Overgangsnorm brugklas havo/vwo 2 naar vwo 3 en havo 3 Vastgesteld in MR-vergadering 21 10 2013 Voor de vakken Ne, Fa, Du, En, Gs, Ak, Wi, Na, Bi, Lv, Tn wordt op 2 niveaus gecijferd. Bij de beoordeling van het rapport wordt dan ook in eerste instantie gekeken naar het hoge (vwo) niveau. Als de leerling hierbij niet bevorderd kan worden of in de bespreking kan komen, wordt vervolgens gekeken naar de cijfers op het lage (havo) niveau. Voor de beoordeling van het hoge niveau geldt de volgende norm: 1. Tel de onafgeronde cijfers voor de vakken Ne, Fa, Du, En, Gs, Ak, Wi, Na, Bi, Lv, Tn op. Bij leerlingen die klassieke talen hebben vervalt Tn en komt Kt er voor in de plaats. Is de som der cijfers 71,0 of meer dan is de leerling bevorderd Is de som der cijfers lager dan 71,0, maar 66,0 of hoger dan wordt de leerling besproken Is de som der cijfers 65,9 of minder dan is de leerling niet bevorderd 2. Is het aantal verliespunten in deze vakken meer dan 2,0 dan wordt de leerling in bespreking gebracht. Leerlingen met klassieke talen worden bij meer dan 3,0 verliespunten in bespreking gebracht. 3. Is het aantal verliespunten bij de vakken Ne, En, Wi 1,0 of meer, dan wordt de leerling ook in bespreking gebracht. 4. Is het aantal verliespunten in de vakken Mu, Te, Ha, Lo, meer dan 1,0 wordt de leerling eveneens in bespreking gebracht. Voor de beoordeling van het lage niveau geldt de volgende norm: Voor de vakken Ne, Fa, Du, En, Gs, Ak, Wi, Na, Bi, Lv, Tn geldt dat 1. tegenover elk verliespunt een compensatiepunt moet staan (de lijst moet gemiddeld dus 6,0 zijn); 2. een leerling bevorderd is indien het aantal verliespunten maximaal 2,0 bedraagt; 3. een leerling wordt besproken wanneer hij a. 2,1 t/m 4,0 verliespunten heeft, waarbij de uitkomst kan zijn dat de leerling bevorderd wordt ofwel dat de leerling doorstroomt naar een lager niveau ofwel dat de leerling doubleert. b. Is het aantal verliespunten bij de vakken Ne, En, Wi 1,0 of meer, dan wordt de leerling ook in bespreking gebracht. c. Is het aantal verliespunten in de vakken Mu, Te, Ha, Lo, meer dan 1,0 wordt de leerling eveneens in bespreking gebracht. Voor beide niveaus geldt dat de tto-leerlingen ook moeten voldoen aan het onderstaande: TTO attitude rubric Rubric Bilingual Attitude Points: 0 1 2 3 4 A: Speaks too little to Speaks English Mostly speaks English Always speaks Always speaks to Private interaction be assessed. when asked to, but to the teacher, but not English to the the teacher in otherwise Dutch. outside the class. teacher in class, English, both in mostly outside the and outside the class. class. with teacher B: Speaks too little to Finds it hard to Tries to speak in Student only Consistently and Questions and be assessed. speak English in English, but isn’t very occasionally lapses confidently speaks answers during public. Announces in confident in doing that. into Dutch, but English. lesson English when Switches to Dutch for speaks English switching to Dutch. some words while confidently. answering in English. C: Speaks too little to Speaks English Makes an effort to Mostly speaks Consistently and Group work and be assessed. when asked to. speak English but English. Encourages confidently speaks social interaction Switches to English does need occasional and assists others to English. with classmates when teacher reminding. Answers in speak English, for Encourages and approaches. the language of the example by always assists others to Consistently slips question. answering in speak English, for English. example by back to speaking Dutch. always answering in English. Mark: Goed (G) Voldoende (V) Onvoldoende (O) Year 2 10 – 12 points 8 – 9 points < 8 points Bij 3 onvoldoendes: in de bespreking Bij 4 of meer onvoldoendes: uitgesloten van verdere deelname aan TTO
© Copyright 2024 ExpyDoc