schooljaar. De OR helpt bijvoorbeeld met de organisatie van het Sinterklaasfeest, de kerstlunch en de paaslunch. Daarnaast dient de OR als aanspreekpunt voor alle ouders en geeft zij advies aan de medezeggenschapsraad (MR). De OR komt zes maal per jaar bijeen voor overleg. 9 Schoolverlaters Er zijn leerlingen die de school tussentijds verlaten op grond van de keuze van ouders voor een vervolg in het reguliere onderwijs. Deze keuze kan naar aanleiding van een advies van de Commissie van Begeleiding plaatsvinden. Ouders hebben echter het recht om zelf te beslissen.. 15 eventueel naar een andere instantie. De contactpersoon op onze school is Mw. Renate Louisse, de schoolmaatschappelijk werker. Zij is te bereiken onder telefoonnummer 070-3943042. 10.3 Ouderbijdrage De extra activiteiten rondom de feestelijke momenten op school zijn mogelijk dankzij de jaarlijkse vrijwillige ouderbijdrage. Voorafgaand aan het schooljaar wordt een begroting opgesteld aan de hand van een activiteitenprogramma. Over de begroting en uiteindelijke uitgaven legt de ouderraad verantwoording af aan de MR. De oudergeleding van de MR heeft instemmingsrecht bij vaststelling en wijziging van de ouderbijdrage. De ouderbijdrage vloeit in zijn geheel terug naar de bekostiging van alle extra activiteiten die rondom het lesprogramma voor alle leerlingen worden georganiseerd. Voor schooljaar 20142015 is de ouderbijdrage vastgesteld op € 27,50 per kind. Mocht de kwestie na overleg met de directie voor u alsnog niet op een bevredigende wijze zijn opgelost, dan kunt u uw klacht neerleggen bij de regio-directeur onderwijs van Kentalis. U kunt ook contact opnemen met de vertrouwenspersoon (zie hierna). Op grond van de klachtenregeling staat het u ook vrij direct een klacht in te dienen bij de Landelijke Klachtencommissie Primair Onderwijs, waarbij Kentalis aangesloten. Het beleid van de Landelijke Klachtencommissie Primair Onderwijs is er evenwel op gericht dat klachten binnen de (school)organisatie zelf worden opgelost. In het kader van dit beleid verwijst de Landelijke Klachtencommissie Primair Onderwijs zaken die nog niet voldoende binnen de organisatie zelf zijn behandeld, naar de organisatie terug teneinde te bewerkstelligen dat binnen de organisatie alle wegen worden bewandeld om tot oplossing van de klacht te komen. Kan de klacht niet naar tevredenheid worden opgelost, dan neemt de Landelijke Klachtencommissie de klacht uiteraard in behandeling. Gelet op het beleid van de Landelijke Klachtencommissie primair Onderwijs geven wij u dringend in overweging een klacht in eerste instantie op te lossen op schoolniveau en – indien dit niet leidt tot een voor u bevredigende uitkomst – de zaak voor te leggen aan het bestuur van Kentalis, in de persoon van de regio-directeur onderwijs. Het adres van de regio-directeur van Kentalis is: 10.4 Ouderparticipatie Om de school te ondersteunen bij praktische zaken wordt regelmatig de hulp ingeroepen van ouders. We vinden het belangrijk dat ouders bijdragen aan de activiteiten binnen onze school. We noemen als voorbeeld: vervoeren van leerlingen (bij bijzondere gelegenheden); helpen bij excursies, schoolkamp, schoolreis, sportdag, feesten; versieren van het schoolgebouw. Elke groep heeft bovendien een zogenaamde klassenouder. Deze fungeert als aanspreekpunt voor zowel de ouders als de leerkracht en helpt de leerkracht bij de organisatie van projecten, contactavonden, uitstapjes en feesten. Het doel hiervan is dat de betrokkenheid van de ouders bij de school sterker wordt en dat er meer activiteiten mogelijk zijn. Ook de onderlinge band tussen de ouders wordt erdoor versterkt. Mevr. T. van Aalsum Meerzichtlaan 300-302 2716 NR Zoetermeer Het adres van de Geschillencommissie is: Geschillencommissie Bijzonder Onderwijs Postbus 82324, 2508 EH Den Haag 070 – 3861697 10.5 Klachtenregeling Overal waar gewerkt wordt, ontstaan wel eens misverstanden of worden er fouten gemaakt, dus ook op school de school van uw kind. Die misverstanden of fouten moeten natuurlijk wel uitgepraat en opgelost worden. Als ouder richt u zich in eerste instantie tot de leerkracht van uw kind en/of andere direct betrokkene om over zaken waar u zich niet in kunt vinden te overleggen. Ons streven is dat elke leerkracht u en/of uw kind altijd serieus neemt en goed naar u en/of uw kind luistert en samen met u en/of uw kind naar de best mogelijke oplossing zoekt. Bij klachten over seksueel geweld of seksuele intimidatie verzoeken we u direct de locatiedirecteur van de school of de regio-directeur van Kentalis hiervan in kennis te stellen. Ook kunt u direct contact opnemen met de vertrouwensinspecteur, telefoonnummer 0900 – 1113111. 10.6 Gescheiden ouders In de meeste gevallen geeft de school de informatie, brieven, rapporten e.d. aan de ouder of verzorger bij wie het kind in huis woont. In het eerste geval is het de bedoeling dat de ouder die de informatie ontvangt de andere ouder op de hoogte brengt van de informatie. Wanneer de ouder bij wie het kind woont dit niet doet, dan kan Mocht u het gevoel krijgen dat u niet serieus genomen wordt of komt u er met de leerkracht niet uit, dan kunt u de zaak bespreken met de directie of de contactpersoon van de school. De contactpersoon heeft tot taak uw klacht aan te horen, u door te verwijzen naar de directie of 16 de andere ouder aan de school vragen om rechtstreeks geïnformeerd te worden. Voor iedere leerling stellen we een Ontwikkelings Perspectief Plan (OPP) op. De leerlingen ontvangen twee keer per jaar een evaluatie van het handelingsplan, met hieraan gekoppeld een gespreksavond. Zo kunt u zien of de vorderingen naar wens verlopen. Het kan zijn dat de doelen bijgesteld moeten worden of dat er extra hulp nodig is. De ouders van de eindschoolverlaters hebben in december een gesprek dat gericht is op de keuze van het vervolgonderwijs. Daarnaast krijgen de leerlingen (behalve de kleutergroepen) drie maal per jaar een kindrapport. In dit rapport, speciaal voor de kinderen, geven we de waardering van de inzet van de kinderen weer. Dit rapport vinden we juist voor de kinderen heel belangrijk. Ze kunnen het zelf lezen en begrijpen. Beide ouders hebben