METSELVERBANDEN - Mathieu Peters

METSELVERBANDEN
Mathieu Peters
Fontys PTH Eindhoven
Studentennummer: 2073444
2013 – 2014
Inhoudsopgave
1 INLEIDING ......................................................................................................................... 2
2. ALGEMEEN
2.1 Metselverbanden ......................................................................................................... 3
2.2 Onderdelen en benamingen van de steen.................................................................... 4
2.3 Het inkorten van de steen ............................................................................................ 5
2.4 Overzicht ingekorte / gehakte stenen ........................................................................... 7
2.5 Gereedschap om stenen op maat maken..................................................................... 8
3. SOORTEN MUREN.......................................................................................................... 11
5. 11 SOORTEN METSELVERBANDEN ............................................................................. 13
6. HALFSTEENS VERBAND ............................................................................................... 14
7. VLAAMS VERBAND ........................................................................................................ 15
8. KETTING VERBAND (NOORS VERBAND) .................................................................... 16
9. STAAND KLEZOREN VERBAND ................................................................................... 17
10. RECHTSVALLEND KLEZOREN VERBAND ................................................................. 18
11. LINKSVALLEND KLEZOREN VERBAND ..................................................................... 19
12. STAAND VERBAND ...................................................................................................... 20
13. ENGELS VERBAND ...................................................................................................... 21
14. KOPPEN VERBAND (PATEITSVERBAND) .................................................................. 22
15. WILD VERBAND............................................................................................................ 23
16. KRUIS VERBAND.......................................................................................................... 24
17. VERTANDINGEN ........................................................................................................... 25
1
1.
INLEIDING
Dit verslag is gemaakt t.b.v. opdracht 4 van het vak bouwuitvoering in kwartaal 3.
De opdracht:
Metselverbanden:
Metselwerk bestaat uit het stapelen van stenen en specie in een bepaald verband. In deze
opdracht komen een tiental verbanden aan de orde.
Doel:
Het leren van verbanden in bepaalde muurvlakken.
Subdoel:
Het herkennen en ontwerpen van verbanden bij gestapelde wanden.
Na een instructie en demonstratie dient men de verschillende verbanden te kunnen
onderscheiden en de benamingen en maat van de formaten te kennen.
Opslaan in het portfolio.
Om van dit verslag een succes te maken ga ik eerst metselverbanden in algemeen zin
bestuderen. Wat komt er allemaal bij kijken en welke kennis is nodig om inzicht te krijgen in
deze materie. Volgens de opdracht moeten we 10 metselverbanden beschrijven. In de les
hebben echter 11 metselverbanden behandeld. We hebben daarbij ook geoefend met het
leggen van die stenen. Deze 11 metselverbanden ga ik beschrijven.
2
2.
ALGEMEEN
2.1
Metselverbanden
Een metselverband is een systeem waarin de stenen worden gelegd met als doel een sterke
en toch aantrekkelijk ogende muur te krijgen. Naar dit systeem zijn verschillende verbanden
ontstaan zoals halfsteens, kruis, Vlaams en kettingverband.
In de bouwkunde wordt onder verband verstaan het ten opzichte van elkaar laten
verspringen van verbindingsnaden. Dit wordt gedaan om "breuklijnen" te voorkomen. Het
wordt onder andere gebruikt bij metselwerk en bestratingen met tegels of bakstenen, bij het
leggen van laminaat en bij het monteren van plafondplaten. Het verband zorgt voor een
steviger samenhang tussen de verschillende delen.
De kunst van het metselen is heel oud. Er zijn in de loop der eeuwen heel veel
metselverbanden ontstaan. Sommige zijn streekgebonden, wat in de benaming tot
uitdrukking komt. Elk verband heeft zijn eigen karakteristieken en zijn eigen
toepassingsgebied.
Metselverband vormt dus een belangrijk aspect van het bouwwerk. Naast de voegdikte en de
kleur van de voeg, is ook het metselverband bepalend voor het uiteindelijke totaalbeeld van
het bouwwerk.
3
2.2 Onderdelen en benamingen van de steen
Een steen heeft 2 lange kanten of strekken. 2 koppen en 2 platte kanten. Op een strek
