Verleg je grenzen

Vlaanderen
118de jaargang | juli - augustus 2014 | tweemaandelijks tijdschrift voor de beweging rond Don Bosco | Kantoor van afgifte: 3000 Leuven mail | P209042
4
Verleg
je grenzen
Hoofdredacteur
Steven Pinnoo
Adviesraad
R. Burggraeve
H. Cauwenberghs
A. De Cocker
M. Den Haerynck
D. Deraeve
E. De Ridder
E. Haelvoet
B. Hoogwijs
D. Schoofs
F. Vanspauwen
S. Veulemans
Een salesiaanse Een
kijk
op de wereld
op de salesiaanse wereld
inhoud
Ingeblikt
3
Van stem tot bestemming
4
Eindredactie en redactieadres
Mark Den Haerynck
Stationsstraat 87
3150 Haacht
[email protected]
Adreswijziging
Don Bosco Vlaanderen
Fr. Gaystraat 129
1150 Brussel
[email protected]
Verantwoordelijke uitgever
Mark Tips, provinciaal
Fr. Gaystraat 129
1150 Brussel
[email protected]
Lay-out en druk
Drukkerij Van der Poorten nv
Kessel-Lo
De bijdragen verschijnen onder de
verantwoordelijkheid van de auteur.
Begeleiden en laten openbloeien in salesiaanse eigenheid
6
(Paul Van Haute)
Grenzeloos
8
Waarom luistert niemand naar mij?
9
Citaat
10
‘Uit zijn droom geboren’ – Wij vieren 200 jaar Don Bosco
11
Gemeenschap maakt roeping mogelijk
12
Hogere sferen, nuchter bekeken –
Over alcohol- en druggebruik bij jongeren
14
Uw persoonlijke gegevens zijn voor u
ter inzage. Ze worden nooit aan derden
doorgegeven en dienen enkel voor de
verzending van Don Bosco Vlaanderen.
De grens ver leggen of verleggen?
16
Met Jeugddienst Don Bosco naar Turijn
17
In Vlaanderen:
www.donbosco.be
www.zustersvandonbosco.be
Met de nodige humor kleur geven aan de school
In de wereld:
www.sdb.org
www.cgfmanet.org
De Boekenplank
20
Sprokkel
21
De transformatie van Majes
22
Ruggespraak
24
Don Bosco Vlaanderen is een gratis blad.
Giften zijn daarom steeds welkom op het
onderstaande adres en rekeningnummer,
met vermelding van
‘Don Bosco Vlaanderen’:
Don Bosco Centrale vzw
Fr. Gaystraat 129
1150 Brussel
Tel. 02 771 21 00
IBAN: BE27 4272 1008 4573
BIC: KREDBEBB
(Jan Crabeels)
18
Foto voorpagina: Jos Cauberghs
Tekst: Steven Pinnoo Foto: Eindredactie
Zomervakantie! Eindelijk mag de boog eens wat minder gespannen staan, kunnen we eens tijd maken voor
de dingen die we al zolang willen doen, maar waar we
nooit tijd voor hebben! Een tijd waarin we de dagelijkse sleur en de bijbehorende grenzen kunnen doorbreken. Velen trekken ook letterlijk de grens over om
andere streken te gaan opzoeken, anderen gaan ook
thuis eens iets totaal anders aanpakken. In heel dit gebeuren zetten onze jongeren met hun jeugdig enthousiasme graag de toon.
Toch is dit niet zó anders dan wat
we in de Don Boscobeweging al de
hele tijd willen realiseren met onze
jongeren: grenzen verleggen. Of
het nu gaat om een schoolse omgeving, om hun vrije tijd, of om
het kader van het gezin, het internaat, de instelling… De vakantie
is gewoon een ándere manier om
jongeren te stimuleren tot groei,
tot het verleggen van hun gren-
| INGEBLIKT
zen. En tegelijk ook een tijd om te ontdekken dat we
het ook zelf misschien eens anders kunnen aanpakken.
Hierbij willen we trouw blijven aan
datgene waar Don Bosco voor stond,
en blijft staan: wij zijn immers ‘uit
zijn droom geboren’. Volgend jaar
mogen we met dit thema de tweehonderdste verjaardag van zijn geboorte vieren, en midden augustus
gaat het feestelijke voorbereidingsjaar op deze viering van start. Vanaf
dit nummer, maar vooral vanaf het
septembernummer, houden we jullie in Don Bosco
Vlaanderen graag op de hoogte van wat er in dit jubileumjaar zoal gebeurt – met een hartelijke uitnodiging
om ook jullie steentje bij te dragen aan het feest!
Verleg
je
grenzen
3
PIT IN ‘T KLOKHUIS | Tekst: Roger Burggraeve en Steven Pinnoo Foto's: Eindredactie
Pittige Bijbelverhalen voor gezinnen vandaag
Samuël schrikt wakker
Een heel gewone jongen, nog volop in opleiding, zo
lijkt Samuël wel wanneer we hem in het verhaal leren
kennen. Toegegeven, geen school zoals we die vandaag
kennen, maar hij verblijft toch bij Eli om van hem ‘het
vak te leren’. Het beeld van een jongen die slaapt, zich
niet bewust van wat er om hem heen gebeurt, volledig
overgeleverd aan wat het leven te bieden heeft.
Iedereen weet wel hoe er plots verandering komt in
dit tafereel, en in het leven van deze jongen: Samuël
schrikt op van een stem die zijn naam roept. Hij antwoordt: “Hier ben ik!” en loopt naar zijn meester. Zoals
zo vaak in de Bijbel bestaan alle goede dingen ook hier
uit drie: pas nadat dit tafereel zich driemaal heeft herhaald begint Eli te begrijpen dat er iets bijzonders aan
de hand is…
En wij? Gaan wij ook begrijpen dat er toch iets vreemds
aan de hand is, ook al weten we allang hoe het verhaal
verder loopt? Want het verhaal spreekt niet alleen over
‘De roeping van Samuël’? “Samuël! – Hier ben ik…”
Ja hoor, dát verhaal kennen we allemaal! Eigenlijk
wel mooi hoe God het leven van deze jongen binnentreedt… Alleen: wat ben ik daar nu mee? Want zo’n
stemmetje heb ík althans nooit gehoord…
Of zit er toch iets méér in dan een vroom verhaal voor
het slapengaan? We snuisteren eens dieper in het verhaal van 1 Samuël 3.
iets vreemds in het leven van een gewone jongen lang
geleden, het wil ook iets oplichten van het wonderlijke
in het leven van mensen vandaag.
Een verhaal met een voorgeschiedenis
Al te vaak wordt het verhaal van de ‘roeping’ van Samuël apart gelezen, los van zijn voorgeschiedenis. Die
is nochtans belangrijk: zo ontdekken we in het verhaal
van zijn moeder dat Samuël al eerder ‘geroepen’ is!
Van stem tot bestemming
Samuël leeft ook vandaag
4
Samuëls moeder Hannah leren we kennen als een
voorbeeld van het Bijbelse type van de ‘onvruchtbare
vrouw’: ze is wel de lievelingsvrouw van haar man, maar
haar onvruchtbaarheid maakt haar diep ongelukkig. Ze
voelt zich geen vrouw in de echte zin van het woord, ze
wordt zelfs bespot. In haar lijden en verlorenheid richt
ze zich tot de Heer, en in de tempel legt ze een belofte
af: “Als U mij een zoon schenkt, zal ik hem voor zijn
hele leven aan U afstaan.” (1 Samuël 1,11) Zo gebeurt
het ook… Samuël wordt bestemd tot een soort leven
waar helemaal geen vrije keuze aan te pas komt.
Wat een vreemd verhaal! Laat het ons maar tegen de
borst stuiten, een contrastervaring oproepen: wij kunnen niet aanvaarden dat iemand ons leven zou sturen
zonder dat we daar zelf iets in te zeggen hebben!
Maar laten we tegelijk ook eerlijk zijn: het verhaal staat
niet zo ver van onze realiteit als
we zouden denken. Ook wij worden in een bepaalde mate door
onze ouders bepaald, door onze
herkomst, ons verleden. Er zit ook
in ons bestaan heel wat waarin
we door anderen ‘bestemd’ zijn.
Het verhaal is herkenbaar in het
feit dat Samuël opgroeit in een
kader waarvoor hij zelf niet gekozen heeft.
Mensen bestemmen
elkaar
Het verhaal van Samuël openbaart ons niet wat het zou moeten zijn, maar wel wat het vaak
is – de situatie waar mensen mee
moeten leren leven. Mensen van
alle tijden zijn getekend door
positieve, maar ook negatieve
‘bestemmingen’. Ook vandaag
erven jongeren vaak ongevraagd de problemen die in
hun familie en opvoeding voorkomen: kansarmoede,
alcoholisme, familiaal geweld… Wie in dit kader opgroeit, lijkt soms wel ‘gedoemd’ of ‘vervloekt’ om in dezelfde fouten te vervallen. Mensen ‘bestemmen’ elkaar.