recht op informatie over hun kind. De school zal deze informatie op verzoek aan de ouders geven, ook als zij gescheiden zijn en ook als een ouder niet het ouderlijk gezag heeft over het kind. Een ouder zonder ouderlijk gezag heeft dus in principe recht op dezelfde informatie (maar moet daar wel zelf om vragen!). Wij hebben ervoor gekozen om de ouder/verzorger bij wie het kind woont “actief” te informeren, en de eventuele andere ouder “passief” te informeren. Dit wil zeggen dat wij deze ouder de schoolgids (inclusief jaarkalender) mailen en verder verwachten dat de ouder zelf de informatie op school afhaalt. De leerlingen van de kleutergroepen krijgen elke dag een gevisualiseerd dagverslag mee naar huis in een map. Deze map krijgt de leerling van school. Hier worden het gehele jaar door de dag/weekendverslagen, aangeboden liedjes, themawoorden en logopedieoefeningen in bewaard. Met deze map kunnen de kinderen thuis en op school vertellen wat ze hebben gedaan. De leerlingen van de kleutergroepen en de onderbouw krijgen ook een contactschrift mee naar huis. Hierin houden we u op de hoogte van belangrijke gebeurtenissen op school of in de groep. Dit doen we omdat de kinderen zelf vaak nog niet goed informatie kunnen overbrengen. Het is de bedoeling dat u ook van het contactschrift gebruik maakt om ons op de hoogte te houden van dingen die thuis gebeuren. Zo blijven we over en weer geïnformeerd en is er een ingang om met de leerlingen te praten over gebeurtenissen thuis of op school. Ook als er vragen of onduidelijkheden zijn, kunt u die in het contactschrift kwijt. Vanaf de middenbouw wordt het gebruik van het contactschrift in principe afgebouwd. We gaan er van uit dat u ons tijdig en zo volledig mogelijk informeert over relevante informatie zoals bijvoorbeeld het ouderschapsplan en omgangsafspraken die de school raken. 11 Communicatie en informatie 11.1 Aanspreekpunten Als u behoefte heeft aan een gesprek of advies over uw kind op school, neemt u in eerste instantie contact op met de leerkracht van uw kind. Deze is de verantwoordelijke centrale persoon in alle zaken die uw kind op school betreffen. Daarnaast kunt u over specifieke zaken contact opnemen met anderen, zoals de locatie-directeur, voorzitter van de CVB of de intern begeleider. Wilt u over bepaalde zaken uit de thuissituatie praten, dan kunt u via de school een afspraak maken met de schoolmaatschappelijk werker. Wanneer u een leerkracht of logopedist wilt bellen, doet u dat dan bij voorkeur niet tijdens de lesuren. U kunt na schooltijd bellen of de leerkracht/logopedist mailen. Huisbezoek De groepsleerkracht en eventueel de onderwijsassistent van uw kind komen eenmaal per twee jaar op huisbezoek. Alle nieuwe leerlingen worden het eerste jaar bezocht. Het huisbezoek is een informeel bezoek, waarin de leerkracht en/of onderwijsassistent kennismaken met de thuissituatie van het kind. De leerkracht maakt hiervoor een afspraak met u. Mocht u zelf op een gegeven moment een huisbezoek wensen, neemt u dan contact op met de leerkracht. 11.2 Rapporten, plannen en verslagen Op diverse manieren houden we u op de hoogte van de vorderingen van uw kind. Daarbij geldt dat geen enkele vorm van rapportage wordt verstrekt aan mensen buiten de school zonder uw toestemming. 17 zich bovendien op informatieverstrekking en op advisering van ouders ten aanzien van bijvoorbeeld PGB, TOG, rugzak etc. Ook heeft de FOSS veel aandacht voor het leerlingenvervoer. Verder organiseert de FOSS twee keer per jaar een ledenvergadering en verzorgt verschillende workshops op de FOSS-informatiedag. Dankzij de aangesloten ouderraden kan de FOSS opkomen voor de collectieve belangen van ouders met een kind in het cluster 2 – onderwijs. Wanneer u informatie wilt over de FOSS kunt u gratis een informatieboekje en folders aanvragen. U kunt ook als individu lid worden van de FOSS voor € 25 per jaar. U ontvangt dan het kwartaalblad FOSS-Taal. 11.3 Nieuwsbrief Regelmatig verschijnt onze nieuwsbrief waarin mededelingen en/of oproepen staan betreffende activiteiten op school. De nieuwsbrief wordt digital verspreid. Zorgt u ervoor dat uw juiste email-adres in ons bezit is? In bijlage 3 vindt u de data van verschijnen van deze nieuwsbrief. 11.4 Open dagen en avonden Een aantal malen per jaar organiseren we een open dag of avond, om u informatie te geven over een bepaald onderwerp. We geven een paar voorbeelden: Aanmelden kan ook via e-mail: [email protected]. Adresgegevens FOSS: Postbus 14, 3990 DA, Houten, tel.nr: 030-2340663. Internet: www.fossinfo.nl. informatieavond: aan het begin van het schooljaar met informatie over leerprogramma's, methoden, leermiddelen etc. oudercontactavond: 1 x per jaar, aan de hand van een thema, georganiseerd door de ouderraad; kijkmiddag of -avond: minimaal 1 x per jaar, bijvoorbeeld naar aanleiding van een project; open ochtend: 1 x per jaar, om een kijkje te nemen in de klas en eventueel bij logopedie. De datum vindt u in de kalender. Bij de kleuters is er geen open ochtend, maar worden de ouders uitgenodigd om een bezoekje te brengen in de groep. voorlichtingsavond voor de eindgroep: voor ouders van eindschoolverlaters met informatie over het voortgezet onderwijs. 12 Diverse onderwerpen: van A tot Z 12.1 Aansprakelijkheid Herhaaldelijk komt het voor dat leerkrachten van onze school goederen van leerlingen in bewaring nemen tijdens bijvoorbeeld de gym- of zwemlessen. Ook komt het voor dat eigendommen van leerlingen, al dan niet in bewaring gegeven, zoekraken of ontvreemd worden. Met nadruk willen we u erop wijzen dat noch de betrokken leerkracht noch de school of het schoolbestuur bij voorbaat verantwoordelijk en aansprakelijk kunnen worden gesteld. 