Bijlage 1: overzicht beleidsonderwerpen buiten de kerntakendiscussie - planning en programmering woningbouw stimuleringsmaatregelen woningmarkt accountmanagement ten behoeve van bedrijfsvestiging ontwikkeling ‘Food’ als economisch cluster cultureel erfgoed archeologie begraafplaatsen bestemmingsplannen ecologie welstand en Commissie Ruimtelijke Kwaliteit bodem geluid, lucht en externe veiligheid milieu/klimaat water riolering wegen wonen voor doelgroepen jeugdzorg schulddienstverlening bijstandsverlening en overige inkomensvoorzieningen bijzondere bijstand en armoedebeleid fraudebestrijding en –verhaal sociale werkvoorziening activering en reïntegratie WMO huishoudelijke hulp WMO woonvoorzieningen WMO hulmiddelen WMO vervoersvoorzieningen vrouwenopvang maatschappelijk Werk opvang dak- en thuislozen verslavingszorg jeugdgezondheidszorg gezondheidszorg integratie regiotaxi Bijlage 2: Visie ‘Met andere ogen kijken’ Met andere ogen kijken: de gemeente die Ede wil zijn Een inspirerende visie over taken en rollen in de Edese samenleving Inleiding In deze notitie worden kort de ambities van Ede, de ontwikkelingen in het lokaal bestuur en de trends die we landelijk zien in beeld gebracht. Met als doel richting te geven aan en inspiratie te bieden voor de kerntakendiscussie. Deze notitie dient als ‘kapstok’ voor de kerntakendiscussie die we gaan voeren over beleidsthema’s en producten waarbij wij als gemeente Ede een rol hebben. Als we kaders aangeven doen we dat op hoofdlijnen omdat vrijdenken, creatieve oplossingen en innovaties absoluut noodzakelijk zijn om de scenario’s en keuzemogelijkheden te bedenken zodat uiteindelijk de bezuinigingsopgave kan worden gerealiseerd. Wij stellen ons voor dat deze notitie gedurende de kerntakendiscussie een levend en dynamisch document is dat zich ontwikkelt in de loop van de tijd, zodat het, met de uitkomsten van de kerntakendiscussie, richting blijft geven aan onze rol in Edese samenleving. “Ede kiest voor food, in een jonge stad van ontmoeten en verbinden.” Dit is de titel van de Visie Ede 2025 waarin wij richting geven aan de lange-termijnontwikkeling van de gemeente. Maar welke rol neemt de gemeente hierin? En welke behoefte aan gemeentelijke ondersteuning of bemoeienis hebben inwoners en partners, van maatschappelijke instellingen tot bedrijfsleven? Voor welke nieuwe uitdagingen staan we de komende jaren? Als er moeilijke financiële keuzes moeten worden gemaakt, waar kiezen we dan voor (en waarvoor niet meer)? Welk soort ambtelijke organisatie is er nodig om de ambities van Visie Ede 2025 te realiseren? In het najaar van 2013 starten wij met een omvangrijke bezuinigingsoperatie op zowel beleid als bedrijfsvoering. Mogelijk groeit de omvang van de taakstelling nog ten gevolge van de rijksbezuinigingen die op Prinsjesdag worden gepresenteerd. Deze bezuinigingsoperatie is absoluut noodzakelijk om de gemeentelijke begroting verantwoord en gezond te houden in de toekomst: de kaasschaaf zal niet afdoende zijn. Om te komen tot een bezuinigingenpakket van € 7 miljoen op het gebied van beleid voeren we een kerntakendiscussie. Hierin komen bovenstaande vragen aan de orde. We bouwen daarbij voort op de resultaten van de bijeenkomsten van de gemeenteraad in 2013 over dit thema. Wij willen scenario’s ontwikkelen om tot keuzemogelijkheden te komen die worden aangeboden aan het nieuwe college en de nieuwe gemeenteraad. Om deze kerntakendiscussie integraal te kunnen voeren, is het van belang de discussie te richten. Het Convenant 2010-2014 en de Visie Ede 2025 geven kaders voor beleid en visie. Daarnaast zijn de ontwikkelingen en trends in onze samenleving relevant. Rijks- en Europees beleid spelen daarbij een belangrijke rol. De drie decentralisaties in het sociaal domein zullen grote invloed hebben op Ede als gemeente en Ede als gemeenschap. Ook is sprake van een kanteling in het denken over de rol van de overheid in de samenleving. De verhouding tussen overheid en burgers en de verwachtingen over en weer gaan veranderen. Hoe en in welke mate is per beleidsterrein