Regionale jeugdhulp Hart van Brabant 31082014

 Inkoopdocument Ernstige Enkelvoudige Dyslexiezorg voor jeugdigen Regio Hart van Brabant 31 augustus 2014 1 2 Inhoudsopgave Pagina Definities 5 1. Inleiding 7 1.1 Nieuw jeugdzorgstelsel 7 1.2 Relatie met Jeugdhulpaanbieders en toegang tot specifieke/ 8 specialistische jeugdhulp 1.3 Mandaat 8 1.4 'De Frontlijn' 8 1.5 Expertiseteam 9 1.6 Advisering, verwijzing en beschikking door 'De Frontlijn' 9 1.7 Toegang via huisarts, jeugdarts en medisch specialisten 10 1.8 Coördinatie van ondersteuning 11 1.9 Termijnen 11 1.10 Nazorg: Beëindiging van specialistisch jeugdaanbod na behalen resultaat 11 1.11 Tussentijdse beëindiging van specialistisch jeugdaanbod zonder gewenst 12 resultaat 2. Inkoopprocedure 13 2.1 Doel van de inkoopprocedure 13 2.2 Wettelijk kader inkoopprocedure 13 2.3 Financieel kader 13 2.4 Inkoopteam 14 2.5 Contractvorm en looptijd 14 2.6 Evaluaties 14 2.7 Uitsluitingsgronden en geschiktheidscriteria 14 2.7.1
Uitsluitingsgronden 14 2.7.2
Algemeen belang 15 2.7.3
Te verstrekken gegevens uitsluitingsgronden 15 2.7.4
Geschiktheidscriteria algemeen 15 2.7.5
Bijzondere uitvoeringsvoorwaarde: SROI 15 2.8 Indienen Offerte 16 2.9 Algemene Eisen aan de Offerte 16 2.10 Inhoud en indeling van de Offerte 17 2.11 Planning 17 2.12 Screening Opdrachtnemers 18 2.13 Inkoopgesprek 18 2.14 Gunning 18 2.15 Contact 19 2.16 Onvolkomenheden, onduidelijkheden en tegenstrijdigheden 19 2.17 Onzekerheden en voorbehouden 19 2.18 Inschrijven in combinatie 20 2.19 Beroep bekwaamheid derden 20 2.20 Onderaanneming 20 3 3. Speerpunten zorginkoop Dyslexiezorg voor jeugdigen 2015 3.1 Dyslexiezorg onder de Jeugdwet 3.2 Samenwerking scholen, gemeenten, zorgaanbieders 3.3 Productontwikkeling en innovatie 3.4 'De Frontlijn' 4. Programma van Eisen en Wensen 4.1 Publiekscommunicatie 4.2 Algemeen 4.3 Wet-­‐ en regelgeving / Gemeentelijk beleid 4.4 Zorg algemeen 4.5 Productspecifiek 4.6 Kwaliteit en managementinformatie 4.7 Samenwerking/'De Frontlijn' 4.8 Rapportages 4.9 Termijnen en doorlooptijden 4.10 Communicatie 4.11 Tarifering, bekostiging en facturatie 4.12 Materiële en inhoudelijke controle 4.13 Verwijtbare fouten Opdrachtnemer 4.14 Screening 4.15 Bezuinigingsdoelstelling 21 21 21 22 22 23 23 23 24 25 25 26 29 30 30 30 31 33 34 34 34 Bijlagen Bijlage 1 Eigen verklaring uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen (= Eigen verklaring voor aanbestedingsprocedures van aanbestedende diensten) Bijlage 2 Invulformulier beschrijving aanbieder Bijlage 3 Invulformulier productieomvang en tarieven (= digitaal aanvraagformulier regionale jeugdhulp Hart van Brabant, op www.zorginregiohartvanbrabant.nl) Bijlage 4 Verklaring Onderaanneming Bijlage 5 Conceptovereenkomst Jeugdhulp Bijlage 6 Tarieven regionale jeugdhulp 2015 Bijlage 7 VNG-­‐Model Algemene Inkoopvoorwaarden voor leveringen en diensten 4 Definities In dit document wordt een aantal begrippen gebruikt die hieronder worden gedefinieerd. Begrip Definitie Inschrijver de jeugdhulpaanbieder aan wie Opdrachtgever het Inkoopdocument toestuurt en die op basis hiervan een Offerte aan Opdrachtgever uitbrengt Beschikking gemeentelijk besluit waarin de toestemming voor een behandeling wordt gegeven voor zover een dergelijke toestemming bij of krachtens de Jeugdwet is vereist Jeugdhulpaanbieder jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet Bestaande jeugdhulpaanbieder die in 2014 jeugdhulp als bedoeld in artikel 10.1 jeugdhulpaanbieder leden 3 en 4 van de Jeugdwet verleent aan Jeugdige(n) Nieuwe jeugdhulpaanbieder, niet zijnde een Bestaande jeugdhulpaanbieder jeugdhulpaanbieder Grote jeugdhulpaanbieder die met betrekking tot 2014 voor een bedrag van jeugdhulpaanbieder € 250.000 of meer aanspraak kan maken voor de in 2014 geleverde jeugdhulp, jegens zorgverzekeraars, zorgkantoren en/of de provincie, niet zijnde jeugdhulp waarvoor een vergoeding is verkregen uit een persoonsgebonden budget (pgb) Kleine jeugdhulpaanbieder, niet zijnde een Grote Jeugdhulpaanbieder jeugdhulpaanbieder Algemene VNG VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) Model Algemene inkoopvoorwaarden Inkoopvoorwaarden voor leveringen en diensten, april 2012 Eenheid een Diagnose Behandeling Combinatie (DBC), ZZP, prestatie of product, zoals onder andere consultatie en advies Eis een criterium waaraan de dienstverlening of levering moet voldoen om in aanmerking te komen voor de Opdracht Inkoopdocument het document “Inkoopdocument Ernstige Enkelvoudige Dyslexiezorg” waarin de Opdrachtgever zijn Eisen en Wensen heeft verwoord en waarop de Inschrijver zijn Offerte dient te baseren Jeugdhulpverleners natuurlijke personen die beroepsmatig of vrijwillig jeugdhulp verlenen DBC Diagnose Behandel Combinatie: code in de gezondheidszorg die het geheel van een geleverd zorgproduct omschrijft en die blijkens de duidingen van het Zorginstituut Nederland onder de vergoede Jeugdhulp vallen Dyslexiezorg behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie volgens het landelijk protocol "Dyslexie, Diagnose en Behandeling" Jeugdige een jeugdige zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet uit de samenwerkende Gemeenten tot de leeftijd van 18 jaar Gemeenten de samenwerkende gemeenten in de regio Hart van Brabant, zijnde Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk Frontlijn bij de Frontlijn kan de jeugdige/gezin terecht voor ondersteuningsvragen op het gebied van jeugdhulp. De Frontlijn verzorgt de toegang tot specifieke en gespecialiseerde 5 Q&A Offerte Inkoopgesprek Opdracht Opdrachtgever Opdrachtnemer Overeenkomst Verwijzer Verwijzing Wens een lijst met vragen (Q) en antwoorden (A) rond dit Inkoopdocument en de transities op het sociale domein in brede zin, gepubliceerd op de site: www.zorginregiohartvanbrabant.nl het geheel van de aanbiedingsbrief en alle aanvullende informatie die door de Opdrachtgever in dit document is opgevraagd en door de Aanbieder bij de Opdrachtgever is ingediend het gesprek dat kan volgen op de Offerte die tijdig door een Inschrijver is ingediend met inachtneming van alle vereisten van dit Inkoopdocument. Tijdens het Inkoopgesprek wordt de Offerte besproken en voeren Opdrachtgever en Inschrijver nader overleg over de precieze invulling van de dienstverlening. de door Opdrachtnemer te verrichten werkzaamheden in opdracht van de Opdrachtgever zoals beschreven in het Inkoopdocument en de Overeenkomst, ten behoeve van de Jeugdigen de Gemeenten, waarbij gemeente Tilburg als gastheergemeente de Gemeenten voor wat betreft de regionale inkoop van jeugdhulp vertegenwoordigt. de partij die op basis van de Overeenkomst op verzoek van Opdrachtgever de Opdracht uitvoert. de overeenkomst tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer betreffende de voorwaarden die gelden voor het verlenen van jeugdhulp, in voorkomend geval het leveren van de coördinatie van zorg en de ondersteuning in het huishouden bij meervoudige problematiek daaronder begrepen, door de Opdrachtnemer in opdracht van de Opdrachtgever, ten behoeve van de Jeugdigen huis-­‐ en jeugdartsen, medisch specialisten, gecertificeerde instellingen en eventuele andere verwijzers die in de verordening zoals bedoeld in artikel 2.9 van de Jeugdwet zullen worden genoemd een door een daarvoor gemachtigde Verwijzer opgestelde analyse waarin de noodzakelijke jeugdhulp wordt onderbouwd en waarin, voor zover mogelijk, wordt aangegeven welke interventies voorzien worden, voor welke duur en met welk budget een criterium om de kwaliteit van de jeugdhulp te kunnen beoordelen en waarop Opdrachtgever een schriftelijke toelichting verwacht van de Inschrijver 6 1. Inleiding Met ingang van 1 januari 2015 worden de Gemeenten verantwoordelijk voor het gehele zorgstelsel voor de Jeugdige. Deze decentralisatie omvat de jeugdhulp, inclusief jeugdbescherming en jeugdreclassering, jeugd-­‐GGZ1 (zoals bedoeld in de Zorgverzekeringswet zoals deze tot 1 januari 2015 luidt) en een aantal vormen van aan Jeugdigen te leveren zorg dat thans nog onder de reikwijdte van de AWBZ2 valt. Dit betekent dat de Gemeenten zelf contracten moeten afsluiten met Jeugdhulpaanbieders om daarmee zorg te dragen voor zorgcontinuïteit en uitvoering van de Jeugdwet. Hun visie hierop hebben de Gemeenten onder meer vastgelegd in het regionaal beleidskader jeugdhulp en in het gezamenlijke Regionaal Transitie Arrangement Jeugdzorg (RTA) van de samenwerkende Gemeenten in de regio Hart van Brabant. 1.1 Nieuw jeugdzorgstelsel Het nieuwe jeugdzorgstelsel verandert in de basis sterk met de vorming van de Frontlijn, die in elke gemeente een eigen naam en werkwijze krijgt. Deze wijziging brengt een verschuiving teweeg in de dienstverlening aan ouders en Jeugdigen, waarbij de nadruk komt te liggen op de sociale veerkracht, eigen kracht en inzet van het netwerk. Kleine problemen blijven klein: werken aan een sterke pedagogische omgeving en snel effectieve hulp inzetten in de vertrouwde omgeving. Het doel is effectieve zorg, zo snel mogelijk en zo dichtbij mogelijk in de woonomgeving. De Gemeenten kiezen er voor om te sturen op het nieuwe jeugdstelsel door de spelregels en de budgetten vast te leggen en door de resultaten en de besteding van de gemeenschapsmiddelen nauwkeurig te bewaken. De Gemeenten kiezen er tevens voor om de uitvoering van de zorg niet zelf ter hand te nemen. De Gemeenten stellen wel de kaders, doelen en resultaten van de dienstverlening vast. De mindset, gezamenlijke uitgangspunten integrale samenwerking in het sociale domein Om effectiever, efficiënter en klantvriendelijker te kunnen zijn in het sociale domein is enerzijds integrale samenwerking nodig, en anderzijds een gedeelde visie, ofwel mindset, van waaruit professionals (uit de 0e, 1e en 2e lijn) handelen. Eigen kracht • Vertrekpunt is wat de burger zelf kan, wat diens mogelijkheden zijn en welke mogelijkheden hij/zij ziet in zijn directe omgeving. De aanpak is activerend. De burger wordt ‘samenredzaam’. • Burger spreekt zich uit en kiest. Het perspectief van de burger op diens vraag c.q. kwestie en op de mogelijke oplossingen is van belang. De doelen van de burger in zijn omgeving vormen het vertrekpunt. Er wordt vraag gestuurd gewerkt. • Netwerkondersteuning. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van natuurlijke (sociale) steunbronnen. 1