11.5 Cursussen 12.2 Agressie en geweld Als ouder kunt u via onze school een cursus „Nederlands met gebaren‟ (NMG) volgen. U leest meer over dit aanbod in onze nieuwsbrief. Om tot leren te komen is het van groot belang dat leerlingen zich veilig weten op school. Onze school doet zijn best om een veilige omgeving voor de kinderen te creëren. Wij hebben hiervoor een aantal omgangsregels opgesteld. Aan het begin van elk schooljaar bespreken we deze regels met de kinderen. Als er in de loop van het schooljaar aanleiding toe is, kunnen de regels bijgesteld worden. Omdat het gevoel van veiligheid zeer belangrijk is, accepteren we niet dat ouders of leerlingen inbreuk op deze regels maken. In geval van agressie of geweld van leerlingen of ouders tegen leerlingen, personeelsleden of materiële zaken in de school hanteren wij daarom duidelijke regels: 11.6 Oudervereniging FOSS De ouderraad van De Voorde is vertegenwoordigd in de Nederlandse Federatie van ouders van slechthorende kinderen en van kinderen met spraak-/taalmoeilijkheden (FOSS). De FOSS is een landelijke ouderorganisatie die opkomt voor de belangen van de ouders én de kinderen. Zowel slechthorende kinderen als kinderen met spraaktaalmoeilijkheden hebben ernstige problemen in de communicatie. Hierdoor lopen de kinderen een groter risico op zaken als: onbegrepen voelen, een gering zelfvertrouwen en gedragsproblemen. Op heel veel terreinen werkt de FOSS aan verbetering van de hulpverlening en van het onderwijs. Maatschappelijke participatie van onze kinderen staat hoog in het FOSS-vaandel. Dit betekent bijvoorbeeld dat de kinderen gewoon mee moeten kunnen doen bij een vereniging of op een sportclub. De FOSS ijvert voor vergoedingsregelingen waarmee ouders voldoende worden ondersteund. De FOSS richt 1. 2. 3. Er wordt, na overleg met de directie, aangifte gedaan bij de politie. Er wordt onderzocht of de leerling van school verwijderd moet worden of de ouder de toegang tot de school ontzegd moet worden. Materiële schade zal worden verhaald. Onder agressie verstaan we iedere vorm van gedrag dat erop gericht is iemand lichamelijk of geestelijk te schaden. Als de agressie zich uit in 18 een opzettelijke poging om ernstig lichamelijk letsel toe te brengen spreken we van geweld. Incidenten die met agressie of geweld te maken hebben worden door ons geregistreerd. aan de eindgroep. Verder besteden we ieder jaar aandacht aan de kinderboekenweek. Pesten is onacceptabel gedrag. Wanneer we merken dat een leerling zich aan dergelijk of ander agressief gedrag schuldig maakt zullen we dit aan de ouders melden. Na herhaaldelijk gedrag volgt een gesprek met de ouders, om te zoeken naar een oplossing. Met nadruk vragen wij u aan de school te melden, wanneer uw kind slachtoffer is van agressief- of pestgedrag. Alleen door samenwerking is aan dit probleem iets te doen. Van iedere leerling leggen we een dossier aan met persoonlijke gegevens, rapporten, onderzoeks- en testresultaten en officiële brieven. Het dossier is digitaal beschikbaar. Voor de handelingsplannen en testgegevens gebruiken we het webbased administratiesysteem ESIS. Alleen ouders en de school mogen het dossier inzien. De leerkracht, ambulant begeleider, logopedist, fysiotherapeut en onderwijsassistent mogen het dossier alleen inzien met schriftelijke toestemming van de ouders. 12.6 Dossier Regelmatig ondervragen we leerlingen en personeel over hun veiligheidsbeleving. De opbrengsten uit dit onderzoek gebruiken we om ons veiligheidsbeleid te verbeteren. In het leerlingdossier staat belangrijke, vertrouwelijke informatie. Daarom worden leerlingdossiers altijd veilig bewaard. Als ouder mag u het dossier van uw kind altijd inzien. U moet hiervoor een afspraak maken met de directie van de school. Onjuiste gegevens kunnen worden gecorrigeerd. Als de school het dossier van uw kind aan anderen wil laten zien, mag dit alleen als u hiervoor toestemming geeft. In enkele gevallen is de school verplicht om gegevens uit het dossier aan anderen te geven, bijvoorbeeld als uw kind naar een andere school gaat. Ook de Inspectie van het Onderwijs mag het leerlingdossier opvragen zonder uw toestemming. 12.3 Beleid tot het uitdragen van de Prot. Chr. Identiteit Wij hebben beleid geformuleerd met betrekking tot het uitdragen van de protestants christelijke identiteit. Ons personeel en onze kinderen worden geacht zich aan dit beleid te houden. Onderdeel van het beleid zijn de kledingvoorschriften: we vinden het belangrijk dat kleding hygiënisch is, de veiligheid van zichzelf en anderen niet in gevaar brengt, niet aanstootgevend is en geen statement is dat in verband gebracht kan worden met discriminatie. Voor iedereen die hierin is geïnteresseerd, ligt het beleid ter inzage op school en indien u dit wenst kunt u bij de administratie een afschrift ontvangen. 12.7 EHBO-formulier Elk schooljaar ontvangt u een EHBO - formulier, waarop allerlei belangrijke gegevens moeten worden ingevuld. Dit formulier dient zo snel mogelijk terug op school te zijn, zodat we in noodsituaties de gegevens erbij kunnen pakken. Als er gegevens veranderd zijn, geef dit dan tijdig door aan de school, omdat wij u anders niet kunnen bereiken in noodgevallen. 12.8 Eten en drinken Op school hebben we twee vaste pauzemomenten. In de kleine pauze kunnen de kinderen een gezonde koek (zonder chocolade), fruit of een boterham eten. Tussen de middag eten de kinderen hun boterham(men) en spelen ze een half uur buiten. In de kleuter- en onderbouwgroepen wordt er ‟s middags tijd ingepland om fruit te eten. Snoep mag niet worden gegeten, tenzij er iemand jarig is of als er een feest is. Wij vragen u dus om geen snoep mee te geven. Als u uw kind iets te drinken meegeeft, kies dan geen limonade of frisdrank maar sap of een melkproduct. Uw kind kan ook schoolmelk, chocolademelk of een yoghurtdrank krijgen. Dit kunt u via de school met een formulier aanvragen of u kunt een aanvraag doen via internet: www.campinaopschool.nl. De eerste twee dagen na een vakantie wordt er geen schoolmelk 12.4 Compensatieverlof Alle teamleden maken gebruik van compensatieverlof. Voor de leerkrachten is dan een vervangende collega aanwezig. 