Gelukkig kunnen we een mens ook in een positieve
lotsbestemming plaatsen, hem of haar ‘bestemmen’
voor iets goeds. Dit wordt bij christenen het sterkst uitgedrukt in het doopsel, met beloften en zegeningen
waardoor een mens positief getekend wordt. Maar zoals we verder zullen zien, is het ‘bestemmingsverhaal’
van de gedoopte daarmee niet ten einde: hier begint
juist de uitdaging om die bestemming in alle vrijheid op
te nemen en waar te maken.
Bestemd tot… vrijheid
Het bekende verhaal van de ‘roeping’ van Samuël is het
verhaal van zijn tweede ‘bestemming’. Daarin horen we
het woord ‘stem’: de stem van de Ander treedt Samuëls
bestaan binnen en ‘be-stemt’ hem. Pas zo is Samuël in
staat om antwoord te geven: hij is niet de initiatiefnemer, de oorsprong van een verhaallijn die zijn hele
leven zal tekenen, maar is een aangesprokene die antwoord geeft. Door dit antwoord wordt de ‘roeping’ tot
‘bestemming’, tot ‘zending’.
Samuël krijgt ongevraagd een zending die niet van de
poes is, een ‘mission impossible’ die “beide oren zal laten tuiten van iedereen die het hoort” (v. 11). Een zending die hem niet bepaald populair zal maken…
We begrijpen heel goed hoe Samuël opziet tegen deze
zending, dat hij niet leuk vindt wat hij te doen krijgt.
Maar hier gaat Eli zijn rol spelen:
hij helpt hem begrijpen dat hij
zijn verantwoordelijkheid moet
opnemen, maar dat hij daar ook
voor kan leren kiezen. Ook al
staat Samuëls vrije beslissing niet
aan de oorsprong van zijn taak,
zijn vrijheid wordt wel ingeschakeld: hij kan zelf gaan zoeken
hoe hij zijn bestemming best kan
verwezenlijken. Dit is een belangrijk thema in de Bijbel: zo zal ook
Maria creatief en vrij vorm kunnen geven aan de bestemming
die haar leven tekent als moeder
van Jezus.
Het relaas van de jongen Samuël
helpt ons een realistische maar
ook bevrijdende blik te werpen
op het verhaal van ons leven.
Zelfs wanneer je voorgeschiedenis steeds weer een struikelblok lijkt te zijn, ben je niet
‘gedoemd tot…’ Je kan je ‘bestemming’ zelf opnemen
en betekenis geven. Ze vormt een oproep voor je vrijheid. Ze kan bijvoorbeeld een leerschool worden om de
dingen zelf anders aan te pakken. Zoals Samuël word je
als persoon aangesproken en ingeschakeld, en op die
manier ook ‘aansprakelijk’ voor je leven. Daarom heeft
het verhaal over ‘bestemming’ alles te maken met het
geloof in God: door ons geloof in een God die mensen
aanspreekt en oproept weigeren wij te aanvaarden dat
iemand definitief ‘verdoemd’ is – desnoods tegen alle
hoop in. De realiteit van de ‘bestemming’ van jongeren
heeft te maken met alles waar Don Bosco voor stond –
met alles waar ‘Don Bosco’ ook vandaag voor staat…
5
TE GAST | Tekst: Piet Stienaers en Paul Van Haute Foto: Eindredactie
DBV plaatst iets of iemand voor het voetlicht
Een ‘eigentijdse’ opvoeding
Ingrijpende ervaringen
‘Ik ben op 18 juli 1962 in Tielt geboren,” begint Paul.
“Hoewel ik trots ben op die West-Vlaamse roots, ben
ik toch van alle provincies thuis. Ik ben met een Antwerpse getrouwd, woon in Oost-Vlaanderen en werk in
Vlaams-Brabant.”
Paul en zijn tweelingbroer Pieter zijn de jongste van
een groot gezin met zeven kinderen. “Samen hebben
we veel kattenkwaad uitgestoken,” geeft Paul glimlachend toe. Hun unieke band is de laatste jaren nog
sterker geworden door fietstochten naar Compostela
en Rome. Ze groeiden wel op onder de glazen stolp van
een streng katholieke opvoeding en werden wereldvreemd, introvert en volgzaam.
Daarin kwam verandering toen Paul naar het Don
Bosco­college te Kortrijk gestuurd werd. Zowel op school
als in het internaat kwam hij in contact met een andere
visie op het geloof en leerde hij toffe kameraden kennen uit die ‘gevaarlijke buitenwereld’. Dankzij enkele
hartelijke, ruimdenkende en geëngageerde salesianen
en leerkrachten kreeg hij er veel kansen om zijn talenten te ontdekken en te ontwikkelen: “Ik mocht in de
atletiekploeg van de school, leerde foto’s maken bij
Bert Joosten en tekenen bij Eddy. Bernard en Jos motiveerden me om uit mijn schulp te kruipen en me uit te
drukken.”
Begeleiden en laten
openbloeien in
salesiaanse eigenheid
De levensweg van Paul Van Haute
Van een wereldvreemde jongere
tot een voortrekker in salesiaans
engagement… Het levensverhaal
van Paul Van Haute leest als een
roman die velen mag inspireren in
het spoor van Don Bosco.
6
“Twee weken nadat Pieter en ik vijftien jaar geworden
waren, nam ons leven een forse wending toen papa tijdens een reis in Zwitserland onverwachts stierf aan een
hartaderbreuk. Mama moest een groot gezin en een
textielbedrijf in haar eentje verder runnen. Zij heeft dat
schitterend gedaan. Ze leek te zijn herboren en maakte
doordacht gewaagde keuzes. Waar papa ons met goede bedoelingen had beschermd, gaf zij ons de ruimte
om open te bloeien. We konden met haar over alles
praten en hebben het vertrouwen dat ze ons gaf nooit
geschonden,” mijmert Paul verder.
Door dit alles werd Paul een andere persoon. Hij durfde aan tafel zijn mening te uiten en mocht rebelleren
tegen het geloof uit zijn kindertijd; hij werd animator
op het speelplein in Oud-Heverlee en scoutsleider; hij
kreeg een aantal goeie vrienden in een parochiaal bezinningsgroepje dat jeugd- en gezinsvieringen uitwerkte en verzorgde; hij werd vredesactivist bij Pax Christi en
nam deel aan alle antiraketbetogingen.
Don Bosco. “Op een hartelijke en liefdevolle manier
duidelijk en consequent zijn, in het belang van de kinderen grenzen trekken, blijven geloven in hun unieke
groeikansen en de deur altijd open laten staan, daar
gaat het om”, zegt Paul resoluut.
Je ervaring delen
Intussen kreeg Paul de kans om zijn ervaring te delen
met leerkrachten en directies van andere Don Boscoscholen. Eerst halftime als inspecteur-begeleider godsdienst en daarna ook als schoolbegeleider en hoofdbegeleider voor het secundair onderwijs.
Aangestoken door het voorbeeld van een paar salesianen ging hij godsdienstwetenschappen studeren. Even
had hij er zelfs aan gedacht om salesiaan worden, maar
hij was nog te zoekend en twijfelend. Vooral in de Universitaire Parochie ontdekte hij weer andere facetten
van het geloof. In de pastorale werkgroep van Herman
Servotte leerde hij de liefde voor de literatuur en de
kunst van het interpreteren. In de peda van Don Bosco
genoot hij van de ontbijtgesprekken met Roger Burggraeve. Als verantwoordelijke nam Freddy Staelens Paul
op in het een bezinningsgroepje en vroeg hem de pastorale rubriek van het pedakrantje te verzorgen.
Wanneer mensen hem vragen of hij zijn leerlingen mist,
zegt hij steevast dat hij dat in het begin zo ervaarde,
maar dat werken met volwassenen minstens even boeiend en leerrijk is. “Ik kan de pedagogie en de spiritualiteit van Don Bosco evenzeer inzetten en mijn talenten
eigenlijk nog meer ontplooien,” beweert Paul. “Ik heb
twaalf jaar piano gespeeld, kon tijdens mijn burgerdienst acht uur per week avondschool tekenen en schilderen volgen en heb mijn basisvaardigheden fotografie
verder verfijnd in de kunstacademie. Die talenten komen momenteel erg van pas wanneer ik presentaties of
bezinningen maak voor nascholingen. Ik loop en fiets
ook graag. Tijdens trainingen en occasionele fietstochten naar scholen kan ik mijn hoofd zodanig leeg maken
dat ik dan de beste invallen krijg.” Gaandeweg heeft hij
ontdekt dat hij eerder een zorgende en begeleidende
dan een leidinggevende persoonlijkheid heeft en dat
hij liefst een waarderende, verbindende en procesmatige aanpak hanteert.
Aan het werk bij Don Bosco
De toekomst
Toen Jos Gregoire Paul na zijn burgerdienst liet weten
dat ze in Don Bosco Sint-Denijs-Westrem een nieuwe
godsdienstleerkracht zochten, solliciteerde hij prompt.
