Provincie Gelderland Afdeling Vergunningverlening, Team water, ontgrondingen en natuur Postbus 9090 6800 GX Arnhem Datum: Zaaknummer: Onze ref.: Betreft: 30 juni 2014 2010-001482 en 2010-001484 1406106/LS Werkplan edelhert en damhert 2014-2015 Geachte heer, mevrouw, Conform onderdeel I lid 1 en 2 van de ontheffingen 2010-001482 (edelhert) en 2010-001484 (damhert) sturen we u hierbij ons jaarlijkse werkplan. Dit om u te informeren over de wijze waarop de ontheffing zal worden gebruikt in het aankomende seizoen 2014/2015. Ten aanzien van het werkplan hebben we de volgende toelichtende opmerkingen. Overgang oude FBP naar nieuwe FBP De periode van het bestaande Faunabeheerplan is bijna teneinde. De bestaande ontheffingen voor edelhert en damhert lopen op 1 oktober 2014 af. Conform planning is de nieuwe ontheffing per 1 oktober 2014 operationeel. In het werkplan edelhert en damhert is uitgegaan van de afspraken in het nieuwe Faunabeheerplan. In dit kader is relevant de aanpak in de gebieden waarin afschotvrije zones zijn gelegen. Dit wordt hierna kort toegelicht. De uitgebreide toelichting staat in het werkplan bijlage bij deze brief. Ontwikkeling populatie Edelherten De populatie is ten opzichte van vorig jaar met circa 300 stuks gedaald tot iets minder dan 2.300 stuks. Het verschil (375) tussen de actuele voorjaarsstand (2.275) en de gewenste voorjaarsstand 2014 (1.900) is belangrijk kleiner geworden. De leefgebieden waar de actuele voorjaarsstand nog belangrijk hoger is dan de gewenste stand zijn: Noord West Veluwe, Noord Oost Veluwe en de Midden Veluwe. Voor de Noord West Veluwe geldt nog steeds een Plan van Aanpak om de gewasschade en het aantal aanrijdingen tot een acceptabel niveau terug te brengen. Inmiddels is het knelpuntgebied 2 wat in het zuiden was gelegen opgeheven. Ook voor de Zuid Oost Veluwe geldt nog een Plan van Aanpak, dit is gecontinueerd mede vanwege de nieuwe aanpak in het kader van het nieuwe Faunabeheerplan. De voorjaarsstand is inmiddels door de geboorte van de kalveren (circa 900 stuks) gegroeid tot een zomerstand van circa 3.200 edelherten. Het afschot wat noodzakelijk is om de actuele aantallen na de jaarlijkse aanwas terug te brengen tot de gewenste populatie grootte aankomend voorjaar bedraagt dit seizoen iets meer dan 1.400 stuks. Damherten De damherten populatie op de Noord Veluwe is na jaren stabiel te zijn geweest iets gegroeid. De actuele stand is gelijk aan de gewenste stand. De populaties op de Zuid Veluwe laten allemaal een stijgende trend zien. Een aandachtspunt op de Zuid Veluwe is de ontwikkeling van de aantallen in de T: 0570-746 018 FBE Gelderland Van Twickelostraat 13 7411 SC Deventer [email protected] www.faunabeheereenheid.nl/gelderland afschotvrije zone Deelerwoud. Het begint in toenemende mate te fungeren als bron gebied van jonge mannelijke damherten. Deze verspreiden zich nu ook richting de Midden Veluwe, waardoor de groei nu ook door migratie wordt bepaald. De stand voor de gehele Veluwe dit voorjaar bedroeg een circa 900 stuks. Door de geboorte van de kalveren (circa 300 stuks) is de stand recent gegroeid tot bijna 1200 stuks. De gewenste vermindering door afschot om de populatie op het afgesproken niveau te houden bedraagt circa 700 stuks. In dit aantal zit eveneens de toewijzing van bijna 500 stuks in het kader het gewenste bufferbeheer rondom de afschotvrije