Onderwijs - Gemeente Lelystad

Onderwijs
Historische achtergrond:
Op het gebied van onderwijs was de gemeente voorheen zeer direct betrokken bij het onderwijs zelf,
omdat de wethouder onderwijs zelf schoolbestuurder was voor het openbaar onderwijs in de stad.
Inmiddels is net als in de meeste andere gemeenten, eerst in 2006 het openbaar voortgezet onderwijs
verzelfstandigd, vervolgens in 2010 het primair openbaar onderwijs, en in augustus 2014 zullen we
volledig afscheid nemen van deze rol met de verzelfstandiging van de school voor praktijkonderwijs
De Steiger naar Eduvier. Ondanks het verdwijnen van deze rol, heeft de gemeente een groot belang
bij goed onderwijs. Een optimale talentontwikkeling van jongeren is belangrijk. Het maakt dat zij een
zelfstandige positie in de samenleving kunnen innemen, alsook een volwaardige positie op de
arbeidsmarkt (en geen beroep doen op bijvoorbeeld een uitkering). Goed onderwijs en een goed
opgeleide beroepsbevolking spelen daarnaast ook een belangrijke rol bij een aantrekkelijke stad,
zowel als vestigingsplaats voor bedrijven als voor gezinnen. Daarnaast hebben we als gemeente ook
nog steeds wettelijke taken op het gebied van onderwijs, zoals onderwijshuisvesting, bestrijding van
voortijdig schoolverlaten, voorzien in Voor- en Vroegschoolse Educatie, het leerlingenvervoer en
jeugdbeleid/jeugdhulp,dat mede in samenhang met de ondersteuningsstructuur op school wordt
ingericht. Het onderwijsveld heeft zelf uiteraard ook eigen wettelijke taken, zoals voorzien in kwalitatief
goed onderwijs en goede leerkrachten. Vanuit het gezamenlijke belang bij goed onderwijs zijn we in
2007 als één van de eerste gemeenten begonnen met een Lokale Educatieve Agenda (de LEA,
waarbij bij ons de L staat voor Lelystadse). Vanuit een gezamenlijke agenda wordt middels een
jaarlijks uitwerkingsplan gewerkt aan kwaliteit van het onderwijs, versterken van de samenwerking,
doorgaande lijn en een goede infrastructuur.
Welke besluitvorming heeft hierover plaatsgevonden?
De huidige kadernota LEA 2011-2014 is door de raad vastgesteld, waarbij ook een bedrag van €
550.000 werd vrijgemaakt. Jaarlijks was een deel van dat bedrag beschikbaar voor een
uitvoeringsplan, dat ter informatie aan de raad werd verstuurd. In maart 2014 is/wordt de evaluatie van
het uitvoeringsplan LEA 2013 nog naar de raad gezonden. Daarbij zijn ook de resultaten van de
Kadernota LEA 2011-2014 opgenomen. Binnen deze kadernota is gewerkt op een zestal dossiers, te
weten Voor- en Vroegschoolse Educatie, Brede School, Passend Onderwijs, Voortijdig
Schoolverlaten, Doorgaande lijn VMBO-MBO-HBO en Onderwijshuisvesting. Binnen deze dossiers
zijn veelal aparte beleidsnota’s vastgesteld door de raad. In de tweede helft van 2014 zal een nieuwe
Kadernota LEA worden voorgelegd aan de raad. Als onderdeel daarvan heeft de Stuurgroep
Talentontwikkeling, waarin het hele Lelystadse onderwijs bestuurlijk is vertegenwoordigd, verzocht om
een kennismaking met de nieuwe gemeenteraad. Zij willen dit doen op een avond waarin de hele
keten (voorschool – primair onderwijs – voortgezet onderwijs – beroepsonderwijs) zich kort
presenteert voor de raad en de actuele thema’s daarbij belichten. Dit zal in april/mei worden
georganiseerd.
Stand van zaken
1. Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)
Voor- en Vroegschoolse Educatie wil peuters zo optimaal mogelijk voorbereiden op de basisschool.
Het biedt peuters met een taalachterstand de kans op extra tijd in een peuterspeelzaal, met extra
getrainde leidsters, en een goed programma dat ook de ouders betrekt.VVE begint al op het
consultatiebureau met het stimuleren van de taalontwikkeling, het belang van voorlezen en spelen.
