directeur samenwerkingsverband

Functiebeschrijving van de functie
directeur samenwerkingsverband
Stichting Samenwerkingsverband Heerlen e.o. PO 31.06
Functie-informatie
Functienaam : Directeur samenwerkingsverband
Organisatie : Samenwerkingsverband 31.06. Heerlen e.o. (Heerlen, Brunssum, Kerkrade,
Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal)
Salarisschaal : DC
Werkterrein : Management –directie
Activiteiten
: A. Beleid voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren
B. Het coördineren van activiteiten en processen
Omvang
: 0,5 Wtf
Datum
: 16 december 2013
1
Functiebeschrijving
Context
Het samenwerkingsverband Heerlen e.o. PO 31.06 omvat de gemeenten Heerlen, Brunssum,
Kerkrade, Landgraaf, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal. De stichting wordt gevormd door tien
schoolbesturen en bestaat uit scholen voor primair en speciaal onderwijs. De scholen zijn
geografische verbonden aan het samenwerkingsverband. Totaal bezoeken ongeveer 17.000 kinderen
de scholen die bij het samenwerkingsverband zijn aangesloten. Het bestuur wil voor de dagelijkse
leiding van het samenwerkingsverband een directeur benoemen. De taken en bevoegdheden zijn
vastgelegd in een managementstatuut.
Het bestuur, bestaande uit vertegenwoordigers van de aangesloten stichtingen, vormt het bevoegd
gezag van het samenwerkingsverband. Het bestuur heeft een beleidsbepalende rol en stelt de kaders
van beleid vast. Het bestuur zal de bestuurlijke rol en de daarbij behorende verantwoordelijkheid van
e
de directeur nader uitwerken. Het is het streven dat in de 2 fase (vanaf 1-8-2018) een aantal nog
nader te bepalen bestuurlijke taken en daarbij behorende verantwoordelijkheden worden
overgedragen aan de directeur. Dat betekent dat de directeur de dagelijkse leiding, middels een door
het bestuur overgedragen mandaat, heeft. De directeur legt aan het bestuur verantwoording af d.m.v.
een periodieke bestuursrapportage.
De directeur zal ter voorbereiding op de invoering van Passend Onderwijs per 1-8-2014 verder
inrichting geven aan het SWV Heerlen e.o. Tevens zal hij/zij in overleg met de lokale overheden de
ondersteuning van kinderen en hun ouders afstemmen met de ontwikkelingen i.v.m. de stelselwijziging
Jeugdzorg.
Profiel
De directeur is door het bestuur gemandateerd dagelijks leiding te geven aan het
samenwerkingsverband. De eindverantwoordelijkheid ligt bij het bestuur. Van de directeur wordt
verwacht dat hij/zij brede theoretische kennis en inzicht heeft in de onderwijskundige ontwikkelingen
op het gebied van Passend Onderwijs. Daarnaast zal hij/zij kennis en inzicht moeten hebben van de
maatschappelijke ontwikkelingen in relatie tot onderwijs. Tevens zal hij/zij kennis moeten hebben van
de onderwijskundige en bestuurlijke besluitvormingsprocessen.
De directeur geeft richting aan de doelstellingen en de visie van het samenwerkingsverband door:




Het implementeren en vertalen van vastgelegde doelstellingen en missie en visie naar
concrete doelstellingen. Hierbij wordt rekening gehouden met maatschappelijke en
omgevingsfactoren;
Het opstellen van richtinggevende meerjarenplannen en taakstellingen van het door het
samenwerkingsverband te verzorgen activiteiten, daarbij rekening houdend met
onderwijskundige, maatschappelijke, bestuurlijke en demografische ontwikkelingen;
Het voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren van onderwijskundig beleid en de
bedrijfsvoering van het samenwerkingsverband;
Leiding te geven aan multidisciplinaire projecten, zoals samenwerking met CJG’s.
Werkzaamheden
Leveren van bijdragen aan de beleidsvorming van het samenwerkingsverband

Is verantwoordelijk voor het opstellen van het meerjarenbeleid, de meerjarenbegroting, de
jaarlijkse begroting en het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband;
2





Is alert op ontwikkelingen in de maatschappij en politiek op regionaal, provinciaal en landelijk
vlak die gevolgen kunnen hebben voor het samenwerkingsverband, analyseert deze
ontwikkelingen en vertaalt deze naar beleidsvoorstellen;
Formuleert beleidsvoorstellen en adviezen voor het bestuur;
Draagt zorg voor dat alle beleidsvoornemens in de beleidsplannen en begrotingen ter
besluitvorming worden voorgelegd aan het bestuur;
Adviseert het bestuur over het scheppen van de nodige randvoorwaarden.
Informeert en voert overleg met de OPR.
Dagelijkse aansturing