“De confrontatie met deze mij totaal onbekende wereld was hard en leerrijk. Mijn beroepsleerlingen hebben me geleerd voor mezelf op te komen en onmiddellijk ter zake te komen als het ging over zowel de
actualiteit als het Bijbels-christelijk geloof waarvan ik
een bevoorrechte getuige mocht zijn. Enkele salesianen en oudere leerkrachten brachten me de salesiaanse
spiritualiteit en pedagogie bij.” Twintig jaar lang combineerde Paul godsdienst geven met extra taken in de
pastorale animatiegroep, de cel leerlingenbegeleiding,
de leerlingenraad en het beleidsteam en talloze andere
activiteiten.
Toen Paul drie jaar geleden de kans kreeg om de Don
Boscocursus te volgen, met de pastorale werkgroep
secundair onderwijs mee te reizen naar Turijn en toe te
treden tot de ad hoc werkgroep die het opvoedingsproject herschrijft, werd hem nog duidelijker waar het
bij Don Bosco om te doen is. “Ik ben ervan overtuigd
dat de spiritualiteit en de pedagogie van Don Bosco een
meerwaarde kunnen bieden in onze huidige samenleving die op een keerpunt staat,” verklaart hij. “Hierbij
moeten we m.i. bescheiden blijven en zeker geen exclusivisme claimen. Ik ontmoet buiten de wereld van
Don Bosco veel onderwijsmensen die preventief en assisterend, hartelijk, redelijk en met een groot geloof bij
hun leerlingen staan. Dat mag ons er echter niet van
weerhouden om onze salesiaans-christelijke identiteit
expliciet te blijven benoemen en op een salesiaanse
manier beleid te voeren en vorming en begeleiding aan
te bieden in grote openheid voor andersdenkenden.”
Bij de opvoeding van hun eigen kinderen hebben Paul
en Catherine ook veel gehad aan de pedagogie van
7
UITGELEZEN | Tekst: Eric Haelvoet Foto: Jennifer Luebbers
Grenzeloos
Om naar Tyrus te gaan overschrijdt Jezus een grens, namelijk de grens van Galilea. Tyrus ligt immers aan de kust
van de Middellandse Zee ten noordwesten van Galilea.
Maar als een vrouw hem vraagt haar kind te genezen,
antwoordt Jezus nogal bruut. We zijn het niet gewoon
dat Jezus iemand zo duidelijk afwijst. Met ‘kinderen’ bedoelt Jezus de joodse gelovigen. Het was in eerste instantie zijn overtuiging dat hij enkel tot de joodse gelovigen
gezonden was. Daarom meent hij dat hij deze vrouw niet
kan helpen, nog meer, niet mág helpen. Hij gelooft dat
de Vader hem dat niet toestaat. Dat verklaart waarom hij
over de hondjes spreekt, een woord voor de heidenen.
De vrouw laat zich niet afschepen. Ze kruipt niet in de
slachtofferrol, maar getuigt van een diep joods geloof.
Juist daaruit put ze een zeer verrassend sterke moed.
Ze neemt het beeld van Jezus over: “De hondjes eten
van de kruimels die de kinderen op de vloer laten vallen.” Ze is ervan overtuigd dat God ook haar door Jezus
wil helpen. Ze ziet Jezus’ universele zending eerder dan
hijzelf. De aanspreektitel is veelzeggend: “Heer.” Ze erkent hem dus als God.
Hij ging weg en vertrok naar de omgeving van
Tyrus. […] Er kwam meteen een vrouw die over
hem gehoord had, naar hem toe en zij viel voor
zijn voeten neer. Ze had een dochter die door
een onreine geest bezeten was. Deze vrouw was
van Syro-Fenicische afkomst en geen Jodin ; ze
smeekte hem om bij haar dochter de demon uit te
drijven. Hij zei tegen haar: “Eerst moeten de kinderen genoeg te eten krijgen; het is niet goed om
de kinderen hun brood af te pakken en het aan de
honden te voeren.” De vrouw antwoordde: “Heer,
de honden onder de tafel eten toch de kruimels op
die de kinderen laten vallen.” Hij zei tegen haar:
“Dat hebt u goed gezegd. Ga naar huis, de demon
heeft uw dochter al verlaten.” En toen ze thuiskwam, lag haar kind op bed en bleek de demon
verdwenen te zijn. (Mc 7,24-30)
8
Jezus’ reactie is zeer verrassend. Hij ziet in haar woorden Gods eigen Woord. Hij ziet in haar boodschap de
wil van zijn Vader om zich ook te richten tot de heidenen. Het is zijn bekering. Hij maakt een ommezwaai,
en hoe! En hij geneest de dochter van die vrouw. Op
dat moment breekt Jezus zijn grens open. Want over de
grens van het jodendom gaan betekent de hele wereld
ingaan. Voortaan is zijn zending grenzeloos.
En Marcus toont hoe sterk de bekering van Jezus is.
Want onmiddellijk na dit verhaal gaat Jezus terug naar
Galilea, maar hij trekt er helemaal doorheen naar… een
gebied over de grens, met name Dekapolis. Daar geneest Hij een stomme.
Christenen kunnen niet anders dan een grenzeloos hart
hebben. Gods liefde is universeel en sluit geen enkele
mens uit. Hoe zouden wij dat dan wel kunnen doen?
Ook Don Bosco sloot zich niet op binnen de grenzen
van het eengemaakte Italië. Hij had een wereldwijde
visie. Vanaf 1875 breekt hij de grenzen open en zendt
salesianen naar Frankrijk, Spanje, Argentinië… Het is
heerlijk om een wereldbreed hart te hebben!
Tekst: Wim Hanssens Foto: Eindredactie
| GROEIRUIMTE BIJ CRISIS
Groeien naar een conflictpositieve omgeving
Wie ooit geconfronteerd werd met jongeren die ernstig
storend gedrag stellen of gedragsproblemen vertonen,
heeft ervaren hoe intens dit gedrag kan inbeuken op
jou als mens. Op zo’n momenten valt de vanzelfsprekendheid in de opbouw van een contact, van woord en
wederwoord, plots weg. Je wordt gegrepen, overvallen, door een stortvloed aan intense emoties.
Waarom luistert niemand
naar mij, waarom gelooft
niemand mij?
Agressie, destructie… we kunnen dit niet vatten, kunnen niet begrijpen wat iemand drijft om agressief gedrag te stellen. Dit ‘hoort’ niet en is toch zo zinloos! We
grijpen dan ook, vanuit ons eigen waardekader, naar
een rijkdom aan argumenten om de ‘dader’ te overtuigen van het foutieve van het gestelde gedrag. Uiteraard gaan we hierbij uit van de stelling dat gedrag rationeel gestuurd wordt. Maar is dat wel (altijd) zo?
Een voorbeeldje: in voorbereiding op de zomerperiode
ondernam menigeen een poging om te vermageren in
de hoop slank te kunnen verschijnen in een zomers tenue. Er werden motiverende argumenten aangereikt
om deze uitdaging tot een goed eind te brengen: gezondheid, bewegingsvrijheid… En velen zijn geslaagd
in deze uitdaging – althans, de eerste dagen. Tot we
die heerlijke Magnum voorgeschoteld kregen met het
knapperige laagje chocolade. Weg de ratio en welkom
die frisse, welverdiende hap. Ratio of emotie?
Even terug naar het uitgesproken storend, moeilijk of
onhandelbaar gedrag van de jongere. Stel dat dit gedrag niet enkel het resultaat is van een rationeel proces, maar mogelijks sterk emotioneel en vanuit stress
gestuurd wordt, welke zinvolle rol kunnen we als volwassen begeleider dan vervullen? Zelf opteer ik voor de
rol als bemiddelaar. Een bemiddelaar tussen de stress,
de reactie van de jongere, de reacties van anderen en
de gevoelswereld waarmee deze jongere niet kan omgaan zonder de hulp van een betrouwbare volwassene.
Een bemiddelaar en geen rechter!
Jongeren komen vaak in conflict omdat ze er niet in
slagen de betekenis te zien van een gebeurtenis. Ze lezen de gebeurtenis vanuit hun eigen context, hun ervaringen. Het inzicht in een gebeurtenis wordt gekleurd
door hun intense emotionele reactie en hun stress. De
rol van de bemiddelaar bestaat erin om samen met de
jongere verbanden te leggen tussen het gestelde gedrag, de stress en mogelijk de onderliggende angst. De
sleutel voor het welslagen van dit proces is vertrouwen
tussen de jongere en de volwassene. Praten met jongeren, zeker ook in crisissen, creëert omstandigheden
waarin de jongere motivatie tot verandering opbouwt
omdat er vertrouwen groeit in de integriteit en deskundigheid van de begeleiding. Daar waar de volwassene
de stress van de jongere ernstig neemt, het (levens)verhaal en de gevoelens respectvol benadert, oog heeft
voor de bedoelingen van de jongere, daar groeit ruimte voor vertrouwen en is er openheid om te groeien
naar alternatief, constructief gedrag. Zolang we hierin
niet slagen zal de jongere zijn of haar eenzaamheid en
machteloosheid blijven uitschreeuwen: “Waarom luistert nooit eens iemand naar mij?”