Jeugd-­‐GGZ, zoals bedoeld in de Zorgverzekeringswet, zoals deze tot 1 januari 2015 luidt Hierna wordt kortheidshalve van ABWZ en AWBZ-­‐zorg gesproken. Daarmee wordt uitsluitend geduid op die vormen van jeugdhulp die thans nog onder de reikwijdte van de AWBZ vallen en met ingang 1 januari 2015 onder de werkingssfeer van de Jeugdwet komen te vallen. 2
7 •
•
Op maat. Er wordt samen met de burger en zijn netwerk een plan van aanpak met concrete doelen en wegen daar naartoe opgesteld. De gestelde doelen kunnen op allerlei levensterreinen liggen. Cultureel bekwaam. Er wordt cultureel sensitief gewerkt. Er is sprake van leefwereldaansluiting. Samenwerking • Er wordt samengewerkt vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de aanpak van het vraagstuk/probleem. Er wordt samengewerkt, gericht op het bereiken van de doelen van de burger. In deze samenwerkingsrelatie zijn inbegrepen: de burger, het aanwezige netwerk (aanwezige natuurlijke (sociale) steunbronnen zoals familie, vrienden, buren, kennissen en steunbronnen uit het informele domein ((on)georganiseerde vrijwillige inzet), het professionele domein. • In de wijk. Er wordt community-­‐based gewerkt. In de eigen leefomgeving. • Resultaatgericht. Het plan is resultaatgericht. Voortdurend wordt gemonitord en geëvalueerd of de geformuleerde doelen gehaald worden. Dat gebeurt samen met de burger. • Indien er sprake is van een coördinator zorg dan zijn de andere professionals verplicht om zich aan de gemaakte afspraken van de coördinator te houden. 1.2 Relatie met Jeugdhulpaanbieders en toegang tot specifieke/specialistische jeugdhulp De frontlijn vormt de toegang tot de basisinfrastructuur in het nieuwe jeugdzorgstelsel op het brede terrein van jeugdgezondheidszorg, opvoed-­‐ en opgroeiondersteuning, jeugdzorg, jeugd-­‐GGZ en AWBZ-­‐zorg voor jeugd. De verdeling van de taken, werkzaamheden en inzet van expertise zal zich in de praktijk verder ontwikkelen. Elke individuele gemeente maakt waar nodig hierover werkafspraken met Jeugdhulpaanbieders. De focus in de Frontlijn ligt op het terugdringen van de zorgvraag, het stimuleren van het zelf oplossen en snel reageren op signalen. Dit vereist een proactieve instelling. Wanneer begeleiding en ondersteuning vanuit de frontlijn onvoldoende is, kan er aanvullende hulp nodig zijn vanuit het specifieke en/of specialistische aanbod. Deze hulp wordt zo snel als mogelijk en zoveel als mogelijk in de wijk ingezet, zodat de hulp dichtbij en toegankelijk in de buurt wordt geleverd. 1.3 Mandaat In de Nieuwe Jeugdwet is het mandaat om door te verwijzen naar specifieke of specialistische jeugdhulp neergelegd bij gemeenten, jeugdartsen, huisartsen, medisch specialisten en de gecertificeerde instelling. De gemeenten in Hart van Brabant geven de toegang vorm door het inrichten de frontlijn. De invulling (b.v. welke professionals erin actief zijn) kan per gemeente verschillen. 1.4 'De Frontlijn' Hieronder beschrijven we de inhoud van 'de Frontlijn', uitgaande van de situatie dat een jeugdige/burger met een vraag om ondersteuning bij 'de Frontlijn' komt. 8 Alle burgers die ondersteuning wensen van de gemeente kunnen zich melden bij 'de Frontlijn'. Hier vindt een eerste ‘quickscan’ plaats waarmee langs de verschillende leefgebieden een beeld wordt gevormd over de mate van zelfredzaamheid van de burger. Wanneer hiertoe aanleiding bestaat, kan een verdieping plaatsvinden door een nadere screening en vraagverheldering. De generalisten in 'de Frontlijn' doen vervolgens twee dingen: 1. Ze stellen een Integraal Plan van Aanpak op voor de Jeugdige/het specifieke gezin, waarin de te behalen resultaten benoemd zijn en de te bewandelen weg om daar te komen. Als er meerdere problemen tegelijk spelen, bepalen ze wat de volgorde van de aanpak van die problemen moet zijn; 2. Ze bepalen bij meervoudige problematiek wie de coördinatie van zorg op zich neemt als het gezin het zelf niet kan. De coördinator bepaalt ook de inzet van verschillende vormen van ondersteuning en zorgt dat zo min mogelijk verschillende professionals over de vloer komen. Indien het gezin zelf niet de coördinatie op zich kan nemen, zal in veel gevallen de frontlijngeneralist deze taak op zich nemen. Op het moment dat er overwegend specialistische inzet en/of kennis noodzakelijk is, kan ook de aanbieder van specialistische jeugdhulp als coördinator van zorg door 'de Frontlijn' aangewezen worden. 1.5 Expertiseteam In sommige gevallen hebben de frontlijngeneralisten hulp nodig van deskundigen/vakspecialisten om tot een Integraal Plan van Aanpak te komen. Voor het verkrijgen van deze adviezen wordt een expertiseteam toegevoegd aan 'de Frontlijn'. Dit team bestaat uit diverse professionals die een onafhankelijk advies geven aan de frontlijnprofessional over de mate van zelfredzaamheid en eventuele benodigde inzet om deze te versterken. Het expertiseteam geeft de frontlijnprofessional geen bindend, maar wel een zwaarwegend advies. Het mandaat voor inzet van hulp en ondersteuning blijft bij de frontlijnprofessional. Van alle aanbieders verwachten wij dat zij een nuttige bijdrage leveren aan de vorming van het expertiseteam. Opdrachtgever en Opdrachtnemers maken hierover nadere afspraken in het najaar van 2014, indien meer bekend is over de vormgeving van het expertiseteam. 1.6 Advisering, verwijzing en beschikking door 'de Frontlijn' Al dan niet op basis van het advies van het expertiseteam kan de frontlijnprofessional besluiten dat: 1. De ondersteuningsvraag van de Jeugdige/het gezin met ondersteuning vanuit de eigen omgeving/collectieve voorzieningen kan worden beantwoord. De frontlijngeneralist helpt het gezin om wegwijs te worden in de mogelijkheden van de omgeving; 2. De ondersteuningsvraag kan worden beantwoord door het bieden van lichte ondersteuning (opvoedondersteuning, psychosociale begeleiding). De frontlijnprofessional kan deze zelf bieden of deze bij andere partijen organiseren; 3. De ondersteuningsvraag niet (geheel) kan worden opgelost in de eigen omgeving of met lichte ondersteuning. Er is intensieve ondersteuning nodig. Dan heeft de frontlijnprofessional het mandaat om toegang te bieden tot: 9 a. specifiek of gespecialiseerd jeugdhulpaanbod. De keuze van de aanbieder wordt hierbij gemaakt door de cliënt samen met de frontlijnprofessional; b. het Persoonsgebonden Budget (pgb) voor het jeugdaanbod. De frontlijnprofessional bepaalt de hoogte van het pgb en de Jeugdige/het gezin kiest zelf een aanbieder. Het pgb valt buiten het bereik van dit Inkoopdocument. Indien conform het bovenstaande specifieke of gespecialiseerde jeugdhulp aan de orde is, wordt één van de gecontracteerde Jeugdhulpaanbieders door de frontlijnprofessional in overleg met de cliënt uitgenodigd een aanbod op te stellen dat aansluit op de door de frontlijnprofessional geformuleerde resultaten. In de visie van Opdrachtgever zijn belangrijkste doelstellingen van een aanbod: versterken zelfredzaamheid en participatie, stabilisatie, preventie van terugval, verbetering. Dit betekent dat de Jeugdhulpaanbieder, als deskundige op zijn vakgebied, moet vaststellen met welke feitelijke activiteiten de zelfredzaamheid van een bepaalde Jeugdige het best is gebaat en het gewenste resultaat kan worden bereikt. De Jeugdhulpaanbieder investeert binnen een aanbod in innovatie en substitutie en kan daarbij naar oplossingen zoeken buiten het traditionele aanbod. Dit aanbod zal zoveel als mogelijk in samenspraak met de cliënt en 'de Frontlijn' besproken en besloten worden. De frontlijnprofessional zal zich hierbij vooral richten op de beoordeling van de integraliteit van het totale plan van aanpak en bewaken of de cliënt akkoord gaat met het aanbod. Op basis van dit akkoord wordt de Beschikking opgesteld onder de verantwoording van de Gemeente. In deze beschikking wordt in ieder geval opgenomen: • verwijzing naar zorgvraag en het Plan van Aanpak • de looptijd/duur van de beschikking; • aantal uren; • DBC. 1.7 Toegang via huisarts, jeugdarts, medisch specialisten en gecertificeerde instellingen De huisarts, jeugdarts, medisch specialisten en gecertificeerde instellingen zijn in de Nieuwe Jeugdwet gemandateerd om rechtstreeks zonder tussenkomst van de gemeente door te verwijzen naar het jeugdaanbod dat door gemeenten ingekocht is. Aan de huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten wordt gevraagd dit zo veel als mogelijk in afstemming met de Frontlijn te doen. Ook voor hulp die via verwijzing van deze functionarissen tot stand komt, geldt de eis dat er een ondertekend Integraal Plan van Aanpak dient te zijn, wil de hulp rechtmatig zijn en voor vergoeding in aanmerking komen. Uiteraard kan in spoedeisende gevallen de behandeling wel onmiddellijk starten. Als huisarts, jeugdarts, of medisch specialist doorverwijzen naar specialistische hulp dan dient de aanbieder van de specialistische hulp de volgende stappen te doorlopen: -­‐ toetsen of de cliënt een ingezetene is van de Gemeenten, als dat niet het geval is zal er geen betaling van de zorg kunnen plaatsvinden. 10 -­‐
