Technisch Vakblad juli 2014 - Van Berlo Bedrijfsvloeren

Jaargang 3 – nummer 2
VOORWOORD
Dit is alweer de zomeruitgave van ons technisch vakblad. Ditmaal wordt de
staalvezel gewapende vloer naast de gewapende betonvloer gezet en worden
beide vloertypen vergeleken. Tijd om deze te ontleden en te beoordelen.
Daarnaast wordt aandacht gegeven aan het ongemak van voegen in logistieke
magazijnen.
Tenslotte wordt een belangrijk werk gepresenteerd dat Van Berlo onlangs heeft
gerealiseerd. Ditmaal het gedeeltelijk automatische magazijn, namelijk het
distributiecentrum van wehkamp.nl in Zwolle.
Indien u overigens opmerkingen, vragen of kritiek heeft op de door ons
ingenomen standpunten dan zouden wij uw reactie graag vernemen.
Wij wensen u veel leesplezier en een hele mooie zomer toe.
Ir. Pieter Maas
BSA Vloeren B.V. maakt inmiddels sinds een jaar deel uit van de Van Berlo Groep. Gedurende dit jaar zijn zij
onder de naam BSA Vloeren blijven opereren. In het licht van onze strategie van internationale groei is een
eenduidige naam en uitstraling van onze vestigingen van groot belang. Daarom hebben wij besloten per 1 juni
2014 de naam BSA Vloeren B.V. te wijzigen in: Van Berlo Bedrijfsvloeren Noord B.V.
Wij zijn ervan overtuigd dat deze stap ons helpt een nog sterkere positie te verwerven in Nederland
en omringende landen. In het directe contact verandert er voor u, als opdrachtgever en/of leverancier, niets.
De contactpersonen en contactgegevens blijven ongewijzigd. Heeft u naar aanleiding van onze naamswijziging
vragen, neemt u dan contact op via [email protected] of raadpleeg onze website www.vanberlo.com.
Inhoud Technisch Vakblad juli 2014
• Voegen in distributiemagazijnen
Pagina 2
• Column Pieter Maas
Pagina 3
• Staalvezel- versus traditioneel gewapend beton
Pagina 4 - 9
• wehkamp.nl
Pagina 10
VOEGEN IN DISTRIBUTIEMAGAZIJNEN
Bijna alle gebruikers van distributiemagazijnen zijn allergisch voor scheurtjes in de vloer. Toch zijn die, mits
ze binnen de geldende scheurwijdte norm blijven, constructief en functioneel volkomen onschuldig. Anders is
dat met de bewust aangebrachte voegen in de vloer. Dat zijn soms wel hinderlijke ongelijkheden in de vloer
en daarom een ongemak voor trucks en truckmachinisten. Deze voegen, of dat nu gezaagde voegen of stalen
dilatatievoegen zijn, blijven hinderlijke obstakels in de vloer. Die hinder wordt voornamelijk veroorzaakt
door een schoteling van de vloer ter plaatse van de voeg. Waar komt die schoteling dan vandaan?
Na de verharding van het beton, die bestaat uit de
reactie van cement met water, blijft nog zo’n 10-12
liter water per vierkante meter in de vloer achter.
Dat extra water was nodig om de betonspecie
voldoende verwerkbaar te maken, samen met een
superplastificeerder. Het overtollige water zal op
den duur uit het beton verdwijnen door uitdroging.
De vloer droogt daardoor uit en zijn volume wordt
kleiner. Dat noemen we krimp. Nu droogt het
meeste water uit via de bovenzijde van de vloer,
aan de onderzijde blijft het vocht langer achter.
Daardoor zal de bovenzijde sneller en meer krimpen
dan de onderzijde.
Dat veroorzaakt een holle buiging van de vloer.
Door zijn eigen gewicht zal die buiging weer worden
teniet gedaan, het grootste gedeelte van de vloer
zal daarom vlak blijven. Bij vloerranden, en ook bij
de voegen, zal de vloer echter een beetje omhoog
komen. Dat wordt schotelen genoemd. Op de
plaatsen waar de vloer flink belast wordt komt geen
schoteling voor.