zones Deelerwoud en Veluwezoom op de Zuid Oost Veluwe. Plan van Aanpak Agrarische enclave en omgeving De actuele stand van circa 400 is nog steeds veel te hoog in vergelijk tot de gewenste aantallen van 200 stuks. Maar de actuele stand is met meer dan 100 stuks gedaald ten opzichte van de aantallen van het afgelopen voorjaar te weten 528 stuks. De grootste daling heeft in knelpunt gebied 1 plaats gevonden. Deze daling in aantallen is ook zichtbaar aan de hand van een reductie in de hoeveelheid getaxeerde gewasschade en de aantallen aanrijdingen in 2013. Binnen de Regiegroep werken de Vereniging Natuurmonumenten, Stichting Het Geldersch Landschap, Staatbosbeheer, WBE Veluwe Noord West, VWW en de FBE Gelderland onder voorzitterschap van Gert Verwolf gezamenlijk aan het herstellen van de balans tussen enerzijds landbouw en verkeer en anderzijds de aantallen edelherten. Plan van Aanpak Zuid Oost Veluwe Voor de Zuid Oost Veluwe is nog steeds het in 2011 opgestelde plan van aanpak van kracht. Dit zal nog voor deze zomer worden geactualiseerd. Dit mede vanwege de verdere invulling van de afschotvrije zones en het hierom heen gewenste bufferbeheer. Dit als vervanging van het voormalige experiment Deelerwoud. Tevens heeft de Vereniging Natuurmonumenten aangegeven dat het bufferbeheer voor hun niet alleen bestaat uit afschot. Maar ook uit andere beheer en inrichtingsmaatregelen. Deze zullen ook onderdeel worden gemaakt van het Plan van Aanpak. Afschotvrije zones De Veluwe kende al twee grotere afschotvrije zones. De bekendste is het Deelerwoud en de andere is de Hoog Buurlose Heide. De aantallen edelherten en damherten mochten hier groeien zolang ze maar in het gebied bleven. Op verzoek van Natuurmonumenten is de oppervlakte ‘afschotvrije zone’ hierna aangeduid met AVZ vergroot. Ook op de Noord Veluwe is een kleinere AVZ op het ASK met als doel een hoge begrazingdruk te creëren. Voor de eigenaren die kiezen voor een AVZ of hogere dichtheden is in gezamenlijkheid het volgende beleid geformuleerd. Afstemming verschillen in dichtheden Het afstemmen van verschillen in dichtheden doet zich op diverse plekken op de Veluwe voor. Dit omdat doelstellingen van terreineigenaren sterk kunnen verschillen. Voorbeelden hiervan zijn afschotvrije zones gericht op vergroting zichtbaarheid, het meer toestaan van ongestoorde groei van lokale populaties, intensieve begrazing om de bosontwikkeling te remmen, geringere begrazing om juist een meer ongestoorde bosontwikkeling te realiseren, intensievere begrazing in heidelandschappen etc. De werkwijze hoe de afstemming plaats vindt is hierna uitgewerkt. De terreineigenaar die voor hogere dichtheden / AVZ kiest zorgt er samen met haar directe en indirecte buren voor dat deze buren (terreinbeheerders, agrariërs, wegbeheerders en bewoners) gevrijwaard blijven van schade en overlast. Wat deze schade en overlast behelst wordt zo veel mogelijk objectief en gezamenlijk bepaald. T: 0570-746 018 FBE Gelderland Van Twickelostraat 13 7411 SC Deventer [email protected] www.faunabeheereenheid.nl/gelderland Deze aanpak is een gezamenlijke aanpak van de gezamenlijke terreineigenaren in een bepaald leefgebied, inclusief de betreffende WBE als verantwoordelijke namens de FBE voor de uitvoering van het beheer. Voor het totale leefgebied wordt een streefstand afgesproken, als handvat voor de beheerbaarheid en