Via het elektronische berichtenverkeer worden de persoonsgegevens van de desbetreffende cliënt, datum start zorg en welke zorg verleend zal worden doorgegeven aan Opdrachtgever. Opdrachtgever registreert de behandeling in het bestel-­‐ en facturatiesysteem. Er zal geen zorginhoudelijke informatie worden overgedragen. De gemeente toetst of de cliënt een ingezetene is van de samenwerkende gemeenten en bericht Opdrachtnemer hierover, indien dit zijns inziens niet het geval is. De precieze procedure in geval van verwijzing door het medisch domein zal Opdrachtgever voor 1 januari vaststellen en aan u bekendmaken. 1.8 Coördinatie van ondersteuning Coördinatie van ondersteuning is nodig als er diverse vormen van zorg en ondersteuning worden geleverd in een huishouden door verschillende professionals en vrijwilligers. Dit betekent het afstemmen van alle zorg-­‐ en ondersteuning in het huishouden. De Jeugdige of zijn/haar huishouden is in eerste instantie zelf hiervoor verantwoordelijk. Pas als die daar niet toe in staat is, wordt een andere coördinator toegewezen. Dat kan zowel iemand van de frontlijn als bij zwaardere problematiek iemand van de specifieke of gespecialiseerde jeugdhulp zijn. De coördinator is eindverantwoordelijk voor het feit dat zorg-­‐ en ondersteuning daadwerkelijk plaatsvindt en voor het bewaken van de voortgang en tijdig ingrijpen indien nodig 1.9 Termijnen Zodra de cliënt zich meldt bij 'de Frontlijn' of huisarts/jeugdarts/medisch specialist wordt dit gezien als 'melding'. Er geldt in de Jeugdwet een wettelijke termijn van maximaal 6 weken voor afhandeling van de aanvraag. In die periode wordt onderzoek gedaan en wordt de Jeugdige een ondersteuningsaanbod gedaan. In het najaar 2014 maakt de Opdrachtgever met de Jeugdhulpaanbieders en 'de Frontlijn' nadere afspraken over de invulling van de wettelijke termijnen. Na akkoord ontvangt de Jeugdige uiterlijk binnen twee weken een beschikking. 1.10 Nazorg: Beëindiging van specialistisch jeugdaanbod na behalen resultaat Op het moment dat de Jeugdhulpaanbieder de ondersteuning aan de Jeugdige/ het gezin beëindigt, omdat de resultaten behaald zijn, dan kunnen verschillende scenario's van toepassing zijn: • Er is geen vorm van formele ondersteuning meer nodig. De Jeugdhulpaanbieder heeft de verplichting om het gezin nog drie maanden te volgen om bij terugval direct te kunnen ingrijpen. • Lichtere ondersteuning is/blijft nodig. In deze situatie neemt de Jeugdhulpaanbieder voor beëindiging van de hulp contact op met 'de Frontlijn'. • Indien er sprake is van een coördinator van ondersteuning (bij 'de Frontlijn' of bij een andere aanbieder), dan moet voor beëindiging sprake zijn van warme overdracht naar deze coördinator. 11 1.11 Tussentijdse beëindiging van specialistisch jeugdaanbod zonder gewenst resultaat In deze gevallen is de Jeugdhulpaanbieder altijd verplicht om contact op te nemen met 'de Frontlijn' of indien van toepassing de coördinator van zorg. De zorg kan door Opdrachtnemer pas worden beëindigd na instemming van Opdrachtgever. 12 2. Inkoopprocedure 2.1 Doel van de inkoopprocedure Het doel van deze inkoopprocedure betreft het selecteren van Inschrijvers voor het leveren van Dyslexiezorg voor jeugdigen. Opdrachtgever wenst meerdere aanbieders te selecteren om een Overeenkomst mee aan te gaan. De beoogde ingangsdatum van de Overeenkomst is 1 januari 2015. Opdrachtgever heeft derhalve dit Inkoopdocument opgesteld met daarin opgenomen de kaders, Eisen, Wensen, tarifering en bekostigingssystematiek. Op basis van dit document wordt u gevraagd een Offerte in te dienen. Uw Offerte dient te voldoen aan de Eisen en Wensen. Na de beoordeling van uw Offerte kan een Inkoopgesprek volgen. Uitgangspunt daarbij is dat Inkoopgesprekken in ieder geval met alle Grote jeugdhulpaanbieders gevoerd zullen worden. Met de Kleine Jeugdhulpaanbieders zal indien mogelijk direct een Overeenkomst worden gesloten op basis van de ingediende Offerte. Indien daar naar het oordeel van de Opdrachtgever aanleiding voor bestaat, kunnen overigens in voorkomende gevallen ook met Kleine Jeugdhulpaanbieders (inkoop)gesprekken worden gevoerd naar aanleiding van de ingediende Offerte. 2.2 Wettelijk kader inkoopprocedure Gemeenten zijn bij de inkoop gehouden aan (Europese) wettelijke bepalingen. De Jeugdwet, Aanbestedingswet 2012, de gids proportionaliteit en het gemeentelijk aanbestedings-­‐ en inkoopbeleid beschrijven de relevante regelgeving. Omdat jeugdhulp gekwalificeerd is als een zogenoemde 2B dienst, geldt slechts een beperkt aantal aanbestedingsrechtelijke voorschriften. Voorts is in deze procedure geen sprake van een grensoverschrijdend belang. In de Jeugdwet is bepaald dat, indien dit redelijkerwijs mogelijk is, gemeenten in 2015 de zorg voor bestaande cliënten blijven afnemen van de Bestaande Jeugdhulpaanbieder waarvan die betreffende Jeugdigen de zorg ontvangen. Opdrachtgever is om die reden niet volledig vrij in het selecteren van Jeugdhulpaanbieders. Uitgangspunt van deze procedure is dat Overeenkomsten tot stand komen met Jeugdhulpaanbieders die ten volle voldoen aan de voorschriften gesteld bij en krachtens de Jeugdwet en waarop onverkort de Jeugdwet (het daarin vervatte overheidstoezicht daaronder begrepen) van toepassing is. In het verlengde daarvan gaat Opdrachtgever er vanuit dat de jeugdhulp uitsluitend in Nederland wordt verleend. Dyslexiezorg gaat per 1 januari 2015 over van de Zorgverzekeringswet naar de Jeugdwet. Hierbij geldt het volgende overgangsregime: leerlingen die voor 1 januari 2015 in zorg zijn, behouden deze zorg op grond van de continuïteit van zorg. De eerste 3 jaar na invoering van de Jeugdwet hanteren Gemeenten in ieder geval de nu bestaande DBC's als basis van de behandeling. 2.3 Financieel kader Opdrachtgever is gebonden aan de door het Rijk vastgestelde budgetten en dient daarom invulling te geven aan de voorgenomen Rijksbezuinigingen. Voor Bestaande Jeugdhulpaanbieders is per Jeugdhulpaanbieder een budget gereserveerd waarbinnen 13 Opdrachtgever in beginsel bereid is om afspraken te maken over de te leveren jeugdhulp in 2015. Bestaande Jeugdhulpaanbieders zijn schriftelijk op de hoogte gesteld van de wijze van bepaling van het budget en de in dat verband geldende voorwaarden en voorbehouden. Voor Nieuwe jeugdhulpaanbieders kan logischerwijs geen budget worden gereserveerd aan de hand van – kort gezegd – de rechtmatige productie 2014. Met Nieuwe jeugdhulpaanbieders kunnen – met inachtneming van het geldende budgettaire kader en mede ter uitvoering van voornoemde Rijksbezuinigingen – op individueel niveau afspraken omtrent volume worden gemaakt naar aanleiding van de Offerte. 2.4 Inkoopteam Een naar het oordeel van Opdrachtgever deskundig te achten inkoopteam voert op basis van dit Inkoopdocument de Inkoopgesprekken. 2.5 Contractvorm en looptijd Opdrachtgever sluit een Overeenkomst met een aantal Opdrachtnemers. Startdatum van de Overeenkomst is 1 januari 2015 en de einddatum 31 december 2015. De Overeenkomst biedt geen afnamegarantie voor de Opdrachtnemers. De Overeenkomst kan maximaal twee keer met één jaar worden verlengd. Bij de overweging of gebruik gemaakt wordt van de verlengingsoptie kunnen verschillende factoren meespelen, zoals wijziging van wet-­‐ en regelgeving, gemeentelijk beleid, beschikbare budgetten en (markt)ontwikkelingen. Ook zijn de uitkomsten van evaluaties van invloed op de vraag of de Overeenkomst wordt verlengd. Indien Opdrachtgever gebruik wil maken van de mogelijkheid om de Overeenkomst te verlengen, zal Opdrachtgever met inachtneming van het wettelijke en budgettaire kader (waaronder begrepen de jaarlijkse nominale ontwikkeling van de Decentralisatie Uitkering jeugd (c.q. sociaal) en de bezuinigingen die in 2015, 2016 en 2017 worden doorgevoerd) de tarieven vaststellen en met Opdrachtnemer in overleg treden over een mogelijke wijziging van de volumes. 2.6 Evaluaties Het is voor de samenwerking tussen Opdrachtnemer en Opdrachtgever van belang om tenminste jaarlijks te evalueren. Opdrachtgever betrekt de uitkomsten van de evaluaties bij de bepaling van de positie van Opdrachtnemer bij eventuele toekomstige opdrachten. 2.7 Uitsluitingsgronden en geschiktheidscriteria 2.7.1 Uitsluitingsgronden Opdrachtgever sluit met inachtneming van paragraaf 2.7.2 (zie hieronder) iedere Opdrachtnemer uit op wie in de termijn, zoals genoemd in artikel 2.86 Aanbestedingswet 2012, één of meer van de uitsluitingsgronden, zoals eveneens genoemd in artikel 2.86 Aanbestedingswet 2012 en onder 2 van de Eigen Verklaring, van toepassing is. Inschrijver geeft in de Eigen Verklaring aan of dit het geval is. 14 Opdrachtgever sluit met inachtneming van 2.6.2 iedere Opdrachtnemer uit op wie in de termijn, zoals genoemd in artikel 2.87 Aanbestedingswet 2012, één of meer van de uitsluitingsgronden, zoals eveneens genoemd in artikel 2.87 aanbestedingswet 2012 en onder 2 van de Eigen Verklaring, van toepassing is. Het betreft dan die uitsluitingsgronden die de Opdrachtgever onder 2 van de Eigen Verklaring heeft aangekruist. Inschrijver geeft in de Eigen Verklaring aan of deze uitsluitingsgronden op hem van toepassing zijn. 2.7.2 Algemeen belang Opdrachtgever kan om dwingende redenen van algemeen belang afwijken van de hiervoor weergegeven uitsluitingsgronden. In geval sprake is van één van de omstandigheden zoals in paragraaf 2.7.1 bepaald, dan zal de Opdrachtgever met inachtneming van het proportionaliteitsbeginsel gemotiveerd beslissen omtrent uitsluiting waarbij onder meer rekening zal worden gehouden met de omstandigheden van het geval en de door Inschrijver genomen maatregelen om herhaling te voorkomen. 2.7.3 Te verstrekken gegevens uitsluitingsgronden De Inschrijver dient bij zijn Inschrijving de Eigen Verklaring naar waarheid in te vullen, waarmee de Inschrijver aangeeft dat zich jegens hem geen van de in de Eigen Verklaring genoemde uitsluitingsgronden voordoen. De Inschrijver dient op verzoek van de Opdrachtgever de relevante bewijsstukken behorend bij de eigen Verklaring te overleggen (conform art. 2.89 Aanbestedingswet 2012) binnen een termijn van 15 dagen na verzending van dit verzoek. Indien de Opdrachtgever de gevraagde bewijsstukken niet binnen deze termijn heeft ontvangen, behoudt de Opdrachtgever zich het recht voor om niet tot gunning van de Opdracht aan deze Inschrijver over te gaan. De Opdrachtgever wijst Inschrijver er nadrukkelijk op dat het aanvragen van sommige bewijsstukken, bijvoorbeeld de Verklaring Omtrent het Gedrag, circa 8 weken in beslag kan nemen. Inschrijver dient dit dus tijdig aan te vragen. 2.7.4 Geschiktheidscriteria algemeen Voor de Opdracht komt uitsluitend in aanmerking de Inschrijver die, naar het oordeel van de Opdrachtgever, tijdig heeft aangetoond te voldoen aan de in dit hoofdstuk gestelde minimumeisen met betrekking tot (de afwezigheid van) uitsluitingsgronden, beroepsbekwaamheid, technische bekwaamheid, financiële en economische draagkracht en overige minimumeisen, conform de vraagstelling zoals opgenomen in dit Inkoopdocument. Ter beoordeling of de Inschrijver aan voornoemde Eisen voldoet, dient Inschrijver onder meer de Eigen Verklaring in te vullen, alsmede (indien van toepassing) alle gevraagde gegevens toe te voegen. 2.7.5 Bijzondere uitvoeringsvoorwaarde: Social Return on Investment Conform het aanbestedingsbeleid van Opdrachtgever is op deze opdracht Social Return on Investment (SROI) als bijzondere uitvoeringsvoorwaarde van toepassing. Uitgangspunt is een Social Return ter waarde van de 5% van de totale opdrachtsom. Social Return heeft als doel om een bijdrage te leveren aan het creëren van werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, werkervaringsplaatsen, stageplaatsen voor stagiaires en werkgelegenheid door middel van compensatieorders bij een SW bedrijf (Sociale Werkvoorziening) in uw regio. 15 Het betreft hier mensen vanuit de doelgroepen: 1. Uitkeringsgerechtigden WWB, IOAW en IOZA; 2. Uitkeringsgerechtigden UWV (Wajong, WAO-­‐WIA, WAZ en WW); 3. Mensen met WSW indicatie; 4. Leerlingen van VMBO, VSO, MBO niveau 1 en MBO niveau 2 en praktijkscholen. Na gunning van de opdracht is er voor Opdrachtnemer een inspanningsverplichting om invulling aan Social Return te geven en hiervoor in overleg te treden met Opdrachtgever. In deze inspanningsverplichting wordt een samenwerking in gang gezet tussen Opdrachtnemer, Gemeenten en eventueel zijn sociale partners. In een gesprek worden de specifieke kansen voor Social Return geïnventariseerd en besproken op welke wijze hieraan invulling kan worden gegeven binnen de bestaande kaders. 2.8 Indienen Offerte De rechtsgeldig ondertekende Offerte dient uiterlijk woensdag 24 september 2014 vóór 12.00 uur per e-­‐mail te worden ingediend bij Opdrachtgever via inkoopjeugd@regio-­‐