In de rijpaden en in de vrije zones zal de vloer wel
kunnen opkrullen bij vloerranden en voegen. Dat
veroorzaakt onvlakheden van de vloer.
Erger wordt dat wanneer de voegen gezaagd zijn.
Door over de naden te rijden bestaat de kans dat de
verbinding van de twee vloerdelen onder de voegen
wordt beschadigd en er geen dwarskrachtoverdracht
meer kan plaatsvinden. De plaatdelen zijn dan niet
meer verbonden. Wanneer de losse randen daarna
worden bereden kunnen de opkrullende plaatdelen
afscheuren. Gezaagde voegen zijn daarom in een
distributiemagazijn uit den boze. Maar ook goed
gedeuvelde dilatatieprofielen zullen een beetje gaan
schotelen. Dat levert ongemak op voor de trucks en
kan op den duur schade aan de trucks veroorzaken.
Voegen moeten daarom zoveel mogelijk worden
vermeden, of het nu eenvoudige zaagvoegen zijn of
dure dilatatieprofielen: de beste voeg is daarom geen
voeg. Van Berlo Bedrijfsvloeren zal daarom altijd
voorstellen om vloeren in distributiemagazijnen
zonder dilataties uit te voeren. Soms wordt, uit veelal
kortzichtige kostenoverwegingen, toch gekozen voor
gedilateerde vloeren.
Wanneer de onderhoudskosten tijdens de levensduur
van het gebouw echter worden meegenomen, komt
men al gauw tot de conclusie dat de voegloze vloer
veruit de beste keuze is. Vloeren van vrijwel
onbeperkte grootte zonder voegen, zijn niet alleen
het paradepaardje van Van Berlo Bedrijfsvloeren,
maar ook de beste investering voor de eigenaar van
het gebouw.
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 3 – nummer 2
2
Enige jaren geleden werd aan een
vloerenbedrijf de opdracht gegeven
voor het leveren van een grote
bedrijfsvloer op een groot logistiek
park. Een investeerder had daar een
mooie kavel kunnen bemachtigen
waarmee hij goede zaken wilde maken.
Hij liet daar een groot magazijn bouwen
voor een relatief lage prijs.
Niet veel later werd het in gebruik
genomen. Nog geen half jaar later werd
het vloerenbedrijf gebeld met de klacht
dat er in de vloer veel hinderlijke naden
aanwezig waren waar trucks overheen
hobbelden en truckmachinisten ook
last van hadden.
Bij een bezoek aan oude gebouwen
constateerde men dat daar indertijd
voegloze vloeren waren aangelegd.
In die vloeren zaten weliswaar enige
scheurtjes, maar geen voegen. De
vloeren hadden daarom voor de
gebruiker een hogere functionaliteit
dan de vloeren in het gloednieuwe
gebouw.
De investeerder had zijn gebouw
inmiddels verkocht aan een nieuwe
eigenaar, die met de brokken zat en
zijn huurder moest tegemoetkomen.
De moraal van dit verhaal moge
duidelijk zijn: lage investeringskosten
kunnen op de lange termijn hoge
exploitatiekosten veroorzaken.
Na controle bleek dat de zaagsneden in
de hoofdgang tussen het stellingen
gedeelte en de expeditiezone, enige
schoteling vertoonden, maar zeker niet
excessief.
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 3 – nummer 2
Ir. Pieter Maas
Eén van de bezuinigingen die werden
doorgevoerd was het leggen van een
gezaagde staalvezel vloer, die nog net
aan de belastingeisen kon voldoen. Hij
vond een huurder die in de buurt al een
aantal magazijnen in gebruik had, maar
uitbreiding nodig had. De huur werd
gesloten en het magazijn werd
ingericht.
Toch werd de zaak door de gebruiker
hoog opgenomen, zeker omdat ze in
de overige magazijnen in de buurt
daar helemaal geen last van hadden.
Bovendien waren de vloeren in die
magazijnen al minstens tien jaar oud.
