Verliefd met hindernissen

Nieuwe training kinderrevalidatie
Verliefd met hindernissen
Zoals alle kinderen maken ook kinderen met een lichamelijke beperking een seksuele en relationele ontwikkeling door.
Hun beperking maakt die ontwikkeling wel ingewikkelder, en daarom is een goede seksuele opvoeding van belang.
Stel, je bent vier en je wilt doktertje spelen, maar je
zit in een rolstoel. Of je bent twaalf, verliefd, maar je
schaamt je voor je lichaam en durft geen verkering
te vragen. En wat als je op je zeventiende ondanks
je spasticiteit zou willen vrijen? Er zijn allerlei
hindernissen als je een lichamelijke beperking hebt,
maar ook kinderen en jongeren met een beperking
maken uiteraard een seksuele ontwikkeling door.
Professionals vinden het echter vaak nog een lastig
onderwerp om te bespreken.
Uit onderzoek onder jongeren met cerebrale parese*
is bekend dat de seksuele ontwikkeling niet heel
anders verloopt dan bij leeftijdsgenoten zonder beperkingen. Verschil is wel dat de feitelijke seksuele
carrière - van zoenen tot vrijen - langzamer verloopt.
In de praktijk betekent dit dat er zowel in de kinderals in de volwassenenrevalidatie aandacht zou moeten
zijn voor de seksuele en relationele ontwikkeling.
Die aandacht is er nu zeker nog niet, bleek ook uit
het onderzoek. Dat was de aanleiding om met Rutgers
WPF de training Verliefd met hindernissen te ontwikkelen. De training is
gericht op multidisciplinaire kinderrevalidatieteams en bestaat uit één
bijeenkomst van vier uur. Een vervolg is naar behoefte vorm te geven.
Obstakels
Om latere problemen te voorkomen, is het zaak dat professionals bij
kinderen vanaf jonge leeftijd aandacht hebben voor de seksuele ontwikkeling. En het is van belang dat ze met jongeren praten over bijvoorbeeld obstakels die ze kunnen tegenkomen als het gaat om thema’s
als flirten, verkering en vrijen, en over manieren om daarmee om te
gaan. Kinderen moeten de kans krijgen om open te zijn en om te leren
omgaan met wensen en grenzen met betrekking tot intimiteit en seksualiteit. Hoe leer je als professional bijvoorbeeld een kind dat gewend is
om dagelijks aangeraakt te worden voor z’n lichamelijke verzorging wat
wel en geen gepaste aanrakingen zijn? Hoe bespreek je dit met ouders?
De training heeft tot doel om kennis, vaardigheden en attitudes te ontwikkelen die hiervoor nodig zijn. Daarnaast heeft de training tot doel
om een aanzet te geven tot een structurele aanpak van de seksuele begeleiding. Besproken wordt hoe dit thema in de behandeling geïntegreerd
zou kunnen worden.
Op de kaart
De training is vorig jaar voor het eerst gegeven, aan het kinderrevalida-
10
RM 2 2014
Foto: Inge Hondebrink
Om revalidatieprofessionals hier beter voor toe te rusten, is er nu een training.
tieteam van het Centrum voor Revalidatie UMCG / Beatrixoord in Haren.
Enkele reacties op het evaluatieformulier: ‘Het waren nuttige en praktische opdrachten, waar je verder door komt’; ‘Ik weet nu dat seksualiteit
breder is dan ik dacht’; ‘Goed dat het onderwerp wordt genormaliseerd’;
‘Het is duidelijk dat we met elkaar visie moeten ontwikkelen.’
Inmiddels, een jaar later, blijkt dat de training een basis heeft gelegd
waarmee het team verder is gegaan. Janneke van de Velde, seksuoloog
bij Beatrixoord: ‘Sinds de training zijn er verschillende balletjes gaan
rollen. We zijn gaan meedoen aan het project Totally sexy, vanuit school
komen er meer vragen over hoe leerlingen te begeleiden op dit punt, er
is een gesprek geweest met een groepje jongeren over intimiteit en
seksualiteit en nu gaan we in gesprek met hun ouders. Kortom: het
onderwerp staat op de kaart.’
Diana Wiegerink,
klinisch psycholoog K&J Beatrixziekenhuis,
senior onderzoeker afdeling Revalidatiegeneeskunde Erasmus MC
* In 2010 promoveerde Diana Wiegerink op het proefschrift ‘Romantic
Relationships and Sexual Experiences of Adolescents and Young
Adults with Cerebral Palsy’. U kunt haar proefschrift downloaden
via www.revalidatiemagazine.nl, ‘Links’. Daar vindt u onder meer
ook een link naar informatie over de training.