hartvanbrabant.nl. Bij het indienen van de Offerte krijgt u een ontvangstbewijs. In het onderwerp van de e-­‐mail dient vermeld te staan: “Offerte”. Meer informatie over aanlevering van de Offerte vindt u op de website www.zorginregiohartvanbrabant.nl. 2.9 Algemene Eisen aan de Offerte Uitsluitend Offertes die tijdig en met in achtneming van onderstaande vereisten zijn opgemaakt en ingediend, zullen door Opdrachtgever in aanmerking worden genomen. Indien de ingediende Offerte niet voldoet aan onderstaande vereisten, leidt dat tot uitsluiting van verdere deelname aan deze inkoopprocedure. 1. De Offerte dient door een vertegenwoordigingsbevoegde ondertekenaar te worden ondertekend; 2. De Offerte is minimaal 90 dagen na de sluitingsdatum van het indienen van de Offerte geldig; 3. De Offerte dient te zijn gesteld in de Nederlandse taal. Alle correspondentie wordt gevoerd in de Nederlandse taal; 4. De Offerte dient gebaseerd te zijn op het in hoofdstuk 5 opgenomen programma van Eisen en Wensen; 5. Alle kosten verbonden aan het opmaken van de Offerte zijn volledig voor rekening van de Inschrijver; 6. De voorwaarden zoals geformuleerd in dit Inkoopdocument en de bijbehorende bijlagen zijn van toepassing op deze inkoopprocedure. Het doen van een Offerte houdt in dat Inschrijver instemt met bepalingen in dit Inkoopdocument en de bijbehorende bijlagen; 7. Indien zich wijzigingen voordoen of dreigen voor te doen in uw bedrijfsvoering welke van invloed zijn op de voortgang en afhandeling van de inkoopprocedure of daarna, indien het contract met Inschrijver is afgesloten, dient Inschrijver dit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zeven dagen, kenbaar te maken aan de contactpersonen van Opdrachtgever; 8. Voor contractering komen alleen Inschrijvers in aanmerking die zowel op de dag van de aanbieding van de Offerte als op de dag van de gunning voldoen aan de Eisen die in de Inkoopdocumenten zijn vermeld; 16 9. Inschrijver dient gebruik te maken van de door Opdrachtgever digitaal als bijlage bijgeleverde invulformulieren. Het is niet toegestaan om de tekst van deze invulformulieren te wijzigen. Bij het nummeren van de formulieren en het gebruik van de invulformulieren dient Inschrijver de aanwijzingen op te volgen zoals aangegeven in hoofdstuk 2.10 (Inhoud en indeling van de Offerte) van dit Inkoopdocument; 10. Opdrachtgever zal, behoudens wettelijke verplichtingen, het vertrouwelijke karakter van de door Inschrijver verstrekte inlichtingen respecteren en deze zonder Inschrijvers toestemming niet met derden delen. Alle door Inschrijver gegeven informatie mag door Opdrachtgever worden gecontroleerd. Het verstrekken van onjuiste gegevens, alsmede het, na een verzoek daartoe van de Opdrachtgever, niet meewerken aan de controle van de verstrekte gegevens, leidt tot uitsluiting van de inkoopprocedure. 2.10 Inhoud en indeling van de Offerte Hoofdstuk 4 bevat het programma van Eisen en Wensen. De dienstverlening van Inschrijver dient volledig te voldoen aan de Eisen en Wensen zoals deze beschreven staan in hoofdstuk 4. De Wensen en de eis ten aanzien van bezuinigingsdoelstelling dient Inschrijver uit te werken in zijn Offerte. In de Offerte mag in totaal maximaal 10 pagina’s gebruikt worden voor de beantwoording van de Wensen. Per Wens formuleert Inschrijver zijn visie op het onderwerp van de Wens en hoe Inschrijver in zijn dienstverlening concreet uitvoering geeft aan de gestelde Wens. Hieronder volgt een overzicht waarin wordt aangegeven onder welke tabbladen Inschrijver de in dit Inkoopdocument gevraagde gegevens dient toe te voegen. Voor het opgeven van de gegevens dient Inschrijver de bijlagen te gebruiken die bij dit document zijn toegevoegd. Bijlage 1 Eigen verklaring uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen Bijlage 2 Invulformulier beschrijving Aanbieder Bijlage 3 Invulformulier productieomvang en tarieven Bijlage 4 Verklaring Onderaanneming Bijlage 5 Conceptovereenkomst Jeugdhulp Bijlage 6 Tarieven Bijlage7 VNG Model Algemene Inkoopvoorwaarden voor leveringen en diensten 2.11 Planning Opdrachtgever schrijft vaste tarieven per Eenheid voor. De vastgestelde tarieven maken integraal onderdeel uit van dit Inkoopdocument (Bijlage 6). Onderstaand is een indicatieve planning opgenomen met betrekking tot het inkooptraject. Datum Activiteit 27 augustus 2014 publiceren Inkoopdocument door Opdrachtgever voor Inschrijvers tot 8 september 2014 ruimte voor Inschrijvers om vragen te stellen over het Inkoopdocument. Vragen kunnen gesteld worden via inkoopjeugd@regio-­‐hartvanbrabant.nl. Bij elke vraag dient Inschrijver de naam van het Inkoopdocument of bijlage, paragraaf en paginanummer te vermelden. Vragen worden door 17 12 september 2014 Opdrachtgever geanonimiseerd beantwoord via de site www.zorginregiohartvanbrabant.nl. vragen worden door Opdrachtgever uiterlijk beantwoord op 12 september 2014. wij verzoeken u vragen zo snel mogelijk te stellen, opdat beantwoording zoveel mogelijk voor 12 september kan plaatsvinden indienen Offerte Inschrijvers 24 september 2014, uiterlijk 12:00 uur 1 oktober 2014 starten Inkoopgesprekken 1 november 2014 uiterlijke datum sluiten Overeenkomsten 1 januari 2015 start Overeenkomst, ingangsdatum zorgverlening 2.12 Screening Opdrachtnemers Opdrachtgever hecht er waarde aan dat de Inschrijvers met wie zij een overeenkomst aangaat een bepaalde toets kunnen doorstaan op het gebied van integriteit, economische en financiële draagkracht en technische bekwaamheid of beroepsbekwaamheid. Daarom kunnen zij worden gescreend. Ingeval van onderaanneming kan zowel de Hoofdaannemer als de Onderaannemer gescreend worden en bij een combinatie kunnen alle combinanten gescreend worden. Daartoe wordt het model Eigen Verklaring (bijlage 1) gehanteerd, dat ingevuld moet worden door Inschrijvers die in aanmerking willen komen voor gunning van de Opdracht van de Gemeenten. De screening gebeurt door de gastheergemeente Tilburg. Indien er een screening door de gastheergemeente Tilburg wordt uitgevoerd en deze leidt tot een negatief advies, dan leidt dit tot uitsluiting van deze inkoopprocedure 2.13 Inkoopgesprek Indien van toepassing (zie onderdeel 2.1 van dit Inkoopdocument) zullen de Inschrijvers die voldoen aan alle Eisen en Wensen en op wie geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn worden uitgenodigd voor een Inkoopgesprek in de periode zoals aangegeven in punt 2.11 van dit Inkoopdocument (planning). Inschrijvers dienen de bewijsstukken zoals opgenomen in onderdeel 2.7.3 van dit Inkoopdocument mee te nemen naar het Inkoopgesprek. Voorts zal tijdens het Inkoopgesprek eventueel de in onderdeel 2.10 van dit Inkoopdocument gevraagde toelichting op de gestelde Wensen worden besproken. 2.14 Gunning De Inschrijvers die voldoen aan alle Eisen en Wensen, op wie geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn en met wie Opdrachtgever succesvol tot een afspraak is gekomen zullen worden gecontracteerd als Opdrachtnemer voor de in dit inkoopdocument bedoelde jeugdhulp. Inschrijvers die naar aanleiding van hun Offerte of het Inkoopgesprek niet voor gunning in aanmerking komen zullen hiervan schriftelijk op de hoogte worden gesteld. Tegen deze gunningsbeslissing kan de betreffende Inschrijver binnen een termijn van 15 kalenderdagen bezwaar maken door middel van het aanhangig maken van een kort geding bij de bevoegde voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-­‐West-­‐Brabant, locatie Breda. 18 2.15 Contact Communicatie over alle zaken die betrekking hebben op deze inkoopprocedure dient uitsluitend te verlopen via het e-­‐mailadres inkoopjeugd@regio-­‐hartvanbrabant.nl. Indien een Inschrijver tijdens de inkoopprocedure via een andere weg functionarissen van Opdrachtgever benadert in verband met deze Offerteaanvraag, leidt dat tot uitsluiting van verdere deelname aan deze inkoopprocedure. 2.16 Onvolkomenheden, onduidelijkheden en tegenstrijdigheden Dit Inkoopdocument is met zorg samengesteld. Mocht Inschrijver desondanks tegenstrijdigheden en/of onvolkomenheden tegenkomen, dan dient Inschrijver Opdrachtgever hiervan vóór 24 september 2014 per e-­‐mail op de hoogte te stellen (zie 2.14). Inschrijver kan zich in de Offerte, of na uitbrengen ervan, niet meer beroepen op niet gemelde tegenstrijdigheden. Van Inschrijver wordt op dit punt een proactieve houding verwacht. Dit betekent dat een Inschrijver geen rechtsgeldig beroep kan doen op onvolkomenheden, onduidelijkheden of tegenstrijdigheden die door hem niet binnen de hiervoor genoemde termijn aan de orde zijn gesteld. 