9
Don Bosco was een man van vertrouwen. Iemand
die doorging als er geen uitzicht was, die stappen
zette, ook al waren de wegen nog niet gebaand.
Vooral in zijn opvoedingswerk vertrouwde hij op
God en het goede in mensen. De jongens met wie
hij werkte, waren niet de gemakkelijkste. Op veel
vertrouwen van hun omgeving konden zij niet
rekenen. Door hun vertrouwen te geven en hen te
laten voelen dat ze het waard waren, deed hij hen
openbloeien en hun grenzen verleggen.
“Vertrouw op God,
wat er ook gebeurt.”
10
Tekst en foto: Eindredactie
| EEN WOORD WAARD
De moeite waard om ter sprake te brengen
Uit zijn droom geboren
Wij vieren 200 jaar Don Bosco!
Op 16 augustus 2014 start het salesiaanse jubeljaar
waarin we toeleven naar de 200ste verjaardag van de
geboorte van Don Bosco. Wereldwijd wordt dit gevierd, en ook wij zetten alles op alles om dit gebeuren
niet onopgemerkt voorbij te laten gaan.
Don Bosco had een droom waaruit een hele wereldwijde beweging is ontstaan. Als thema voor
dit jubeljaar werd daarom gekozen voor: Uit zijn droom geboren. Daarmee wordt in de eerste
plaats verwezen naar de droom
die Don Bosco had op negenjarige leeftijd, een droom die hem
zijn levenskeuze al voorstelde.
Als vanzelfsprekend verwijst het
ook naar de andere dromen die
Don Bosco geleid hebben in de
keuzes die hij gemaakt heeft,
en die onze beweging gemaakt
hebben tot wat ze vandaag is.
Allen maken wij deel uit van
die beweging, jong en oud, in
zoveel uiteenlopende vormen
van engagement, vaak als vrijwilliger. Of gewoon als sympathisant, met een warm hart voor
jongeren en voor wat ‘Don Bosco’ voor hen betekent. Ook wij
kunnen op onze beurt verder dromen. Op die manier
leeft de droom van Don Bosco verder, tot op vandaag…
bijna tweehonderd jaar na zijn geboorte. Don Bosco
Vlaanderen wenst je alvast een boeiende zoektocht in
het achterhalen van jouw dromen – en in het waarmaken ervan!
Onze Don Boscobeweging wil een feestelijk startschot geven voor dit jubeljaar op een Open Happening. Graag willen we jong en oud, alle vrienden uit
die ruime ‘familie’ van Don Bosco uitnodigen in het
Don Boscocollege te Zwijnaarde op zaterdag 20 september
2014 vanaf 10 uur voor een
dag van ontmoeting en animatie. In het aanbod: attracties voor de kinderen, lancering van een cd met nieuwe
Don Boscoliederen, een tentoonstelling, een goede spreker, spektakel, optredens,
workshops, muziek en dans
en nog zoveel meer. Kortom,
een dag waarop we onze deuren opengooien en Don Bosco
duidelijk op de kaart zetten.
Graag willen we ook
jou ontmoeten op
deze happening.
Houd dus zeker
een plaatsje vrij
in je agenda!
11
GENEGEN.BE | Tekst: Wouter Goolaerts Foto's: Eindredactie
Samen Don Bosco een plaats geven
Zending
“Ik leef in een kleine gemeenschap,” begint Princy.
“Met drie zusters wonen wij in het internaat van Wijnegem, al generaties lang een thuishaven voor kinderen
van schippers en foorkramers. En naar het voorbeeld
van Mornese leven wij bij de kinderen. Buiten een eigen
kamertje hebben wij geen aparte ruimtes. De leefgroep
is tevens onze leefruimte, de gebedsruimte staat open
voor iedereen.”
“Bij ons in Heverlee zijn we met acht,” vertelt Koen.
“Wij zijn in de eerste plaats een vormingsgemeenschap.
Drie jonge medebroeders studeren theologie aan het
Johannes XXIII-seminarie in Leuven. Daarnaast is er de
verbondenheid met Jeugddienst Don Bosco, waar ik
zelf actief ben als stafmedewerker zingeving. De collega’s zitten ’s middags mee aan tafel. Hun aanwezigheid geeft een eigen dynamiek aan ons huis.”
“Zo werken bij ons niet alleen zusters op het internaat.
Opvoeders leven met ons mee, zoals ook wij vaak mogen delen in hun leven. Je vormt gemeenschap met
iedereen die binnenkomt. Dat is eigen aan een salesiaanse hartelijkheid.”
Ieder huis heeft zijn zending. En die is natuurlijk bepalend voor het gemeenschapsleven. “Zo wordt onze
dagorde als zustergemeenschap sterk bepaald door
de kinderen”, illustreert Princy. “Het ochtendgebed is
reeds om 6.30 u. Vanaf 7.15 u. zijn we bij de kids. Een
Gemeenschap maakt
roeping mogelijk
Op verschillende plaatsen in
Vlaanderen, en ruimer in de wereld,
leven salesianen en zusters in
gemeenschap. Door samen te leven,
te werken en te bidden willen ze
Christus een plaats geven, naar het
voorbeeld van Don Bosco en
Maria Mazzarello. Princy, zuster
van Don Bosco, en Koen, salesiaan,
getuigen openhartig.
12
Het Woord delen
“Die gedragenheid is belangrijk voor het beleven van
mijn roeping. De medezusters helpen mij in het waarmaken ervan. Dat doen ze op vele manieren. Door te
bevestigen, maar ook te confronteren. Door mij te steunen, maar ook door mij aan te spreken. Ieder op haar
manier. Met andere woorden, het is de gemeenschap
die mijn roeping mogelijk maakt.”
gezamenlijk avondgebed hebben we bijvoorbeeld niet.
Je neemt deel aan het avondwoordje in de leefgroep of
sluit de dag individueel af.”
Gevormd door mensen
“Elke gemeenschap heeft haar eigenheid. In de ene
wordt al eens meer gelachen; in de andere is er wat
meer individuele ruimte. Ook de manier waarop het
gebedsleven wordt beleefd, verschilt,” mocht Koen
ervaren, “Een gemeenschap wordt niet gemaakt door
de constituties alleen, maar wordt gedragen door de
concrete mensen. Het is steeds opnieuw samen zoeken
naar manieren om iedereen tot zijn recht te laten komen binnen een gedeelde, salesiaans-christelijke visie.”
“Verschillende personen betekenen verschillende belevingen, visies, achtergronden en temperamenten. De
uitdaging is met andere woorden groot, al is ze zeker
niet onmogelijk. Tijdens mijn noviciaat in het Italiaanse
Pinerelo lukte dit zelfs met 26 jonge medebroeders van
over heel de wereld. Wij groeiden uit tot een hechte gemeenschap. Ondanks het luidruchtige snurken van een
Kroatische medebroeder…”
“Waar mensen samenleven, is het natuurlijk niet elke
dag rozengeur en maneschijn,” vult Princy aan. “We
hebben onder de zusters al eens meningsverschillen.
Het is dan ook wonderlijk dat dit samenleven telkens
opnieuw lukt. Je kiest niet voor elkaar als persoon,
maar je bent wel aan elkaar toevertrouwd. Je bent en
blijft sterk verbonden met elkaar. Je voelt dat. Als een
medezuster weg is, ervaar je een gemis. Als je zelf weg
bent, weet je je gedragen.”
“Ik ben op mijn achttiende gestart in de priesteropleiding van het bisdom. Ik wou nooit in een klooster
gaan, juist wegens het leven in gemeenschap. Nu zou ik
niet meer zonder kunnen. En dan gaat het mij niet over
de mogelijke, praktische voordelen, maar wel over de
steun en houvast die je elkaar biedt in het gebedsleven.
Dat is voor mij de grootste rijkdom.”
“Samen bidden en eucharistie vieren is de basis voor iedere religieuze gemeenschap. Je deelt samen rond het
Woord,” pikt Princy in. “Op dergelijke momenten voel
je wat de medezusters en mij zo aan elkaar bindt, meer
bepaald de keuze voor Jezus Christus. Met de verhalen
van Maria Mazzarello en Don Bosco als inspiratie.”
Geen grenzen
“Die onderlinge verbondenheid gaat verder dan de
muren van de eigen gemeenschap,” stelt Princy. “Op
provinciale bijeenkomsten geef je elkaar steun en bevestiging. Het is dan ook belangrijk die momenten te
hebben. Tijdens mijn noviciaat, met medezusters van
over heel de wereld, mocht ik proeven van een verbondenheid binnen een internationale salesiaanse gemeenschap. Zo is er vandaag zelfs een internationale
facebookgroep voor jonge zusters van Don Bosco.”
“Je maakt deel uit van een wereldcongregatie. Zowel de
vele contacten in het buitenland als de buitenlandse medebroeders in onze eigen gemeenschap verruimen je blik
op de wereld en bieden inspiratie. Dan besef je ook: we
werken allemaal aan eenzelfde project,” vult Koen aan.