passen 2 halve stenen met een voeg.
4
2.3
Het inkorten van stenen
Om het verband van stenen goed te kunnen leggen, kunnen stenen worden stenen ingekort /
gehakt. Hieronder de meest gebruikelijke:
Kop
Uit een strek kun je 2 halve
stenen hakken.
.
Een halve steen is niet precies
het zelfde als een kop
2 koppen + een voeg passen
precies boven een strek
Drie – Klezoor
Een drie-klezoor wordt zeer veel
gebruikt.
Een drie klezoor is niet hetzelfde
als 3/4 steen.
Een drie-klezoor = 3 koppen + 1
voeg
5
Klezoor
Als je een steen in vieren hakt
krijg je 4 klezoren.
Een klezoor is niet het zelfde als
1/4 steen
Een klezoor = 4 strekken + 3
voegen
Een
klezoor mag niet in een
Klisklezoor
metselverband gebruikt worden.
Een steen die in de lengte is
gehalveerd; van normale dikte
maar de helft van de normale
breedte. Het wordt gebruikt om
een metsellaag af te maken of
om stenen van normale grootte te
spatiëren.
Lepe steen
En baksteen waarvan een hoek
is afgehaald om metselwerk
onder een hoek te laten
aansluiten
Geschifte steen
een in de hoogte gehalveerde
steen
6
Varken
een steen die over de gehele
lengte in de hoogte is
afgeschuind om bogen mee te
metselen
2.4
Overzicht ingekorte / gehakte stenen
Hieronder een totaal overzicht van de meest gebruikte gehakte stenen. Er is uitgegaan van
een waalformaat baksteen. Dit is de meest gebruikte baksteen in de woning- en
utiliteitsbouw. De afmetingen van deze steen zijn 210 x 100 x 50.
Gouden regel: Bij alle verbanden zit op de hoeken altijd een drieklezoor, behalve bij
halfsteensverband.
7
2.5
Gereedschap om stenen op maat te maken
Stenen kunnen met de volgende gereedschappen op maat gemaakt worden:
- met een troffel
- met een sabel en kaphamer
- Met een Klezoorbeitel en Moker
- met een steenzaagmachine
Hieronder een beschrijving:
A. Met een troffel
Met de ronde kant van de troffel kun je stenen RUWWEG op maat hakken.
B. Met een Sabel en Kaphamer
Sabel
Kaphamer
8
Sabel:
De naam sabel komt van de vroegere cavaleriesabel die, als hij werd afgedankt, door de
metselaar in drieën werd gedeeld. Met één zo’n deel, ongeveer 300 mm lang, kapte de
metselaar zijn stenen op maat.
Tegenwoordig koopt men een sabel van de fabriek als een soort lange beitel met een scherp
snijvlak en een versterkte rug. Het is een ca. 30 cm lang stuk staal, aan één kant scherp
geslepen, aan de andere kant ca. 5 mm breed. De scherpe kant wordt op de steen gelegd,
waarna met de kaphamer een tik op de rugzijde wordt gegeven. Om een steen volkomen
vlak af te kappen, worden aan minstens twee zijden van de steen van die ‘tikken’ gegeven,
waarna het af te kappen stuk met de gebogen pen van de kaphamer in één klap wordt
afgehakt.
In de dagelijkse bouwpraktijk wordt de sabel nog nauwelijks gebruikt; men hakt de stenen
direct met de kaphamer of zelfs met de ‘botte’ zijde van de metseltroffel door. Erg precies
gaat dit dan ook meestal niet. Voor een serieuze amateur-metselaar is die sabel waardevol.
Kaphamer:
Met een kaphamer kan men stenen ruw op maat hakken en bestratings werkzaamheden
verrichten. Hij heeft een extra groot slagvlak en een lange, spits toelopende pen. De kop
moet met een in de steel geslagen wig tegen uitschieten beveiligd zijn.
C. Met een Klezoorbeitel en Moker
Met de klezoorbeitel en moker kun je meerder stenen precies op maat hakken.
Leg een aantal stenen op een plank langs een lat, teken ze af en hak ze door met beitel en
moker.
Moker
Klezoorbeitel (ook wel: voegbeitel)
9
D. Met een Steenzaagmachine
STEENZAAG.
Met een steenzaag kun je stenen
snel en precies op maat maken
.
Metselstenen knipper
Een metselstenen knipper is een
apparaat wat je op een bepaalde
lengte kunt afstellen en daarna
de stenen kunt hakken.
Aftekengereedschap
Met aftekengereedschap kun je
afstellen op een bepaalde maat,
je krast vervolgens de stenen af
waarna je ze op maat maakt.
10
3.
SOORTEN MUREN
Klampmuur
De stenen worden op zijn kant
gelegd.
Toepassing:.
Halfsteensmuur
De muur is een halve steen (kop)
breed.
Toepassing:
Halfsteensmuur
De muur is een hele steen (strek)
breed.
Toepassing:
11
Buitenmuren als spouwmuur:
Omdat baksteen poreus is zijn enkele muren niet geschikt als buitenmuren, vocht zou er aan
de binnenkant door heen komen.
Buitenmuren maakt men als spouwmuur.
Het buitenblad is een
halfsteensmuur van
baksteen.
Het binnenblad kan gemaakt
zijn van kalkzandsteen,
cellenbeton of andere
steensoorten.
Tussen de 2 muren zit een
ruimte van ± 110 mm. In deze
ruimte wordt op het binnenblad
de spouwisolatie aangebracht.
Er blijft nog ±10 mm. ruimte
over, waardoor de lucht kan
circuleren ( ventilatie ).
Onder in de buitenmuur zitten
ventilatieroostertjes.
12
5.
11 SOORTEN METSELVERBANDEN
In de volgende hoofdstukken worden 11 verschillende soorten metselverbanden genoemd.











