Kruidenrijk gras voor de veehouderij

Kruidenrijk gras voor de veehouderij
Slotsymposium praktijknetwerk ‘Natuurlijk’ kruidenrijk gras voor de veehouderij
Aanleg en beheer van kruidenrijk grasland
Rob Geerts
Wageningen
12 maart 2014
Inhoud van deze presentatie
 Ons praktijknetwerk
 Kruidenrijk grasland, waar hebben we het over?
 Aanleg en ontwikkeling van kruidenrijk grasland
 Praktijkvoorbeelden inzaai kruidenrijk grasland
 Bemesting
 Beheer
 Suggesties voor implementatie
Ons praktijknetwerk
Deelnemers: veehouders, onderzoek & advies,
agrarisch natuurbeheer en onderwijs
Promotie van de meerwaarde van kruidenrijk gras
voor de biodiversiteit én de veehouderij
Kennis en ervaringen bijeen brengen en toegankelijk
maken voor een brede doelgroep
De waarde van kruidenrijk gras voor veevoeding
Aanleg en beheer kruidenrijke graslanden
De betekenis van kruidenrijke graslanden voor
weidevogelbeheer
Netwerk- en themabijeenkomsten, persberichten,
website en de brochure ‘Kruidenrijk grasland’
Kruidenrijk grasland: waar hebben we het over?
Perspectiefvolle graslandtypen:
 Gras-kruidenmix en Bloemrijk grasland (Veldgids)
Vertaald naar Plantengemeenschappen van Nederland:
 De Glanshaverhooilanden en de Kamgrasweiden
 Huidig areaal:
- Glanshaverhooilanden: 3000 ha
- Kamgrasweiden: 6000 ha
- Totale areaal grasland: 995.000 ha
 Begin jaren ‘ 50 kon meer dan de helft van de graslanden tot deze graslandtypen worden gerekend
Presentie van grassen en kruiden in 1400 graslanden
vnl. Kamgrasweiden
Kruiden en vlinderbloemigen
grassen
P%
P%
Witte klaver
97
Fioringras
99
Paardenbloem
97
Ruw beemdgras
99
Scherpe boterbloem
95
Veldbeemdgras
99
Kruipende boterbloem
92
Engels raaigras
97
Gewone hoornbloem
87
Rood zwenkgras
91
Veldzuring
81
Gestreepte witbol
88
Pinksterbloem
81
Reukgras
84
Vertakte leeuwentand
75
Beemdlangbloem
83
Madeliefje
68
Kweek
73
Gewoon duizendblad
51
Timotheegras
72
Smalle weegbree
50
Kamgras
71
Rode klaver
50
Gewoon struisgras
55
Uit het onderzoek naar de samenstelling van de
Nederlandse Graslanden. D.M.Vries, 1967
Graslandtypen
FASE
GRASLANDTYPE
OPBRENGST
SOORTEN
(ton ds/ha)
(per 25m )
> 10
8 – 10
6–8
5 – 10
10 – 15
10 – 15
zeer soortenarm
soortenarm
soortenarm
5–7
3–6
15 – 25
20 – 40
vrij soortenrijk
soortenrijk
<5
> 30
2
KWALIFICATIE
INVLOED
MEST
INVLOED
B+W
START- EN TUSSENFASEN
0
1
2
Engels raai-grasland
Grassenmix
Dominant-stadium*
KRUIDENRIJK GRASLAND
3
4
Gras-kruiden-mix
Bloemrijk grasland
5
Schraalland
soortenrijk
ton ds: ton droge stof / B: bodem / W: water
Bron: Wim Schippers, Veldgids ontwikkelen van kruidenrijk grasland, 2012
Ontwikkeling van kruidenrijk grasland
Traditioneel: via verschraling en aanpassing hydrologie
78
54
44
28
16
Veenkampenonderzoek: herstel blauwgrasland
1979-2006
Rob Geerts PRI-WUR
Optie 1: met zadenrijk maaisel, MDL Winterswijk
Versnellen van de ontwikkeling van kruidenrijk
grasland door oogsten en uitspreiden van zadenrijk
maaisel uit nabij gelegen soortenrijke bronterreinen
optie 2: met inheemse zaadmengsels
Nieuw inzaai van kruidenrijk grasland met inheemse
kruidenrijke zaadmengsels waarvan het zaad geoogst is
in kruidenrijke percelen (Biodivers)
Inzaai advies
•
•
•
•
•
Besteedt aandacht aan de perceelskeuze op je bedrijf
•
Het beste resultaat geeft nieuw inzaai, doorzaai is
matig tot weinig succesvol
•
Goede zaaibedbereiding en inzaai met een juist
afgestelde zaaimachine geven goede resultaten
Zorg dat de bodem-pH op peil is (> pH 4.8)
Zaaizaad hoeveelheid: 20 kg per ha
Zaaitijdstip: bij voorkeur in het najaar
Kies voor een zaadmengsel met inheemse, streekeigen soorten
Kruidenrijke zaadmengsels
Biodivers
Kuikenland
Samenstelling voor 1 ha:
Engels raaigras (vroeg)
20 %
Engels raaigras (laat)
20 %