“En daar moet je op inzetten, te beginnen in de provincie.
Aanwezig zijn op bijvoorbeeld vieringen, begrafenissen
en bezinningsdagen toont je onderlinge verbondenheid.
Maar samen werken en bidden voor het realiseren van
Don Bosco’s droom doet pas écht grenzen verleggen.”
13
GROEISTOOT | Tekst: Dirk Schoofs Foto's: Dirk Schoofs, eindredactie
Praten over opgroeien en de perikelen daarbij
Op 13 maart van dit jaar werden de Belgische resultaten bekend gemaakt van een wereldwijd drugsonderzoek: de Global Drug Survey. Uit de cijfers van het
WHO bleek dat meer dan de helft van de alcoholgebruikers matige tot zeer ernstige indicaties vertoont
voor problematisch gebruik. En 41,8% van de respondent-studenten heeft cannabis gebruikt in het laatste
jaar, waarvan de helft meer dan vijftig keer. Cijfers om
van wakker te liggen? We vroegen de mening van een
deskundige.
De Vereniging voor Alcohol- en andere Drugsproblemen (VAD) bestaat 32 jaar. Door haar opgebouwde
expertise is de VAD voor de Vlaamse overheid de gesprekspartner bij uitstek. We spraken met de directeur,
Marijs Geirnaert, over hoe zij de trends in alcohol- en
illegale druggebruik interpreteert.
Hogere sfere
nuchter beke
Is er een evolutie op het vlak van
alcohol- en druggebruik?
Over alcohol- en drug
MG: Verslaving is het laatste stadium van een problematisch gebruikspatroon. Het komt erop aan snel in
te grijpen. Gelukkig hebben we weinig met verslaafde
jongeren te maken, maar er zijn wel heel wat jongeren
met problematisch gebruik. In de voorbije tien jaar zijn
de gebruikspatronen gewijzigd. Het alcoholgebruik van
de jongeren tussen 12 en 18 is verminderd. Bij jongeren
onder de 16 is dat zelfs spectaculair gedaald. We hebben nu een wetgeving die veel strikter en duidelijker
is: geen alcohol onder de leeftijd van 16 en geen sterke
drank onder 18. Vooral de groep kinderen tussen 12 en
14 die op familiefeestjes hun eerste glas alcohol dronken, is gedaald. Ouders zijn ervan doordrongen dat alcohol een gevaarlijk product is dat inwerkt op de hersenen en dat je dit dus niet zomaar aan kinderen van die
leeftijd geeft.
Bij de analyse over illegale drugs maken we een onderscheid tussen cannabis en andere illegale drugs. Cannabis is voornamelijk populair bij de groep tussen 16
en 30 jaar. Daar zien we weinig beweging in de cijfers.
De andere illegale drugs worden bij jongeren in het secundair onderwijs bijna niet gebruikt, maar in het uitgaansmilieu wel.
14
Niets dan goed nieuws?
MG: Het slechte nieuws is dat de manier waarop men
middelen gebruikt, is veranderd. We zien de trend dat
jongeren drinken om dronken te worden, niet meer
omdat het sociaal is of omwille van de gezelligheid.
Met alle gevolgen van dien, zoals binge drinking of
comazuipen. Dit gedrag verhoogt het risico. Jongeren
belanden in de spoedafdeling en in zeldzame gevallen overlijden ze als gevolg van zo’n coma. Daarnaast
zijn er een hoop problemen die zich in de marge van
alcoholgebruik bevinden: vandalisme of verkeersslachtoffers, relaties die stuk gaan, financiële problemen,
schoolprestaties die teruglopen… Jongeren die vroeg
beginnen te drinken, lopen bovendien een hoger risico
om dit gedrag op latere leeftijd voort te zetten en dan
ligt de weg wel open naar afhankelijkheid en verslaving. En helaas is hulpverlening een erg langdurig en
moeizaam proces met erg veel herval.
n,
ken
gebruik bij jongeren
Wanneer is volgens u middelengebruik
problematisch?
MG: Voor alcohol zijn er grenzen bepaald. Aanvaardbaar alcoholgebruik is verschillend voor mannen en
voor vrouwen. Voor mannen is dat maximaal 21 drankjes per week, een regulier glas wijn en een normaal glas
sterke drank zijn telkens één eenheid. Liefst moet men
ook twee alcoholvrije dagen per week inbouwen en per
gelegenheid nooit meer dan vijf eenheden gebruiken.
Bij vrouwen hebben we het over 14 glazen per week,
ook twee alcoholvrije dagen en per gelegenheid niet
meer dan drie eenheden. Vrouwen zijn anders van constitutie, kunnen dus veel minder goed tegen alcohol en
lopen veel meer kans op kanker dan mannen.
Bij illegaal druggebruik is de samenstelling van de drugs
nooit gekend. In principe kun je dus van één pil doodgaan
omdat je niet weet wat ze precies bevat. Je weet evenmin hoe het lichaam zal reageren. Elk gebruik van deze
producten is risicovol. Ook hier zien we meer riskante gebruikspatronen opduiken. Men gaat bijvoorbeeld drugs
combineren, wat we polydruggebruik noemen. Vroeger
had je een groep die het hield bij cannabis, terwijl anderen tijdens het uitgaan xtc
gebruikten. Nu merk je dat cocaïne, amfetamine, cannabis en xtc vlotjes circuleren
en dat men het combineert. Een combinatie van producten is bijzonder gevaarlijk
omdat het in sommige gevallen meer dan een optelsom
is. De combinatie van twee verdovende middelen is veel
zwaarder dan de dubbele dosis van één middel. Soms
geeft de combinatie ook conflicten.
Ten slotte zijn er de nieuwe psychoactieve stoffen (nps)
stoffen die worden gemaakt met legale producten. Hier
vertrekt men bijvoorbeeld van meststof voor planten en
leert men via het internet en sociale websites hoe er
drugs van te maken. Daar is de controle helemaal onbestaande. Als hulpverlener en wetgever kom je daarbij
altijd te laat. Dit is in België gelukkig niet zo populair: 1
à 2 % van het druggebruik richt zich tot die producten,
maar op het vlak van volksgezondheid en risico’s zijn
die bijzonder gevaarlijk.
Scholen ontraden uiteraard druggebruik en
hebben contacten met hulpverlening, met
wisselend succes. Dealers worden meestal
onmiddellijk aan de deur gezet. Soms is de
grens tussen dealers en jongeren die drugs
delen smalletjes. Hoe denkt u daarover?
MG: Het hangt met zoveel zaken samen. Wat is de problematiek van een deler/dealer? Vaak zijn er al een aantal persoonlijke problemen aan gekoppeld van moeilijk
gedrag op school en dat moet mee de evaluatie bepalen. Soms kun je zo’n jongeren via een begeleidingstraject nog helpen. Mijn advies is dat de school nagaat
hoe groot de overlast is die ze van deze leerling ervaart.
Kunnen we hem of haar nog een begeleidingstraject
geven of moet de leerling op een andere school een
nieuwe kans krijgen? In hoever brengt zo’n jongere de
veiligheid van anderen in gevaar? Bij professionele dealers heb je geen keuze, die zijn een gevaar, punt. Gaat
het om tussengevallen, dan zou ik eerder aanraden om
toch een begeleidingstraject op te starten. Als je tijdens
dit traject merkt dat de jongere zijn gedrag niet wenst
te wijzigen, heb je nog steeds een stok achter de deur.
15
BROODJE CURSIEF | Tekst: Lieve Pinxten Foto: Eindredactie
Luchtig cursiefje vanuit het dagelijks leven
Ze is lang en smal en snel. Correctie. Ze was snel. Dat is
niet langer zo. Iets heeft gemaakt dat ze is stilgevallen,
dat ze niet meer loopt, dat ze niet meer op tijd komt, dat
ze niet langer lacht.
Naar school komen is een opgave geworden, de regels
respecteren lukt niet langer. Alles valt haar zwaar. Dat is
ook wat haar ouders ondervinden. Hun vrolijke, sportieve
dochter komt thuis van school, ploft in de zetel en blijft
daar hangen. Tot zij haar er bijna letterlijk uit plukken.
Ze komt nu nagenoeg iedere ochtend te laat. Haar
mama en papa zijn het huis al uit als zij naar school moet
vertrekken. Ze blijven roepen, porren, trekken en sleuren om haar aan de ontbijttafel te krijgen, en dan maar
hopen dat de boterham verorberd zal zijn tegen de tijd
dat ze haar schoenen moet gaan zoeken. Niet dus. Ze
slentert de dag in, fietst op een sukkeldrafje naar school
en komt daar ver na het belsignaal aangesloft. Ze is nu
al doodop en de dag moet nog beginnen. Ze slaagt er
bovendien ook nog eens feilloos in om bij dit alles een
zekere arrogantie tentoon te spreiden en haar gezicht
De grens
ver leggen
of verleggen?
nog langer te maken dan het al is. Tegen de tijd dat haar
verlate aankomst in haar agenda genoteerd staat, heeft
ze het voltallige secretariaat al helemaal op de kast. En
als het even echt tegenzit, meteen ook elke leerkracht
die toevallig in de gang passeert.