verschillend: het gaat om maatschappelijk en soms individueel maatwerk waarin de gemeente op verschillende manieren bemoeienis kan hebben Het is aan de nieuwe gemeenteraad en het nieuwe college van B&W om op deze uitdagingen te reageren: wat zijn onze mogelijkheden en kansen om gelet op deze verwachte andere rol toch een ‘goede samenleving voor iedereen, gericht op ontmoeten en verbinden’ te behouden. Wie en wat hebben we daarvoor nodig? Wat doen onze maatschappelijke partners, wat kunnen en willen de burgers van onze gemeente? Wat zijn zaken voor de gemeente, wat doen we in regionaal of bovenregionaal verband of in heel andere verbanden? 1. De ambities van Ede Convenant 2010-2014 Het Convenant 2010-2014 zet als ambitie neer: “Ede: voor iedereen een goede samenleving, gebaseerd op ontmoeting en verbinding”. Het convenant spreekt ook uit op welke manier het college dat wil bereiken: “Wij zien in dat de ‘kaasschaaf’ voor de huidige financiële taakstelling een zeker niet toereikend instrument is. Wij willen in dit Convenant en in onze plannen niet worden bevangen door de noodzaak tot bezuinigingen. De ontwikkelingen gaan door en Ede moet ook kijken naar een toekomst die verder weg ligt dan 2014. Daarbij is regionalisering en het meewerken en meebewegen in grotere bestuurlijke verbanden van groot belang. Ede wordt op veel terreinen in toenemende mate regisseur. Tegelijkertijd is Ede steeds meer afhankelijk van anderen, zowel andere overheden als andere instanties. Dat betekent dat wij voortdurend zoeken naar het juiste niveau om zaken te regelen. Uitdaging voor de komende jaren is het verder uitbouwen van allerlei samenwerkingsverbanden.” Visie Ede 2025 “Ede kiest voor food, in een jonge stad van ontmoeten en verbinden”. De visie Ede 2025, aangekondigd in het convenant, scherpt de toekomstvisie van de gemeente Ede aan. De visie is tot stand gekomen op de ‘nieuwe’ manier in een intensieve samenwerking met inwoners en partners van de gemeente. Ede kiest vier prioriteiten: (1) FoodValley, (2) Kenniscampus Ede, (3) Veluwse Poort en (4) Levendig Centrum. Een visie moet gaan leven, inspireren en richting geven aan beleid én uitvoering. De visie sluit af met: “Het kiezen voor deze visie is niet vrijblijvend. Voortdurend zullen wij onze keuzes en beleid, zowel ruimtelijk, fysiek als sociaal, moeten toetsen aan de uitgangspunten en doelstellingen van deze visie. Het zijn ambitieuze stappen die we willen zetten. We zullen daarin slagen als wij daarbij koersvast zijn. Maar wij kunnen daarin vooral ook slagen omdat de visie aansluit bij de potentie van Ede als stad in een kansrijk speelveld en de inzet en mogelijkheden van u, onze inwoners. Inwoners nemen hun verantwoordelijkheid. Burgemeester en wethouders én gemeenteraad zullen daarvoor randvoorwaarden moeten scheppen, de route moeten duiden en vertrouwen moeten wekken.” 2. Landelijke trends en ontwikkelingen 1 Ede heeft in 2013 samen met een aantal andere grote gemeenten en Platform 31 een trendstudie gedaan. Deze trendstudie schetst de trends en ontwikkelingen in de samenleving, maar ook de trends in de ontwikkeling van het lokaal bestuur in Nederland. De belangrijkste trends per domein zijn als volgt: Fysiek domein • aanzienlijke verandering samenstelling inwoners en huishoudens • kwaliteit woon- en leefomgeving steeds belangrijker • toename ruimtelijke, economische en sociale verschillen • verbetering bestaand vastgoed van belang • hogere en andere eisen mobiliteit Economisch domein • komende jaren lage economische groei • stijgende werkloosheid moeilijk af te remmen • toename tweedeling op de arbeidsmarkt • daling beroepsbevolking Sociaal domein • van verzorgingsstaat naar participatiestad, in hoog tempo • toename verwachtingen en eisen in het sociale domein • naar lokaal maatwerk • dreiging nieuwe ongelijkheden. Platform 31 en de grote steden, waaronder Ede, benoemen de belangrijkste trends en ontwikkelingen in het bestuurlijke domein als volgt: • Meer overlaten aan de burgers is mogelijk en wenselijk; maar is geen panacee voor alle maatschappelijke