COLUMN
Beste Lezers,
3
STAALVEZEL- VERSUS TRADITIONEEL GEWAPEND BETON
bij vloeren op staal (volle grond)
Bedrijfsvloeren op staal, op volle grond, zoals onze Belgische vrienden dat noemen, worden op vele
manieren vervaardigd, in diverse kwaliteiten afgewerkt en in diverse vlakheden aangebracht. In de jaren ‘70
van de vorige eeuw werden de eerste monolietvloeren vervaardigd met zeer licht gewapend beton en in
vakjes van 5x5m gezaagd. In de vroege jaren ’80 kwam het staalvezelbeton zeer sterk in de belangstelling.
Dit bood de mogelijkheid om op een eenvoudiger manier grote hoeveelheden “gewapend“ beton te storten.
Dagproducties van 1.000m², later tot 2.500m² waren geen uitzonderingen meer. Door de introductie van de
laserscreed, een apparaat dat het beton lasergestuurd kan afreien, kon het zeer zware werk van de
stortploegen verlicht worden, terwijl ook de vlakheid van de vloeren flink kon worden verbeterd. Door de
ontwikkeling van het staalvezelbeton voor bedrijfsvloeren heeft de gehele bedrijfsvloerensector een grote
ontwikkeling doorgemaakt. In de landen om ons heen is het percentage bedrijfsvloeren dat in
staalvezelbeton wordt uitgevoerd tot ver boven 70% uitgegroeid. In ons land, waar naast de vloeren op staal
ook veel vloeren op palen worden gemaakt, bleef het aandeel van gewapend beton met netwapening ook in
de op staal gefundeerde vloeren nog aanzienlijk. Na vele jaren ervaring wordt het daarom eens tijd om de
balans op te maken tussen deze beide vloertypen. De voor- en nadelen van beiden kunnen, met enige mitsen
en maren, worden vergeleken en er kunnen ook conclusies worden getrokken.
Van Berlo heeft in de afgelopen jaren vele
miljoenen vierkante meters vloeren aangelegd in de
beide uitvoeringsvarianten en we kunnen achteraf
dus zien hoe die zich gedragen hebben. Om de
vergelijkingen wat gemakkelijker te maken zijn
vloeren vergeleken met hetzelfde gebruik, namelijk
vloeren in distributiemagazijnen. Vloeren met een
ouderdom van minstens vijf jaar werden bezocht.
Bij het onderzoek hebben we ons beperkt tot twee
vloertypen:
a.
Een 170 mm dikke en voegarme staalvezel
betonvloer op staal, met 35-40 kg/m³
staalvezels in een kwaliteit gekarakteriseerd
door een R1,5-waarde = 0,6/0,7. (voegarme
vloeren zijn ongezaagde staalvezel gewapende
betonvloeren die gedilateerd worden in stalen
dilatatievoegen in vakken van circa 1.500m²2.000m²).
b. De gewapend betonnen vloer met een dikte van
150mm en alleen een bovennet Ø8-100#
betonstaal FeB500 (huidige benaming B500A).
Alle vloeren zijn in gebruik met nagenoeg dezelfde
belastingen. Ze zijn gefundeerd op een goede,
zettingsvrije ondergrond, waarop een puingranulaat
is aangebracht, verdicht tot een beddinggetal
K=0,06 N/mm³.
De staalvezel betonvloeren zijn gedilateerd met
gedeuvelde
stalen
dilatatieprofielen
in
dilatatievakken van circa 1.500m². De vloeren met
het wapeningsnet zijn uitgevoerd zonder enige
dilatatie in zeer grote oppervlakken van 100x100m
of zelfs groter.
Het allereerste dat opvalt bij beschouwing van deze
vloeren is het ontbreken van enige vorm van schade
die direct aan belastingen is toe te schrijven. Vaak
komt dat omdat in de praktijk een lagere belasting
aanwezig was dan de ontwerpbelasting. Maar dat is
zeker niet overal het geval. In de magazijnen waar
bijvoorbeeld blikgroenten of flessen met drank
worden opgeslagen is de ontwerpbelasting
nagenoeg gelijk aan de praktijkbelasting. Ook bij
een aanzienlijk hogere belasting dan de
ontwerpbelasting, wordt geen of nauwelijks schade
aangetroffen ten gevolge van de belasting. Dat
geldt voor de beide vloertypen. De scheur- en
breukveiligheid ten opzichte van statische belasting
blijkt bij vloeren op staal dus zeer groot te zijn.