Het hoeft geen betoog dat zo’n soort exuberant gedrag
op een klassenraad niet onopgemerkt passeert. Dat kind
gaat gretig en duchtig over de tongen en het spreekt
voor zich dat er na afzienbare tijd ontegensprekelijk
een duidelijk gevolg moet gegeven worden aan zoveel
dwars gemanoeuvreer. Vooral het recidief karakter haalt
iedereen het bloed van onder de nagels. Een volgkaart is
het onafwendbaar verdere verhaal.
En zo komt ze dus in mijn bureau terecht. Stug, bokkig, ongenaakbaar, nors. Ik controleer de volgkaart van
de eerste week. Catastrofaal… Geen enkele dag op tijd
maar wel plus over de hele lijn bij de twee strengste leerkrachten die ze heeft. Ik frons mijn wenkbrauwen en
vraag om uitleg, terwijl ik haar tegelijkertijd prijs voor
het feit dat ze het net bij die twee klaarspeelt om volledig in orde te zijn. “Die laten me zijn wie ik ben.” En
voor het eerst een flauw glimlachje. Ik smelt maar ik laat
niets merken. Ik eis verbetering voor de volgende week.
Die komt er onder de vorm van twee van de vijf dagen
op tijd. De rest van de volgkaart blijft redelijk rampzalig.
Haar moeder weet het allang niet meer. Zij vreest voor
verdere sancties, een verbod zelfs om zich volgend jaar
nog te mogen inschrijven… Zij antwoordt laconiek: “Mevrouw Pinxten zet mij niet buiten.” Ik zie de vertwijfeling
in de ogen van mama en mijn ogen worden vochtig.
Bij die wekelijkse controle van de volgkaart zie ik haar
vooruitgang maken, haar best doen. Elke afspraak die ik
met haar maak, komt ze na. Ze staat nog voor ik er zelf
ben, aan mijn deur en samen halen we vijf dagen op vijf
op tijd. Ze wordt weer groter en ze glundert.
Gelukkig is er dit jaar de stempel met de pluim. Ik hanteer hem enthousiast en knal een groot aantal pluimen
op de kaart. Er ontsnapt haar een hoog, ondeugend
lachje. Een lachje dat zegt: “Mevrouw toch, wat doet u
nu?” Als ik aan dat moment terugdenk, dan word ik helemaal warm. Mevrouw toch…
16
Tekst en foto: Jeugddienst Don Bosco vzw
| SPROKKEL
Ieder jaar trekt Jeugddienst Don Bosco in de paasvakantie met een groep jongeren naar Turijn, de bakermat van Don Bosco’s werk. Ook dit jaar vertrok er een
kleine, maar o zo fijne, groep van twaalf jongeren en
een aantal begeleiders: allen klaar om Don Bosco te
ontmoeten, in Turijn en bij elkaar.
Knikkende knieën, een beetje onwennig, spanning voor
wat komen gaat. Amper een uurtje later een heel ander
tafereel: lachende gezichten, arm in arm hangende en
dansende jongeren, gezelligheid troef met een hapje
en een drankje… Het ijs is gebroken, iedereen is klaar
om naar Turijn te vertrekken!
Don Bosco ontmoeten
Met Jeugddienst Don Bosco naar Turijn
We mogen logeren op amper enkele meters van de
plaats waar Don Bosco werd geboren en zijn jeugdjaren doorbracht. De eerste dag verkennen we Giovanni’s
jeugdjaren vanuit de droom die de oorsprong vormde
voor zijn latere levenswerk. Met een gezellige gezelschapsspelletjesavond sluiten we de eerste dag af.
De tweede dag trekken we onze wandelschoenen aan
om de hele weg vanaf de Becchi over Morialdo naar
Mondonio te voet af te leggen. Tijdens deze mooie
wandeling onder een stralende zon maken we vooral
kennis met het leven van Dominiek Savio, de beroemde
leerling van Don Bosco. In de namiddag verstoren we
de siësta van de bevolking in Castelnuovo om op een
speelse manier de plaats te bezoeken waar Don Bosco
lagere school liep. ’s Avonds spelen we verder in een
avondspel waar de jongeren het opnemen tegen de begeleiding: een soort ‘één tegen allen’ met ook nog een
mol in het spel!
En we blijven spelenderwijs Don Bosco ontdekken. Op
de derde dag brengt een stadsspel in Chieri ons verder
door de studentenjaren van Don Bosco en bezoeken we
de grootstad Turijn: het magnifieke panorama van de
Mole Antonelliana, een bezoek aan het filmmuseum,
een heerlijke picknick bij ondergaande zon op de Su-
perga, een heuvel aan de rand van de stad. We maken
een tussenstop aan de rivier Po om de dag neer te leggen bij een overheerlijk Italiaans ijsje.
De volgende dag verkennen we het leven van Maria
Mazzarello, de vrouw in wie Don Bosco de figuur zag om
voor de meisjes te doen wat hij voor zijn jongens deed.
We bezoeken de plekken waar zij leefde en werkte, maken het even stil op de Valponasca en maken een lentewandeling door de wijngaarden. En voor we het goed en
wel beseffen, dient de laatste avond zich al aan. Er wordt
gelachen, gedanst, geknuffeld, gespeeld, gequizd…
Op de laatste dag van de reis bezoeken we Valdocco,
de plaats waar Don Bosco zijn levenswerk startte en het
uitbreidde over de hele wereld. We sluiten de dag en de
reis af met een stemmige viering in de Pinardikapel. Een
nachtelijke reis brengt ons met onze beide voeten terug
op Belgische bodem – maar ons hart, dat zit nog steeds
bij Don Bosco en bij elkaar!
Volgend jaar vindt de Turijnreis van Jeugddienst
Don Bosco plaats van 11 tot 17 april.
Meer info: www.jeugddienstdonbosco.be
17
DE SPREEKSTOEL | Tekst en foto’s: Mark Den Haerynck
Voor wie spreekt van uit salesiaanse
verantwoordelijkheid
Wie is die man?
Je hebt mensen die zich graag laten opmerken,
die de spotlights zelfs opzoeken en meestal op
de eerste rij staan. Anderen zijn vooral backstage actief, doen hun werk onopvallend en
laten de bloemen door anderen uitdelen. Jan
Crabeels hoort thuis bij die laatsten. Hij is directeur van de Basisschool Don Bosco Halle, maar
kandideren voor die functie zou hij nooit gedaan
hebben, mocht niet iemand anders zijn capaciteiten doorzien en hem gestimuleerd hebben.
Dat Jan een moment in de spreekstoel van Don
Bosco Vlaanderen kwam zitten, vroeg ook enige
overredingskracht.
De prille jeugdjaren van Jan liggen in Congo, waar hij
in 1958 zijn eerste kreten liet horen in Leopoldstad. Het
land koloniseren was voor hem niet weggelegd want
bij de opstand in 1960 kwam het gezin Crabeels terug
naar België. Vader gaf als licentiaat economie les op de
missiepost van Scheut en vond een nieuwe werkplek in
Waregem. Na zijn humaniora in het Sint-Amandscollege werd Jan zonder veel inspraak ingeschreven in SintThomas voor een onderwijzersopleiding, maar meester
Jan kon er zich niet volledig in vinden. De creatieve vermogens prikkelden toen al, en tekenen was zijn hobby.
Hij trok naar Sint-Lucas in Gent voor een regentaatsopleiding plastische opvoeding. In die beginjaren in het
Met de nodige
humor kleur
geven aan
de school
Aan tafel bij Jan Crabeels,
algemeen directeur
Basisschool van Halle
onderwijs sprokkelde hij uren in scholen te Kortrijk en
Harelbeke, en was hij zelfs een korte tijd verkoper in
een Bata-schoenwinkel. Het is zijn vrijetijdsengagement
bij de taalkampen dat hem via Hugo D’hoker en Walter Duprez in Don Bosco Halle deed belanden. In 1983
kreeg hij er een fulltime opdracht plastische opvoeding
in alle klassen van de eerste graad. Van toen af verdween Don Bosco niet meer uit zijn leven.
18
De overstap
Jan deed de niet zo natuurlijke overstap van het secundair naar het lager onderwijs. Vanzelfsprekend is dat
niet, maar naar eigen zeggen zit het bij hem in de genen
om zich te laten uitdagen. In 2006 nam hij met gemengde gevoelens de fakkel van het directeurschap over, met
enerzijds de fierheid om zich te kunnen bewijzen, maar
niettemin met een klein hart. Hij stelde weinig verwachtingen voorop en door omstandigheden kreeg hij maar
een beperkte voorbereidingstijd. Het team kende hij
niet, alles was nieuw, maar het positieve van het hele
verhaal waren de open kansen voor hem en het team.
