Verslag dierbespreking maart 2014 Jaarvergadering

Verslag dierbespreking maart 2014 Jaarvergadering NSDH. (Hans Tenbergen)
Helaas werkte het door mij meegebrachte fototoestel die dag niet mee. Ik heb het verslag wat
aangevuld met al bestaande foto’s.
Een deel van de aanwezige leden hadden dieren meegebracht. De binnen de club gefokte rassen
waren aanwezig.
Uit de foto blijkt wel dat dat men aandachtig luisterde naar de bespreking.
De dierbespreking begon met de Duitse Rijkshoenkriel in de kleurslag wit zwartcolumbia. In
Nederland is ook de witte kleurslag erkend maar die zien we helaas niet. Dit geldt eveneens voor het
Duitse Rijkshoen.
V.w.b. type en koppunten waren de getoonde dieren standaardmatig. De verschillen in de tekening
van de vleugelpennen was duidelijk.
Dit mag minimaal een ZG grote slagpentekening genoemd worden.
Deze vleugeltekening moet beslist beter. Ideaal is een zwarte binnenvaan.
In de standaard staat vermeld: Grote slagpennen: zwart met witte rand aan de buitenkant van de
buitenvaan. Kleine slagpennen: binnenvaan zwart met witte rand die om de veerpunt loopt;
buitenvaan wit, zodat bij gesloten vleugel deze geheel wit is.
Vervolgens zagen we een haan en hen van de Dresdener. Een ras die ik in Nederland niet eerder had
gezien.
Een prima haan vwb bouw en type. De kleur sprak ook aan. De tekening van de vleugelpennen kon
beter. De donskleur was goed. De hen mocht wat forser van bouw. Zij liet nogal wat zwart zien in de
veervelden waar we dit net wensen.
Dit ras is hier erkend in de kleurslag bruin.
Kleur en tekening van de haan: kop en hals: goudbruin, naar onder toe lichter wordend, met enige
zwarte halstekening in de onderste halsveren, afgedekt door het halsbehang. Hals- en zadelkleur
zoveel mogelijk gelijk. Rug, vleugels en schouders: glanzend roodbruin. Grote slagpennen:
binnenvaan roodbruin, buitenvaan zwart, roodbruin gerand. Kleine slagpennen: roodbruin, de
binnenvaan met een brede zwarte streep langs de schacht. Staart: staartstuurveren en sikkels
groenglanzend zwart met enige bruine zoming. Borst, romp, achterdeel en benedendijen: midden
roodbruin. Donskleur: licht zalmkleurig, iets grijs is toegestaan.
Kleur en tekening van de hen: kop en hals: licht roodbruin met zwart halstkening. De tekening tot 2/3
van de halsbevedering. Rug: roodachtig, lichte nerven toegestaan. Grote slagpennen: binnenvaan
roodbruin, buitenvaan zwart, roodbruin gerand. Kleine slagpennen: roodbruin, de binnenvaan met
een brede zwarte streep langs de schacht. Staartstuurveren: zwartachtig bruin, in de bovenste
staartstuurveren meer bruin gewenst. Donskleur: licht zalmkleurig, iets grijs is toegestaan.
Het conditioneren van grote sporen bij oude hanen kwam ter sprake. Door met een tang, geklemd op
de spoor draaiende bewegingen te maken , zijn deze te verwijderen. Men gebruikt ook wel een hete
aardappel die men over de spoor schuift en dan vervolgens met een draaiende beweging de spoor
verwijderd. Er blijft dan een kleine “pin” achter.
Zoekt men via Google op het thema “verwijderen van sporen bij hanen” krijgt men een aantal
treffers. Op de site van Kippenforum zijn een aantal foto’s geplaatst.
Hier gebruik je een aardappel voor die je even laat koken. De rest wijst zich van zelf.
Helaas ontbraken de Dresdener krielen. Ik ga er van uit dat ze een volgende keer er wel zijn.
De volgende rassen die besproken werden waren de Bielefelders en de Bielefelderkrielen.
De beoordeling van de kleur en tekening van de hennen bij de grote Bielefelders heeft tijdens de
praktische examens op de Noordshow wat discussie opgeleverd. Dit schijnt eveneens in de
bijeenkomst van Friese keurmeesters ter sprake gekomen te zijn. De getoonde dieren zouden
volgens een aantal niet de juiste kleur tonen. Het blijft natuurlijk moeilijk. Allereerst dient het
veerveld groot te zijn ten opzichte van het dons. Hoe groter het veerveld des te meer ruimte is er
voor kleur, pepering en koekoektekening. De kleur is koekoek roodpatrijs. Dit roodpatrijs moet
duidelijk waarneembaar zijn. Vaak toont slechts een smal deel van de veer de juiste kleur. Ze worden
dan te grijs.
De lichaamsbevedering wordt in de standaard als volgt omschreven: licht roodpatrijs met zwarte
pepering en met vlokachtige koekoektekening die op de vleugels als lichte toeptekening kan
voorkomen. Geelachtige flittertekening is toegestaan. Borst: roodachtig geel zonder tekening.
Bij de Bielefelderkrielen is de kleur bij de hennen meer standaardmatig. Natuurlijk vind men ook hier
dieren die de hierboven geschetste fout tonen.
Bij de krielen zaten twee hennen in de kooien waar de aanwezige leden toch duidelijk het verschil in
type konden waarnemen. Een hen liet een mooie diepe borst zien en een fraaie lange en rechte,
vrijwel horizontale ruglijn.
De oogkleur van de Bielefelder krielhaan moest duidelijk roder.
Rijnlanders en Rijnlanderkrielen bevolkten vervolgens de kooien. Om juist die zaken van een ras te
bespreken moet men niet altijd een topper mee nemen. Zo ook hier. Een haan met een staart die
vanaf bovenaf gezien open was. Inplant van de staartstuurveren moest beter.
Wat ik er van begreep was het een dier van een late fok. Het dier toonde zich niet.
Bij de krielen fraaie exemplaren bij zowel de hanen als hennen. Er zaten dieren bij die in het
showseizoen al hoog gescoord hadden. Fraaie lengtes en boven- en onderbelijning. Woorden die bij
dit ras echt wel op de beoordelingskaart gebruikt mogen, misschien wel moeten worden.
Als afsluiting van de bespreking werden er Duitse krielen in kleuren wildkleur en patrijs getoond.
Let vooral op de grootte van de dieren. Ze moeten niet te fors worden. Ik had die ochtend de dieren
gewogen en de patrijshaan woog op dat moment rond de 1500 gram. Dat is het dubbele van het
gewicht wat in de standaard is vermeld. Natuurlijk mag er een kleine marge zijn vwb de
overschrijding van het gewicht. Maar 100% is te veel. Het is een oorspronkelijk dwerghoenras!
Duitse kriel, wildkleur
Duidelijk zijn de donkere zoom en lichte nerf te zien. De pepering is wat minder goed te zien. De
vleugels hadden tijdens de opname wat hoger gedragen moeten worden.
Bovendien had dit dier in de hals wat donkerder gemogen. De bovenste staartstuurveren moeten
niet verder gebogen zijn. De overgang van rug naar staart moet beter, lijkt wat beschadigd.
Duitse kriel, patrijs
In Nederland willen we bij de patrijskleurige hennen zo min mogelijk, liefst helemaal geen,
nerftekening zien. Dit is een Duits dier en daar wordt het wel toegelaten.