Halfsteens verband
Vlaams verband
Ketting verband (Noors verband)
Staand klezoren verband
Rechtsvallend klezorenverband
Linksvallend klezorenverband
Staand verband
Engels verband
Koppen verband (pateitsverband)
Wild verband
Kruisverband
13
6.
HALFSTEENS VERBAND







Sterkste verband
De vertanding is een halve steen over elkaar
Minste afval
Op de hoeken alleen hele nodig
Snelste gemaakt
Vertanding minimaal de lengte van de dikte
Geen drieklezoor nodig!
14
7.
VLAAMS VERBAND



Verband dat ontstaan is beneden de grote grote rivieren in Nederland, dus het
zuidelijke deel.
Heeft een regelmaat van “kop-strek-kop-strek”
Hoeken worden gevormd door drieklezoren haaks op elkaar.
15
8.
KETTING VERBAND (NOORS VERBAND)





Dit verband geeft een strakke indruk.
Gebruik voor dit verband wel een maatvaste steen.
Heeft een regelmaat van “strek-strek-kop” (drieklezoor word geteld als een hele)
Op de hoek is het “kop-kop-strek-strek-kop-strek-strek-kop”
Hoeken worden gevormd door drieklezoren haaks op elkaar.
16
9.
STAAND KLEZOREN VERBAND


Steen 1, 3, 5 etc. hebben de stootvoeg boven elkaar, en steen 2, 4, 6 etc.
Hoeken worden gevormd door drieklezoren haaks op elkaar.
17
9.
RECHTSVALLEND KLEZOREN VERBAND