gecontroleerde groei. De ontwikkeling van de aantallen en hun spreiding wordt bepaald door de mate waarin schade en of overlast optreedt. De praktische detailuitwerking van het Faunabeheerplan vindt plaats in een Plan van Aanpak. Per leefgebied wordt een Regiegroep ingesteld die minimaal eenmaal per jaar na de tellingen het resultaat van het gezamenlijk beheer evalueert (effecten bij buren, ontwikkeling zichtbaarheid, afschotrealisatie, beheerbaarheid, groei totaal, groei lokaal o.a. AVZ) op basis van deze ervaringen wordt het beheer voor het aankomende seizoen afgesproken en wordt na goedkeuring FBE opgenomen in het werkplan. Ruimtelijk wordt de aanpak uitgewerkt in gebieden met hoge dichtheden (AVZ), buffergebieden en de gebieden met een lagere dichtheid. Het beheer in het hoge dichtheden gebied is erop gericht dieren zoveel mogelijk te binden (voedsel, rust, dekking door middel van inrichtingsmaatregelen) dit kan worden gecombineerd met het verhogen van de zichtbaarheid. Buffergebieden De buffer (op grond van de eigenaar die de hogere stand wenst) ligt tussen het hoge dichtheden en lage dichtheden gebied. In de buffer vinden primair afschot en andere vormen van beheer en inrichting plaats om de effecten vanuit het hoge dichtheden gebieden naar het lage dichthedengebied te niet te doen. In de gebieden met de lage dichtheden wordt conform de afspraken beheerd. Indien het bufferbeheer goed functioneert is er ruimte voor hogere dichtheden tot het moment dat de schade en overlast wel begint toe te nemen, zo ontstaat het gezamenlijk gewenste evenwicht. Indien het bufferbeheer niet leidt tot de gewenste effecten moet of het bufferbeheer worden geïntensiveerd, of indien andere mogelijkheden zijn uitgeput dan moet het brongebied / AVZ al dan niet tijdelijk worden verkleind. Ook hier bepalen de effecten op termijn de groei of de krimp. Ontstaat er toch bovenmatige schade dan gaat net zoals bij wilde zwijnen een gerichte schadebestrijding gelden om de negatieve effecten van een te hoge stand op te heffen. Aanpak bepaling afschot In de leefgebieden Zuid Oost Veluwe, Midden Veluwe en Noord Oost Veluwe hebben we met dit nieuwe beleid te maken. Een belangrijke wijziging ten opzichte de aanpak die werd toegepast op de Zuid Oost Veluwe en de Midden Veluwe is dat voor het betreffende leefgebied nu een streefstand is afgesproken. Dit was tot nu toe niet het geval. De pijlers die de vervolg aanpak in het werkplan bepalen zijn: • De streefstand voor het totale leefgebied • Gebieden binnen het leefgebied met lage dichtheden • Gebieden met een hoge dichtheid of AVZ • Buffergebieden die als overgangszone fungeren tussen gebieden met hoge en lage dichtheden Opgemerkt dient te worden dat de streefstand geen hard gegeven is, wat wel een hard gegeven is dat de eigenaar die voor hogere dichtheden kiest de zorgplicht heeft de buren te vrijwaren van schade en overlast. Als dit met hogere aantallen dan de streefstand is dan is dit geen probleem. T: 0570-746 018 FBE Gelderland Van Twickelostraat 13 7411 SC Deventer [email protected] www.faunabeheereenheid.nl/gelderland Getalsmatige doorwerking De getalsmatige doorwerking ziet er op hoofdlijnen als volgt uit: Afschottoewijzing totale leefgebied = Actuele zomerstand totale leefgebied – Streefstand totale leefgebied Afschottoewijzing leefgebied met lage dichtheden = zomerstand leefgebied met lage