12.5 Culturele activiteiten Soms gaan we met een groep op excursie, bijvoorbeeld naar een museum, een theater of een kinderboerderij. In de gemeenten Rijswijk en Zoetermeer maken we gebruik van een zogenaamd „Kunstmenu‟. Op deze manier is er een opbouw in de kunst- en cultuureducatie vanaf de kleuters tot 19 bezorgd, maar krijgt uw kind een langer houdbare yoghurtdrank. Ook de eigen bank- en girorekeningen van de scholen moeten in de jaarrekening van Kentalis opgenomen worden. Daarom is iedere school verplicht voor elke bank- of girorekening een kasboek bij te houden. Kinderen hebben per dag ongeveer 1 ½ liter vocht nodig. Bij warm weer is het zelfs ruim 2 liter. Kinderen die voldoende drinken kunnen zich beter concentreren, zijn minder moe en prikkelbaar, leveren fysiek betere prestaties en hebben minder last van buikpijn, hoofdpijn of andere gezondheidsproblemen. Het is daarom van belang dat de kinderen voldoende drinken mee naar school krijgen en/of dat er in de klas voldoende gelegenheid wordt gegeven om de kinderen water te laten drinken. Het is toegestaan extra drinken aan uw kind mee te geven. Bij temperaturen boven de 22 graden is het aan te raden om extra drinken mee te geven aan uw kind. De leerkrachten zullen er op toe zien dat het ook daadwerkelijk opgedronken wordt. 12.11 Fotograaf Ieder jaar stellen wij in het najaar de schoolfotograaf in de gelegenheid om foto‟s te maken van de groepen en individuele leerlingen. Het kopen van de foto‟s is voor u geheel vrijblijvend. 12.12 Foto’s Bij diverse activiteiten in en om de school worden foto‟s gemaakt. Deze foto‟s worden gebruikt voor onze eigen uitgaven en kunnen worden geplaatst op onze website. Indien u hier bezwaar tegen heeft, dan dient u dit kenbaar te maken bij de directie. 12.9 Feesten en vieringen 12.13 Gedragsregels Op De Voorde vieren we niet alleen Kerstmis en Pasen, maar ook de andere christelijke feesten en Sinterklaas. Aan het eind van het schooljaar nemen we afscheid van de eindschoolverlaters op een feestelijke avond. waarbij de leerlingen een musical opvoeren. We verwachten dat alle leerlingen hieraan meedoen. Eén van de uitgangspunten van onze school is dat kinderen met plezier naar school gaan. Daarom hechten we veel waarde aan onze gedragsregels: We zijn aardig tegen elkaar We luisteren naar elkaar We helpen elkaar We zorgen goed voor onze school We lossen problemen goed op 12.10 Financiën: begroting en verantwoording Voor iedere school is het belangrijk om de financiële zaken goed op orde te hebben. Er mogen geen tekorten ontstaan en het is ook niet wenselijk onnodig veel geld op te potten. Daarom werken we met een begroting en meerjarenplannen, die ieder jaar opnieuw worden opgesteld. Door het administratiekantoor wordt een concept begroting gemaakt. Naar aanleiding van de concept begroting en de meerjarenplanningen vindt in december of januari een gesprek plaats tussen locatie-directeur en de financiële beleidsmedewerker van Kentalis, waarbij de locatie-directeur wijzigingen kan voorstellen. De schoolbegroting wordt ter advisering voorgelegd aan de medezeggenschapsraad van Kentalis.De totale begroting wordt vastgesteld door het bestuur van Kentalis. Deze regels worden regelmatig in de groepen besproken en vormen de basis voor de omgang met elkaar op school, maar ook daarbuiten. Wanneer kinderen zich niet aan deze regels houden, dan worden zij daarop aangesproken. Zonodig wordt er (eventueel in overleg en / of samenwerking met de directie) een stappenplan opgezet. De ouders worden hiervan op de hoogte gesteld. 12.14 Gymkleding Tijdens de lessen bewegingsonderwijs vragen we uw kind een gympak of korte broek en T-shirt te dragen. Vanwege de veiligheid en hygiëne is het dragen van gymschoenen verplicht. Denkt u hierbij aan de lichte zolen. Alle kinderen (behalve de kleuters) douchen na de gymles en hebben daarvoor badslippers en een handdoek nodig. Als uw kind niet mee kan doen met de les, geeft u dit dan tijdig door aan de leerkracht. Daarnaast is het belangrijk om te laten zien wat er met de financiële middelen is gebeurd. Daarom wordt ieder jaar door Kentalis een jaarrekening opgesteld en gecontroleerd door een accountant. De jaarrekening wordt ingediend bij het ministerie van onderwijs. Niet iedere school hoeft een eigen jaarrekening te maken, maar alle scholen van Kentalis worden opgenomen in 1 jaarrekening. Wel blijven de reserves die een school heeft opgebouwd voor die school beschikbaar. 12.15 Hoofdluis Hoofdluis is een regelmatig terugkerend probleem. Op plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen kan deze besmetting gemakkelijk worden overgedragen. De school is, ongewild, zo‟n plaats. We zijn van mening dat de school en de ouders gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de bestrijding 20 van hoofdluis. Onze school heeft gekozen voor een preventieve aanpak: alle leerlingen gebruiken een „luizenzak‟. De jas en eventuele muts en sjaal worden in deze zak gedaan. De luizenzak wordt door school aangeschaft en betaald. Tevens vindt er in de week na elke vakantie een periodieke hoofdluiscontrole plaats, uitgevoerd door medewerkers van de school. Op deze manier worden alle leerlingen ongeveer zes maal per jaar gecontroleerd. We werken volgens de instructies en het protocol van de Jeugdgezondheidszorg. Als wij uw verzoek om verlof weigeren, berust dit niet op onwil, maar op wettelijke grondslag. Houden wij ons niet aan de wet, dan kan zowel de school als de ouders een flinke boete opgelegd krijgen. Vergeet u vooral niet om, als het verlof verleend is, tijdig contact op te nemen met de vervoerder. 12.16 Hoortoestellen 12.18 Lesuitval Wanneer uw kind een hoortoestel gebruikt, vragen wij u dringend om reservebatterijen mee te geven. De batterijen raken namelijk vaak leeg tijdens de schooluren. Als uw kind zwemt, verzoeken wij u om een opbergdoosje met naam voor de hoortoestellen mee te geven. Zorgt u vooral dat de oorstukjes schoon zijn en niet verstopt zitten. Het schoonmaken moet u of uw kind zoveel mogelijk zelf doen. Bij ziekte of afwezigheid van de leerkracht zal in eerste instantie één van onze vaste invalleerkrachten de groep overnemen. Mocht dit niet lukken, dan wordt intern naar een oplossing gezocht. In de onderbouw bestaat de mogelijkheid één dag met twee onderwijsassistenten te werken. Eveneens kan worden gedacht aan een verschuiving van de teamleden over de groepen door leerkrachten die ambulante taken verrichten. In noodgevallen zullen de kinderen over verschillende groepen worden verdeeld. Vooralsnog gaan wij er niet van uit dat kinderen naar huis worden gestuurd. deelname aan sportieve of culturele evenementen buiten schoolverband, als kinderen uit uw gezin op een andere school zitten en al vrij hebben. 