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 3 – nummer 2
4
xxx
Een andere vorm van opgelegde vervorming is de krimp van het beton. Beton krimpt voornamelijk door uittreding van
overtollig water nadat het beton is verhard. Wanneer deze vormverandering vrij kan optreden zou dit geen schade kunnen
veroorzaken. Dat is echter slechts zelden het geval. Door de wrijving van de vloer op haar fundering wordt de vloer
tegengehouden in haar krimpvervorming en zullen er trekspanningen optreden in de vloer. Een licht belaste vloer kan wellicht
nog gemakkelijk verkorten ten gevolge van krimp. Een zware belasting op de vloer veroorzaakt een grote wrijving met de
ondergrond. Ten gevolge van die wrijving kan de vloer dan niet of nauwelijks meer verplaatsen. Dat veroorzaakt
trekspanningen in de vloer. Wanneer deze trekspanningen groter worden dan de treksterkte van het beton, zullen er scheuren
optreden in de vloer.
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 3 – nummer 2
5
De gecontroleerde vloeren zijn magazijnvloeren
in distributiecentra van circa 10.000m² groot. In
sommige gevallen was dat ook één ruimte van
10.000m². De meeste vloeren zijn ontworpen
op een vlakbelasting van 30-50 kN/m² en
stellingen met een staanderbelasting van 70-90
kN. De aanwezige vlakbelasting is in het
algemeen beduidend minder dan de
ontwerpbelasting. De stellingbelasting daarentegen komt vaker overeen met de
ontwerpbelasting. Een aantal distributiecentra
is in gebruik als smalle gangen magazijn met
inductiebestuurde trucks.
Vrijwel alle vloeren die gecontroleerd zijn
vertonen scheurtjes door krimp. Andere schade
die na circa vijf jaar aan de vloeren wordt
waargenomen betreft veelal kleine schade aan
de dilatatievoegen en doorgangen. Verder valt
op dat in de zones met zeer frequent
vorkheftruckverkeer de altijd aanwezige
craquelé
aan
het
oppervlak
wat
geprononceerder aanwezig is dan in de minder
bereden vloerdelen. Zettingscheuren zijn zeer
zeldzaam.
Wat is dan het verschil tussen de staalvezel
betonvloeren en de vloeren met een
wapeningsnet? Welnu, het enige verschil is het
scheurenbeeld. De staalvezel vloeren vertonen
na vijf jaar allemaal wijdere scheuren dan de
traditioneel gewapende vloeren. Omdat de
scheuren wijder zijn, vallen ze ook meer op en
lijkt het alsof hun scheurlengte en het aantal
scheuren ook groter is. Dat laatste is echter niet
het geval.
In traditioneel gewapend beton komen vaak
meer scheurtjes voor maar, omdat ze een
kleine tot zeer kleine scheurwijdte hebben, zijn
ze moeilijk waar te nemen en vaak niet van
craqueléscheurtjes te onderscheiden.
Scheurwijdten in de traditioneel gewapende
vloeren zijn in de orde van grootte van 0,1-0,3mm
met uitzonderingen tot 0,4mm. In staalvezel
gewapende vloeren van circa vijf jaar oud zijn deze
scheuren 0,2-0,8mm wijd maar komen ook wel eens
scheuren van meer dan 1mm voor.
Gebruikers denken vaak dat ze een scheurloze vloer
krijgen geleverd, die bovendien tot in lengte van
jaren scheurloos blijft. Dat is nu eenmaal niet het
geval. Beton kan zeer goed drukkrachten opnemen
maar is een bros materiaal dat een lage treksterkte
heeft. Daarom wordt het beton gewapend: als de
treksterkte van het beton wordt overschreden
moet de wapening de trekkrachten opnemen. Het
hangt dan van de hoeveelheid en kwaliteit van de
wapening af hoe groot de scheuren worden. De
vraag moet worden gesteld wanneer scheurtjes de
functionaliteit van de vloer aantasten.
De functionaliteit van de vloer is een breed begrip,
en zal voor verschillende gebruiksdoelen anders
worden gedefinieerd. In een showroom van een
duur automerk zal aan de vloer vooral een
esthetische eis worden gesteld en kunnen zelfs
kleurverschillen als functionaliteitverlies worden
aangemerkt.