Na acht jaar beleidsvoering vindt Jan zijn opdracht tof
en dat heeft te maken met de kansen die hij kreeg om
zelfstandig en in gedeelde verantwoordelijkheid met
het Don Bosco Onderwijscentrum gestimuleerd zijn
werk te doen. De dagelijkse werking is in een lagere
school anders dan wat hij voorheen kende. De administratieve ondersteuning is beperkt en blijft onderbezet,
en een leerkracht die ziek uitvalt is al helemaal een probleem want hoe vang je de klas op? De sterkte en de
kracht van de dagelijkse werking hangt dus af van de
draagkracht van het team en voor dat onderwijsteam
heeft Jan heel wat lovende woorden. Als algemeen directeur heeft hij de medewerking van Reinhilde die het
pedagogisch luik voor haar rekening neemt. Door hun
vlotte samenwerking en uitwisseling zijn ze als communicerende vaten. En toch, je staat soms in de wind, want
als je de eindverantwoordelijkheid draagt en er loopt
iets mis, ben jij het enige mikpunt. Als kapitein op het
schip ben je de eerste en de laatste, en gelukkig beseft
Jan dat die consequenties zijn eigen draagkracht niet
mogen overschrijden.
Eigen stijl
Ondertussen weten de collega’s dat Jan met de nodige
humor het leven op school kleur en klank geeft. Ook
letterlijk brengt hij kleur op school, want met zijn harmonie voor kleuren kregen klassen en gangen al een
flinke opfrisbeurt. Jan is een opendeurdirecteur, met
een open geest en bereikbaar. Die eigen stijl maakt hem
tot een toegankelijk man, iemand die zijn mening geeft
en geen mensen wegstuurt in onduidelijkheid. Wie met
een vraag naar Jan toestapt, krijgt een antwoord, beargumenteerd met feiten. Zijn antwoorden zijn geen
losse flodders en met enig doorzicht in mensen brengt
zijn humor vaak rust in de groep. Jan heeft een natuurlijke aanleg om te relativeren en knopen door te hakken, zoals hij ook de juiste mensen tracht te detecteren
om de kar te trekken van nieuwe ideeën en initiatieven
die worden gelanceerd. Het is gebruik maken van de
sterkten van je collega’s.
Iets raar
In een Don Boscoschool mag de vraag naar de eigen
accenten van het pedagogisch project niet ontbreken.
Dat effect en de weerslag op de schoolwerking is echter niet meetbaar en mathematisch te becijferen, maar
het is als een zuurdesem die alles doordringt en beïnvloedt. Jan noemt het daarom iets raar, waarvan je de
feitelijkheid ervaart wanneer een interim vraagt om in
de school te mogen terugkomen. Er zijn de ouders en
oud-leerlingen die de barometer van hartelijkheid en
een open ingesteldheid aanwijzen. En waar heb je meer
deugd aan dan aan mensen die je ziet openbloeien en
zich goed in hun vel voelen? En dat is ook de kracht
van een team, jonge leerkrachten nemen over wat de
ouderen voorleven.
Met de tijd mee
Van scholen wordt vaak veel verwacht, maar de daad
volgt niet altijd de droom. Een gezond financieel beleid
zorgt ervoor dat er binnenkort een nieuwbouw staat,
een droom van jaren. De centen zijn er en de bouwvergunning is in orde. De eerstesteenlegging volgt spoedig. Vernieuwing gebeurt echter elke dag op de werkvloer van het klasgebeuren. Op drie lokalen na werkt
elke klas met een ‘activboard’, een digitale versie van
een gewoon schrijfbord met heel veel mogelijkheden.
Zonder veel bijscholing doet iedereen mee. Jan ondersteunde die visie en bezorgde daarom elke juf en meester een laptop. Het digitale tijdperk is begonnen en het
zijn de kleinsten die grote stappen zetten. Niemand zal
betwijfelen dat de prikkels voor een voortdurende vernieuwing door hun directeur worden gegeven.
Is hij dan nooit moe? Jan heeft een vluchtheuvel, want
thuis heeft hij een eigen ruimte voor zijn hobby: juwelen maken – en dat doet hij met passie. Daarvoor
volgde hij aan de academie een opleiding en die hobby
is ondertussen een eigen leven gaan leiden. Misschien
mogen we hem daarom wel een directeur-kunstenaar
noemen.
19
DE BOEKENPLANK | Tekst: Patricia Segers Foto’s: Centrale Propaganda
Leer Don Bosco kennen
tijdens de vakantie!
Loop naar de pomp!
Wil je via mooie verhalen meer vernemen over Don Bosco? De Oostenrijkse schrijfster Lene Mayer-Skumanz
leert ons deze boeiende jeugdheilige
kennen in 21 verrassende gebeurtenissen, opgegraven na geduldig onderzoek vanuit nieuwe invalshoeken.
Ze legt het geheim bloot waarom
N35
Don Bosco erin slaagt – ook nu nog
€ 10,00
– jongeren voor zijn idealen warm te
(+ € 3,00 port)
maken.
Auteur: Lene Mayer-Skumanz
128 blz.; 14,7 x 20,9 cm
Genaaid, hardcover.
Don Boscostrip
N36
€ 15,00
De meest gelezen religieuze strip in
Vlaanderen! Hoeveel volwassen Vlamingen hebben niet de beroemde
Don Boscostrip van Jijé – ‘Don Bosco
Robbedoes’ – verslonden! Deze dubbeldikke strip – een zesde, gedigitaliseerde herdruk! – zal je tot de 110de
bladzijde boeien.
(+ € 3,00 port)
Duo-pack: N36 + N65:
Grijp je kans!
Betaal voor
beide boeken samen:
€ 17,50 (+ € 5,00 port)
20
Bestellingen tijdens
de maanden juli en
augustus genieten 10%
korting boven op de
normale verkoopprijs.
“Da mihi animas…” –
Keuzes en bezieling in het
leven van Don Bosco
Vanuit de bekommernissen en uitdagingen van onze tijd geeft Colette Schaumont een eigen kijk op het
leven en werk van de dynamische
man en priester-opvoeder Don Bosco. Dit boek schetst zijn leven op baN86
sis van de keuzes die hij maakte en
€ 14,00
de bezieling die hem daarbij dreef.
(+ € 3,00 port)
Het typeert hem in zijn menselijkheid als
kind van zijn tijd, getekend door zijn persoonlijke ervaringen met een eigen temperament, met
zijn gaven en gebreken, worstelend met vele uitdagingen en problemen. We herontdekken een Jan Bosco die
ook vandaag een gids en inspiratiebron kan zijn voor
ieder die gelooft in jongeren en met hen op weg wil
gaan.
Auteur: Colette Schaumont
Waar de droom begon –
Een bezinnende tocht in de voetsporen
van Don Bosco
Het doet deugd langs dit rijk geïllustreerde boek kennis te maken met de
Becchi (Giovanni Bosco’s geboorteplek),
met Chieri, waar Giovanni studeerde en
seminarie liep, met Valdocco, de stadswijk in Turijn waar hij als priester zijn
opvoedingswerk uitbouwde. Wie Don
Bosco’s drukke leven kent, weet dat al
N65
die plaatsen ons veel te vertellen heb€ 12,50
(+ € 3,00 port)
ben. Laat je meevoeren in dit brede kijkboek met
zijn bladvullende foto’s en zijn originele teksten.
Auteur: Daniël Federspiel, e.a.
Vertaling: Marc Dedapper
96 blz.; 25 x 19 cm (liggend)
Gebonden, softcover.
Tekst en foto's: Eindredactie
| SPROKKEL
Godzijdank een menselijk verhaal
Een nieuwe uitgave van Don Bosco Vorming & Animatie
De grote verhalen uit het evangelie staan in ons collectieve geheugen gegrift, maar vaak lijken ze wel tot een
andere wereld te behoren. Voor velen sluiten ze niet
aan bij het dagelijkse leven. In Godzijdank een menselijk verhaal wil Piet Stienaers juist het tegengestelde illustreren: naast een getuigenis over Jezus Christus is het
evangelie ook de neerslag van de menselijke worsteling
met het bestaan. Het gaat over mensen die hopen en
liefhebben, die lijden en gelukkig zijn, die slagen en
mislukken.
In deze uitgave herleest Piet Stienaers veertig evangelieverhalen vanuit deze insteek, zodat ze voor de lezer
een uitnodiging worden om na te denken over het eigen bestaan en om bewuster met de werkelijkheid om
te gaan. Een stuk pretentieloze wijsheid opgebouwd
tijdens een jarenlang en veelzijdig salesiaans engagement vindt er zijn weerslag.
De teksten van het boek kunnen op vele momenten
gebruikt worden: voor persoonlijke lectuur, als start
van een vergadering, tijdens een bezinning, gebedsmoment, lectio divina of viering, bij een retraite, in de
veertigdagentijd…
De foto’s van Roel Verleyen brengen een tweede, dit
maal visuele interpretatie van de evangelische boodschap. De dialoog tussen tekst en foto’s verleent een
meerwaarde aan het geheel.