12.17 Leerplicht en verlof Alle leerlingen vanaf 5 jaar zijn leerplichtig. U bent dus verplicht om bij afwezigheid van uw kind in alle gevallen contact op te nemen met school. Niet geoorloofd verzuim moeten we bij de leerplichtambtenaar melden. Verder kan in heel bijzondere gevallen uw kind vrij krijgen („uitzonderlijk verlof‟) op momenten dat er geen vakantie is. Voor het overige geldt, dat alleen verlof mogelijk is, wanneer het vanwege het beroep van één van de ouders niet mogelijk is om tijdens de schoolvakanties op vakantie te gaan. Er dient dan wel een werkgeversverklaring bij de aanvraag toegevoegd te worden. De verlofperiode mag ten hoogste tien schooldagen beslaan. De verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen. Wordt een kind tijdens de vakantie ziek, waardoor het niet tijdig op school terug kan zijn, dan dient u zo spoedig mogelijk hiervan melding bij de directie te doen. Elk verlof dient schriftelijk aangevraagd te worden en deze aanvraag moet minstens vier weken van tevoren ingediend worden. Formulieren hiervoor zijn op school verkrijgbaar. Over een verlof tot en met tien dagen beslist de directie. Over een aanvraag boven de tien dagen beslist de leerplichtambtenaar. 12.19 Mishandeling Landelijk neemt het aantal zorgmeldingen op het gebied van mishandeling van kinderen toe. Onze school is zich daarvan bewust en wij zijn alert op signalen die wijzen in deze richting. Wanneer wij blauwe plekken signaleren, zullen we contact opnemen met ouders. Afhankelijk van de ernst van de signaleringen treedt schoolmaatschappelijk werk in overleg met het kind en de ouder(s)/verzorger(s). Is de zorg ernstig en direct bedreigend voor het kind dan In de wetgeving wordt geen verlof verleend voor: familiebezoek in het buitenland, uitnodigingen van vrienden of familie om buiten de normale schoolvakantie mee te gaan, eerder vertrek of latere terugkeer rond vakanties in verband met verkeersdrukte, 21 consulteert school het Advies Meldpunt Kindermishandeling en neemt zij in overleg met directie en dit meldpunt de noodzakelijke stappen. Meer informatie over dit onderwerp is te vinden op: www.watkanikdoen.nl. 12.23 Projectweek Gedurende een aantal weken per jaar behandelen alle groepen hetzelfde thema. Alle vakken staan dan in het teken van dat thema. Vaak organiseren we dan ook speciale activiteiten en een inloopmiddag of -avond voor belangstellenden. 12.20 Participatie regulier onderwijs Regelmatig wordt door ouders gevraagd of hun kind een dagdeel mag participeren op een basisschool in de buurt. Natuurlijk begrijpen wij, vanuit het oogpunt van de sociale ontwikkeling, deze vraag. Echter, het is voor de ontwikkeling van de leerling en de doelen die wij stellen, niet gewenst dat de leerling een dagdeel niet op De Voorde is. Het multidisciplinair werken aan de (taal-)ontwikkeling van de leerlingen vergt een programma wat een continuïteit vraagt in de opbouw en uitvoering. Overleg met een basisschool valt niet onder onze doelstelling en is daarom ook niet mogelijk. Bij participatie in het basisonderwijs kunnen wij daarom een continu ontwikkelplan niet waarborgen. 12.24 Schoolkamp De leerlingen in leerjaar 8 gaan op schoolkamp van maandag 29 t/m donderdag 2 oktober 2014. 12.25 Schoolreisje Alle groepen, behalve de kinderen die op kamp gaan, gaan één keer per jaar op schoolreis. Peuters (kinderen die nog geen 4 jaar zijn) gaan nog niet mee op schoolreis. De eindschoolverlaters hebben aan het einde van het schooljaar een gezamenlijk uitje. U krijgt daarover nadere informatie als het bijna zover is. Wij vragen u hiervoor aan het begin van het schooljaar, tegelijkertijd met de ouderbijdrage, om een financiële bijdrage (€ 27.50). 12.21 Privacy Sinds januari 2013 beschikt onze school over een privacy protocol. Dit protocol regelt de wijze waarop zorgvuldig en met inachtneming van alle wet– en regelgeving wordt omgegaan met alle gegevens van uw kind. 12.26 Schooltijden De schooltijden voor alle groepen zijn als volgt: Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 8.45 – 12.00 uur en van 13.00 – 15.15 uur Het volledige protocol is op school ter inzage. Op school wordt veel vastgelegd als het gaat om de ontwikkeling van uw kind. De school heeft daarin ook wettelijke verplichtingen. In het privacyprotocol vindt u belangrijke informatie over: Woensdag: 8.45 – 12.00 uur Totaal lesuren per week: 25 uur en 15 minuten De kleutergroepen hebben een aantal dagen per jaar vrij, zodat het totaal aan lesuren per jaar voor de kleuters lager ligt dan het aantal lesuren voor kinderen uit de midden- en bovenbouw. Wat wordt bewaard Wie bewaart het Hoe lang wordt het bewaard Wie heeft toegang tot dit alles Aan wie worden welke gegevens verstrekt De schooldeur gaat om 8.15 uur open voor kinderen waarvan de ouders meerdere kinderen naar school moeten brengen. Kinderen van ouders die niet gebruik hoeven te maken van deze service zijn pas welkom vanaf 8.30 uur. De lessen beginnen om 8.45 uur. „s Middags na afloop van de lessen is er een „busjeswacht' (toezicht op het instappen in busjes of taxi's). Bij inschrijving kunt u direct een exemplaar van het privacyprotocol inzien. 12.22 Project Onze school steunt, met financiële bijdragen van de ouders, een project.Sinds januari 2012 sparen wij via de organisatie Edukans voor scholen in India voor kansarme kinderen. Elke week krijgen de kinderen een speciaal portemonneetje mee naar huis waarin zij een financiële bijdrage kunnen doen. De volgende dag brengen ze het portemonneetje weer mee naar school. U vindt meer over het project via de volgende link: http://www.edukans.nl/scholenacties/scholenvoor-scholen/sparen-voor-india/ 12.27 Sponsoring Scholen kunnen te maken krijgen met bedrijven die hen willen sponsoren. Dat kan een uitkomst zijn om extraatjes van te betalen. Maar er zijn ook risico‟s aan verbonden. Leerlingen zijn een kwetsbare groep. Ze zijn gemakkelijk te beïnvloeden. Het is dus belangrijk dat sponsoring zorgvuldig gebeurt. Het Ministerie van Onderwijs heeft samen met zestien organisaties een convenant gesloten waarin afspraken voor sponsoring in het primair en voorgezet onderwijs zijn vastgelegd. Het convenant is niet bedoeld om sponsoring te bevorderen of te 22 bestrijden. Hoewel het niet verplicht is, heeft de MR van De Voorde besloten om afspraken tussen de sponsor en de school schriftelijk vast te stellen. Bij het sluiten van een sponsorovereenkomst hanteert De Voorde gedragsregels. Deze en het gehele sponsorbeleid van De Voorde is terug te vinden in het schoolplan. Het schoolplan kunt u opvragen bij de directie van de school. 