Daar kunnen ouders met hun kind ook actief worden doorverwezen naar VVE. Voor de uitvoering van
VVE krijgt Lelystad een geoormerkte doeluitkering van het rijk. Het huidige beleid is omschreven in de
nota JongLeren. Deze nota is met een korte notitie in het voorjaar van 2012 door de raad bijgesteld,
mede op basis van bestuursafspraken met het rijk. In deze nota is afgesproken dat in Lelystad in 2015
97% van de kinderen met een voldoende score naar groep drie gaat. Deze ambitie is door alle
betrokkenen bij VVE ondertekend en er wordt hard gewerkt om dit te realiseren. Inmiddels is het
bereik van VVE bijvoorbeeld gestegen van 16% in 2002 naar bijna 80% in 2012 Er zijn sluitende
afspraken gemaakt tussen het consultatiebureau en de peuterspeelzaal, het taalniveau van de
leidsters is verbeterd en er zijn extra HBO’ers ingezet in de peuterspeelzalen ter versterking van het
aanbod. In het tweede kwartaal 2014 wordt de stand van zaken neergelegd bij de raad, evenals een
voorstel voor de periode 2014-2015. Het rijk zal met ingang van 2016 met nieuwe kaders komen voor
VVE.
2. Brede School
Tweederde van de basisscholen in Lelystad is inmiddels een ‘brede’ school. Dat betekent dat deze
scholen naast de reguliere onderwijswerkzaamheden binnen schooltijd actief samenwerken met
andere instellingen om ook buiten schooltijd tot een interessant aanbod te komen voor de kinderen,
gericht op de talentontwikkeling van kinderen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om extra aandacht voor
cultuur, sport, techniek en milieueducatie. In december 2013 heeft een herijking van bestaand beleid
plaatsgevonden, waarbij nog nadrukkelijker de regie op de uitvoering van het brede schoolbeleid bij
het onderwijs zelf is neergelegd. Stichting School heeft dit actief opgepakt onder de naam School in
Verbinding, waar de andere schoolbesturen bij aanhaken. Ook heeft de raad met de herijking de
criteria vastgesteld om voor de gemeentelijke subsidie in aanmerking te komen. Het gaat om de
PASS-AD criteria: de ambitie van de school moet zijn opgenomen in het schoolplanen de activiteiten
moeten aanvullend zijn op reguliere activiteiten specifiek voor de kinderen op de school , in
samenwerking met andere instellingen. Daarnaast moeten er extra extra middelen beschikbaar zijn
voor bestrijding van achterstanden wanneer er veel zogenaamde ‘doelgroep kinderen’ op school zitten
(kinderen met een schoolgewicht, kinderen van zeer laag opgeleide ouders). In het vierde kwartaal
van 2014 wordt een nieuw beleidskader aan de raad aangeboden op basis van een evaluatie van de
afgelopen periode.
3. Voortijdig Schoolverlaten
Voortijdig schoolverlaten (VSV) verwijst naar de groep jongeren (tot 27 jaar) die geen onderwijs volgt
én geen startkwalificatie heeft. Een startkwalificatie is een diploma op HAVO, VWO, of niveau 2+ van
het MBO. Voortijdig schoolverlaten kan een voorbode zijn van werkloosheid en andere uitingen van
verlaagde bestaanszekerheid. Sinds een aantal jaren is een daling van het aantal VSV’ers te zien, van
395 jongeren in 2007/2008 naar 189 jongeren in 2012/2013. Dat is een daling van maar liefst 43%. Dit
is bereikt door het kwalitatief en kwantitatief op orde brengen van het team leerplicht en een heldere
aanpak op verzuim als ook het versterken van de zorgstructuur in het voortgezet en beroepsonderwijs.
Jaarlijks stelt het college een Bestedingen Nota Vangnet Kwetsbare Jongeren op, waar de bestrijding
van voortijdig schoolverlaten onderdeel van uit maakt.