2.17 Onzekerheden en voorbehouden Op het moment van opstellen van dit Inkoopdocument is sprake van de volgende onzekerheden: -­‐ De Opdrachtgever maakt een voorbehoud ten aanzien van de beschikbare budgetten. In de brief van 30 juli 2014 zijn Bestaande Jeugdhulpaanbieders op de hoogte gesteld van het op dit moment voor die Jeugdaanbieder gereserveerde budget. Echter, het definitieve budget voor 2015 kan op dit moment nog niet kan worden bepaald en is ook overigens onderhevig aan de in voornoemde brief genoemde voorbehouden. -­‐ Voorts staat ook het regelgevend kader, mede in verband met de nog vast te stellen gemeentelijke verordeningen, nog niet vast; -­‐ De precieze afspraken omtrent facturering, informatieverstrekking in het kader van geleverde zorg, informatieverstrekking aan derden, zoals het CAK en het LBIO volgen nog. Opdrachtnemer zal zich aan deze afspraken dienen te conformeren. Opdrachtgever behoudt zich het recht voor om: -­‐ de gemaakte afspraken bij verandering van het budgettaire kader of indien het regelgevend kader of de wijziging daarvan daar aanleiding toe geeft aan te passen; -­‐ een correctie in de Inkoopdocumenten en -­‐procedure toe te passen, indien na bekendmaking hiervan maatregelen door de overheid worden getroffen die van invloed hierop zijn of voortschrijdend inzicht op basis van ontwikkelingen in de jeugdhulp. Mocht hiervan sprake zijn nadat de sluitingsdatum is verstreken, dan krijgen de Inschrijvers de mogelijkheid hun Offerte indien gewenst aan te passen; -­‐ De inkoopprocedure tussentijds, tijdelijk of definitief, om redenen die voor Opdrachtgever overtuigend zijn, geheel of gedeeltelijk aan te passen of op te schorten. Hieronder verstaat Opdrachtgever mede externe omstandigheden als overheidsbeslissingen of gerechtelijke uitspraken; -­‐ de inkoopprocedure geheel of gedeeltelijk te stoppen en het overige deel voort te zetten; 19 -­‐
wijzigingen aan te brengen in de inkoopprocedure of in de aard en de omvang van het aanbod dat Opdrachtgever inkoopt; -­‐ besluiten te nemen of maatregelen te treffen voor situaties die tijdens voorbereiding van dit document bij Opdrachtgever niet bekend waren of die Opdrachtgever niet kon voorzien; -­‐ de tijdsplanning te wijzigen. Opdrachtgever is in ieder geval bevoegd van bovenstaande bevoegdheden gebruik te maken indien besluiten van de bevoegde organen van de Gemeenten die gevolgen kunnen hebben voor de Inkoopprocedure hiertoe aanleiding geven. Indien Opdrachtgever gebruik maakt van een van bovengenoemde bevoegdheden, zijn de Gemeenten niet gehouden tot enige schadevergoeding jegens Jeugdhulpaanbieders. 2.18 Inschrijven in combinatie Het is Opdrachtnemer toegestaan in combinatie met andere Jeugdhulpaanbieders in te schrijven op de onderhavige Opdracht. Bij inschrijving in combinatie dienen alle deelnemende Jeugdhulpaanbieders in de combinatie afzonderlijk te verklaren dat zij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de uitvoering van de onderhavige Opdracht. Voorts dient een penvoerder te worden aangewezen. De betreffende penvoerder dient door de overige deelnemende Jeugdhulpaanbieders in de combinatie gemachtigd te worden om als verantwoordelijk aanspreekpunt richting Opdrachtgever op te treden. Indien Jeugdhulpaanbieders in combinatie inschrijven, dienen zij dat in de Eigen verklaring in te vullen. 2.19 Beroep bekwaamheid derden Het is de Opdrachtnemer toegestaan om een beroep te doen op de technische en beroepsbekwaamheid van derden. Indien Opdrachtnemer een beroep doet op de bekwaamheid van derden, blijft de Opdrachtnemer echter zelf aansprakelijk voor het nakomen van alle verplichtingen die voortvloeien uit de naar aanleiding van dit Inkoopdocument te sluiten Overeenkomst. Indien Opdrachtnemer een beroep doet op de bekwaamheid van derden, dient Opdrachtnemer dat in de Eigen Verklaring in te vullen. 2.20 Onderaanneming Indien Opdrachtnemer voor de uitvoering van de Opdracht gebruik maakt van onderaannemers (zijnde Jeugdhulpaanbieders), dient de Opdrachtnemer er feitelijk op toe te zien dat die onderaannemers jeugdhulp bieden die van voldoende kwaliteit is en voldoet aan de in dit Inkoopdocument gestelde Eisen en Wensen. Opdrachtnemer is en blijft volledig aansprakelijk voor alle aspecten van de door derden geleverde jeugdhulp. Als de Opdrachtnemer delen van de zorg uitbesteedt aan derden, kunnen deze derden jegens Opdrachtgever geen aanspraak maken op enige vergoeding in verband met de Opdracht. Opdrachtnemer dient in geval van onderaanneming de Verklaring Onderaanneming ondertekend te hebben. 20 3. Speerpunten zorginkoop Dyslexiezorg voor jeugdigen 2015 Uitgangspunt voor de zorginkoop is geweest de huidige inhoud van de inkoop Dyslexiezorg door de zorgverzekeraars. Voor 2015 kiest Opdrachtgever een aantal speerpunten om de doelen van de transitie dichterbij te brengen. 3.1 Dyslexiezorg onder de Jeugdwet De jeugdhulp voor Jeugdigen met ernstige enkelvoudige dyslexie (EED), dyslexiezorg, valt per 1 januari 2015 onder de Jeugdwet. Gemeenten krijgen de taak om deze dyslexiezorg te organiseren en te financieren. Voor het behandelen van EED is een goede samenhang noodzakelijk tussen de ondersteuning op school en de jeugdhulp door JGGZ. Een Jeugdige met dyslexie heeft ondanks een normale intelligentie ernstige problemen met lezen en spellen. Enkelvoudige dyslexie betekent dat de Jeugdige naast de dyslexie geen ggz-­‐
stoornis, beperking of andere taal-­‐ of leerstoornis heeft die belemmerend is voor dyslexieonderzoek en/of behandeling (comorbiditeit). Voor Jeugdigen bij wie sprake is van problemen naast de dyslexieklachten is een intensiever behandel-­‐/begeleidingstraject nodig. In deze gevallen wordt eerst de bijkomende stoornis of beperking behandeld, voordat een Jeugdige in aanmerking komt voor een behandeling EED. 3.2 Samenwerking scholen, gemeenten, zorgaanbieders De samenwerkende partners bij dyslexiezorg zijn gemeenten, scholen en jeugdhulpaanbieders. De school is verantwoordelijk voor de signalering en begeleiding van Jeugdigen met dyslexie. De ondersteuning van leerlingen met lees-­‐ en spellingproblemen en niet-­‐ernstige enkelvoudige dyslexie maakt onderdeel uit van de basisondersteuning die elke school biedt. De Wet passend onderwijs en de Jeugdwet bieden de school de mogelijkheid om -­‐ bij onvoldoende resultaat of bij vermoeden van ernstige dyslexie – de Jeugdige voor behandeling te verwijzen naar specialistische Dyslexiezorg. Het is belangrijk om jeugdhulp zo veel mogelijk op maat aan te bieden en te voorkomen dat Jeugdigen met lees-­‐ en spellingsproblemen, die niet het gevolg zijn van EED, te snel naar Dyslexiezorg worden toegeleid. De school stelt een rapportage op waarin het vermoeden van EED wordt gedocumenteerd. Jeugdigen waarbij EED is geconstateerd kunnen worden behandeld door een gekwalificeerde Jeugdhulpaanbieder. De jeugdhulp bestaat uit een intake, een diagnose en een aantal behandelingen van een uur. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de inkoop van en toeleiding naar een kwantitatief en kwalitatief passend aanbod van jeugdhulp, inclusief EED. Voor lopende behandelingen geldt in 2015 continuïteit van zorg. Daarnaast zijn gemeenten verantwoordelijk voor het transparant inkopen en organiseren van een passend en dekkend dyslexiezorgaanbod voor 'nieuwe' Jeugdigen vanaf 1 januari 2015. De eerste drie jaar zullen gemeenten hiervoor de bestaande DBC-­‐structuur hanteren. 21 3.3 Productontwikkeling en innovatie Het overbrengen van de jeugdhulp naar de Gemeenten gaat gepaard met een bezuinigingsopdracht. Deze Opdracht zorgt zowel bij Opdrachtgever als Jeugdhulpaanbieders voor een belangrijke uitdaging om de hulp zo efficiënt en effectief mogelijk in te zetten, zodanig dat er met minder middelen toch voldoende zorg kan worden geleverd. Opdrachtgever gaat er dan ook van uit dat Jeugdhulpaanbieders begeleidings-­‐ en hulpverleningsmethoden toepassen die in het verleden aantoonbaar effectief zijn geweest, dan wel een wetenschappelijke/theoretische onderbouwing hebben. Waar dat nog niet mogelijk is, wordt gewerkt aan deze onderbouwing. Onderzoeken op welke manier lichtere vormen van hulp de zorginzet vanuit de specialistische zorg kunnen verkorten of de resultaten ervan kunnen verbeteren, is een andere manier waarop gewerkt wordt aan meer efficiënt en effectief aanbod. 3.4 'De Frontlijn' Opdrachtgever streeft ernaar dat de juiste jeugdhulp op het juiste moment wordt geboden. De school is verantwoordelijk voor signalering en begeleiding van Jeugdigen met dyslexie. Daar waar sprake is van EED kan een school doorverwijzen naar specialistische Dyslexiezorg. Om te voorkomen dat Jeugdigen met dyslexie onnodig worden doorverwezen naar Dyslexiezorg, vindt de doorverwijzing plaats in overleg met de Frontlijn, waaronder bijvoorbeeld de frontlijn in Tilburg, die ook op scholen aanwezig is. 22 4. Programma van eisen en wensen Voor goede Dyslexiezorg in de regio zijn meerdere partijen van belang die ieder een eigen rol vervullen in het tot stand brengen van een samenhangend dyslexiebeleid. Dyslexiezorg dient complementair te zijn aan het onderwijs, niet vervangend. Hieronder worden verschillende Eisen en Wensen geformuleerd die Opdrachtgever stelt aan Opdrachtnemers van de Dyslexiezorg voor jeugdigen. 4.1 Publiekscommunicatie Eis 1 De Opdrachtnemer draagt zorg voor voldoende bekendheid van de aangeboden dienstverlening/producten/activiteiten door die in de (digitale) sociale kaart van de gemeenten op te nemen. Elke gemeente heeft een eigen sociale kaart en neemt in het najaar 2014 contact op met de Opdrachtnemer om hierover verdere afspraken te maken. 