12.30 Stagiaires Een aantal studenten van universiteiten, de HALO, PABO‟s, opleidingen voor logopedisten en sociaalpedagogisch werk loopt stage op onze school, onder verantwoordelijkheid van een vast teamlid. Dit vinden we een goede zaak omdat we hen daarmee helpen om kundige vakmensen te worden, en omdat het contact met nieuwe collega‟s van groot belang is voor levendig en vernieuwend onderwijs. 12.28 Schorsings- en verwijderingsbeleid Op De Voorde wordt gestreefd naar een veilig schoolklimaat. Hiertoe bieden wij de kinderen duidelijke structuren en regels en benaderen wij de leerlingen positief, waarbij we vertrouwen uitstralen met betrekking tot de mogelijkheden van de kinderen. Ten aanzien van (dreigend) agressief gedrag hanteren wij een protocol. In de praktijk lukt het in bijna alle gevallen dreigend agressief gedrag niet te laten escaleren. In uitzonderlijke situaties is het echter toch noodzakelijk zwaardere maatregelen te treffen als schorsing of zelfs verwijdering van een leerling. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een procedure gebaseerd op de procedure schorsing en verwijdering. Schorsing en zeker verwijdering van leerlingen zijn ingrijpende maatregelen die niet snel toegepast worden. 12.31 Tanden poetsen Kinderen die zelf spullen meenemen om tanden te poetsen omdat ze bijvoorbeeld een beugel gebruiken, worden in de gelegenheid gesteld om de tanden te poetsen. U kunt in dat geval contact opnemen met de juf/meester van uw kind. Schorsing van een leerling houdt een tijdelijke verwijdering in. Een leerling wordt voor een bepaalde periode de toegang tot de school ontzegd. De schorsing kan worden gebruikt als ordemaatregel, maar soms ook als voorbereiding op een definitieve verwijdering. Als de school zelf vaststelt dat een leerling niet langer met succes het onderwijs op onze school (zoals verwoord in het schoolplan) kan volgen (door oorzaken in of buiten de leerling gelegen) of als er sprake is van ernstige verstoringen op het gebied van veiligheid of orde, kan het bevoegd gezag besluiten deze leerling van onze school te verwijderen. De beslissing tot verwijdering wordt, nadat de groepsleerkracht en de ouders over het voornemen tot verwijdering zijn gehoord, schriftelijk en met redenen omkleed door de voorzitter van College van Bestuur medegedeeld. Daarbij is het voor betrokken ouder(s)/verzorger(s) mogelijk om, binnen 6 weken na dagtekening, schriftelijk bezwaar aan te tekenen tegen dit besluit. Vervolgens beslist het bevoegd gezag (bestuur) binnen 4 weken op het bezwaar, maar zal wel de ouders eerst horen. 12.32 Veiligheidsplan De leerlingen moeten zich op school veilig en op hun gemak voelen. Niet alleen binnen de muren van hun klas, maar ook in de rest van het schoolgebouw en op het schoolplein. Ook de omgeving van de school is belangrijk. Op weg van huis naar school kan immers van alles gebeuren. In het veiligheidsplan staan onder andere afspraken, concrete beleidsvoorstellen en maatregelen die de veiligheid in en om de school structureel moeten waarborgen en verbeteren. Het veiligheidsplan kent de indeling die gebaseerd is op de Risico Inventarisatie zoals die elke drie jaar wordt uitgevoerd in samenwerking met de Arbo Unie. 12.29 Sport- en speldagen Intern organiseren we een spelletjesdag voor alle groepen en een sportdag voor de eindgroepen. 23 Het plan bevat aspecten die zich richten op de sociale veiligheid en op de fysieke aspecten van veiligheid en het beperken van risico‟s in deze. Het doel van het veiligheidsplan is tevens om ouders te informeren over wat de school doet op het gebied van veiligheid. Het is de bedoeling om via de medezeggenschapsraad ouders te betrekken bij het veiligheidsbeleid van de school. Voor ouders van slechthorende leerlingen is het aan te raden om de eigen gehoorapparatuur te verzekeren. 12.35 Website Om alle activiteiten van de school te volgen, kunt u ook onze website bezoeken. U vindt hier bijvoorbeeld ook de nieuwsbrief. De groepsleerkrachten zorgen voor actuele informatie en foto‟s uit de groepen. Deze website wordt regelmatig bijgehouden, zodat u hier steeds actueel nieuws van de school kunt vinden. Het adres is: www.scoh.nl/voorde . In het kader van de kwaliteitszorg worden in het veiligheidsplan ook de instrumenten opgenomen waarmee onderzoek wordt verricht naar het welbevinden van leerlingen, leerkrachten en ouders. U kunt het veiligheidsplan opvragen bij de directie. 12.36 Weekopening 12.33 Vervoer Iedere maandag beginnen we de week gezamenlijk met een aantal groepen tijdens de weekopening. We introduceren het thema van de week vanuit „Trefwoord‟, zingen een aantal liedjes en spreken een gebed uit. Als er jarigen zijn zingen we die toe. Veel kinderen komen met aangepast vervoer naar school, in busjes of taxi‟s. De chauffeur mag in principe de kinderen pas laten uitstappen als degene die pleinwacht heeft aanwezig is. Het kan gebeuren dat er tijdens het vervoer dingen niet goed gaan. In eerste instantie neemt u daarover contact op met de betreffende vervoerder. Als dat geen resultaat oplevert of als u twijfelt aan de berichtgeving van de chauffeur, belt u dan naar de stichting of de gemeente die verantwoordelijk is voor het vervoer. Ouders vragen zelf vervoer aan bij de gemeente waarin zij wonen of vragen om een vergoeding van reiskosten. De gemeente hanteert strenge eisen, deze zijn te vinden in het vervoersformulier en vaak ook op de website van de desbetreffende gemeente. Voor leerlingen vanaf 10 jaar brengt de Commissie van Begeleiding aan de diverse gemeenten advies uit omtrent hun vermogen om zelfstandig te reizen met de fiets of het openbaar vervoer. Uiteindelijk beslist de gemeente. In sommige gevallen is het mogelijk om via de gemeente een abonnement voor het openbaar vervoer krijgen. Soms kunt u gedurende de eerste tijd een extra ov-abonnement krijgen om zelf uw kind te begeleiden. 