De functionaliteit kan ook in constructieve zin
worden beschouwd. In de Europese norm NEN-EN
1992, die geldt voor gewapend beton in allerlei
constructies, wordt aanbevolen om in een droge
omgeving de scheurwijdte te beperken tot 0,4mm
waarbij nadrukkelijk wordt vermeld dat scheuren in
een droge omgeving “geen invloed hebben op de
duurzaamheid” (van de constructie) en dat “deze
grens is gesteld om een acceptabel uiterlijk te
verzekeren”.
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 3 – nummer 2
6
De Nederlandse vloerennorm NEN 2743 stelt om
dezelfde constructieve reden dat er geen eisen
worden gesteld aan de scheurwijdte. In een
distributiemagazijn
met
een
zeer
druk
vorkheftruckverkeer
zal
de
functionaliteit
voornamelijk worden bepaald door het comfort
waarmee de truck rijdt. De vlakheid van de vloer en
obstakels in de vloer zijn daar de factoren die de
functionaliteit beïnvloeden.
Zo zullen dilatatieprofielen een obstakel kunnen
vormen wanneer ze niet zuiver vlak in de vloer zijn
gesteld. Scheurtjes in een vloer doen slechts zelden
afbreuk aan de functionaliteit.
Pas wanneer de scheurranden afbrokkelen en de
truck daardoor over een oneffenheid in de vloer
rijdt, zal er sprake zijn van functionaliteitverlies. Dit
laatste moet voorkomen worden. Daarom moeten
scheuren worden gerepareerd wanneer de
scheurranden af gaan brokkelen of dreigen af te
gaan brokkelen. Daarmee blijft de vloer functioneel
en wordt degradatie van het vloeroppervlak
voorkomen. Hoewel scheuren in vloeren op staal op
geen enkele wijze de constructieve veiligheid in
gevaar brengen wordt dit functionaliteitcriterium
algemeen erkend.
In ons onderzoek voldoen de traditioneel gewapende
vloeren allemaal, en zelfs ruimschoots, aan het
functionaliteitcriterium. De staalvezel gewapende
vloeren voldoen daar niet allemaal aan. Nogmaals
moet hierbij worden gesteld dat de uitwendige
belasting hier geen enkele rol heeft gespeeld.
Scheuren zijn alleen ten gevolge van verhinderde
krimpvervorming ontstaan.
Tenslotte moeten nog een opmerking worden
gemaakt bij het onderzoek. Die betreft de
omstandigheden waaronder de vloeren worden
uitgevoerd. Het monolithische proces, dus de
afwerking van de vloeren tijdens de verharding van
het beton, is zeer gevoelig voor snelle uitdroging van
het betonoppervlak of voor een vroegtijdige
afkoeling van het betonoppervlak tijdens of direct na
het afwerken van het beton.
Niet voor niets wordt in alle offerten en contracten
voor monolietvloeren de voorwaarde gesteld dat de
vloeren moeten worden uitgevoerd in een afgesloten
ruimte
en niet onderhevig mogen zijn
aan
weersinvloeden.
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 3 – nummer 2
7
Toch weten we dat daar veel tegen wordt
gezondigd,
met name in de grote
distributiemagazijnen
die
we
hebben
onderzocht. Wanneer daarvan sprake is dan
zullen gemakkelijk vroege scheuren in de vloer
kunnen ontstaan. Een gedeelte van deze
scheuren wordt mogelijk aan het oppervlak dicht
geschuurd tijdens het afwerken van de vloer
maar ze blijven daaronder wel aanwezig. Het zijn
scheuren die meestal niet bij een scheurinleider
ontstaan, maar ergens midden in de vloer. In het
geval van scheuren door afkoeling van het
oppervlak hebben ze meestal ook geen duidelijke
scheurrichting.
De, soms zeer kleine, vroege scheuren zullen na
verloop van tijd groter worden ten gevolge van
de uitdrogingskrimp. Wanneer alleen de
uitdrogingskrimp oorzaak van scheuren is dan
manifesteren die scheuren zich vanaf circa een
half - tot een jaar na uitvoering van de vloer. Het
proces kan daarna drie tot meer dan vijf jaar
voortschrijden, afhankelijk van de dikte van de
vloer en de relatieve vochtigheid binnen het
gebouw. Wanneer vroege scheuren zijn ontstaan
dan manifesteren die zich vaak al binnen een
maand.
