Schets kerkdienst - Protestantse Kerk in Nederland

Schets voor een kerkdienst op zondag 21 september 2014
Deze orde van dienst sluit aan bij zondag 21 september en is mede bepaald door het ‘Gemeenschappelijk
rooster – jaar A’ en ingegeven door de mogelijkheden die de lezingen van deze zondag verbinden met het
jaarthema van de Protestantse Kerk: ‘Met hart en ziel – vieren en verbinden.’
Alle liederen zijn afkomstig uit het nieuwe liedboek Zingen en bidden in huis kerk.
muziek voor de dienst: Laat het feest zijn in de huizen1
VOORBEREIDING
welkom
‘Met hart en ziel – vieren en verbinden’ is het thema van de Startzondag 2014. Zoals elke zondag van
het jaar houden we kerkdiensten, erediensten of vieringen waarin we met elkaar zoeken hoe en
waar God zich verbindt met mensen, waar de verhalen van de Bijbel raken aan ons mensenverhaal.
Wees van harte welkom in deze viering.
zingen openingslied Lied 122: 1, 2 en 32
vrouwen:
(piano)
mannen:
(piano)
allen:
(piano)
mannen:
vrouwen:
allen:
allen:
(forte)
1
Hoe sprong mijn hart hoog op in mij,
toen men mij zeide: “Gord u aan
om naar des Heren huis te gaan!
Kom ga met ons en doe als wij!”
Jeruzalem, dat ik bemin,
wij treden uwe poorten in,
u, Godsstad, mogen wij ontmoeten!
Jeruzalem, van ver aanschouwd,
wel saamgevoegd en welgebouwd,
o schone stede, die wij groeten.
Hoe zijn de stammen opgegaan!
Hier gingen ons de voeten voor
der pelgrims, die de Heer verkoor,
hier, waar uw heil'ge muren staan!
Jeruzalem, dat ik bemin,
wij treden uwe poorten in
naar 's Heren woord, om zijns naams ere!
Zo is het Israël gezegd;
hier zijn de zetels van het recht,
de troon, waar David zal regeren!
Bidt heil toe aan dit Vredesoord:
dat die u mint bevredigd zij,
https://www.youtube.com/watch?v=j5Yvdp1w6MY
Psalm van de zondag en aansluitend bij vredesweek. Je zou kunnen kiezen om in wisselzang te beginnen en
het geluid per couplet te laten toenemen, begin zacht in vers 1 en zing voluit in vers 3.
2
dat vrede in uw wallen zij,
gezegend zij uw muur en poort!
Jeruzalem, dat ik bemin,
wij treden uwe poorten in
om u met vrede te ontmoeten!
Om al mijn 3kindren binnen u,
om 's Heren tempel wil ik u,
o stad van God, met vrede groeten.
stilte
groet en bemoediging
V.
A.
Onze hulp is in de naam van de Heer
Die hemel en aarde gemaakt heeft.
V.
A.
V.
Onder de hoede van de hemel schuilen wij, God, bij u en bij elkaar.
Geef ons uw vrede.
Onder uw vleugels zoeken wij heil, de weg ten leven.
Geef ons uw vrede.
V.
A.
V.
A.
In uw licht klaart onze dag op, wordt zelfs de nacht ons als de dag.
Geef ons uw vrede.
Dat wij ons verbinden aan U en aan elkaar
En vol vertrouwen samen leven op hoop van zegen.
En geef uw vrede aan alle mensen.
V.
A.
We groeten elkaar in Zijn naam
Die wij kennen door Jezus Christus, Amen.
of lied 292
V.
A.
Onze hulp is in de naam van de Heer
Die hemel en aarde gemaakt heeft.
V.
Onderricht mij in uw woorden
Schenk mij leven op uw wegen.
zingen
V.
Dat uw goedheid mij mag vinden
dat uw heil mijn toekomst wordt
en uw woord mijn weerwoord is
waar het leven wordt weersproken
zingen
3
Broeders vervangen door kind’ren in verband met inclusief taalgebruik.
V.
Blijf gedenken wie wij zijn.
