De Reikwijdte van octrooibescherming en de bijdrage aan de stand van de techniek Woensdag 12 maart 2014 AIPPI Symposium, Zeist De reikwijdte van octrooibescherming en de bijdrage aan de stand van de techniek AIPPI Symposium, Zeist, Otto Swens, Vondst Advocaten Beschermingsomvang = bijdrage? • • Geen wettelijke bepaling / verhouding artikel 69 EOV + Protocol T 409 / 91 (EXXON) “Article 84 EPC also requires that the claims must be supported by the description, in other words it is the definition of the invention in the claims that needs support. In the Board’s judgment, this requirement reflects the general legal principle that the extent of patent monopoly as defined by the claims, should correspond to the technical contribution to the art in order for it to be supported, or justified” • T 939/92 (Agrevo) “(…) it has for long been a generally accepted principle that the extent of the patent monopoly should correspond to and be justified by the technical contribution to the art (…)” © Maart, 2014 O. Swens, Vondst Advocaten, Amsterdam 1 De Reikwijdte van octrooibescherming en de bijdrage aan de stand van de techniek Woensdag 12 maart 2014 AIPPI Symposium, Zeist Beschermingsomvang = bijdrage? • NL: Hof Den Haag, Lundbeck/Generieken, 24 januari 2012, r.o. 14.5 e.v. • UK: House of Lords, Lundbeck/Generics, 25 februari 2009, par. 83: “Although it is an extra-statutory concept, I accept that, at least as a general rule, the monopoly to be granted to the patentee is to be assessed by reference to the “technical contribution” made by the teaching of the patent.” Dus: het staat niet in de wet, maar het is wel het algemene uitgangspunt en het kan een doorslaggevende rol spelen bij de uitleg van octrooien ‘Absolute’ stofbescherming • • • Tot 1978 werden in Nederland enkel werkwijzen om een stof te maken beschermd Vanaf 1 januari 1978: stofbescherming; op de stof als zodanig G2/88 (Mobil Oil): “(…) a patent which claims a physical entity per se, confers absolute protection upon such physical entity; that is, wherever it exists and whatever its context (and therefore for all uses of such physical entity, whether known or unknown).(…)” • “Absolute” stofbescherming dus, ongeacht of het een bekende of onbekende toepassing betreft © Maart, 2014 O. Swens, Vondst Advocaten, Amsterdam 2 De Reikwijdte van octrooibescherming en de bijdrage aan de stand van de techniek Woensdag 12 maart 2014 AIPPI Symposium, Zeist Absolute stofbescherming vs monopolie is bijdrage aan SvT: … spanningen… 1. Een product en haar voordelige eigenschappen zijn al beschreven, maar 2. 3. 4. niemand heeft nog kunnen maken. Is een nieuwe en inventieve werkwijze om het product voor het eerst te verkrijgen dan gelijk te stellen met het verrijken van de stand van de techniek met het product? Maakt een partij die het product op een andere manier maakt toch inbreuk? Is dat redelijk en wenselijk? Het geclaimde product lost een technisch probleem op. Is de beschermingsomvang los te zien van die oplossing? Dekt de conclusie het gebruik van het product zonder dat de oplossing wordt gerealiseerd? Een claim op een klasse van producten terwijl het octrooi slechts één van die producten uit de klasse nawerkbaar beschrijft. Is de stand van de techniek dan verrijkt met alle producten in de klasse? Het product wordt uitsluitend geclaimd aan de hand van zijn functie (‘free beer claim’). Is de stand van de techniek dan verrijkt met dat product? Ad 1. TKvB: JA, stofbescherming • T 595/90 (Kawasaki Steel) (bevestigd in latere T uitspraken): “The subject matter is only concerned with a known desideratum and not with a new problem. (..) The question is whether the desideratum was still unachievable at the priority date of the patent. This is relevant since it is the view of the Board that a product which can be envisaged as such with all characteristics determining its identity, may become nevertheless non-obvious and claimable as such, if there is no known way or applicable (analogy) method in the art to make it and the claimed methods for its preparation are therefore the first to