Het tijdstip van verschijnen correleert dus
meestal met de oorzaak ervan.
In vrijwel alle onderzochte vloeren zijn, soms
alleen plaatselijk, vroege scheuren geconstateerd. Dat duidt op scheuren ten gevolge van
vroege uitdroging van het oppervlak of door
vroege afkoeling van het oppervlak. De oorzaak
daarvan is weer hoofdzakelijk, doch niet altijd,
het blootstaan van de vloer aan ongunstige
weersinvloeden tijdens de uitvoering .
Bij de inspectie van de distributiemagazijnen viel
op dat vroege scheuren in traditioneel
gewapende vloeren na vijf jaar niet buitensporig
wijd open zijn gaan staan. In staalvezel
gewapende vloeren bedroeg de verwijding van
vroege
scheuren
door
uitdrogingskrimp
beduidend meer. Blijkbaar is de aanhechting van
wapening in het verharde beton over een reeds
bestaande scheur effectiever met traditionele
wapening dan met staalvezels.
Staalvezels
hebben hoogst waarschijnlijk een gedeelte van
hun aanhechting verloren tijdens het ontstaan
van de vroege scheur.
Uit het onderzoek zijn een aantal zaken duidelijk
geworden. Als eerste kunnen we stellen dat
vloeren op staal bijna nooit schade oplopen ten
gevolge van de belasting, zelfs niet bij een
overbelasting. Op de tweede plaats zien we dat
alle vloeren op den duur scheurtjes vertonen
door verhinderde krimpvervorming. Wanneer de
scheurwijdte binnen de gestelde perken blijft
kunnen we niet van functionaliteitvermindering
spreken. Bij de meeste staalvezel gewapende
betonvloeren
werd na vijf jaar het
functionaliteitcriterium echter op diverse
plaatsen overschreden. Door uitvoering van
vloeren in half open hallen worden de gevolgen
voor beide vloertypen groter, de gevolgen zijn
voor het staalvezelbeton echter groter dan voor
het traditioneel gewapend beton.
Van Berlo Bedrijfsvloeren adviseert daarom
distributiecentra uit te voeren in gewapend
beton. Voor de hierboven genoemde belastingen
kan dat in de meeste gevallen met een enkel
wapeningsnet aan de bovenzijde van de vloer. De
aanvangskosten van een dergelijke oplossing zijn
vergelijkbaar met die van een staalvezel
gewapende
bedrijfsvloer
maar
de
onderhoudskosten zullen lager zijn dan van de
staalvezel gewapende vloer.
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 3 – nummer 2
8
Dit laatste wordt meteen duidelijk wanneer we in
aanmerking nemen dat vloerreparaties in dergelijke
gebouwen eigenlijk alleen kunnen worden uitgevoerd
buiten de werktijden, dat wil zeggen in de nacht of in het
(vaak zeer korte) weekend. Dat wil overigens niet zeggen
dat het staalvezelbeton zal worden afgezworen.
Integendeel, het blijkt dat de toepassing van staalvezels in
combinatie met een traditioneel wapeningsnet aan de
bovenzijde, een zeer goede en duurzame oplossing biedt.
We hebben hiermee de laatste jaren met succes geëxperimenteerd. Het is
overigens nog iets te vroeg om harde en definitieve conclusies te trekken over
deze hybride gewapende vloeren. Daarover zullen we in een later stadium
berichten. Ook zijn er de laatste jaren nieuwe vezels op de markt gekomen die
betere staalvezelbeton eigenschappen voorspellen. Ook die vezels worden door
Van Berlo getest en beoordeeld. Het lijkt waarschijnlijk dat ook hier een nieuwe
ontwikkelingsfase is aangebroken. Het onderzoek is specifiek uitgevoerd in
distributiecentra omdat de bedrijfsvloeren in deze gebouwen van een eminent
belang zijn. Een lekkend dak kan op een droge dag gerepareerd worden zonder
storing van de werkzaamheden in het gebouw. Een klein gebrek aan de vloer
kan het logistieke proces al flink verstoren en reparatie van de vloer legt het
proces plaatselijk stil. Een langdurig onderhoudsvrije vloer is daarom wenselijk
en kan het beste in gewapend beton worden gegarandeerd.