Bewaakt de kwaliteit van de werkzaamheden binnen het verband (kwaliteitszorg);
Vertaalt taakstellende plannen naar operationele planning van te ondernemen activiteiten c.q.
projecten. Organiseert daarbij de randvoorwaarden en de afstemming met ander beleid,
coördineert de uitvoering, bewaakt de voortgang en evalueert de resultaten in een jaarverslag;
Is verantwoordelijk voor de administratie van het samenwerkingsverband;
Ontwikkelt en bewaakt de planning -en control cyclus;
Bewaakt en realiseert de grondslag en doelstelling van het samenwerkingsverband, alsmede
de goede uitvoering van het door het bestuur vastgestelde beleid;
Draagt zorg voor de uitvoering van besluiten van het bestuur;
Rapporteert periodiek middels managementrapportage aan het bestuur;
Vertegenwoordigt het bestuur in externe overlegsituaties met o.a. de aangesloten besturen,
onderwijsondersteuningsinstellingen, ouders/verzorgers, andere samenwerkingsverbanden,
inspectie en overheden;
Draagt zorg voor informatieverstrekking aan de directeuren en IB’s van de aangesloten
scholen van het samenwerkingsverband;
Adviseert het bestuur over kennisdeling en -ontwikkeling door scholing;
Monitort de basisondersteuning en extra ondersteuning.
Houdt toezicht op de ondersteuningstoewijzing;
Draagt zorg voor PR van de organisatie;
Neemt deel aan diverse werkgroepen en overleggen als voorzitter of deelnemer;
Bewaakt dossiervorming en dossierbeheer;
Uitvoering en coördinatie van ondersteuningstoewijzing boven de basiszorg, zoals deze is
opgenomen in het ondersteuningsplan.





Initieert een integraal ondersteuningsbeleid voor het samenwerkingsverband;
Is verantwoordelijk voor de vertaling van dat beleid in het ondersteuningsplan;
Is verantwoordelijk voor het verkrijgen van draagvlak voor het ondersteuningsplan;
Coördineert de uitvoering van de bovenschoolse activiteiten vermeld in het
ondersteuningsplan;
Draagt zorg voor evaluatie van het beleid en de activiteiten die in dat kader opgenomen
worden en de verwerking van de uitkomsten in het jaarlijkse ondersteuningsplan.
Kader, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
De onderwijswet-en regelgeving, de stichtingsstatuten, het managementstatuut, het door het bestuur
vastgestelde beleid en het beschikbare budget vormen het kader.
3
Verantwoording
Aan het bestuur over de bruikbaarheid van de bijdrage van beleidsvorming, over de dagelijkse
aansturing van het verband en de uitvoering en coördinatie van de bovenschoolse
ondersteuningsactiviteiten op samenwerkingsniveau.
Kennis en vaardigheden.










Brede theoretische kennis van (de ontwikkelingen in) het primair onderwijs;
Kennis van de organisatie van onderwijskundige en bedrijfsvoeringprocessen;
Inzicht in het functioneren van de organisatie en de daarmee samenhangende besluitvormingscircuits;
Inzicht in vraagstukken en problemen die zich op andere terreinen in het onderwijs afspelen;
Inzicht in samenhangen tussen het eigen werkterrein en de daarop van invloed zijnde
werkprocessen;
Beschikt over een (relevant) netwerk;
Adviesvaardigheden;
Vaardig in het organiseren en begeleiden van werkprocessen;
Vaardig in het onderhouden van contacten;
Vaardig in het aansturen van professionals.
Contacten







Met de besturen van scholen over beleidsaangelegenheden om tot beleidsafstemming te
komen en draagvlak te creëren voor het beleid van de organisatie;
Met directeuren van scholen om adviezen te formuleren en om afstemming en draagvlak te
creëren over het beleid van het samenwerkingsverband;
Met vertegenwoordigers uit het onderwijsveld (o.a. scholen/instellingen en overheden) over
politiek-onderwijskundige ontwikkelingen om tot positiebepalingen te komen;
Met vertegenwoordigers uit het lokale onderwijsveld over lokaal onderwijsbeleid om de
standpunten van de organisatie in te brengen, te verdedigen en tot nadere afspraken te
komen;
Met vertegenwoordigers van relevante instellingen om de belangen van de organisatie uit te
dragen, te verdedigen en te behartigen;
Met ondersteuners over ondersteuningsproblemen om tot oplossingen of oplossingsrichtingen
voor kinderen te komen;
Met ouders over te nemen of genomen beslissingen over relevante aangelegenheden met
hen af te stemmen.
4