achieve this in an inventive manner”. © Maart, 2014 O. Swens, Vondst Advocaten, Amsterdam 3 De Reikwijdte van octrooibescherming en de bijdrage aan de stand van de techniek Woensdag 12 maart 2014 AIPPI Symposium, Zeist NL: voorlopig ook JA • Hof Den Haag januari 2012: • NIET PER SE, T595/90 relevant, maar de octrooihouder moet aantonen dat er geen bekende werkwijzen bestonden waarmee het product kon worden verkregen – T 990/96 • Een monopolie op alleen de werkwijze lijkt fair: ook dan krijg je immers absolute bescherming. Dat verandert pas op het moment dat een andere partij een wezenlijk andere manier weet te vinden om het product te maken (r.o. 14.2) • Vr Den Haag augustus 2012: JA – Als een gemiddelde vakman slechts langs inventieve weg de nieuwe stof kan verkrijgen is er kennelijk inventieve denkarbeid nodig geweest om tot deze stof te komen en is de stof logischerwijze om die reden inventief, ook al lag het bestaan van de stof wellicht voor de hand NL: voorlopig ook JA (vervolg) • • Hoge Raad juni 2013: JA – een product hoewel bekend wat betreft samenstelling en mogelijke eigenschappen, vloeit niet op voor de hand liggende wijze voort uit de stand van de techniek als er geen andere bekende werkwijzen waren om die stof te verkrijgen (verwijst naar T595/90) De bewijslast ligt niet bij de octrooihouder, maar bij eiser in de nietigheidszaak. De Hoge Raad acht absolute stofbescherming dus in beginsel terecht. Dit wordt alleen anders als de partij die nietigheid stelt aantoont dat er ook andere manieren waren om het product te maken. © Maart, 2014 O. Swens, Vondst Advocaten, Amsterdam 4 De Reikwijdte van octrooibescherming en de bijdrage aan de stand van de techniek Woensdag 12 maart 2014 AIPPI Symposium, Zeist Kritiek • Van Engelen (Ars Aequo jan 14): Ik betwijfel of de door de Hoge Raad geformuleerde regel juist is (…) Het lijkt immers vanzelfsprekend dat ‘iets’ wat bekend is, niet nieuw is en in ieder geval ook voor de hand liggend is, zodat het om die reden dus ook niet inventief kan zijn.” Het gebruik van het woord ‘bekend’ is ongelukkig, beter zou zijn ‘desideratum’. • Tsoutsanis: Als het product voor de hand ligt en Lundbeck beroept zich op de uitzondering ex T595/90, dan zou gezien T 990/96je denken dat Lundbeck, - en niet de Generieken - moet bewijzen dat er geen andere bekende werkwijzen waren om het product te maken. UK: JA • UK High Court: NEE – de bijdrage aan de stand van de techniek is overduidelijk alleen de werkwijze om de stof te maken. Met absolute stofbescherming krijgt de octrooihouder teveel. • UK House of Lords: JA – verwijst naar T595/90. High Court had in eerste aanleg ook zo moeten oordelen. Nietigheid op basis van Biogeen insufficiency gaat niet op nu het om ‘gewone’ productclaim gaat, niet om een klasse producten. © Maart, 2014 O. Swens, Vondst Advocaten, Amsterdam 5 De Reikwijdte van octrooibescherming en de bijdrage aan de stand van de techniek Woensdag 12 maart 2014 AIPPI Symposium, Zeist Kritiek • UK Appeal Court, Lord Hoffmann, par. 46 “There are obviously public policy arguments on both sides: the T595/90 line of cases shows that sometimes the “real invention” does not lie in the discovery of the new substance, but in finding a process of manufacture. But Parliament has chosen to allow product claims and the jurisprudence of the EPO, which we have always regarded as carrying great weight, shows that such claims can be made in the latter case as well. It is too late to have regrets about the breadth of the monopoly which such claims confer.” Kritiek • Kitchin J, artikel “How much for how little” “Recent attempts by trial judges in Lundbeck and Conor to limit the scope of monopolies or deny them altogether in the light of the judges assessment of technical contributions made by inventors have not met with favour on appeal. Certainly, there is no room to distinguish between goals which are obvious and those which are not. A person who finds a way of making a product which is an obvious goal is entitled to a claim to the product and not just his way of making it. And the first person