dichtheden – Streefstand leefgebied met lage dichtheden. Het verschil tussen de afschottoewijzing voor het totale leefgebied en de afschottoewijzing voor het leefgebied met lage dichtheden is de afschot toewijzing die in het kader van het bufferbeheer kan worden gebruikt door degene die voor de hoge dichtheden heeft gekozen. Vanwege scheve geslachtshoudingen (meer vrouwelijk dan mannelijk) ontstaat er op de Noord Oost Veluwe, de Midden en de Zuid Oost Veluwe een situatie dat binnen deze systematiek het aankomend seizoen op basis van de afschotbepaling voor het totale leefgebied het aankomend seizoen geen herten geschoten zouden mogen worden. Binnen de afschotbepaling voor het leefgebied met lage dichtheden ontstaat er wel een afschottoewijzing voor herten. Deze toewijzing is leidend omdat anders jachthouders in het lage dichtheden gebied gedwongen worden meer herten toe te staan. Deze keus leidt tot een hogere afschottoewijzing dan die op basis van de streefstand in het gehele leefgebied is bepaald. In welke mate gebruik gemaakt gaat worden van de afschottoewijzing in het kader van het bufferbeheer wordt bepaald door het creëren van een balans met de buren. Het overzicht voor de leefgebieden met een gebied met hoge dichtheden is daarom anders opgebouwd. Afschotvrije zones op en rond ecoducten Aandachtspunt is concentratie vorming van edelherten in de periferie van bestaande en nieuwe ecoducten. Indien in het brongebied van het ecoduct de aantallen hoger zijn dan afgesproken geldt eveneens het beleid ‘Afstemming verschillen in dichtheden‘. De jachthouder in het brongebied is de verantwoordelijke om het bufferbeheer zo invulling te geven dat de buren geen schade en overlast ondervinden. Edelherten in de Soerense Poort / WBE Brummen en Gelderse Vallei / WBE Nijkerk De edelherten leven hier in een meer open cultuurlandschap dan de edelherten in het meer gesloten boslandschap van de Veluwe. Desondanks is de zichtbaarheid van deze dieren beperkt. Zowel kwantitatief als kwalitatief is het voedselaanbod zo overweldigend dat ze slechts beperkte activiteiten vertonen. Dit beperkt ook de mogelijkheden om afschot te plegen. Om de uitvoerders de mogelijkheden te bieden om op het juiste tijdstip het juiste dier te kunnen schieten wordt net zoals vorig jaar de Provincie voorgesteld in dit overwegend door landbouwgronden gedomineerde landschap het toegewezen afschot niet naar periode te beperken. Maar gebruik te maken van de 10% regeling om belangrijke schade aan landbouwgewassen te voorkomen. De uitvoering start met de aanbieding van het werkplan en het toegewezen afschot zal uiterlijk 31 mei 2015 gerealiseerd moeten zijn. Realisatie werkplan FBE Gelderland Het bestuur van de FBE Gelderland stuurt erop aan dat het afschot de 100% zal benaderen. In het kader van maatwerk en inschatting van schade en overlast kan er binnen het werkplan met toewijzingen op alle niveaus worden geschoven. In de registratie wordt het afschot afgezet ten opzichte van de toewijzingen zoals vastgesteld in het werkplan. De WBE’s die vorig jaar de stand hebben onderschat dragen er zorg voor dat dit niet nogmaals gebeurt. T: 0570-746 018 FBE Gelderland Van Twickelostraat 13 7411 SC Deventer [email protected] www.faunabeheereenheid.nl/gelderland Classificatie geweidragers Op de Noord Veluwe zullen dit seizoen in alle leeftijdscategorieën enkelzijdige kronenherten