12.37 Ziekte Als uw kind door ziekte niet naar school kan komen, laat ons dat dan telefonisch weten vóór 9.00 uur „s morgens. U wordt geacht zelf de vervoerder in te lichten. In bijzondere gevallen, bijvoorbeeld bij Rode hond, bent u verplicht uw kind ziek te melden, zodat wij dan de andere ouders op de hoogte kunnen stellen. Als uw kind ziek wordt onder schooltijd, neemt de school contact op met de ouders. Is onze conclusie dat het niet verantwoord is uw kind op school te houden (bijvoorbeeld omdat het koorts heeft), dan verwachten we van ouders dat ze hun kind komen ophalen. Het is belangrijk dat wij dan de ouders kunnen bereiken met de gegevens op het EHBO-formulier. Mocht uw kind in het ziekenhuis worden opgenomen, geeft u dan het adres en kamernummer aan ons door, zodat ook de school iets van zich kan laten horen. 12.38 Zwemmen 12.34 Verzekeringen De leerlingen van groep ZD zwemmen op maandag in Zoetermeer in „De Veur‟. In de gemeente Zoetermeer wordt een zwemprotocol gebruikt en dit ligt ter inzage op school. Het schoolbestuur heeft een Schoolongevallenverzekering afgesloten. Dit is een aanvullende voorziening op de door u afgesloten WA verzekering en / of ziekenfonds- of ziektekostenverzekering. Tijdens de schooluren en een uur hiervoor en hierna is uw kind verzekerd. 24 Bijlage 1 Namen en adressen De Voorde: Website: www.scoh.nl/voorde Email: [email protected] Locaties: Telefoon: E-mail: Kentalis De Voorde Rjswijk: Bazuinlaan 4, 2287 EE Rijswijk 070 – 3943042 [email protected] 079 – 3294500 [email protected] Kentalis Onderwijs Zoetermeer: Meerzichtlaan 300-302,2716NR Zoetermeer Ambulante Dienst Kentalis: Meerzichtlaan 300-302, 2716 NR Zoetermeer 079 - 3294500 Aanmelding, Consultatie en Advies (dagelijks van 8.00 – 12.00 uur) 079 - 3294555 Email: [email protected] Directie: Telefoon: E - mail: J.L. Jaarsma (locatie - directeur) 06 - 51096854 [email protected] J. den Ouden (locatie - directeur) 06 - 28686411 [email protected] Kinderfysiotherapie Telefoon: Kinderfysiotherapie Spring, K. Doormanlaan 155 – 157, 2283 AL Rijswijk 070 – 3945575 Kinder Fysiotherapeutisch Centrum 079 – 3167417 Stichting Christelijk Onderwijs Haaglanden (SCOH) Telefoon: Postadres: Postbus 18546, 2502 EM Den Haag 070-3118787 Bezoekadres: Laan van Meerdervoort 70, 2517 AN Den Haag www.scoh.nl Jeugdarts Telefoon: O.A. Wienen-Schippers, Jeugdgezondheidszorg ZHW, 088– 0549999 Postbus 339, 2700 AH Zoetermeer (lokaal tarief) Kentalis - Effatha Guyot Audiologische Centra – Audioloog e Telefoon: Westeinde 128, 4 verdieping, 2512 HE Den Haag 070 – 3848300 Inspectie van het onderwijs 1400 Geschillencommissie Bijzonder Onderwijs Postbus 82324, 2508 EH Den Haag 070 – 3861697 25 www.onderwijsinspectie.nl Bijlage 2 Groepsverdeling 2014– 2015 oa = onderwijsassistent, lo = logopedist Kentalis Onderwijs Zoetermeer: Groep ZA Annemiek van Weers Anne-Marie Koenen Brenda Ham (oa) Tessa van Houten (oa) Helma Deelstra (lo) ma, di, wo, do vr ma, do, vr di,wo Groep ZB Marise Pach Ineke Leep Carla van Leeuwen (oa) Linda Hederik (oa) Suzanne van Hoorn (lo) di,wo,do,vr ma ma,wo,vr di,wo,do ma,di,do,vr Groep ZC Corine Lourier Loes de Canne Lucia Peeters (oa)* Suzan Mijnans (lo) ma,di,wo do,vr ma,di di,do,vr Vakdocent gymnastiek Loes de Canne Ruurd Mosterd ma di Orthopedagoog Janine Jeurissen ma, di, do Management assistent Monica Huisman ma, di, do Interne Begeleiding Caroline Bruggeman Henk de Jonge Linda Slichter Schoolmaatschappelijk werk Renate Louisse Locatie-directeur Hannie den Ouden Groep ZD Effi van Nieuwenhoven Lucia Peeters (oa) Mirjam Meerkerk (lo) do, vr ma,do Groep ZE Marieke Damsteeg Jan Vos Ineke Bosma (oa)* Suzan Mijnans (lo) ma,di,wo,vr do ma,di,do di,do,vr Groep ZF Jan Vos Jessica Kuiper Linda Hederik (oa)* Ineke Bosma (oa)* Suzanne van Hoorn (lo) ma,di,wo do,vr wo ma,di,do ma,di,do,vr Groep ZG Caroline Bruggeman Mariella Seekles Ineke Bosma (oa)* Linda Hederik (oa)* Suzanne van Hoorn (lo) Helma Deelstra (lo) Conciërge Willem Berkhof *de onderwijsassistenten zullen hun werk in verschillende groepen uitvoeren, niet in één vaste groep wo,do ma,di,vr ma,di,do wo ma,di,do,vr Compensatieverlof Jessica Kuiper Marieke Damsteeg Elze vd Laan ma do vr LC - functionaris Caroline Bruggeman ma,di 26 Vakantierooster en bijzonder data schooljaar 2014 – 2015 Kentalis De Voorde Zoetermeer Vakanties Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Paasweekend Koningsdag Meivakantie Pinksteren Zomervakantie 20-10-2014 22-12-2014 23-02-2015 03-04-2015 27-04-2015 04-05-2015 25-05-2015 13-07-2015 t/m t/m t/m t/m Vrije middagen 24-10-2014 02-01-2015 27-02-2015 06-04-2015 Vrije Vrije Vrije Vrije t/m 15-05-2015 sint kerst pasen zomervakantie 05-12-2014 19-12-2014 02-04-2015 10-07-2015 Bijzondere data t/m 21-08-2015 Fotograaf Zoetermeer Projectavond 17.00-19.00 Open ochtend Koningsspelen Ouderavonden Informatieavond Informatieavond eindschoolverlaters Oudercontactavond middag middag middag middag 16-09-2014 06-11-2014 19-09-2014 26-03-2015 04-03-2015 24-04-2015 Data nieuwsbrief 25-11-2014 Gespreksavonden Nieuwsbrief nr. 1 04-09-2014 Nieuwsbrief nr. 2 18-09-2014 Facultatief 11-11-2014 of 13-11-2014 Nieuwsbrief nr. 3 02-10-2014 Alle groepen 03-03-2015 of 05-03-2015 Nieuwsbrief nr. 4 16-10-2014 Alle groepen 23-06-2015 of 25-06-2015 Nieuwsbrief nr. 5 30-10-2014 Nieuwsbrief nr. 6 13-11-2014 08-09-2014 Nieuwsbrief nr. 7 04-12-2014 10-11-2014 Nieuwsbrief nr. 8 18-12-2014 22-01-2015 Nieuwsbrief nr. 9 08-01-2015 23-01-2015 Nieuwsbrief nr. 10 29-01-2015 17-03-2015 Nieuwsbrief nr. 11 12-02-2015 27-03-2015 Nieuwsbrief nr. 12 05-03-2015 14-04-2015 Nieuwsbrief nr. 13 19-03-2015 29-05-2015 Nieuwsbrief nr. 14 02-04-2015 02-06-2015 Nieuwsbrief nr. 15 16-04-2015 Nieuwsbrief nr. 16 23-04-2015 Nieuwsbrief nr. 17 21-05-2015 Nieuwsbrief nr. 18 04-06-2015 Nieuwsbrief nr. 19 18-06-2015 Nieuwsbrief nr. 20 02-07-2015 Nieuwsbrief nr. 21 09-07-2015 Studiedagen Alle groepen Vrije dagen kleuters 