Gij mijn hoop waar nog de nacht duurt
Gij, mijn troost waar ik verdwaald ben.
Met uw woord schenkt Gij het leven
zingen
kyriëgebed (onderbroken door het refrein van Lied 295)4
Goede God
hier samengekomen om het leven te vieren
ons over te geven aan uw liefde en barmhartigheid
willen wij voor u noemen
waar het leven geen feest is
waar het moeizaam is
door verdriet dat mensen treft
door ziekte die kwetsbaar maakt
door zorgen die ons bepalen
door angst die ons bekruipt
daarom bidden wij U:
wees hier aanwezig, woord ons gegeven
dat ik U horen mag met hart en ziel
Voor U willen wij noemen
het leven dat wordt beknot en beperkt
door armoede
werkloosheid
sociale achterstand
door eenzaamheid
verslaving in welke vorm dan ook
4
Zie ook Dienstboek I, pag. 778 en vv
door alles wat een mens terugbrengt tot de strijd om het bestaan
daarom bidden wij U:
wees hier aanwezig, woord ons gegeven
dat ik U horen mag met hart en ziel
Voor U willen wij noemen
Al wat mensen elkaar aandoen
waar het leven onmogelijk is en wordt
door milieurampen
door oorlog, terreur en geweld
door haat en fanatisme
door uitsluiting
vanwege denken en geloven
vanwege geaardheid
vanwege huidskleur
daarom bidden wij U:
wees hier aanwezig, woord ons gegeven
dat ik U horen mag met hart en ziel
Zingen glorialied Lied 839: 1-4
2. De dans werd vergeten en het ritme
verstoord.
Het lied van de schepping werd zelden nog
gehoord.
Ik kwam naar de aarde voor een nieuw begin.
In Bethlehem zette de dans weer in.
3. Ik danste voor blinden die Mij riepen om licht.
Ik gaf aan verschopten een naam en een gezicht.
Ik danste voor kinderen, de koning te rijk.
Ik danste het lied van gerechtigheid.
4. De dans leek te sterven, maar ik deelde het
brood
en danste uit liefde veel sterker dan de dood.
Ik zal in jouw leven als je meedanst met mij
om vrede voor heel de schepping, zegt Hij.
Of lied 138: 1 en 2
Mannen:
Vrouwen:
Allen:
Allen:
U loof ik, Heer, met hart en ziel,
in eerbied kniel ik voor U neder.
Ja, in de tegenwoordigheid
der goden wijd ik U mijn beden.
Naar 't heiligdom waar Gij vertoeft
hef ik het hoofd, ik zal U prijzen.
Gij zult, o Here, wijd en zijd
uw heerlijkheid en trouw bewijzen.
Ten dage dat ik riep hebt Gij
gehoord naar mij en kracht gegeven.
Als ik welhaast ten offer viel,
hebt Gij mijn ziel weer doen herleven.
Al wat op aarde macht bezit,
eenmaal aanbidt het U, o Here!
Als Gij hun 't woord van uw verbond
met eigen mond hebt willen leren.
DE DIENST VAN SCHRIFT EN UITLEG
gebed van de zondag5
Levende God
die rechtvaardig zijt op al uw wegen,
schenk ons uw Geest
en kom met uw Woord van liefde
in ons midden.
Leer ons te zien met uw ogen
en laat uw Zoon Jezus
ons de vrijgevigheid doen kennen
die de wereld redden zal,
dit uur en al onze dagen. Amen
of gebed bij de opening van de Schriften6
Goede God,
ooit klonk uw woord
als muziek in de oren
van profeten en apostelen.
Geef dat ook wij vandaag
door uw heilige Geest
vervuld mogen worden
van uw stem.
Dan zullen wij zingen
van uw koninkrijk dat komt
voor alle mensen,
nu en in alle eeuwigheid. Amen
5
6
Dienstboek I, pag. 470
Dienstboek I, pag. 782
verhaal voor de kinderen
Kind op zondag leest op deze dag het verhaal van de roeping van Abram uit Gen. 11 en 12.