problemen. • De (lokale) overheid heeft nieuwe sturingsvormen nodig en een herdefiniëring van zijn rol. • Publieke problemen (uitsluiting, voorkomen van willekeur, verminderen externe effecten e.d.) zijn alleen oplosbaar door de overheid. • De overheid moet de spelregels en randvoorwaarden vaststellen en bewaken. • Een groot deel van de burgers kan de eigen problemen oplossen als de overheid vier valkuilen vermijdt (regierol naar zich toetrekken, controleren van de uitvoering, geen zelfbeheer toestaan, en geen ruimte geven aan leren, proberen en mislukken). • De verantwoordelijkheid van de meest kwetsbare inwoners kan de overheid niet naar de samenleving en de markt delegeren. • Decentralisatie en centralisering naar de regio. Op diverse beleidsterreinen wordt meer aan de burger overgelaten. Toch blijft er een belangrijke rol voor de overheid. Met duidelijke strategische doelen, inspirerende streefbeelden en duidelijke randvoorwaarden en spelregels kan de gemeente Ede ruimte geven aan de investeringen, de creativiteit, de kennis, het leervermogen en de reactiesnelheid van de samenleving. Vanuit het besef dat de overheid de oplossing niet heeft, dat de samenleving te complex is, de sturingsmacht te beperkt, de opgave te 1 Voorheen NICIS, KEI en Nirov groot en dat er voor allerlei ingewikkelde maatschappelijke vraagstukken geen recept, marsroute, voorbeeld of bewezen instrumenten zijn. Omdat de burgers en ondernemers zelf een probleem willen oplossen of een kans willen benutten, zullen zij daarbij zelf alle aspecten in hun afweging betrekken. Dit leidt tot een vorm van integraal denken en doen en het zien van samenhangen die op andere wijze vaak minder makkelijk is te realiseren. De nieuwe rol van een gemeente zoals Ede ligt vooral in het stellen van kaders, het vaststellen van spelregels, het voorkomen van uitsluiting en willekeur, het zorgen voor ‘checks and balances’, een gelijk speelveld en het mogelijk maken van nieuwe toetreders. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) adviseert de overheid in haar rapport ‘Loslaten in vertrouwen’ om beter in te spelen op de veranderingen in de samenleving. Volgens de raad hoeft de samenleving niet te worden gerevitaliseerd; de vitale samenleving – te omschrijven als een samenleving waarin mensen zich zonder concrete tegenprestatie willen inzetten voor hun medemensen, buurt, vereniging, gemeente, de natuur of ander ideaal – bestaat in Nederland al. Het streven naar een compacte overheid zal niet een vitale samenleving bewerkstelligen. Het is de vitale samenleving die mogelijkheden biedt om de overheid in Nederland compacter te maken. In die volgorde en niet andersom. Daarbij moet de overheid vooral compacter worden in haar pretenties en ambities om te komen tot een minder gulzige overheid die ruimte laat aan maatschappelijk initiatief. Daarbij is het perspectief van een overheid die nieuwe partnerschappen aangaat of zich als bondgenoot opstelt wervender dan het streven naar een compacte overheid alleen. Het is een perspectief dat ook maatschappelijke organisaties kansen biedt. Het gedachtengoed zoals verwoord in het rapport van de WRR sluit goed aan bij de ambities die Ede zelf heeft geformuleerd in onder meer visie Ede 2025 en convenant en in de trendstudie die gezamenlijk met Platform 31 is uitgevoerd. Om die reden stellen wij voor deze manier van denken te omarmen en als uitgangspunt te hanteren voor de te voeren discussie over rollen en taken van de gemeente Ede. 3. Instrumenten en aanpak Analyse en keuzes maken De WRR introduceert de overheidsparticipatietrap waarin de verschillende rollen van de overheid naar voren komen van ‘geen’ sturing tot zware sturing: van loslaten tot reguleren. Deze verschillende rollen kunnen we gebruiken om per beleidsthema te onderzoeken welke rol past bij de nieuwe gemeentelijke overheid en of er, in het verlengde daarvan, op dat thema bezuinigingen mogelijk en wenselijk zijn. Loslaten: De overheid heeft inhoudelijk noch in het proces enige bemoeienis. Voorbeeld: De gemeentelijke overheid ziet voortaan geen rol