voor afschot worden vrijgegeven. Binnen de toewijzing van de herten wordt een beperkt aantal herten buiten de classificatie gereserveerd ten behoeve van extreme schadesituaties. Per geval kan een hert vrijgegeven worden na beoordeling van het schadegeval door de WBE. Afschot dient zoveel mogelijk verstorend effect te hebben. Indien U nog vragen heeft, kunt u deze richten tot de grofwildadviseur van de FBE Gelderland / ambtelijk secretaris Ver. Wildbeheer Veluwe de heer G.J. Spek. Hoogachtend, Laura Schrauwen Adjunct secretaris FBE Gelderland CC. Ver. Wildbeheer Veluwe Bijlage 1: Overzicht doelstanden 2015 en gewenste vermindering 2014/2015 Bijlage 2: Werkplan edelhert 2014/2015 Bijlage 3: Werkplan damhert 2014/2015 T: 0570-746 018 FBE Gelderland Van Twickelostraat 13 7411 SC Deventer [email protected] www.faunabeheereenheid.nl/gelderland Bijlage 1: Overzicht zomerstand 2014, gewenste / streefstand 2015, vermindering 2014/2015 per leefgebied / WBE per soort en gewenste stand FBP (nieuw) Edelhert WBE / Leefgebied Zomersta Gewenste/ Verminderin Gewenste / nd 2014 streef stand g 2014/2015 streef stand 2015 FBP Noord West 550 200 350 200 Noord Oost 1) 489 249 240 270 WBE Midden 2) 437 270 167 300 WBE Zuid West 290 205 85 205 3) WBE Zuid Oost 930 495 435 600 4) Hoge Veluwe 293 200 93 200 Deelerwoud 5) 153 102 51 70 WBE Brummen 15 11 4 10 WBE Nijkerk 19 15 4 15 Totaal 3176 1747 1429 1870 Damhert WBE / Leefgebied Zomersta Gewenste/ Verminderin Gewenste / nd 2014 streef stand g 2014/2015 streef stand 2015 FBP 137 89 48 100 Noord Veluwe 6) 915 WBE Zuid Oost 292 623 300 7) Deelerwoud 5) 69 27 42 15 WBE Midden 8) 66 54 12 60 Totaal 1187 462 725 475 Toelichting op overzicht: 1) 2)en 4) Zowel op de Noord Oost Veluwe, de Midden Veluwe en de Zuid Oost Veluwe is de streefstand 2015 lager dan de streefstand in het nieuwe FBP. Dit komt door de toewijzing van herten in het lage dichtheden gebied. In de vermindering is ook opgenomen de afschottoewijzing in het kader van het bufferbeheer. Vooralsnog is onduidelijk in welke mate hiervan gebruik gemaakt zal worden. 3) In het werkplan is een eventuele correctie van de gewenste stand voorzien afhankelijk hoe de benutting in de Renkumse Poort zich ontwikkeld. 5) De gewenste stand uit het nieuwe Faunabeheerplan zijn gehanteerd om het afschotquotum te bepalen. Dit geldt niet voor het Deelerwoud / Repelaer waar een overgangsregime geldt. Via een gefaseerde vermindering over meerdere seizoenen wordt toegewerkt richting een stand van 70 edelherten en 15 damherten. De gewenste stand voor 2015 bedraagt 102 edelherten en 27 damherten. T: 0570-746 018 FBE Gelderland Van Twickelostraat 13 7411 SC Deventer [email protected] www.faunabeheereenheid.nl/gelderland 6) De gewenste stand 2015 ligt onder de stand zoals vermeld in het Faunabeheerplan. Dit komt omdat het actuele aantal mannelijke damherten onder het gewenste niveau zit. 7) In de vermindering is ook opgenomen de afschottoewijzing in het kader van het bufferbeheer. Vooralsnog is onduidelijk in welke mate hiervan gebruik gemaakt zal worden. 8) Toewijzing heeft betrekking op populatiebeheer en schadebestrijding. Vaassen, 17 juni 2014 G.J. Spek Ambtelijk secretaris Vereniging Wildbeheer Veluwe T: 0570-746 018 FBE Gelderland Van Twickelostraat 13 7411 SC Deventer [email protected] www.faunabeheereenheid.nl/gelderland
© Copyright 2024 ExpyDoc