to make a new product and propose a plausible use for it appears to be in a strong position to contend for a monopoly which covers all uses, whatever the technology. The benefit of this approach is that it provides certainty. But does it do so at the expense of fairness? © Maart, 2014 O. Swens, Vondst Advocaten, Amsterdam 6 De Reikwijdte van octrooibescherming en de bijdrage aan de stand van de techniek Woensdag 12 maart 2014 AIPPI Symposium, Zeist 1) ‘Wat bekend is kun je uitvinden’ Supervezel PPX met grote treksterkte is bekend, de verwachte eigenschappen ook, zij het in theorie. En: niemand kon het maken Draatjes heeft nieuwe en inventieve methode uitgevonden om de vezel voor het eerst te maken en krijgt octrooi met twee conclusies: 1. Verstrekte vezel van PPX met een treksterkte van tenminste 2 - 4 GPa, een elasticiteitsmodulus van 80-120 GPa en een hittebestendigheid tot tenminste 400°C. 2. Werkwijze ter vervaardiging van een PPX vezel, waarbij men PPX verstrekt bij een temperatuur net onder het smeltpunt, met een verstrekgraad van tenminste 10 en in een zuurstofvrije atmosfeer. ThreadThreat brengt ook PPX vezels op de markt, echter verkregen via een andere methode. Draatjes stelt: inbreuk op (uitsluitend) de productconclusie 1. Grensgeval 2 Het geclaimde product lost een technisch probleem op. Is de beschermingsomvang niettemin los te zien van die oplossing? Of dekt het ook gebruik van het product zonder dat de oplossing wordt gerealiseerd? Met andere woorden: maakt een partij inbreuk als deze het product gebruikt zonder het in het octrooi beschreven voordeel te bereiken? Is de bescherming zo ‘absoluut’? © Maart, 2014 O. Swens, Vondst Advocaten, Amsterdam 7 De Reikwijdte van octrooibescherming en de bijdrage aan de stand van de techniek Woensdag 12 maart 2014 AIPPI Symposium, Zeist NL: absoluut? of niet helemaal? • G2/88: absoluut: elk gebruik van het product ongeacht het doel dat het dient en ongeacht of er elementen aan worden toegevoegd of het met elementen worden vermengd (ook Benyamini, blz. 97). Rb Den Haag 15 juli 2005: hoever strekt de stofbescherming uit hoofde van G2/88? “Uitgangspunt moet zijn dat ook voor stofconclusies geldt dat deze alleen octrooirechtelijk kunnen worden beschermd voor zover de betreffende stoffen een technische toepassing hebben.” Zuivere, ongewenste verontreinigingen / ongewenst bijproduct /Geen bijdrage in de werkzaamheid, dus: geen reële technische toepassing NL: absoluut? Of niet helemaal? • Hof Den Haag, Hoffmann-La Roche / Organon Technika, sep 1996: • Conclusie 13 octrooi Hoffmann – La Roche: kitconclusie • Kits Organon Technika verkregen via werkwijze NASBA vallen onder conclusie 13 • Toch geen inbreuk, want kits volgens conclusie 13 zijn enkel kits verkregen via werkwijze volgens conclusie 1 (PCR) • Hof Den Haag Medinol / Abbott, okt 2012: • Conclusie 1 op stent met, o.a., eerste en tweede meanderpatronen • Stent van Abbott heeft eerste en tweede meanderpatronen • Toch geen inbreuk, want de stent van Abbott bevat tweede meanderpatronen waarbij het probleem dat conclusie 1 oplost zich niet voordoet. © Maart, 2014 O. Swens, Vondst Advocaten, Amsterdam 8 De Reikwijdte van octrooibescherming en de bijdrage aan de stand van de techniek Woensdag 12 maart 2014 AIPPI Symposium, Zeist 2) ‘Geen oplossing, geen inbreuk’ • Anti-Fragile ontwikkelt oplossing voor het probleem van de breekbaarheid van porseleinen servies: een grafeen coating • Anti-Fragile krijgt Nederlands octrooi met de volgende conclusie: “servies voorzien van een grafeen coating” • Horecaservies verhandelt plastic servies en vindt uit dat haar plastic servies met grafeen coating in het donker licht geeft. • Horecaservies kent het Nederlands octrooi van Anti-Fragile. Zij onderzoekt of de grafeen coating van invloed is op de breekbaarheid van haar plastic servies. Dit blijkt niet het geval. • Horecaservies lanceert het “Glow in the Dark” plastic servies met de grafeen coating. Anti-Fragile stelt: inbreuk op het Nederlands octrooi. © Maart, 2014 O. Swens, Vondst Advocaten, Amsterdam 9
© Copyright 2024 ExpyDoc