Wie herinnert zich het laatste feestje nog? (bijvoorbeeld eigen verjaardagsfeest of van
broer/zus/ouders/grootouders enz.)
Wat bepaalt dat het feestje je allermooiste feestje wordt? (bijvoorbeeld leuke cadeaus, lekker
eten/spelen, als iedereen mee kan doen)
Zie voor het voorlezen van een deel van een verhaal Kikker en een heel bijzondere dag of Het rode
kippetje van Max Velthuijs.
lied met de kinderen: Lied 784
Of
1.Vieren is je hart verwarmen.
Er is plek in deze kring.
Adem, luister mee en zing,
Laat de stilte je omarmen.
2. Vieren is met open handen
vrij ontvangen wat er komt,
wat verkild is en verstomd,
aan nieuw vuur laten ontbranden.
3. Vieren is je laten dragen
door genade, door elkaar,
door een lied en een verhaal.
Er is ruimte voor je vragen.
(Lied 144 uit Zingenderwijs, Margreet Spoelstra, melodie: Gez. 161)
eventueel samen nadenken en bespreken
Hoe viert u de belangrijke momenten in uw leven en wie of wat neemt daarin een belangrijk plaats
in?
lezingen7
Nadat Jona de mensen van Nineve namens God heeft toegesproken komt er een omkeer in het leven
van de inwoners van Nineve. Hun zonden zijn hun vergeven nadat ze dagen aaneen in zak en as
verkeerden. God ziet in zijn goedheid om naar mensen en gunt hen een nieuw bestaan.
Jona heeft het er moeilijk mee dat God zo goed is.
eerste lezing Jona 3: 10 – 4: 11
zingen Lied 1000: 1, 2 en 3
2. Wij zagen mensen teer en fier,
bloeien in steenwoestijnen.
Wij zagen hoe de schepping nieuw
gloort in vrede zonder einde.
Refrein
3. Wij zagen lammen op het feest,
dansend en opgetogen.
Wij zagen hoe de hoop weer leeft
in de uitgedoofde ogen.
Refrein
De evangelielezing staat in het teken van de vraag die de leerlingen in hoofdstuk 19 aan Jezus stellen:
‘Wij hebben alles achtergelaten en zijn u gevolgd. Waar kunnen wij naar uitzien?’
Zijn antwoord op die vraag is de gelijkenis van de werkers in de wijngaard.
tweede lezing Matteüs 20: 1-16
7
Voor wie verschillende vertalingen wil gebruiken verwijzen we naar www.biblija.net.
Zingen Lied 991: 1, 2, 5 en 7
5 Wie later is geboren
komt eerder aan de tijd,
wie lager thuisbehoren
gaan hogerop vrijuit.
2 God moge ons behoeden,
wij zien elkander aan,
de broeder kent de broeder
als een die voor moet gaan.
7 Veracht dan niet de kleinen
en die verloren zijn,
want God noemt hen de zijnen
die laatgeboren zijn.
of Lied 993: 1-7
4. om zijn Naam te prijzen
gaf Hij zon en maan,
wijzen en onwijzen
gunt Hij het bestaan.
5. Israël, Egypte,
stem en tegenstem,
hoogtepunt en diepte
alles zegent Hem;
2. wat Hij heeft geschapen
met zijn hand, zijn woord.
Hij zal niet verlaten
wat Hem toebehoort.
6. want Hij zal verzoenen
wat vijandig is,
nieuwe namen noemen,
voor een oud gemis;
3. 't Westen en het Oosten,
voor- en nageslacht,
om zijn Naam te troosten
zijn zij aangebracht;
7. kerk en wereld samen,
vasteland en zee,
worden ja en amen,
ja uit ja en nee.
uitleg bij de lezing uit Matteüs 20: 1-16
De gelijkenis van de werkers in de wijngaard heeft een hele geschiedenis doorlopen. Als je de
literatuur erop naslaat, dan komen er steeds weer vragen naar voren over loon naar werken
tegenover de genade van God die grenzeloos is.