Pieter Maas
De in dit artikel genoemde
argumenten en conclusies
zijn wellicht in mindere
mate, of zelfs geheel niet,
van toepassing bij een
ander gebruik van vloeren.
Voor specifieke productiehallen, parkeergarages of
winkelruimten kunnen heel
andere functionaliteiteisen
en
gebruikerswensen
gelden zoals bijvoorbeeld
vloeistofdichtheid,
vorstdooizout weerstand of
slijtvastheid. Een algemeen
advies kan daarom nooit
worden gegeven, dat moet
per geval worden gegeven.
Van Berlo Bedrijfsvloeren
en Van Berlo Engineering
hebben de knowhow en de
ervaring om dit advies
gericht te geven.
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 3 – nummer 2
9
WEHKAMP.NL TE ZWOLLE
Eind 2013 werd Van Berlo door de Belgische investeerder WDP benaderd om een ontwerp en een offerte te maken
voor de begane grondvloeren van het nieuwe distributiemagazijn van wehkamp.nl in Zwolle. WDP, een grote
Belgische investeerder in logistieke bedrijfsgebouwen, moest een plan realiseren waarin een belangrijke plaats was
ingeruimd voor een zeer groot automatisch stellingenmagazijn voor kleine onderdelen. Men moet zich daarbij
voorstellen dat het een magazijn is waarin stellingen dicht op elkaar staan, dus met zeer smalle gangen. In die gangen
gaat op elk stellingniveau een shuttle door de gangen, die op een rails rijdt, welke aan de stelling is bevestigd. Alle
stellingen zijn zo vast aan elkaar verbonden. Het zal duidelijk zijn dat er daarom hoge eisen worden gesteld aan de
maatvastheid van dit stellingenmassief. Die maatvastheid moet enerzijds komen uit de juiste maatvoering tijdens het
installeren van de stellingen, anderzijds uit de maatvastheid van de fundering waarop die stellingen worden geplaatst.
Die fundering, de bedrijfsvloer dus, moet niet alleen maatvast worden geconstrueerd maar moet ook maatvast
blijven gedurende de levensduur van het gebouw. Dat laatste bleek de moeilijkste opgave. De ondergrond bleek niet
erg homogeen te zijn waardoor zettingverschillen zouden kunnen ontstaan. Om dit op te lossen is ervoor gekozen om
de vloer op een zeer dicht palenraster te funderen waardoor zettingen konden worden geminimaliseerd.
Uit dit magazijn worden uw bestellingen automatisch naar de expeditieruimte gebracht vanwaar ze naar het juiste
adres worden verzonden. Naar verluid zou het zo in de nabije toekomst theoretisch mogelijk moeten zijn dat
bestellingen bij wehkamp.nl, die ‘s morgens voor een bepaalde tijd worden besteld, nog diezelfde dag zouden kunnen
worden bezorgd.
Naast dit automatisch stellingenmagazijn van 12.000m² bestaat het gebouw uit een hoogbouwmagazijn van bijna
6.000m², een expeditiezone van 11.000m² en een vloergedeelte waarin een stalen mezzanine wordt gebouwd. Het
grootste gedeelte van de vloer staat op Mini Vibro palen van Vibrocom. De niet kritische vloerdelen zijn op staal
gefundeerd. Dit laatste is mogelijk omdat de er nauwelijks verkeer plaatsvindt tussen de op staal gefundeerde
vloerdelen en de vloeren op palen. Direct na de kerstvakantie is begonnen met het heiwerk voor de vloeren. Op dit
moment worden de magazijnen ingericht en getest.
COLOFON
Dit is een uitgave van Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V.
Het Technisch Vakblad verschijnt drie à vier keer per jaar en
wordt toegestuurd aan zakenpartners.
Redactie
Petra Truren
WWW.VANBERLO.COM
Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V.
Doornhoek 3715, 5465 TA
Postbus 183, 5460 AD Veghel
Telefoon: +31(0) 413 389090
Telefax: +31(0) 413 389099
10
[email protected]