Wat dit verband interessant maakt is de diagonale dynamiek. Tegelijk geeft dit bij
mensen soms ook een instabiele indruk. Om dit op te lossen kan je bijvoorbeeld
na tien lagen het patroon omkeren, zodat er een zigzagvorm ontstaat.
De stootvoeg gaat telkens een kwart steen naar rechts
Hoeken worden gevormd door drieklezoren haaks op elkaar.
18
9.
LINKSVALLEND KLEZOREN VERBAND



Wat dit verband interessant maakt is de diagonale dynamiek. Tegelijk geeft dit bij
mensen soms ook een instabiele indruk. Om dit op te lossen kan je bijvoorbeeld
na tien lagen het patroon omkeren, zodat er een zigzagvorm ontstaat.
De stootvoeg gaat telkens een kwart steen naar links
Hoeken worden gevormd door drieklezoren haaks op elkaar.
19
10. STAAND VERBAND





Om te voorkomen dat de muur instort hebben ze dubbele strekken ervan
gemaakt.
Erg geschikt verband om een volle steense muur mee te metselen.
Eerst metsel je een laag strekken, dan een laag koppen, dan weer een laag
strekken, enz.
De stootvoegen (verticale voegen) van de strekken liggen om de twee lagen
perfect onder elkaar. Op hun beurt liggen ook de stootvoegen van de
koppenlagen onder elkaar.
Hoeken worden gevormd door drieklezoren haaks op elkaar.
20
11. ENGELS VERBAND






Het Engels verband is geschikt voor halfsteens metselwerk in grotere
muurvlakken.
Bij het Engels verband worden in elke laag drie strekken afgewisseld met een
kop.
Om de andere laag wordt begonnen met een drieklezoor, gevolgd door twee
strekken, daarmee word een regelmaat gecreëerd van “strek-strek-strek-kop”
De koppen liggen midden boven de middelste van de strekken van de laag
eronder en erboven.
Het Engels verband is economisch omdat er relatief weinig afval is.
Hoeken worden gevormd door drieklezoren haaks op elkaar.
21
13. KOPPEN VERBAND



Bij dit verband vertonen alle lagen slechts koppen die halfsteens worden verwerkt.
Meestal gaat het om een steensmuur.
Dit verband is zeer geschikt voor zwaar belast werk en het wordt vooral gebruikt
bij gebogen muren of een gedeeltes daarvan.
Word er niet in een boogvorm gewerkt dan worden de hoeken gevormd door
drieklezoren haaks op elkaar.
22
14. WILD VERBAND





Je mag zelf beslissen hoe je de koppen en strekken plaatst (in willekeurige
volgorde)
Het is belangrijk dat je hierbij niet vervalt in continue verbanden. Het vergt wat
inspanning om bewust voor verandering te zorgen in de manier waarop je de
stenen plaatst.
Let op dat je nooit stootvoeg op stootvoeg krijgt.
Per m2 40% of 20% stootvoeg (architect beslist). (alleen maar strek = 0% voeg,
alleen maar kop = 100% voeg).
Hoeken worden gevormd door drieklezoren haaks op elkaar.
23
15. KRUIS VERBAND (PATEITSVERBAND)



De strekken liggen een halve steen verder (laag 2, 4, 6 etc.)
Het kruisverband bestaat uit steeds vier terugkerende lagen.
Hoeken worden gevormd door drieklezoren haaks op elkaar.
24
16. VERTANDINGEN
Vertandingen zijn aansluitingen of verbindingen van metselwerk.
Staande tand
Het voordeel van een staande tand is dat je minder ruimte nodig hebt.
Het nadeel van een staande tand is, dat het moeilijker is om de volgende dag of keer verder
te gaan. Het is erg lastig om er bij een staande tand een steen tussen te plaatsen.
Vallende tand
Het voordeel van een vallende tand is, dat als men het werk niet af krijgt, men de volgende
keer gemakkelijk verder kan gaan.
Het nadeel van een vallende tand is dat je meer ruimte nodig hebt.
25