Rood zwenkgras
20 %
Kropaar
10 %
Timotee
10 %
Veldbeemdgras
10 %
Beemdlangbloem
4%
Glanshaver
4%
Reukgras
2%
Kamgras
Biodivers Margrietmengsel 102* of
Biodivers Margrietmengsel 103 **
Beemdlangbloem
Kamgras
Rood zwenkgras
Reukgras
Veldgerst
Rode klaver
Kleine klaver
Moerasrolklaver
Veldlathyrus
Vogelwikke
Moeraszoutgras
Smalle weegbree
Scherpe boterbloem
Pinksterbloem
Veldzuring
Duizendblad
Echte koekoeksbloem
*voor kalkarme gronden
10 kg
5 kg
5 kg
**voor kalkrijke gronden
Biodivers Margrietmengsel 102:
Margriet, Knoopkruid, Veldzuring, Rode-, Witte- en
kleine klaver, Rolklaver, Smalle weegbree,
Duizendblad, Grasmuur, Scherpe- en Kruipende
boterbloem Madeliefje, Knolboterbloem, Brunel,
Groot streepzaad, Biggenkruid én aantal grassen
Veldkrekel (Rode Lijst Soort)
Jos en Margret de Kleijne
Praktijkvoorbeeld: Skalsumer Natuurbeheer
Kollumerpomp Friesland
Skalsumer Natuurbeheer: inzaai kruidenmengsel
Praktijkvoorbeeld: Kees Lambalk
Bovenkerkerpolder Amstelveen
Kees Lambalk: inzaai
Bemesting
 Verlaging van de gewasopbrengst is essentieel
VERBAND TUSSEN GEWASOPBRENGST EN SOORTENRIJKDOM VAN GRASLANDEN
0
SOORTEN
(per 25m2) 
1
2
3
GRASLANDFASE 
5
4
40
35
30
25
20
15
10
5
10
8
6
4
2
JAAROPBRENGST (ton droge stof per ha)
Bron: Wim Schippers, Veldgids ontwikkelen
van kruidenrijk grasland, 2012
Bemestingniveau begin jaren ’50
Kg N/ha/ja
jaar
Kunstmest
NL
Veen
Klei
W
N
Stalmest
Zand
NL
Veen
Klei
W
N
Gier
Zand
NL
Veen
Klei
W
N
Zand
1950
47
22
46
55
15
24
14
13
7
5
12
7
1951
55
29
59
64
16
25
19
12
7
6
11
7
1952
66
36
69
76
15
26
22
11
8
5
12
7
Kg N/ha/ja
jaar
Huidige bemestingsniveau:
Totaal
NL
Veen
Klei
W
N
Zand
350 Kg N /ha/ja
1950
68
51
72
74
1951
78
59
89
82
1952
89
67
102
93
Bron: Koopmans, 1960
waarvan 150 Kg kunstmest N
Het produktieniveauonderzoek
De bemesting van grasland in de praktijk
Bemesting essentieel onderdeel van het beheer
Kamgrasweiden (weidevogelbeheer)
 In het eerste jaar van inzaai niet bemesten
 Bij voorkeur stro-rijke vaste rundermest
 Maximaal 15 ton/ha (80 kg N)in het vroege voorjaar
goed verdeelt uitrijden
 Als alternatief runderdrijfmest, maar pas na de eerste
snede: 15 ton/ha (60 kg N)
 Als laatste optie NPK kunstmest
 Via weidemest aanvullend nog 20 tot 60 kg N/ha
 Zorg voor een goede P en K voorziening, zeker voor
vlinderbloemigen belangrijk
 Zorg dat de pH boven de 4.8 blijft
Volstaan kan worden met alleen P en K, wanneer voldoende
vlinderbloemigen zorgen voor de stikstofvoorziening
Ossekampen bemestingsexperiment 2005
Beheer
 Afwisselen van maaien en beweiden heeft de voorkeur
 Een eerste snede vanaf half juni, zo bloeiende kruiden
en grassen
 Ook weer niet te laat maaien, want dan neemt de
voederwaarde en de gehalten aan mineralen en
spoorelementen af
 Daarna eventueel bemesten en nabeweiden
 Probleemonkruiden pleksgewijs bestrijden, vollevelds
is niet mogelijk!
 Met maaien en bemesten is ontwikkeling te sturen
 Graslandmanagement moet opnieuw geleerd worden
Hoe promoten en realiseren we meer
kruidenrijk grasland op de bedrijven?
 Leg demovelden aan op verschillende grondsoorten
 Experimenteer met verschillende mengsels
 Investeer in het ontwikkelen van verdienmodellen
Bijvoorbeeld 1 eurocent per pak melk
of beloning voor maatschappelijke diensten?
Graslandvernieuwing
2013: Vogelbescherming Nederland start campagne:
“Red de rijke weide” Graslandvernieuwing nieuwe
stijl: 200.000 ha bloemrijke weide.
1950: De Voorlichtingsdienst, de
Onderzoekinstituten en de Ned.
Kali-import maatschappij ,
propageerden het scheuren van
200.000 ha onproductief grasland.
2 ha kruidenrijk grasland op elk melkveebedrijf: een mooie uitdaging voor de
toekomst!
Dank voor u aandacht
www.verantwoordeveehouderij.nl
Zie praktijknetwerken