Pleisterwerk UDC 693.6 Plastering CATblad 01 Terminologie Onder pleisterwerk wordt verstaan een laag materiaal, bestaande uit kalk, eventueel hydraulische toeslagstoffen en vulmiddel (zand). Stucwerk is een doorgaans dunne afwerklaag, die wordt gemaakt met een mortel, waarin gips of gemalen marmer verwerkt is. Literatuur P.K. v.d. Schuit, De verwering van pleisters. Oorzaak en maatregelen. Restauratievademecum RVblad Pleisterwerk 01 (1986). De oorzaak van verwering wordt uiteengezet. Daarbij is de samenstelling van de pleister van belang. P.K. v.d. Schuit, Pleistersystemen voor vochtbelaste gebouwen. Restauratievademecum RVblad Pleisterwerk 02 (1986). Belangrijkste pleistersystemen en hun specifieke kenmerken, met normen en kwaliteitseisen. H. Janse, Historisch pleisterwerk, Restauratievademecum RVblad Pleisterwerk 03 (1986). Gegevens uit historische bronnen en oude bestekken. Bijlage: J. van Leeuwen, Over het bepleisteren bij de Ouden (1847). H. Janse, Historisch stucwerk, Restauratievademecum RVblad Pleisterwerk 04 (1986). Korte beschouwing over pleisterwerk, waarbij in de specie marmerpoeder of gips is verwerkt. W.V.J. Freling, Stucwerk in het Nederlandse woonhuis, uit de 17e en 18e eeuw, Leeuwarden/Mechelen 1993. Het boek geeft een overzicht in woord en beeld van pleister- en stucwerken van de Oudheid tot aan het begin van de 19de eeuw. Met name zijn plafond- en wandafwerkingen in Nederland behandeld. In hoofdstuk 3 worden de samenstellende materialen, de mortelsamenstellingen, de eigenschappen van mortels en een experimenteel onderzoek naar druksterkten van pleister- en stuclagen behandeld. Constructies van stucplafonds en details van lijstwerk zijn in hoofdstuk 4 te vinden, alhoewel ze niet structureel zijn behandeld. N.B. Door een verwarrend gebruik van de termen pleisterwerk en stucwerk dient men de gegevens kritisch te beschouwen. Dit blad vervangt blad 1986/2 - 25. RDMZRV 1994/36-28 Pleisterwerk, detail Kunstmarmer Plastering techniques Artificial marble UDC 693.63 CATblad 01 Literatuur M. Stokroos, Kunstmarmer, Keizersgracht 695/697, Monumentenmonografie nr. 5, Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Maatschappij tot Stadsherstel sept. 1988; ld. Monumenten 1989 nr. 2, 20-23. Naar aanleiding van de restauratie van het pand Keizersgracht 695/697 te Amsterdam, waarin zich twee pilasters van kunstmarmer bevinden, wellicht in 1823 door S. de Lange gemaakt, schreef Stokroos een artikel over alle in Nederland bekende vormen van steenachtige imitaties van marmer, die sedert de 17de eeuw bekend zijn. Ook de wijze van vervaardiging wordt, zover bekend, beschreven. Met name in de 19de eeuw werden verschillende vormen van kunstmarmer veel toegepast. Eén daarvan, niet in het artikel genoemd, willen wij hier toevoegen: Het bestek uit 1826 voor een 'Paviljoen aan Zee, ten noord-oosten van het dorp Scheveningen, voor H.M. de Koningin' (het latere Paviljoen Von Wied van de Witte Sociëteit, Pellenaerstraat 4), bepaalde onder 'Stukadoorwerk' in art. 16 par. 67: De aannemer zal gehouden zijn, de muurwerken in het salon, benevens in de beide vertrekken te stukadoren, en zulks in stucco lustro, in dusdanige kleuren als aan hun geordonneerd zal worden, ...'. H.J. H.H.J. Kurvers, Kleur en schilderingen, Restauratievademecum RVblad Afwerking in kleur 01 (1986), 12-14. RDMZ RV 1990/18-6
© Copyright 2025 ExpyDoc