Godzijdank een
menselijk verhaal
Teksten Piet Stienaers
Zo plaatst hij spiritualiteit in de realiteit van het leven,
een bron van inspiratie bij het wel en wee van het bestaan.
Fotografie Roel Verleyen
Don Bosco Vorming & Animatie
Godzijdank een menselijk verhaal
verschijnt op 15 augustus 2014 en kan aan € 18
besteld worden bij Don Bosco Vorming & Animatie:
[email protected].
Don Bosco en de Bijbel
in het jubeljaar
Don Bosco 200
Ook tijdens het jubeljaar zal er elke week een bijdrage
verschijnen over Don Bosco en de Bijbel. Er zijn telkens zes onderdelen: de tekst: het evangelie van de
komende zon- of feestdag; uitnodiging om het Woord
in stilte te laten binnenkomen; enkele elementen van
wat Don Bosco in zijn tijd over die tekst zei; een hedendaagse salesiaanse lezing van de tekst; enkele vragen
tot actualisatie in eigen leven en een salesiaans gebed.
Deze bijdragen zullen verschijnen op de websites
www.donbosco.be en www.bartimeus.be (bezinningen). Ze zullen een week voor de zon- of feestdag gepubliceerd worden, zodat ze kunnen gebruikt worden
voor een woordje, homilie, meditatie, bezinning, gebedsmoment…
21
VERBONDEN | Tekst: Eric Joris Foto's: Eindredactie
De link tussen Noord- en Zuidwerking
Het Majes-Siguas project is niet zonder controverse. De
afgelopen jaren werden de bouwwerken voor de dam
stilgelegd na botsingen met bewoners uit het naburige
departement Espinar, die hun watervoorraden meer en
meer onder druk zien staan. De bevolking van Espinar
eiste een diepgaand onderzoek naar de impact van
deze bouwprojecten op de watervoorziening van hun
gebied. De zaak ging helemaal tot het Grondwettelijk
Hof. Eind 2013 kwam van daaruit toch groen licht voor
de tweede bouwfase, die dit jaar van start zal gaan.
Die beslissing zal zeker ook gevolgen hebben voor el
Pedregal, het stedelijke centrum van het Majes irrigatieproject, dat uit zijn voegen dreigt te barsten.
Volksverhuizing
Het uitgebreid irrigatiesysteem
dat de overheid de afgelopen
decennia heeft aangelegd na
de bouw van de Condoromadam in de jaren 1970, en dat
de hoogvlakte van Majes omtoverde tot een vruchtbaar
landbouwgebied, bracht een
ware volksverhuizing op gang,
vooral uit Arequipa, de hoofdstad van de gelijknamige regio.
De verpauperde bevolking, samengepakt in sloppenwijken,
zag haar kans schoon om een
nieuw bestaan op te bouwen
in el Pedregal. Op veertien jaar
tijd groeide de bevolking van
de nederzetting uit tot niet
minder dan 70.000 zielen! Fase
twee van het damproject zal
allicht een nieuwe toeloop op
gang brengen van mensen op
zoek naar een beter leven.
Ik spreek in el Pedregal onder meer met de tiener Amaro.
Hij vertelt hoe zijn familie drie jaar geleden de grote
22
De transform
tocht naar het beloofde land
heeft gemaakt. Net als elke andere nieuwe bewoner bestond
hun eerste daad in het afbakenen van het aan hen toegewezen stuk land. Een haast magisch moment: voor het eerst in
generaties had de familie van
Amaro iets in haar bezit. Niet
dat hun woonst veel voorstelt,
maar tóch vindt Amaro dat
het leven van zijn familie erop
vooruit is gegaan. In Arequipa
trachtte de jongen zijn kost bij
elkaar te scharrelen door te bedelen en door het plegen van
kleine diefstallen. Nu volgt hij
een drie maanden durende
opleiding tuinbouw in de lokale salesiaanse beroepsschool.
Vele stedelingen die naar el Pedregal komen, hebben immers
geen kennis van of ervaring
met land- of tuinbouw.
Los van de problemen die het omstreden damproject
veroorzaakt, zag de Don Boscogemeenschap in Are-
Het district Majes, in het departement Arequipa in het zuiden van Peru, vormde tot vijftien
jaar geleden een bijzonder dor woestijngebied. Maar sindsdien heeft de streek een ware
transformatie ondergaan. Door grootscheepse
overheidsinvesteringen in de bouw van een
dam en irrigatiewerken is te midden van deze
uitgestrekte woestenij een grote, groene oase
ontstaan, toegelegd op exportgerichte landbouw.
atie van Majes
quipa een opdracht in de toestroom van ongeletterde
jongeren en in 2000 richtten de salesianen in de nieuwe
provinciehoofdstad een beroepsschool op. De werk­
omstandigheden waren uiterst moeilijk en er waren
aanvankelijk totaal geen voorzieningen. In een eerste
fase verbleven de onderwijzers in containers die men
had aangevoerd. De hitte veranderde deze primitieve
behuizing in ware sauna’s terwijl men tijdens de koude nachten lag te klappertanden. Door deze extreme
werkomstandigheden vonden de salesianen amper
leerkrachten om er onderricht te komen geven. Ondertussen hebben de salesianen ateliers gebouwd waar
verschillende beroepsopleidingen worden gegeven, en
voor de leerkrachten en de vrijwilligers van het project
werd een huisje gebouwd. Iedereen heeft nu zijn eigen
kamer.
Explosieve groei
De school kent onder de nieuwe omstandigheden een
explosieve groei. Momenteel volgen 250 leerlingen een
twee jaar durende opleiding. Ze kunnen kiezen tussen
lassen, metselen of de mechanica van landbouwmachines, opleidingen die specifiek gericht zijn op een stad
die zich ontwikkelt in een agrarische regio.
De meeste jongeren in el Pedregal hebben echter niet
de voorkennis, noch de financiële mogelijkheden om
twee jaar te studeren.
Hun eerste zorg is namelijk samen met het gezin werken op het veld.
Daarom hebben de salesianen recent besloten
om ook in te zetten op
kortlopende en praktijkgerichte modules. Want
de meeste van deze jongeren hebben de lagere school
niet kunnen afwerken. De korte opleidingen geven de
jongeren een basisopleiding in land- of tuinbouwtechnieken, metselen, klein onderhoud van landbouwmachines… Sinds kort doen een groeiend aantal boeren
namelijk ook aan veeteelt. Deze korte opleidingen vergroten de kans van de leerlingen om snel werk te vinden in de agriculturele sector of in de bouwnijverheid.
Nood aan financiële ademruimte
De school in el Pedregal is de enige school in de wijde
omgeving die technisch en beroepsonderwijs aanbiedt.
Het voordeel is dat de jongeren na hun opleiding gemakkelijk werk vinden dicht bij huis.
Elke nieuw gecreëerde mogelijkheid bezorgt de salesianen ook nieuwe kopzorgen. De korte opleidingsmodules beantwoorden aan een duidelijke nood, maar
zorgen er ook voor dat de school opnieuw gebrek aan
ruimte en opleidingsmateriaal heeft. De salesiaanse gemeenschap probeert de klaslokalen en het didactisch
materiaal optimaal te benutten door de leerlingen in
groepen op te delen. Sommigen hebben ’s ochtends
vroeg les, anderen in de namiddag en nog anderen
’s avonds. Jammer genoeg blijkt deze oplossing niet
meer te volstaan. De beroepsschool in el Pedregal heeft
dringend financiële ademruimte nodig.
De salesianen zijn vastbesloten om jongeren zoals Amaro
en de volgende generaties een kans te bieden op een
menswaardig leven. Dankzij hun doorzettingsvermogen en uw solidariteit kunnen we ervoor zorgen dat de
transformatie van Majes de bevolking ten goede komt.
23
RUGGESPRAAK | Tekst: Firmin Vanspauwen Foto: Bruce Montgomery
Grenzen verleggen is in deze tijd
cool en hot tegelijk.
Extreme sporten en games zijn in.
Aan extreme sporters
wordt, in interviews,
niet gevraagd óf maar wel
hoe dikwijls botten gebroken werden.
Grenzen worden helaas ook verlegd
naar een negatieve limiet.
Roekeloos rijgedrag, zinloos geweld,
extreem misbruik van genotsmiddelen…
zijn er voorbeelden van.
Toch moeten grenzen verlegd worden,
zo niet is er geen vooruitgang.
Als Columbus de veilige haven
niet was uitgevaren,
als denkers en wetenschappers
de grenzen van kennis en wetenschap
niet hadden opgezocht,
dan zou de wereld vandaag
er helemaal anders uitzien.
Om grenzen te verleggen moeten we ze soms
met berekend risico overschrijden.
De zomervakantie biedt jongeren
hiervoor tijd en ruimte.
Sporten, inzet op speelpleinen, reizen,
op kamp gaan met de jeugdvereniging,
samen zijn met vrienden of met het gezin…
bieden uitstekende gelegenheden
om op zoek te gaan naar de positieve limiet.
Verleg
je grenzen
24
Prettige vakantie!