Stefano Marzo - sc Heerenveen

CORNER | SEPTEMBER 2014
Profiel
Stefano Marzo
‘De Friese fans zijn echt trots op de club’
Naam
Stefano Marzo
Geboren
22 maart 1991 in Lommel, België
Afkomst
Ik ben 23 jaar geleden geboren in
het Belgische Lommel, een stad van
zo’n 30.000 inwoners. Het is geen
grote stad en ligt amper 30 kilometer
van Eindhoven. Het is er een en al
bos, heuvels en velden: een rustige
omgeving waar ik nog graag kom. Ik
mis Lommel zeker, maar dat komt
niet hoofdzakelijk door de natuur of
de Belgische cultuur. Mijn ouders
zijn beide geen Belgen: mijn vader is
Italiaans, en mijn moeder komt uit
Nederland. Ik ben wellicht in België
geboren, maar voel in de eerste plaats
meer voor Italië dan voor mijn geboorteland. Ik had even goed een Italiaans
of Nederlands paspoort kunnen
hebben: het is enkel dat ik in Lommel
geboren ben. Omdat mijn vader zijn
familie in het zuiden van België woont,
heb ik jammer genoeg nooit genoeg
van de Italiaanse meegekregen om het
nu te spreken. Ik beheers het Frans
wel volledig, maar Nederlands blijft
mijn eerste taal.
Familie
Elke week, indien mogelijk, pak ik de
auto en rijd ik de twee en een half uur
naar Lommel. Ik ben zeer gesteld op
familie, en zou mijn leven en carrière
bijna niet voor kunnen stellen zonder
hun. Als ik nu een contract aangeboden kreeg om ergens ver hiervandaan
te voetballen, zou ik dat zeker niet
makkelijk vinden. Het liefst woon ik
niet te ver van huis, en thuis is daar
waar mijn familie is. In Lommel heb
ik ook nog een jongere broer, hij is 18
en net klaar met school. Hij heeft nog
geen idee wat hij wil—maar hij moet
nu (juli 2014, red.) snel beslissen, want
in september beginnen de opleidingen.
‘Nederlanders zijn
recht voor de raap, daar
houd ik van’
School
Zelf heb ik mijn VWO afgerond, in de
richting van natuur en gezondheid.
Het is mij allemaal vrij makkelijk af
gegaan: scheikunde en biologie heb ik
met hoge cijfers afgesloten. Ik heb het
op school altijd naar mijn zin gehad,
niet alleen doordat het makkelijk ging,
maar ik heb altijd wel plezier gehad
in het leren. Leren doe ik nog steeds
wel, maar ik lees alleen dingen waar ik
echt wat aan heb. Fictie is aan mij niet
besteed: ik heb liever een boek over
voeding of sport. Als het voetballen
niets was geworden, was ik misschien
ook wel fysiotherapeut geworden.
Dat kan natuurlijk altijd nog, na mijn
voetbalcarrière. Het liefst open ik dan
mijn eigen zaak, ergens dicht bij huis,
in een rustig plaatsje.
Rust en ruimte
Ja, rust is inderdaad belangrijk voor
mij. Ik heb een tijdje voor Beerschot
gevoetbald, en woonde toen ook in een
appartement in de stad. Ik werd daar
niet gelukkig van: boodschappen doen
vond ik al te veel drukte, af en toe.
Antwerpen is te groot en te druk voor
mij. Altijd en overal zijn er mensen, en
iedereen is in de weer en onderweg
ergens naartoe. Dat is aan mij niet
besteed: ik houd van rust en ruimte.
Een stad als Amsterdam wil ik nog wel
eens naartoe, maar er wonen? Zeker
niet. Ik zou niet eens weten waar ik
zou moeten parkeren, met zo veel
mensen en zo weinig plaats. Daarom
voel ik mij ook goed in Friesland:
de velden, de ruimte, en de uiterst
rustige, nuchtere mensen. Natuurlijk
komt er ook een hoop drukte bij
sc Heerenveen kijken, maar dat is van
een geheel andere soort. Daar kan ik
prima mee om gaan, al helemaal
met al die rustige noorderlingen.
Noord en Zuid
Ik merk zeker een duidelijk verschil tussen de
Belgen en de Nederlanders.
Ik ben mijn professionele
voetbalcarrière begonnen
bij PSV, en ben sowieso al
veel in aanraking gekomen
met de Nederlandse cultuur.
Het lijkt alsof de Belgen veel
meer gesloten zijn, een stuk
moeilijker in het gesprek, ook.
De Nederlanders zijn wat dat betreft
een stuk eerlijker, recht voor zijn
raap. Daar houd ik wel van. Nu ik in
Friesland woon, merk ik ook wel een
verschil. Zo af en toe versta ik jullie Friezen niet, al helemaal als jullie
onderling praten. Maar dat maakt niet
uit. Het volkslied versta ik ook nog
steeds vrij weinig van, maar ik kan
het zeker wel waarderen. Het is toch
een mooi iets, en zo word je ook elke
thuiswedstrijd er aan herinnerd waar
je het voor doet: de fans, die altijd in
groten getale en met nog veel grotere
trots komen kijken. Dat laat een indruk
achter.
sc Heerenveen
Ik ben sinds vorig seizoen in dienst van
Heerenveen en dat bevalt me goed. Tot
nu toe is de sfeer altijd goed geweest
in de spelersgroep, iets wat eerder in
mijn carrière wel anders is geweest.
De selectie is dit jaar wel erg jong,
ik ben met mijn 23 jaar een van de
oudsten van het team. Gelukkig doen
de jonge jongens het goed: ze zijn vreselijk gretig, en met wat begeleiding
van de oudere spelers zoals Marten
en Joey kunnen ze heel sterk worden.
Zelf voel ik niet echt de behoefte om
de oudere, begeleidende speler uit te
hangen: die rol ligt mij niet zo. Ik ga
meer om met Jukka, Joost en Viktor,
waarschijnlijk omdat zij even rustig
zijn als ik. Maar ik zie het dit seizoen
zeker zitten: iedereen is gemotiveerd,
en met de trainer die er boven op zit
moet het zeker goed komen.
‘In een stad als
Amsterdam wil ik niet
wonen, veel te druk’
Voetbalverleden en toekomst
Ik ben begonnen in de jeugdopleiding van PSV, waar ik in 2011 in het
eerste debuteerde. Het seizoen daarop
vertrok ik naar Beerschot Antwerpen,
waar ik na een jaar spijtig genoeg weg
moest. Ik had daar een goed contract
en er zaten vier oud PSV’ers in de
spelersgroep, waar ik prima contact
mee had. Beerschot ging toen failliet,
en toen maakte ik in 2013 de overstap naar sc Heerenveen. Als ik zo
kijk naar mijn voetbalverleden, naar
de jongens met wie ik gespeeld heb,
ben ik toch wel trots. Bijvoorbeeld
Memphis Depay, met wie ik bij PSV
ben begonnen, of Kevin De Bruyne en
Hazard, die in mijn lichting van België
onder 19 zaten. Zij hebben fantastisch
gepresteerd op het WK afgelopen zomer. Maar dan denk je toch af en toe:
‘Waar is het mis gegaan bij mij?’ als
je niet voor je land uit kan komen.
Niet alles is voor je weggelegd, en iedereen heeft zo zijn
kwaliteiten. Die jongens zijn
in de afgelopen jaren enorm
gegroeid, daar heb ik respect
voor. En ik ben zeker tevreden
hier, en heb het gevoel dat ik
nog veel in het verschiet heb
liggen. We zullen zien wat de
komende jaren brengen.’’
Allart van der Woude
15