Wat levert het me op om Jezus te volgen, is de vraag die Petrus stelt in Mat. 19: 27. Jezus
beantwoordt die vraag met de gelijkenis van de werkers in de wijngaard. Zij worden ingehuurd op
verschillende momenten van de dag en ontvangen aan het einde van de dag hun loon. Iedere werker
ontvangt hetzelfde loon. Opvallend is dat de laatsten voorop gaan. De eersten zien dus wat de
werkers van het laatste uur ontvangen. De landheer kiest er bewust voor om het zo te doen. Het telt
niet wanneer je gekomen bent, alleen dát je gekomen bent.
Matteüs heeft zijn hoorders willen meegeven dat er geen onderscheid is tussen de mensen die Jezus
nog persoonlijk hebben meegemaakt en de mensen van later. Ieder mens mag delen in Gods genade,
zijn goedheid, zijn liefde voor mensen. Voor wie dat niet mee kan of wil maken is er de
terechtwijzing. (zie verder Nico Ter Linden Het verhaal gaat deel III, pag. 248-250)
Jezus zoekt verbinding tussen de mensen van het eerste uur en de mensen van het laatste uur. Hij
zoekt verbinding tussen de mensen die ‘s morgens al in alle vroegte op de markt staan om hun
arbeidskracht te verhuren en de mensen die aan het einde van de dag denken dat hun kansen voorbij
zijn. Je kunt je afvragen waarom ze niet eerder ingehuurd zijn door de landheer die wel vier keer op
de markt was om werkers te ronselen. De les die Jezus zijn leerlingen, zijn hoorders wil meegeven is
dat in het koninkrijk van God anders gekeken wordt naar mensen en hun participatie aan het
dagelijks leven dan het ‘voor wat hoort wat’. Hier geldt: last but not least: hoewel laat, niet minder
belangrijk.
Het blijkt lastig het denken van het Koninkrijk van God te laten gebeuren.
Iedereen mag delen in Gods genade. Wie zich daar niet over verheugen kan, krijgt dat meteen ook
terug. Dat geldt voor de arbeiders in deze gelijkenis, dat geldt voor de bruiloftsgast die zonder
feestkleed op het feest verschijnt, en het geldt voor Judas die Jezus verraadt. Zoals het ook geldt voor
de broer van de verloren zoon die zich niet kan verheugen over de terugkeer van zijn broer.
In het Koninkrijk van de hemel is geen onderscheid tussen eersten en laatsten, tussen hogen en
lagen, armen en rijken. Deze tegenstelling wordt door Jezus in heel zijn handelen, zijn optreden, in
zijn benadering van mensen weerlegd. Hij verbindt mensen met elkaar, hij brengt ze samen, is de
verbindende factor.
In de gemeente van Jezus Christus vieren we dat mensen elkaar ontmoeten in hun menszijn. Daar
mogen de verschillen wegvallen tussen jong en oud, arm en rijk, ziek en gezond, laag en hoog,
gekleurd en blank, behoudend en vooruitstrevend.
In de gemeente van Jezus Christus kunnen we ons verbinden aan elkaar door de ander te zien en te
respecteren in zijn/haar menszijn. Als dat gebeurt is het echt FEEST!
Zingen Lied ’Samen op weg’ (melodie ‘Zomaar een dak’): 1, 2 en 3
1.Samen op weg, zoekend naar liefde,
naast ieder ander willen staan.
Want kan een mens, zonder die ander
vreugde en vriendschap ondergaan?
Zo moeten mensen zijn voor elkaar:
een steun, een toeverlaat,
die niet verloren gaat.
2.Samen op weg, zoekend naar kansen,
naar elke nieuwe moog'lijkheid,
om voor elkaar leven te scheppen,
ja, Heer, maak ons daartoe bereid.
Wil bij ons zijn van uur tot uur,
ons leiden elk moment,
dat men uw kerk herkent.
3.Samen op weg, zoekend naar leven,
speurend naar licht en dageraad,
mensen vol hoop, sterk en gedreven,
zorgzaam en goed in woord en daad,
niemand alleen en allen tezaam,
zo gaat de boodschap voort
van Jezus eens gehoord.
of Lied 146: 1, 2 en 4
2.Reken niet op mensenwaarde,
want bij mensen is geen baat.