4. Passend Onderwijs
Passend onderwijs staat voor maatwerk in het onderwijs. Voor elk kind en iedere jongere onderwijs
dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden en talenten. Met de invoering van passend onderwijs zijn
samenwerkingsverbanden, en in het verlengde daarvan de schoolbesturen, verantwoordelijk voor de
interne leerlingenzorg en lichte en zware onderwijsondersteuning. Dit moet ertoe leiden dat kinderen
zo regulier mogelijk naar school gaan, waar nodig met passende ondersteuning. Daarbij is er een
sterke financiële taakstelling voor het onderwijs. Vanuit de LEA is in dit kader ingezet op het
versterken van passend onderwijs aan hoogbegaafden in Lelystad. Dit heeft ertoe bijgedragen dat alle
basisscholen nu het digitaal handelingsprotocol hoogbegaafden gebruiken. Daarnaast is ook ingezet
op het versterken van de kwaliteit van leerkrachten en het terugplaatsen van leerlingen vanuit het
speciaal onderwijs naar regulier. Daarbij ligt de regie op passend onderwijs bij het onderwijs, maar het
heeft een sterke samenhang met gemeentelijke taken, zoals huisvesting, leerlingenvervoer en
jeugdbeleid/jeugdhulp. Over deze samenhang is een apart notitie opgesteld die ter informatie aan de
raad is aangeboden (‘Samenhang decentralisatie jeugdzorg en passend onderwijs’).
5. Doorgaande lijn VMBO-MBO-HBO
Een goed gekwalificeerde beroepsbevolking is essentieel voor de economische ontwikkeling van stad
en regio. De kenniseconomie vraagt een hoger gekwalificeerde beroepsbevolking. Meer doorstroom
naar het hoger onderwijs is noodzakelijk. Dat maakt de inzet op het verder ontwikkelen van hoger
onderwijs in Lelystad, en de inzet op een goede doorlopende lijn van MBO naar HBO ook zo van
belang en daarom werken het MBO College Flevoland en de Hogeschool Windesheim Flevoland
intensief samen. Anderzijds kan deze kenniseconomie niet zonder goed gekwalificeerde
ambachtslieden op (V)MBO niveau. Naast techniek, zijn handel, zorg, logistiek en de maakindustrie
belangrijke pijlers van de lokale economie. Met de ontwikkeling van de luchthaven, verbeterde spoor-,
weg- en havenfaciliteiten krijgt de stad nieuwe economische kansen als onderdeel van de metropool
Amsterdam. Het is van belang dat het opleidingenaanbod hierop (blijft) aansluiten. De samenwerking
tussen het VMBO en MBO begint vorm te krijgen, mede in de vorm van een Technocampus. Deze
Technocampus wordt een gezamenlijk opleidingscentrum voor technisch onderwijs waar
VMBOscholen (SVOL), het MBO College Lelystad, verschillende (branche) opleidingsbedrijven,
mogelijk het HBO en individuele regionale bedrijven gezamenlijk gebruik maken van de beschikbare
technische voorzieningen. Voor Lelystad Airport zijn plannen opgesteld voor een Technocampus
Lelystad Airport. Daarin wordt gewerkt aan opleidingsfaciliteiten, opleidingen en rekrutering van
personeel ten behoeve van het onderhoud en reparatiebedrijven, de MRO sector, die zich steeds
meer op de luchthaven vestigen. Deze plannen worden uitgewerkt met het bedrijfsleven op de
luchthaven, de Schipholgroup, de provincie, Windesheim Flevoland en het ROC-Flevoland/ROC van
Amsterdam. Op termijn als de luchthaven volledig tot ontwikkeling is gekomen, kan deze
Technocampus Lelystad Airport doorgroeien tot een breed opleiding-, werk- en trainingscentrum t.b.v.
de luchthaven en het bedrijfsleven dat zich aan de technocampus Lelystad Airport verbindt. Wat
betreft de ontwikkeling van het HBO in Lelystad is een plan van aanpak opgesteld, met onder meer
het opzetten van een lectoraat Watermanagement en het realiseren van een tweetal minor’s
Leadership en Composieten. Hierbij wordt ook de doorgaande lijn van MBO naar HBO meegenomen.
Windesheim heeft de minor Watermanagement in 2013 overgeheveld van Zwolle naar Lelystad. Een
internationale groep studenten volgt deze minor. Deze minor is de eerste stap naar een breder
aanbod Watermanagementopleidingen dat Windesheim Flevoland i.s.m. de “waterinstellingen”, in de
stad gaat ontwikkelen. Ook zijn er inmiddels bij 40 bedrijven en instellingen in totaal 69 comakerships
in de stad gerealiseerd.