4.2 Algemeen Eis 2 Eis 3 Eis 4 Eis 5 Eis 6 Eis 7 Eis 8 Opdrachtnemer is per 1 januari 2015 en voor de duur van de Overeenkomst in staat de gevraagde jeugdhulp te bieden. Opdrachtnemer, alsmede de door Opdrachtnemer in te zetten Jeugdhulpverleners, nemen bij het verlenen van de jeugdhulp de eisen in acht die volgens de algemeen aanvaarde professionele standaard redelijkerwijs aan de Opdrachtnemer mogen worden gesteld en houden zich aan de van toepassing zijnde beroepscode(s). Het aanbod is dicht bij de woonomgeving van de Jeugdige beschikbaar. Dit betekent dat de locatie van activiteiten zich binnen of dichtbij de grenzen van de regio Hart van Brabant bevindt, tenzij de aard van de activiteiten of de schaalgrootte anders vereist. De behandellocatie voldoet aan alle wettelijke eisen. Opdrachtnemer informeert de Jeugdige en/of ouders voorafgaande aan de te verlenen jeugdhulp over algemene zaken, klachtenregeling, vertrouwenspersoon zoals bepaald bij en krachtens de Jeugdwet (het bepaalde in paragraaf 4.3. van het concept Uitvoeringsbesluit Jeugdwet daaronder begrepen), de inhoud van de behandeling en de eventuele kosten voor de Jeugdige en/of diens ouders. Inhoudelijke informatie-­‐uitwisseling dient te voldoen aan de wettelijke eisen op het gebied van privacy, waaronder in ieder geval hoofdstuk 7 van de Jeugdwet en de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Opdrachtnemer is gedurende de uitvoering van de Overeenkomst afdoende verzekerd tegen bedrijfs-­‐en beroepsaansprakelijkheid die voortvloeit uit de Overeenkomst. Het verzekerde bedrag per verzekering dient minimaal € 2.500.000,-­‐per gebeurtenis te bedragen. De Opdrachtnemer stemt ermee in dat Opdrachtgever zich het recht voorbehoudt van de Opdrachtnemer afsluiting en gedurende de uitvoering van de Overeenkomst, een bewijs te eisen waaruit blijkt dat de 23 Eis 9 verzekering is afgesloten en de verzekeringspremie is betaald. Opdrachtnemer dient financieel en economisch voldoende draagkrachtig te zijn. Om dit te kunnen aantonen, dient Opdrachtnemer, indien Opdrachtgever daarom vraagt, een verklaring in te dienen van een te goeder naam en faam bekende financiële instelling waarin de betreffende financiële instelling zich bereid verklaart, in geval Opdrachtnemer de opdracht gegund krijgt, zich garant te stellen voor Opdrachtnemer ter hoogte van 5% van de geraamde opdrachtwaarde gedurende de looptijd van de Overeenkomst. Opdrachtnemer levert indien en voor zover zij wettelijk verplicht is een jaarrekening op te stellen de door een accountant goedgekeurde jaarrekening 2013 aan. Opdrachtnemer (en haar eventuele onderaannemers) zet professionals in die bij indiensttreding/aanvang van de werkzaamheden een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG), niet ouder dan 3 maanden, hebben overlegd. Indien Opdrachtnemer (en haar eventuele onderaannemers) vrijwilligers inzet, geldt ook voor hen de eis dat bij aanvang van de werkzaamheden een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG), niet ouder dan 3 maanden, is overlegd. Opdrachtnemer en indien van toepassing onderaannemer(s) dienen te beschikken over een actuele Verklaring Omtrent Gedrag. 4.3 Wet-­‐ en regelgeving / Gemeentelijk beleid Eis 10 Opdrachtnemer is ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel. Eis 11 Opdrachtnemer voldoet aan alle wet-­‐ en regelgeving die van toepassing is op c.q. relevant is voor de (uitvoering van) onderhavige Opdracht. Daaronder is in ieder geval begrepen het bepaalde bij en krachtens: • Jeugdwet en Uitvoeringsbesluit Jeugdwet • De Wet marktordening gezondheidszorg • De Wet Toelating Zorginstellingen • De Kwaliteitswet Zorginstellingen • De Wet Klachtrecht cliënten Zorgsector • De Wet BIG • De Wet Medezeggenschap cliënten Zorginstellingen • Wet bescherming persoonsgegevens • De door de Gemeenteraden van de Gemeenten nog vast te stellen verordening Jeugdhulp Eis 12 Opdrachtnemer beschikt over een formeel vereiste toelating (WTZi) voor de levering van zorg en voldoet aantoonbaar aan alle voorwaarden daarvoor, tenzij dit op grond van de wet niet (langer) is vereist. Eis 13 Opdrachtnemer is bekend met het beleid van de Gemeenten, zoals neergelegd in de gemeentelijke beleidsplannen Jeugdhulp en neemt dit in acht. De Gemeenten publiceren het beleid en eventuele wijzigingen 24 Eis 14 Eis 15 Eis 16 hiervan op de eigen websites. Opdrachtnemer gaat akkoord met de Overeenkomst. Opdrachtnemer gaat ermee akkoord dat de bijgevoegde Algemene VNG inkoopvoorwaarden van toepassing zijn op de relatie tussen Opdrachtnemer en Opdrachtgever. De (algemene) voorwaarden van de Opdrachtnemer worden uitdrukkelijk uitgesloten. Opdrachtnemer respecteert het beginsel van de vrije keuze van Jeugdigen voor een Jeugdhulpaanbieder c.q. Jeugdhulpverlener. 4.4 Zorg algemeen Eis 17 Opdrachtnemer verleent verantwoorde jeugdhulp zoals bedoeld in artikel 4.1.1. van de Jeugdwet. Eis 18 Opdrachtnemer organiseert de jeugdhulp laagdrempelig op de plaats die en het tijdstip dat, binnen redelijke grenzen, de Jeugdige en ouder wenst. Wens 1 Opdrachtnemer maakt zoveel mogelijk gebruik van de eigen kracht van de Jeugdige en zijn omgeving bij het bieden van jeugdhulp. De jeugdhulp is gericht op blijvende participatie en stimulering van de eigen redzaamheid, passend bij de ontwikkelfase van de Jeugdige. Wens 2 Opdrachtnemer heeft beleid om (onnodige) reistijd te voorkomen ten einde efficiëntere jeugdhulp te leveren. Wens 3 Opdrachtnemer heeft beleid opgesteld ten aanzien van het stimuleren van inzet van mantelzorg en vrijwilligers uit de omgeving van de Jeugdige. 4.5 Productspecifiek Eis 19 Opdrachtnemer verleent aan Jeugdigen die volgens de daarvoor gestelde regels (een gemeentelijke verwijsprocedure volgt voor 1 januari 2015) naar hem zijn verwezen en op zorg zijn aangewezen de zorg ‘Dyslexiezorg voor jeugdigen’ conform de gemaakte afspraken met de gemeenten. Eis 20 Dyslexiezorg is complementair aan het onderwijs, niet vervangend. Als er sprake is van comorbiditeit, wordt eerst de bijkomende stoornis of beperking behandeld, voordat wordt overgegaan tot Dyslexiezorg. Eis 21 De basisschool stelt een rapportage op waarin het vermoeden van EED wordt gedocumenteerd. De Verwijzing vindt plaats in overleg met de Lokale teams die ook op scholen aanwezig zijn. Pas na beoordeling van deze rapportage kan de Jeugdhulpaanbieder van Dyslexiezorg een diagnostisch traject starten. Eis 22 Zorg kan alleen gedeclareerd worden op het moment dat er een beschikking is afgegeven door Opdrachtgever. Opdrachtnemer vraagt de gemeente een beschikking af te geven door toezending van documenten (voor 1 januari 2015 beschrijft Opdrachtgever welke documenten hiervoor nodig zijn). Dyslexiezorg die begint voor het 7-­‐de jaar of na het bereiken van de 13-­‐jarige leeftijd wordt niet vergoed. Voorts is Opdrachtnemer er van op de hoogte dat bepaalde DBC’s niet declarabel zijn en dus ook niet door Opdrachtgever worden vergoed. Eis 23 Opdrachtnemer neemt de Verwijzing op in het dossier. Eis 24 Van elke Verwijzing stelt de Opdrachtnemer vast of de ontvangen 25 Eis 25 Eis 26 Eis 27 Eis 28 Eis 29 Verwijzing juist is. In de Verwijzing dient sprake te zijn van noodzaak van Dyslexiezorg en een vermoedelijke diagnose. In de gevallen dat dit niet zo is, neemt de Opdrachtnemer contact op met de Verwijzer teneinde een juiste Verwijzing tot stand te brengen. Als in de loop van de behandeling blijkt dat er toch van complexere en meer risicovolle problematiek sprake is, dan kan de Verwijzing naar Specialistische GGZ alleen na overleg met de oorspronkelijke Verwijzer en dus niet rechtstreeks. De hoofdbehandelaar in het jaar 2015 binnen Dyslexiezorg kan zijn: -­‐ een BIG-­‐geregistreerd gezondheidspsycholoog -­‐ een NIP-­‐geregistreerd kinder-­‐ en jeugdpsycholoog -­‐ een NVO-­‐geregistreerd orthopedagoog-­‐generalist. Indien de Opdrachtnemer of een van diens medebehandelaars in het BIG-­‐register is geschorst of doorgehaald of de IGZ maatregelen omtrent de Opdrachtnemer heeft getroffen, dan dient Opdrachtnemer dit te melden aan Opdrachtgever. De hoofdbehandelaar kan eventueel bij zijn behandeling ondersteund worden door medebehandelaars. Medebehandelaars zijn gekwalificeerde specialisten: -­‐ een basispsycholoog en/of orthopedagoog -­‐ een logopedist. De hoofdbehandelaar verleent de zorg met behulp van medebehandelaars onder zijn verantwoordelijkheid. De jeugdhulp wordt verleend op basis van een of meerdere met de Jeugdige en diens ouder(s) overeengekomen plan(nen) zoals bedoeld in artikel 4.1.3 van de Jeugdwet. Dit plan c.q. deze plannen zal/zullen tussentijds en aan het eind van de jeugdhulpverlening met de Jeugdige en diens ouder(s) geëvalueerd worden. Uit het dossier moet blijken dat het plan c.q. de plannen met de Jeugdige en diens ouder(s) besproken is c.q. zijn, wat de meningen van de Jeugdige en diens ouder(s) zijn en waarmee wel/niet akkoord is gegaan. 4.6 Kwaliteit en managementinformatie Opdrachtgever zal na afstemming met de sector voor 1 januari 2015 de set prestatie-­‐
indicatoren ten behoeve van de monitoring van de kwaliteit van de geleverde dienstverlening bekend maken. Eis 30 Opdrachtnemer werkt volgens het landelijk vastgestelde protocol "Dyslexie, Diagnostiek en Behandeling". Opdrachtnemer (en de eventueel door de Opdrachtnemer in te zetten onderaannemers) is lid van het Nationaal Referentiecentrum Dyslexie (NRD) en handelt in overeenstemming met de richtlijnen van deze organisatie. Voorts is Opdrachtnemer (en de eventueel door de Opdrachtnemer in te zetten onderaannemers) gecertificeerd door het Kwaliteitsinstituut Dyslexie (KD) Eis 31 De Opdrachtnemer houdt zich aan de normuren die door de NZA zijn vastgesteld: voor diagnostiek maximaal 12 uur, voor behandeling 26 Eis 32 Eis 33 Eis 34 Eis 35 Eis 36 maximaal 60 uur. Maximaal bedraagt de totale tijd voor de jeugdhulp 72 zittingen maal 60 minuten inclusief directe tijd. De basisschool is de poortwachter naar Dyslexiezorg. Elke Verwijzing dient vergezeld te gaan van een rapportage waarin het vermoeden van EED wordt gedocumenteerd. Opdrachtnemer volgt geldende (en toekomstige herzieningen van) landelijke kwaliteitskaders, standaarden, richtlijnen en best practices. Hiertoe behoren in ieder geval (voor zover van toepassing): -­‐ voornoemde protocollen; -­‐ de normen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg, respectievelijk Inspectie Jeugdzorg; -­‐ het Kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de Jeugdzorg -­‐ accreditatienormen van de Vereniging van Orthopedagogische Behandelcentra (in ontwikkeling). Het implementeren van dergelijke kwaliteitskaders in de werkwijze is onderdeel van het kwaliteitssysteem dat de instelling of beroepsgroep hanteert. Indien noodzakelijk wordt beredeneerd en transparant afgeweken. Opdrachtnemer verricht periodiek metingen van: (1) de kwaliteit van de instelling, op instellingsniveau; (2) de kwaliteit van de jeugdhulp, op individueel niveau van de Jeugdige (onder andere behandelplan, medicatieveiligheid en omgaan met gedragsproblemen); en (3) de cliënttevredenheid Opdrachtnemer en Opdrachtgever