14 PUBLIEKE GEZONDHEIDSZORG KENNISNETWERK VERZAMELT LEVENSSTIJLEN WETEN WAT EUROPEANEN ETEN <tekst Barbara van Male illustratie Rhonald Blommenstein> Sinds kort is Europa een kennisnetwerk rijker. Een ambitieus netwerk dat uiteindelijk Europeanen ertoe zet gezonder te eten, meer te bewegen en minder te zitten, met drie gedreven VUmc-onderzoekers aan het hoofd. ‘Hoe kunnen we leefstijlproblemen oplossen? Wat moet je doen om ervoor te zorgen dat gezond gedrag standaard gedrag wordt?’, aldus coördinator Hans Brug over de kennis die dit netwerk over voeding en beweging wil verzamelen. O ‘Obesitas, hart- en vaatziekten, diabetes … grote gezondheidsproblemen die allemaal, in verschillende mate, in Europa voorkomen. Wat zit daarachter? Wat eten we, wanneer, waarom, en welk gedrag bepaalt dat? Hoe vaak bewegen we, en hoe vaak niet? Wat zijn de gewoontes in Noorwegen, Polen of Italië? Om dat te onderzoeken is Europa een erg interessant laboratorium’, aldus Jeroen Lakerveld, epidemioloog en senior onderzoeker bij EMGO+ van VUmc. Samen met Hidde van der Ploeg, senior onderzoeker bij de afdeling sociale geneeskunde en EMGO+, en Hans Brug, vicedecaan bij EMGO+, vormt hij de leidende trojka van DEDIPAC, voluit Determinants of Diet and Physical Activity. Een Europees consortium dat life sciences, social sciences en fundamenteel en toegepast onderzoek bij elkaar brengt. Hans Brug: ‘Een kersvers programma dat de ambitie heeft dat elke Europeaan in 2030 weet hoe hij of zij goed voor zijn of haar eigen gezondheid kan zorgen, én dit in de praktijk kan brengen.’ SYNAPS NUMMER 83 Knooppunt van kennis Gezonde voeding, meer bewegen en minder zitten: in onze samenleving is er steeds meer aandacht voor, en voor de ziekten en aandoeningen die daaruit voortvloeien als we dit allemaal niet doen. Zeker in een samenleving waarin we steeds ouder worden, en gezond ouder willen worden. Dat vereist kennis – kennis over welke biologische, ecologische, psychologische, en sociaal-economische factoren onze levensstijl beïnvloeden. En kennis over welke interventies het meest effectief zijn. ‘Elk land doet nu ongeveer hetzelfde, binnen de eigen grenzen. Maar om de academisch-medische kennis over voeding en beweging te versterken, en om van elkaar te leren, kun je maar beter bij elkaar zitten’, licht Hans Brug de noodzaak van de Europese aanpak toe. De eerste stap in DEDIPAC is dan ook de Knowledge Hub, het kennisknooppunt, dat de heren in drie maanden – samen met meer dan 50 partners uit 12 landen – hebben ontworpen. Jeroen Lakerveld: ‘Complex, want alle partners moeten het over hetzelfde hebben, als het over voedings- en bewegingsonderzoek gaat, als je het over interventies en maatregelen hebt. Maar het betekent dat we straks grote internationale datasets kunnen gebruiken, met variabelen die veel beter te vergelijken zijn. Als onderzoeker beschik je dan over grotere studies met meer variatie. En niet onbelangrijk: landen leren van elkaar, onderzoekers ‘Je voelt aan alles dat we de eerste stappen aan het zetten zijn… hier komt nog veel moois uit’ PUBLIEKE GEZONDHEIDSZORG 15 praten met elkaar.’ Hidde van der Ploeg: ‘Voedingsonderzoek is het vertrekpunt van DEDIPAC. Maar voeding, beweging en zittend gedrag horen bij elkaar, ook in onderzoek. Want uit wat we nu weten, vormen die een samenspel in iemands gezonde of ongezonde levensstijl.’ Slimmeriken 12 EU-landen – dat wil zeggen: de ministeries van Volksgezondheid – hebben zelf om het programma verzocht. ‘Deze zomer zijn we ermee begonnen, in Berlijn. Een verzameling onderzoekers en beleidsmakers bij elkaar, zonder leiding, zonder al te veel structuur en organisatie. Een geweldig, en langzaam, proces. Iedereen nam aardig de tijd om te spreken. Wij ook, goed voorbereid natuurlijk. En toen zijn we in alle openbaarheid verkozen tot leidende club – dat is heel nieuw in deze wereld.’ Niet zo vreemd dat Nederland de leiding heeft gekregen, het staat aan de Europese top in toegepast voedings- en bewegingsonderzoek. Bovendien heeft DEDIPAC hierdoor een sterk EMGO+stempel gekregen, het grootste multidisciplinaire onderzoeksinstituut op het gebied van beweging en voeding in Nederland. Andere Nederlandse deelnemers zijn: AMC, Hanzehogeschool Groningen, HAS Den Bosch, RIVM, TNO, Universiteit Maastricht, Universiteit Utrecht, Windesheim hogeschool en Wageningen UR. Hidde van der Ploeg is vooral enthousiast over de Europese kant van DEDIPAC: ‘Europa heeft zoveel potentieel, en al dat Europese voedings- en bewegingsonderzoek is nu grotendeels gefragmenteerd. Als dat geharmoniseerd is, kun je zoveel meer.’ Jeroen Lakerveld verheugt zich op de uitwisseling: ‘Het is erg leuk en leerzaam om in een netwerk verzeild te raken met de hoofdrolspelers op dit onderzoeksterrein. En je voelt aan alles dat we de eerste stappen aan het zetten zijn… hier komt nog veel moois uit.’ Hans Brug: ‘Nu hebben we drie jaar de tijd om een goed geolied kennisknooppunt op te zetten, met inzichten over eten en bewegen dwars door Europa heen. En wie weet een pilot met beleidsinterventies. Dit betekent dat ik met alle slimmeriken van Europa mag samenwerken. Wie wil dat niet?’ Æ Gezonde keuze, makkelijke keuze In Nederland wandelen en fietsen we veel naar werk, school en winkels, waardoor obesitas hier minder voorkomt. In Scandinavische landen is de publieke gezondheidszorg sterk. In andere Europese landen is er veel aandacht voor gezonde schoollunches. Die variatie binnen Europa – en die variatie gebruiken voor effectieve interventies – ligt aan de basis van het onderzoeksconsortium DEDIPAC dat als spreuk voert a healthy diet for a healthy life. Of: hoe maak je van de gezonde keuze de makkelijke keuze? APRIL 2014 SYNAPS
© Copyright 2024 ExpyDoc