6. Huisvesting
Jaarlijks wordt middels het Integraal Huisvestingsplan (IHP) aan de raad voorgesteld welke nieuwe
investeringen nodig zijn. Eind 2012 heeft de raad een beleidskader vastgesteld voor
onderwijshuisvesting waarin onder andere actief leegstandsbeleid, geen investeringen in het gebouw
van kleine scholen als ook een bepaald duurzaamheidsniveau als belangrijke kaders zijn vastgesteld.
Dit heeft al geleid tot een scherpere financiële afweging op basis waarvan een aantal stevige
besparingen zijn gerealiseerd. Zo zijn de renovatie-investeringen in het gebouw van basisschool de
Brink heroverwogen en zijn aanvragen om uitbreiding van de capaciteit van een aantal basisscholen
afgewezen en toegekend in de vorm van medegebruik van leegstaande lokalen elders. Door af te zien
van nieuwbouw voor het Asterisk (cluster IV) onderwijs is eveneens een aanzienlijke besparing
gerealiseerd. Ten aanzien van het Voortgezet Onderwijs zijn met de vaststelling van het IHP in 2013
duidelijke kaders verbonden aan de financiering van de plannen van de SVOL. De gemeente is nog
steeds in afwachting van deze plannen. In de afgelopen periode zijn ook Atolplaza en de Zevenster
gerealiseerd, en is de bouw van de MFA Zuiderzeewijk ook begonnen. Tevens zijn er inmiddels elf
brede schoolpleinen gerealiseerd waar niet alleen kinderen van de school gebruik van kunnen maken,
maar ook de kinderen uit de buurt.
Wat valt er te verwachten voor de toekomst?
De nieuwe kadernota LEA zal de agenda met het onderwijs voor de komende jaren bepalen.
Uitgangspunt bij deze LEA zal nog meer zijn dat de agenda wordt bepaald door het onderwijs zelf en
door de andere partners die een rol spelen bij de talentontwikkeling van de kinderen. Uiteraard
hebben wij als gemeente daarbij onze wettelijke taken. En vanuit het belang bij goed onderwijs, en bij
een optimale talentontwikkeling van onze jeugd, zetten wij ons nu ook actief in voor zaken die voorbij
onze puur wettelijke taken gaan. Met de LEA wordt de focus voor de komende jaren opnieuw bepaald.
Dit wordt ter besluitvorming voorgelegd aan de raad. Op de verschillende dossiers zoals hierboven
genoemd zullen ook beleidskaders apart worden voorgelegd aan de raad, zoals voor VVE in het
tweede kwartaal, en Brede School in het vierde kwartaal.
Wat zijn de handelingsperspectieven voor de raad?
1. de raad kan bij de nieuwe LEA, gezien het belang van een aantal thema’s, net als voorgaande jaren
extra middelen toekennen bij de kadernota LEA
2. de raad kan met de nieuwe LEA prioriteiten toekennen in een gezamenlijke agenda met het
onderwijs, zonder daar extra middelen aan te verbinden, en de LEA zien als inhoudelijke agenda.
3. de raad kan met de nieuwe LEA alleen ingaan op de eigen wettelijke taken van de gemeente,
zonder tot een gezamenlijke inhoudelijke agenda met het onderwijs te komen.
Aan welke uitdagingen voor de toekomst raakt dit onderwerp?
In een veranderende samenleving, zal ook het onderwijs moeten veranderen: immers, het onderwijs
leidt de kinderen van nu op tot de burgers van de toekomst. In het proces te komen naar een nieuwe
Kadernota worden dan ook nog nadrukkelijker dan anders instellingen uit het veld betrokken en zal de
agenda van de nieuwe LEA voor een belangrijk deel ‘hun’ agenda zijn, waar wij met onze wettelijke
taken, en overige budgetten bij aansluiten. En waarbij we ook het perspectief van de veranderende
samenleving zullen meenemen. Uiteraard vanuit een gezamenlijk belang bij goed onderwijs, goede
samenwerking, een sterke onderwijsketen en effectief gebruik van onderwijshuisvesting.
Bronnen:
 Presteren met Onderwijs - Kadernota als basis voor de Lelystadse Educatieve Agenda 20112014