monitoren de kwaliteit van de geleverde jeugdhulp door middel van prestatie-­‐indicatoren en benchmarking en benutten de cijfers aantoonbaar om tot kwaliteitsverbetering te komen. Opdrachtnemer werkt systematisch aan het verbeteren van de kwaliteit en borgt dit door een werkend kwaliteitssysteem dat landelijk en/of internationaal erkend is en gepaard gaat met onafhankelijke toetsing (externe audit). In dit kwaliteitssysteem zijn de kwaliteitseisen vanuit de Jeugdwet en Overeenkomst geïntegreerd. Opdrachtnemer verantwoordt zich hierover in het Jaardocument. Opdrachtnemer dient gedurende de opdracht over één van de volgende kwaliteitscertificaten te beschikken of dient vergelijkbare kwaliteitsmaatregelen te hebben getroffen en dient voor de voorgenomen gunning hiervan een afschrift te kunnen overleggen: 1. ISO 9001 2. EN 15224 3. HKZ (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector) 4. Prezo Opdrachtnemer stelt conform de Jeugdwet 2015 een verslag als bedoeld in artikel 4.3.1 van die wet en financiële verantwoording als bedoeld in artikel 8.3.1 van die wet op en publiceert tijdig dit document conform de Jeugdwet en overige landelijke richtlijnen. Op verzoek van Opdrachtgever 27 Eis 37 Eis 38 Eis 39 Eis 40 Eis 41 Eis 42 levert Opdrachtnemer het hiervoor bedoelde verslag en/of financiële verantwoording aan. Opdrachtnemer stelt gedurende de gehele contractperiode op gemeenteniveau onderstaande indicatoren beschikbaar conform het vast te stellen format in respectievelijk de maandrapportages, kwartaalrapportages en het jaarverslag: • Productiecijfers, maandelijks • Doelrealisatie, 3 maandelijks (kwartaal) • Afname/stabilisatie problematiek, 3 maandelijks (kwartaal) • Cliënttevredenheid, 3 maandelijks (kwartaal) • Reden beëindiging hulp, 3 maandelijks (kwartaal) • “Doorverwijzingen”, 3 maandelijks (kwartaal) • Zwaarte ingezette jeugdhulp (duur en intensiteit), 3 maandelijks (kwartaal) • Zorg wordt tijdig geleverd (wachttijden), 3 maandelijks (kwartaal) Voor de hierboven genoemde indicatoren wordt u gevraagd deze indicatoren bij te houden en conform het vast te stellen format op te nemen in respectievelijk de maandrapportages, kwartaalrapportages en het jaarverslag. Opdrachtnemer levert eventueel andere informatie die de Opdrachtgever verder noodzakelijk acht. Opdrachtnemer levert tijdig en conform de wettelijke en landelijke regels de gevraagde informatie aan ten behoeve van de Landelijke Dataset Beleidsinformatie Jeugd. De Opdrachtnemer committeert zich op basis van transparante reglementering aan periodieke visitaties door de kwaliteitsinstituten en geeft gehoor aan daaruit voortvloeiende aanwijzingen. Opdrachtnemer levert voorts periodiek informatie aan de database dyslexie van het keurmerk waarbij Opdrachtnemer is aangesloten. Opdrachtnemer gebruikt een gevalideerd instrument voor de meting van doelrealisatie en cliënttevredenheid. In het kwaliteitsbeleid is vastgelegd hoe de eigen resultaten worden vergeleken met landelijke uitkomsten. De Opdrachtnemer kent (in beginsel) een voor de jeugdhulpregio dekkende spreiding van Dyslexiezorg. Opdrachtnemer heeft aantoonbaar de zorgbrede governance code Ingevoerd, voor zover van toepassing. 4.7 Samenwerking/'De Frontlijn' Eis 43 Opdrachtnemer draagt zorg voor goede samenwerking met de doorverwijzende scholen. Onder goede samenwerking wordt in dit verband bedoelt: borging van integratie en actieve afstemming van zorg en onderwijs. Eis 44 Opdrachtnemer draagt zorg voor een goede samenwerking met de professionals in de Frontlijn en andere relevante professionals in de 0e, 1e 28 Eis 45 Eis 46 Eis 47 Eis 48 Eis 49 Eis 50 Eis 51 Eis 52 Eis 53 Eis 54 en 2e lijn. Onder goede samenwerking wordt in ieder geval verstaan onderlinge afstemming tussen eigen personeel van Opdrachtnemer en de professionals in de frontlijnteams én met de (eventuele andere) Verwijzers van de Jeugdige. Opdrachtnemer sluit (voor zover van toepassing) aan op verplichte systemen voor melding en verwijzing, zoals de onder andere de Meldcode Zorg-­‐ en Veiligheidshuis en de Verwijsindex Risicojongeren, bij voorkeur via Zorg voor Jeugd. Opdrachtnemer beschikt over een Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling welke is geschreven en wordt nageleefd conform de Jeugdwet (artikel 4.1.7). In geval van tussentijdse beëindiging van specialistisch jeugdaanbod zonder gewenst resultaat is de Opdrachtnemer altijd verplicht om contact op te nemen met 'de Frontlijn', of indien van toepassing de coördinator van zorg. In het najaar van 2014 wordt het expertiseteam ten behoeve van 'de Frontlijn' verder ontwikkeld. Aan de Opdrachtnemer wordt gevraagd een bijdrage te leveren aan de vorming hiervan -­‐en als mogelijke uitkomst hiervan aan de uitvoering in 2015. Op verzoek van de frontlijnprofessional stelt de Opdrachtnemer een aanbod op dat aansluit op de door de frontlijnprofessional in het individuele plan van aanpak geformuleerde resultaten. In het aanbod moet worden vastgesteld met welke feitelijke activiteiten de zelfredzaamheid van de Jeugdige het best is gebaat en het gewenste resultaat kan worden bereikt. De Opdrachtnemer investeert binnen het aanbod in innovatie en substitutie. Bij doorverwijzing door 'de Frontlijn' verleent de Opdrachtnemer aan de Jeugdige het aanbod zoals overeengekomen in samenspraak met de frontlijnprofessional en zoals is vastgelegd in het plan van aanpak van de Jeugdige. Bij een doorverwijzing anders dan door 'de Frontlijn' moet de Opdrachtnemer nagaan of er sprake is van meervoudige problematiek. Indien dit het geval is, moet Opdrachtnemer contact opnemen met 'de Frontlijn' om gezamenlijk een integraal plan van aanpak op te stellen, gebaseerd op het uitgangspunt 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur. Bij een verwijzing anders dan door de ‘frontlijn’ zal de Opdrachtnemer de vóór 1 januari 2015 door Opdrachtgever vastgestelde procedure volgen. In ieder geval zal Opdrachtnemer in het kader van die procedure zijn gehouden om te toetsen of een cliënt ingezetene is van de Gemeenten, alsmede om via het elektronische berichtenverkeer de persoonsgegevens van de Jeugdige, datum start zorg en welke zorg zal worden verleend door te geven aan de Opdrachtgever. Opdrachtnemer mag geen Jeugdigen weigeren, tenzij hij hiervoor zwaarwegende gronden heeft. Wanneer een Opdrachtnemer een Jeugdige wil weigeren dient hij dit beargumenteerd te overleggen met 'de Frontlijn'. Indien in de loop van het traject of bij de afsluiting ervan blijkt dat de 29 Eis 55 Wens 4 Jeugdige verwezen dient te worden naar een andere Jeugdhulpaanbieder, zal Opdrachtnemer de cliënt niet onmiddellijk rechtstreeks verwijzen. Deze verwijzing kan alleen plaatsvinden na overleg met en toestemming van 'de Frontlijn'. De Opdrachtnemer organiseert een zogenaamde ‘warme overdracht’ van informatie en werkrelatie van Jeugdige met ondersteuner van huidige naar nieuwe aanbieder. Opdrachtnemer verplicht zich ertoe in het najaar 2014 met de Opdrachtgever en 'de Frontlijn' afspraken te maken over het werkproces en de hierbinnen geldende termijn, zodat voldaan wordt aan de eisen die wettelijk gesteld zijn. Opdrachtnemer werkt actief samen met andere professionals in de Lokale teams, waaronder 'de Frontlijn', en stimuleert medewerkers in het overdragen van hun specialistische kennis aan voornoemde professionals en aan beroepsopvoeders ten behoeve van een sterke pedagogische infrastructuur. 4.8 Rapportages Eis 56 Opdrachtnemer, in de persoon van de hoofdbehandelaar, rapporteert na afsluiting van de behandeling aan de verwijzer. Een melding afsluiting zorg en wijziging zorg geeft Opdrachtnemer aan het betrokken lokale team. 4.9 Termijnen en doorlooptijden Eis 57 Opdrachtnemer verplicht zich ertoe de zorg binnen de Treeknormen te verlenen. Dit is voor Dyslexiezorg 6 weken. Indien Opdrachtnemer hier niet toe in staat is, doet hij hiervan onmiddellijk mededeling aan Opdrachtgever. Eis 58 Het behandelplan dient binnen twee weken na start van de behandeling schriftelijk of elektronisch te zijn vastgelegd en uit het dossier moet blijken dat het behandelplan met de jeugdige en/of diens ouders besproken is. 4.10 Communicatie Eis 59 Opdrachtnemer stelt één persoon aan als contactpersoon voor Opdrachtgever. Deze persoon is deskundig en op de hoogte van de gang van zaken binnen de organisatie van Opdrachtnemer. Bij afwezigheid is er één vaste vervanger als contactpersoon beschikbaar. Eis 60 Periodiek is er regulier overleg tussen Opdrachtnemer en Opdrachtgever. De frequentie wordt nader bepaald en in overleg vastgesteld. In deze overleggen kijkt Opdrachtgever naar de ontwikkeling in de afgesproken prestatie-­‐indicatoren en de financiële en kwalitatieve ontwikkelingen. Bij ondermaats presteren wordt de frequentie van overleg verhoogd al naar gelang nodig is om de kwaliteit van jeugdhulp op het vastgesteld niveau te verkrijgen. Indien overschrijding van de budgetreservering dreigt of is ontstaan, kan Opdrachtgever bepalen dat de frequentie van het overleg moet worden verhoogd. 