meer voor zichzelf in bijvoorbeeld het schoonhouden van een deel van de openbare ruimte of een deel van het welzijnswerk (bijvoorbeeld buurthuiswerk). Ook als inwoners of derden niet in het gat springen en initiatieven ontplooien, houdt de overheid zich afzijdig en accepteert de gevolgen. Faciliteren: De overheid kiest een faciliterende rol als het initiatief van elders komt en zij er belang in ziet om dat mogelijk te maken. Voorbeeld: Het faciliteren en ondersteunen van een CPO-initiatief dat vanuit een groep inwoners ontstaat. Het faciliteren van initiatiefnemers die een evenement in de gemeente willen organiseren. Stimuleren: De overheid wenst dat bepaald beleid of een interventie van de grond komt, maar laat de realisatie daarvan over aan anderen. Ze zoekt slechts naar mogelijkheden om die anderen in beweging te krijgen. Voorbeeld: Het overdragen van zeggenschap aan bewoners in het kader van gebiedsgericht werken. Faciliteren van het proces en, waar het overheidstaken betreft, de uitvoering of financiering. Regisseren: Kiezen voor regisseren betekent dat ook andere partijen een rol hebben maar dat de overheid er belang aan hecht wel de regie te hebben. Voorbeeld: Regie voeren op uitvoeringsorganisaties vanuit een opdrachtgevende rol (denk aan verbonden partijen als ODDV en ACV). Reguleren: Het zwaarste instrument dat de overheid kan inzetten, namelijk regulering door wet- en regelgeving. Als consequentie van dit middel kan de overheid regels ook handhaven en overtreding daarvan sanctioneren. Het instrumentarium van reguleren benadrukt dat de overheid daar waar het onder meer gaat over vraagstukken van orde en veiligheid altijd in een verticale verhouding tot haar burgers staat. Voorbeeld: Denk hierbij aan het vervullen van wettelijke taken als het verstrekken van uitkeringen of faciliteiten (WMO) en het handhaven en toezicht houden op de openbare orde en in de openbare ruimte. Voor de overheid bestaat niet één ideale of beste rol. Per situatie en per onderwerp zullen politiek en bestuur moeten bepalen én expliciteren welke rol zij voor de overheid zien weggelegd. Wij denken dat scenariodenken vanuit de verschillende rollen in de overheidsparticipatietrap ons kan helpen om voor specifieke beleidsterreinen en onderwerpen te analyseren welke rol de gemeente Ede van de toekomst past. Hiermee genereren we keuze- en bezuinigingsmogelijkheden. De gemeente Ede zal steeds meer in netwerken gaan samenwerken: in de regio, met andere overheden, maar in de gemeente zelf met een veelheid aan partners. De netwerksamenwerking geeft ruimte en structuur aan gezamenlijke visievorming, maar ook aan meer pragmatische samenwerkingsvormen gericht op het behalen van specifieke doelen. Een andere organisatie en werkwijze In het Ede van de toekomst is de gemeentelijke organisatie veel meer een schakel in de gehele gemeenschap van Ede: samen met andere publieke organisaties, maatschappelijke instellingen en burgers (individueel of in verenigingsverband) en bedrijven. In 2012 is door het college van Burgemeester en Wethouders een organisatieontwikkeling in gang gezet die ook bedoeld is als voorbereiding op het 'nieuwe besturen'. In het programmaplan van de organisatieontwikkeling zijn vier redenen geformuleerd waarom de gemeentelijke organisatie van de gemeente Ede aanpassing behoeft: 1. De ambities in Visie Ede 2025 vragen aanpassingen van de organisatie. 2. Andere rol gemeente in de samenleving: van bepalen naar (faciliteren van) ontmoeten en verbinden. 3. Een slagvaardige organisatie is nodig voor de enorme opgaven waar we voor staan (bezuinigingen, crisis, Ede 2025, vergrijzing, decentralisaties, regionalisering et cetera). 