28-11-2014 20-02-2015 27 er is sprake van een ernstige stoornis volgens classificatiesysteem DSM-IV of ICD-10; d. achterstanden in de spraak-/taalontwikkeling: Meer dan – 1.5 sd op twee van de vier logopedische gebieden (auditieve verwerking, spraak, grammaticale problematiek, lexicale / semantische kennisontwikkeling) of e. ernstige communicatieve incompetentie die tot uitdrukking komt in sociaal inadequaat taalgebruik in samenhang met een stoornis op lexicaalsemantisch gebied; f. Bij leerlingen met een stoornis binnen het autistisch spectrum dient een DSM-IV classificatie vastgesteld te zijn. Daarbij moet de verbale communicatieve beperking op de voorgrond staan. Deze moet blijken uit een ernstige achterstand op het gebied van de lexicale / semantische kennisontwikkeling of de pragmatiek. Bijlage 4 Criteria voor cluster 2 Onderstaand zijn de criteria weergegeven volgens de Wet op de Expertise Centra (WEC). Toelaatbaarheid tot cluster 2 wordt bekeken door de Commissie van Onderzoek van Kentalis. 1. Criteria dove kinderen a. gehoorverlies van 80 dB of meer (bij beste oor / zonder toestel); b. gehoorverlies tussen 70 en 80 dB (bij beste oor / zonder toestel) en dooffunctionerend; c. bij leerlingen met een cochleaire implantaat (CI) is de gehoorbeperking bepalend (gemeten na 2 jaar): óf de leerling functioneert nog als doof, óf hij is slechthorend. 2. Criteria slechthorende kinderen (SH) a. gehoorverlies tussen 35 en 80 dB (bij beste oor/zonder toestel); hieronder vallen ook: leerlingen met een cochleaire implantatie die – gemeten met C.I. – als slechthorend functioneren en de C.I. reeds twee jaar of langer hebben leerlingen die meer dan 80 dB gehoorverlies hebben, maar als slechthorend en niet als doof functioneren b. ernstige structurele beperking in de onderwijsparticipatie, d.w.z.: een leerachterstand op twee van de drie gebieden (lezen en/of spellen, rekenen en begrijpend lezen; voor kleuters voorbereidend lezen) zodanig dat de leerling tot de 10% zwaksten behoort. bij peuters: het ontbreken van algemene leervoorwaarden (werkhouding, zelfstandigheid, taakgerichtheid, aandacht, motivatie, instructiegevoeligheid), of een zeer geringe communicatieve redzaamheid; c. de geboden zorg binnen het reguliere onderwijs (waaronder ook zorg vanuit het samenwerkingsverband) heeft gedurende minimaal een half jaar onvoldoende effect gehad of (voor driejarigen)verwacht mag worden dat dit het geval zal zijn. Alle beoordelingen dienen minimaal te geschieden op basis van: audiologisch onderzoek (doof en sh); onderwijskundig rapport (sh en esm); psycho-diagnostisch onderzoek (sh en esm); logopedisch onderzoek (sh en esm). Binnen cluster 2 dient ook onderwijs geboden te worden aan meervoudig gehandicapte dove en slechthorende leerlingen. Deze leerlingen hebben een non-verbaal IQ lager dan 70. 3. Criteria kinderen met een taal ontwikkelings stoornis (TOS) a. non-verbaal IQ minimaal 85. Tussen 70 en 85 is een beredeneerde afwijking mogelijk, indien de spraak-/taalmoeilijkheden een primair probleem vormen (niet voortvloeiend uit het IQ); b. zie 2b; c. zie 2c, waarbij ook logopedie gedurende minimaal een half jaar geen vooruitgang heeft vertoond, of 28 Inhoudsopgave Voorwoord Kentalis – De Voorde 1 1 1 1.1 1.2 1.3 Kentalis De Voorde Zoetermeer Achtergrond Doelgroep Missie, visie en doelen 2 2 2 2 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 Kwaliteit van ons onderwijs Orthopedagogisch klimaat Orthodidactiek Leeromgeving Deskundig multidisciplinair team Samenwerkingsverbanden Inspectie Schoolplan 3 3 3 4 4 4 4 4 3 3.1 3.2 Aanmelding en her-arrangeren Trajectbegeleiding Her-arrangeren 5 5 5 4 Groepen 5 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13 5.14 Leer- en vormingsgebieden Godsdienst en geestelijke stromingen Actief burgerschap en sociale integratie Zintuiglijke oefening Bewegingsonderwijs Nederlandse taal Engelse taal Rekenen en wiskunde Kennisgebieden Bevordering van sociale redzaamheid Bevordering van gezond gedrag Muziek Beeldende vorming Spel en beweging ICT 6 6 7 7 7 7 9 9 9 9 9 10 10 10 10 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 Inrichting van ons onderwijs Onderwijs op eigen niveau Zelfstandigheid Leerlingbesprekingen Leerlingvolgsysteem Logopedie Speciale apparatuur 10 10 10 11 11 11 12 7 Commissie van Begeleiding (CVB) 12 8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8 8.9 Extra zorg Coördinatie leerlingenzorg Handelingsplan voor extra hulp Kinderfysiotherapie SOVA-training Psycho-educatie Spelbegeleiding Autismebegeleiding Dyslexieprotocol Externe deskundigen 13 13 13 14 14 14 14 14 14 15 9 Schoolverlaters 15 10 10.1 10.2 10.3 10.4 Ouders en de school Medezeggenschapsraad Ouderraad Ouderbijdrage Ouderparticipatie 15 15 15 16 16 29 10.5 10.6 Klachtenregeling Gescheiden ouders 16 16 11 11.1 11.2 11.3 11.4 11.5 11.6 Communicatie en informatie Aanspreekpunten Rapporten, plannen en verslagen Nieuwsbrief Open dagen en avonden Cursussen Oudervereniging FOSS 17 17 17 12 12.1 12,2 12.3 12.4 12.5 12.6 12.7 12.8 12.9 12.10 12.11 12.12 12.13 12.14 12.15 12.16 12.17 12.18 12.19 12.20 12.21 12.22 12.23 12.24 12.25 12.26 12.27 12.28 12.29 12.30 12.31 12.32 12.33 12.34 12.35 12.36 12.37 12.38 12.39 Diverse onderwerpen: van A tot Z Aansprakelijkheid Agressie en geweld Beleid uitdragen identiteit Compensatieverlof Culturele activiteiten Dossier EHBO-formulier Eten en drinken Feesten en vieringen Financiën: begroting en verantwoording Fotograaf Foto‟s Gedragsregels Gymkleding Hoofdluis Hoortoestellen Leerplicht en verlof Lesuitval Mishandeling Oud papier, batterijen, cartridges Participatie regulier onderwijs Privacy Projectweek Schoolkamp Schoolreisje Schooltijden Sponsoring Schorsings- en verwijderingsbeleid Sport- en speldagen Stagiaires Tanden poetsen Veiligheidsplan Verkeersdiploma Vervoer Verzekeringen Website Weekopening Ziekte Zwemmen 18 18 18 19 19 19 19 19 19 20 20 20 20 20 20 20 21 21 21 21 22 22 22 22 22 22 22 22 23 23 23 23 23 24 24 24 24 24 24 24 18 18 Bijlagen 1 Namen en adressen 2 Groepsverdeling 3 Vakantierooster en bijzondere data 4 Criteria voor indicatiestelling 25 25 27 28 Inhoudsopgave 29
© Copyright 2024 ExpyDoc