30 4.11 Tarifering, bekostiging en facturatie Opdrachtgever hanteert ten aanzien van de tarifering, bekostiging, facturatie en verantwoording de volgende uitgangspunten en eisen. Uitgangspunten a) Contractering gebeurt op basis van het “geld-­‐volgt-­‐cliënt”-­‐model. Binnen dit model stuurt Opdrachtgever via de Overeenkomst op het tarief, het volume, doelmatigheidseisen en het implementatieregime. De inzet van deze instrumenten heeft als doel om binnen de budgetreservering en het (macro)budgettaire kader te blijven. b) Opdrachtgever hanteert vaste tarieven per Eenheid. Deze tarieven worden door Opdrachtgever vastgesteld en zijn niet onderhandelbaar. c) Opdrachtgever contracteert bij Opdrachtnemer het aantal af te nemen Eenheden per jaar (Q) overeenkomstig het bepaalde tarief per relevante Eenheid (P). d) Bij de contractering geldt voor 2015 een budgetreservering van 85% ten opzichte van kort gezegd de rechtmatige productie 2014. e) Met Opdrachtnemer wordt een afspraak gemaakt over het maximaal beschikbare budget en een maximerende volumeafspraak, zijnde aantallen die maximaal per prestatie geleverd mogen worden. Deze afspraak zal maximaal de budgetreservering van 85% bedragen. Indien de werkelijke gerealiseerde productie over het contractjaar, qua maximaal beschikbare budget en/of de maximerende volumeafspraak, hoger is dan afgesproken, dan komt deze zogenaamde overproductie niet voor vergoeding/facturatie in aanmerking. Hiervan kan slechts worden afgeweken indien Opdrachtnemer van Opdrachtgever vooraf een schriftelijk akkoord voor herallocatie heeft ontvangen. Herallocatie: • Moet in het belang van de cliënten zijn • Mag niet leiden tot het duurder worden van de zorg of dat in een productmix van producten de zorg duurder wordt • Moet passen binnen de doelstellingen van het beleid van de Opdrachtgever • Is nodig door verandering van de vraag of andere wijze van toewijzing of draagt bij aan innovatie en/of verhoging van de efficiency van de zorg • Herallocatie kan alleen budgettair neutraal, binnen het budget van de Opdrachtnemer of tussen budgetten van verschillende Opdrachtnemers. Opdrachtgever toetst het verzoek en zal schriftelijk reageren op het verzoek. Indien schriftelijke toestemming ontbreekt zal Opdrachtgever de geleverde zorg niet vergoeden. f) Betaling geschiedt op basis van daadwerkelijk rechtmatig geleverde jeugdhulp tot een maximum van hetgeen in de Overeenkomst is vastgelegd. Een lagere productie betekent minder omzet. Een substantieel lager aantal producteenheden/cliënten dient de Opdrachtnemer te melden bij de Opdrachtgever. g) Declaratie van de geleverde jeugdhulp heeft steeds betrekking op een aaneengesloten periode van vier weken, op basis van de met betrekking tot die periode daadwerkelijk geleverde jeugdhulp. Declaratie geschiedt door middel van het indienen van een zogenoemde verzamelfactuur. De Producten en diensten van jeugdhulp zijn in principe vrijgesteld van BTW. Dit uitgangspunt is door Opdrachtgever gehanteerd bij het vaststellen van de gecontracteerde tarieven. 31 h)
i)
j)
k)
l)
m)
n)
o)
p)
Eis 61 Eis 62 Echter, ook indien Opdrachtnemer aan Opdrachtgever BTW in rekening brengt, zijn de gefactureerde tarieven gelijk aan de gecontracteerde tarieven. De Opdrachtnemer dient de verzamelfactuur in binnen 25 kalenderdagen na de verstreken periode van vier weken (als bedoeld onder sub g) in bij Opdrachtgever. De betaling van de facturen geschiedt binnen een niet-­‐fatale termijn van 30 kalenderdagen na ontvangst door Opdrachtgever van de verzamelfactuur, mits deze door Opdrachtgever is goedgekeurd. Opdrachtnemer maakt gebruik van het berichtenverkeer (waarschijnlijk VeCoZo), inclusief beveiligingseisen, zoals door Opdrachtgever wordt bepaald. Opdrachtnemer richt haar declaratieadministratie zodanig in dat op cliënt-­‐, gemeente-­‐ en productieniveau (prestatiecodes) geregistreerd is. Een groter aantal Eenheden (dat uitstijgt boven het totaal gecontracteerde aantal) betekent niet meer omzet. Is de instroom groter dan in de Overeenkomst is vastgelegd en dreigt er daardoor een overschrijding van de budgetreservering en/of het in de Overeenkomst bepaalde volume, dan meldt de Opdrachtnemer dat bij de Opdrachtgever. Opdrachtgever en Opdrachtnemer treden alsdan in overleg met elkaar. Opdrachtgever werkt in 2015 en 2016 aan een transitie van de bekostiging, waarbij in 2015 wordt geregistreerd op de overeengekomen Eenheden en wordt bekostigd op de overeengekomen tarieven. Declaratie van de geleverde Jeugdhulp gebeurt op vier wekelijkse basis, op basis van de daadwerkelijk geleverde Jeugdhulp. De Gemeente ontwikkelt hiervoor -­‐ in samenspraak met de Opdrachtnemer -­‐ in het najaar een factuurformulier op persoonsniveau (BSN). Het overeengekomen tarief is exclusief eventueel af te dragen btw. De Opdrachtnemer vermeldt het toepasselijke btw-­‐tarief helder en duidelijk op de factuur. De Opdrachtnemer dient de factuur binnen 25 kalenderdagen na de verstreken periode van vier weken in. De betaling van de facturen geschiedt binnen een niet fatale termijn van 30 kalenderdagen na ontvangst van een door Gemeente goedgekeurde verzamelfactuur. Opdrachtnemer levert een gelijkmatige spreiding van Jeugdhulp door het jaar heen binnen de budgetreservering en/of het in de Overeenkomst vastgestelde volume. Opdrachtnemer stemt in met de Algemene Betalingsvoorwaarden gemeente Tilburg. Opdrachtnemer ontvangt in najaar 2014 nadere informatie over de facturatie en het declaratieproces van Opdrachtgever. Opdrachtnemer stemt in met bovengenoemde uitgangspunten. Opdrachtnemer offreert bij Opdrachtgever een aantal af te nemen Eenheden voor 2015 en het aantal daarbij horende cliënten. Bij de opgave 2015 wordt onderscheid gemaakt tussen productie / cliënten die horen bij het overgangsrecht en 'nieuwe instroom'. Tevens geeft Opdrachtnemer een raming van de productie / cliënten in 2014. Opdrachtnemer hanteert daartoe de Bijlage 4 van het Inkoopdocument. In de Offerte wordt ook het aanbod op de gemeentelijke speerpunten zichtbaar opgenomen. Hierbij neemt Opdrachtnemer ook nadrukkelijk op hoe hij gaat bijdragen aan de bezuinigingsdoelstelling (zie eis 75). De aantallen worden door Opdrachtnemer nader gespecificeerd per 32 Eis 63 Eis 64 Gemeente (gebaseerd op het woonplaatsbeginsel uit de Jeugdwet) en zijn gebaseerd op de gecontracteerde capaciteit 2014. De Offerte wordt in voorkomend geval besproken in een Inkoopgesprek, waarbij prioritering en keuzes kunnen worden gemaakt. De definitieve uitkomsten van het Inkoopgesprek worden tussen Opdrachtnemer en Opdrachtgever vastgelegd in het aangeleverde formulier, als een bijlage bij de Overeenkomst. Opdrachtgever werkt in samenspraak met Opdrachtnemers aan een systematiek om de bekostiging uit te drukken in nieuwe bekostigingsparameters. Indien Opdrachtgever al voor 2015 een nieuwe bekostigingssystematiek heeft vastgesteld, zal de Opdrachtnemer in 2015 haar productieregistratie op zowel de oude als de nieuwe parameters vastleggen en aanleveren aan Opdrachtgever. Het in stand houden van de oude parameters is in 2015 van belang, omdat de bekostiging in 2015 nog op de oude parameters zal plaatsvinden. Vierwekelijks worden er (elektronische) facturen bij de Opdrachtgever ingediend. Elk Elke factuur bevat gegevens per gemeente, per pakket, op totaalniveau (het format volgt najaar 2014). De factuur kent een cijfermatige onderbouwing (b.v. Excel) op basis van overeen te komen rapportageformulieren. Daarin staat per cliënt onder andere informatie over de eenheden zorg die in rekening worden gebracht, het “product” waarin de hulp wordt geleverd, de startdatum van de zorg, de Verwijzer naar de zorg, het beschikkingennummer van de relevante gemeente (het format volgt najaar 2014). De facturen worden opgesplitst per Gemeente. Opdrachtgever is bevoegd om nadere voorschriften omtrent facturering vast te stellen. 4.12 Materiële en inhoudelijke controle Eis 65 Het is Opdrachtgever (of door Opdrachtgever daartoe aangewezen derden) toegestaan aangekondigde en onaangekondigde controle uit te voeren op de inhoudelijke kwaliteit, op presentie en financiële administraties en de rechtmatigheid van de gefactureerde jeugdhulp op basis van het nog op te stellen protocol. Opdrachtnemer is verplicht onverkort en onverwijld medewerking te verlenen aan voornoemde controles. Daarnaast is het voor Opdrachtgever en Opdrachtnemer toegestaan om de dienstverlening te (laten) evalueren door de Jeugdigen en/of ouders. Eis 66 Opdrachtnemer heeft op zijn locatie een werkplek voor controle beschikbaar voor medewerkers van Opdrachtgever of door ingehuurde derden. Eis 67 Documenten die ter bewijsvoering van bovenstaande resultaten dienen, kunnen in het digitaal systeem worden opgenomen en zo digitaal in het bezit van Opdrachtgever komen. Opdrachtnemer archiveert de digitale bestanden en houdt deze inzichtelijk voor Opdrachtgever. Eis 68 Het is Opdrachtgever toegestaan second opinions door onafhankelijke deskundigen uit te laten voeren. Uitkomsten hiervan worden met de Opdrachtnemer besproken. 33 Eis 69 Eis 70 Opdrachtnemer informeert Opdrachtgever over de aard en de inhoud van elke melding aan de inspectie op grond van artikel 4.1.8, over iedere aanwijzing van een Minister als bedoeld in artikel 9.3 van de Jeugdwet, en in geval een Opdrachtnemer door de Inspectie Gezondheidszorg respectievelijk de Inspectie Jeugdzorg (al dan niet namens de minister die het aangaat) onder verscherpt toezicht is gesteld dan wel de Inspectie Gezondheidszorg respectievelijk de Inspectie Jeugdzorg (al dan niet namens de minister die het aangaat) een aanwijzing heeft gegeven of een sanctie heeft opgelegd dan wel daartoe het voornemen heeft geuit. Opdrachtnemer is verplicht om aan na afloop van het kalenderjaar (aan te leveren in de maand februari van het jaar volgende op het jaar waarin de zorg gefactureerd is) ten aanzien van de juistheid van de geleverde en gedeclareerde zorg een controleverklaring van de accountant te overleggen. 4.13 Verwijtbare fouten Opdrachtnemer Eis 71 Opdrachtnemer gaat er mee akkoord dat als gedurende de contractperiode Opdrachtnemer door Opdrachtgever in gebreke wordt gesteld vanwege een ernstige verwijtbare fout of voortdurende toerekenbare tekortkoming, Opdrachtgever de verwijzing van jeugdigen kan stoppen. 4.14 Screening Eis 72 Opdrachtnemer stemt ermee in dat Opdrachtgever zijn organisatie kan screenen. Eis 73 Opdrachtgever overhandigt tijdig bewijsstukken benodigd voor de screening. Eis 74 Indien er een screening door of namens Opdrachtgever wordt uitgevoerd en deze leidt tot een negatief advies, dan kan dit leiden tot uitsluiting voor de Opdracht, wijzigingen in de Overeenkomst of aanvullende (bewakings)bepalingen. Onderdeel van de screening kan zijn toetsing op basis van de wet Bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob). 4.15 Bezuinigingsdoelstelling Eis 75 De decentralisatie van de Jeugdhulp naar de gemeenten gaat gepaard met een aanzienlijke bezuiniging. Opdrachtnemer levert een plan van aanpak aan van maximaal 3 A4-­‐pagina’s, met daarin: • een voorstel (met inhoudelijk en cijfermatige onderbouwing) op welke wijze zij de bezuiniging op het budget in 2015 en 2016 gaat opvangen, met inachtneming van het overgangsrecht met betrekking tot bestaande cliënten als bedoeld in artikel 10.1, lid 3 en 4 van de Jeugdwet. • voorstellen om mogelijke efficiencyslag(en) (taakstelling bezuiniging) op termijn te realiseren. 34