4. Noodzaak een aantrekkelijke en ‘jonge’ werkgever te blijven/worden. Onze gemeentelijke opgaven vragen steeds meer om méér vraaggericht, méér integraal, méér ketengericht en - voor veel facetten - ook méér gebiedsgericht werken. Het vraagt van de gemeente dat beleid steeds meer regie wordt, dat we resultaten steeds meer behalen in co-creatie en dat de gemeente meer strategisch vanuit verschillende rollen in hetzelfde netwerk opereert: als beleidsmaker, subsidieverstrekker, regisseur en uitvoerder. Ede hanteert vijf merkwaarden die als kompas dienen voor alles wat we als gemeente doen. De merkwaarden zijn: levendig, open, toegewijd, echt en ondernemend. Met name de waarden open en ondernemend staan voor de ontwikkelopgaven van onze organisatie. Op deze manier willen wij ons werk doen en samenwerken met partners en inwoners. Kanttekeningen Een strategie waarin daadwerkelijk ruimte wordt gelaten aan maatschappelijk initiatief biedt ruimte voor zelforganisatie en zeggenschap van burgers. De uitwerking hiervan kan naast veel goeds en moois ook leiden tot maatschappelijk verschil, tot uitsluiting en conflict. De uitdaging voor de gemeente hierbij is tweeërlei: terughoudendheid bij het ingrijpen maar ook voorkomen van democratisch onaanvaardbare ongelijkheid. Ook dit aspect zal moeten worden betrokken bij de kerntakendiscussie. Kaders voor de kerntakendiscussie Een aantal gemeenten hebben hele heldere keuzes gemaakt in kerntaken en regie zoals ‘alle uitvoering uitbesteden’, ‘zoveel mogelijk aan de samenleving overlaten’, ‘zoveel mogelijk zelf blijven doen’. In het bestaande Edese beleid zijn dit soort gemeentebrede generieke keuzes niet gemaakt. En de vraag is ook, of dit moet? Om de WRR nog eens aan te halen: “Voor de overheid bestaat niet één ideale of beste rol. Per situatie en per onderwerp zullen politiek en bestuur moeten bepalen én expliciteren welke rol zij voor de overheid zien weggelegd.” Dat we indringend moeten nadenken over onze kerntaken en de rol van de gemeente Ede in de samenleving is evident gezien alle ontwikkelingen die op de gemeente afkomen en de noodzakelijke bezuinigingen. Scenariodenken kan ons helpen om keuzemogelijkheden per beleidsterrein en indien nodig zelfs per gemeentelijk ‘product’ te ontwerpen. Als we kijken naar bestaand beleid dan kunnen daar voor het scenariodenken wel enkele uitgangspunten uit gehaald worden: • • Het college ziet de samenwerking in FoodValley als zeer kansrijk. Het college ziet de samenwerking in FoodValley steeds meer vorm krijgen in de Gouden Driehoek met andere partijen dan alleen de 8 gemeenten. • • • Het college legt meer verantwoordelijkheid bij inwoners zelf neer, maar voelt zich verantwoordelijk voor de kwetsbare groepen in onze samenleving: niemand zakt door het ijs. We willen zo kosten-efficiënt en lean mogelijk werken terwijl de kwaliteit van dienstverlening aan de burger zo goed mogelijk blijft. Geen lastenverhoging voor de burger. Communicatie en betrokkenheid We gaan in het hele proces zo transparant mogelijk te werk en zoeken naar een breed draagvlak voor onze voornemens. We voeren de kerntakendiscussie zoveel mogelijk in samenspraak met onze inwoners en maatschappelijke partners en stakeholders. Samenvattend Ede heeft bijzondere ambities geformuleerd in de visie Ede 2025, het convenant en ander beleid. Daarnaast krijgt de gemeente in de nabije toekomst belangrijke nieuwe taken. Tegelijkertijd moeten wij alles op alles zetten om onze uitgaven en inkomsten nu en in de toekomst in balans te houden. Om dit alles op een goede manier te kunnen uitvoeren willen wij ons bezinnen op ons takenpakket en de manier van uitvoering daarvan. Hoe geven we daarbij invulling aan de rol van de gemeentelijke overheid in samenspel met de samenleving? Daarvoor bestaat niet één recept; er kan per thema, per gebied of zelfs per burger sprake zijn van een maatwerk-aanpak waarbij burgers en samenleving een eigen medebepalende rol vervullen. Voor welke onderwerpen/taken dat geldt en in welke mate is onderwerp van een te voeren kerntakendiscussie. Deze notitie dient als kapstok en geeft richting aan de kerntakendiscussie. In het najaar 2013 wordt een start gemaakt. De uitkomsten ervan worden overgedragen aan de nieuwe gemeenteraad en college van B&W na de verkiezingen van 2014. Dit nieuwe bestuur zal in samenspraak met samenleving, burgers en maatschappelijke partners komen tot nadere inkleuring en maken van keuzen.
© Copyright 2024 ExpyDoc