Aarde wordt een mens tot aarde,
als zijn adem uit hem gaat.
Ligt niet alles wat hij wil
met zijn laatste adem stil?
4.Aan wie hongert geeft Hij spijze,
aan verdrukten recht gericht.
Wie geboeid zijn, Hij bevrijdt ze,
blinden geeft Hij het gezicht.
Hij geeft de gebukten moed
en heeft lief wie zijn wil doet.
DIENST VAN GAVEN EN GEBEDEN
dankgebed en voorbeden8
eventueel af te sluiten met het gezamenlijk bidden van het Onze Vader
gebeden kunnen ondersteund worden door zacht piano- of orgelspel – bijv. Opwekking 488, Lied
103e, Hallelujah (via youtube: Hallelujah instrumental cover).
Goede God,
God van wijsheid en liefde,
oorsprong en gever van alle goede dingen,
wij danken U voor al uw zegeningen
en voor uw voortdurende zorg
voor heel uw schepping.
Wij loven U om het geschenk van ons leven,
om uw hand op ons die ons leidt,
om uw liefde in ons die ons draagt,
om de bescherming waarmee Gij ons omringt.
Wij danken U voor onze vrienden
en ons dagelijks werk,
voor alle blijde vooruitzichten
en kostbare herinneringen,
voor de vreugden die ons verkwikken
en voor de beproevingen die ons leren
op U te vertrouwen.
Wij zegenen U bovenal om Jezus Christus,
uw Zoon, onze Heer,
om de levende tegenwoordigheid van uw Geest,
om uw Kerk, het lichaam van Christus,
om de bediening van Woord en Sacrament
en om al de tekenen van uw genade.
8
Dienstboek I, pag. 789
In onze zwakheid zijt Gij onze kracht,
in onze duisternis licht,
in ons verdriet troost en vrede,
van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij onze God:
Vader, Zoon en heilige Geest.
Amen
inzameling van de gaven
zingen Lied 416: 1-4
2.Ga met God, en Hij zal met je zijn:
bij gevaar, in bange tijden,
over jou zijn vleugels spreiden.
Ga met God, en Hij zal met je zijn.
3.Ga met God, en Hij zal met je zijn:
in zijn liefde je bewaren,
in de dood je leven sparen.
Ga met God, en Hij zal met je zijn.
4.Ga met God, en Hij zal met je zijn,
tot wij weer elkaar ontmoeten,
in zijn Naam elkaar begroeten.
Ga met God, en Hij zal met je zijn.
Of lied 150a: 1-4
3.Geprezen zij God! Laat alles wat leeft
nu zingen voor Hem die alles ons geeft.
Laat jubelen het orgel, laat harp en trompet
de glorie doen klinken van Hem die ons redt.
4.Geprezen zij God! Ons lied is gewijd
aan Hem die altijd ons helpt en geleidt.
Om zijn goede schepping, om hemels genot,
zijn gunst en vergeving: geprezen zij God!
2.Geprezen zij God! Gij allen op aard,
aanbid Hem die u als kinderen aanvaardt.
Loof Hem die uw Heer is met juichende stem.
Beantwoord zijn liefde: leef altijd voor Hem!
12
Zegen
Moge de HEER u zegenen en u beschermen,
moge de HEER het licht van zijn gelaat over u doen schijnen en u genadig zijn,
moge de HEER u zijn gelaat toewenden en u vrede geven.
of
Zegen uit Iona9
Moge God die erbij is als de zon opgaat en ondergaat
en als je de zee oversteekt,
onderweg je schreden richten.
Moge God, die je nabij is als je zit
en als je staat,
je met liefde omringen
en je bij de hand leiden.
Moge God, die je wegen kent
en de plaatsen waar je uitrust
bij je zijn in je taak op aarde.
het goede nieuws zijn dat je deelt.
en je op de eeuwige weg leiden.
9
Uit het dienstboek van de abdij van Iona.