Lees het volledige Memorandum 2014 van Stichting tegen Kanker hier

Stichting tegen Kanker | 2014
1
Stichting tegen Kanker | 2014
2
INHOUDSTAFEL
I. SAMENVATTING ............................................................................................................................... 5
II. ONDERZOEK, INNOVATIE EN SNELLE TOEGANG TOT INNOVERENDE BEHANDELINGEN ................ 7
III. INVESTEREN IN PRIMAIRE EN SECUNDAIRE PREVENTIE .............................................................. 10
IV. EEN GECONTROLEERDE ZORGKWALITEIT OVERAL, MET EXCELLENCE CENTERS VOOR
“GESPECIALISEERDE VERZORGING” .................................................................................................. 11
V. INVESTEREN IN DE OMKADERING VAN AMBULANTE VERZORGING ............................................ 13
VI. INVESTEREN IN DE PERIODE NA KANKER ..................................................................................... 14
Bibliografie ........................................................................................................................................ 17
Stichting tegen Kanker | 2014
3
Stichting tegen Kanker | 2014
4
I. SAMENVATTING
De realiteit rond kanker verandert constant en razendsnel.
Als wij het onderzoek doeltreffend willen ondersteunen, de zorgkwaliteit verbeteren, de
levenskwaliteit van de zieken bevorderen en preventie promoten, dan volgt hier een lijst met de
belangrijkste uitdagingen die volgens Stichting tegen Kanker dringend moeten aangepakt worden:
Omdat wetenschappelijk onderzoek aan de oorsprong ligt van de vooruitgang die behandelingen
nog doeltreffender maakt, de levenskwaliteit van de zieken verbetert en een correcte preventie
toelaat, en omdat de kennis over kanker elke dag uitgebreider en complexer wordt, is het absoluut
noodzakelijk om:




Het zuiver academisch onderzoek beter te financieren en dit bovendien in alle openheid.
QUICK WIN: Het volledig transparant maken van de verschillende beschikbare
financieringsbronnen om een betere samenwerking tussen publieke en private actoren
mogelijk te maken en het werk van onderzoekers te vergemakkelijken
De implementatie te bevorderen van translationeel academisch onderzoek.
De praktische exploitatie van het onderzoekspotentieel van het tumorgenoom in het
ziekenhuis te bevorderen.
Te zorgen voor een wettelijk kader dat het werk van de onderzoekers stimuleert.
QUICK WIN: Op korte termijn moet vermeden worden dat een te restrictieve wetgeving
het optimale gebruik van biobanken in de weg staat (U vindt in dat verband op pagina 8 een
oproep aan de overheden getekend door verscheidene vermaarde Belgische
wetenschappers)
Omdat in ons land een man op drie en een vrouw op vier een kanker zullen ontwikkelen, moet
preventie een essentiële bekommernis zijn voor de overheden en het grote publiek. Wij vragen dat
strikte maatregelen genomen worden om de effecten van onmiskenbare risicofactoren te
beperken en kanker in een vroegtijdig stadium op te sporen:



QUICK WINs op het gebied van tabak, betrokken bij 30% van de kankergevallen in België:
o De fikse verhoging van de accijnzen op pakjes sigaretten en vooral op roltabak.
o De verplichting om het nummer van Tabakstop op alle pakjes roltabak te vermelden.
o Waarborgen rond de financiering door de overheid van de dienst Tabakstop in het
kader van de implementatie van de 6e staatshervorming.
Een verstrenging van de wetgeving rond zonnebanken en de controle op de toepassing
ervan.
Aanhoudende inspanningen, om de bevolking bewust te maken van de bestaansreden van
georganiseerde screeningsprogramma’s en hen aan te sporen massaal deel te nemen aan
deze programma’s, onder voorbehoud dat het gaat om aanbevelingen die steunen op
geactualiseerde good practices. Inspanning die artsen (huisartsen en specialisten) stimuleren
opdat ze hun patiënten daartoe duidelijk zouden aanmoedigen.
Omdat men in ons land jaarlijks meer dan 60 000 nieuwe kankergevallen vaststelt, en omdat elk
van deze zieken recht heeft op kwaliteitszorg, vragen wij dat:

De kwaliteit van de oncologische verzorging voor elk type kanker onderworpen wordt aan
een georganiseerde monitoring, gebaseerd op gevalideerde kwaliteitsindicatoren die
identiek zijn voor het hele land. Bij die kwaliteitsindicatoren moet men er onder meer op
toezien dat de wachttijden tussen de diagnose en de behandelingen zo kort mogelijk zijn.
Stichting tegen Kanker | 2014
5



Elk kankercentrum een erkenning krijgt per type kanker op basis van kwaliteitsindicatoren en
dat de lijst met erkende centra openbaar wordt gemaakt.
Netwerken tussen verschillende ziekenhuizen gestimuleerd worden zodat ieder individu, zo
dicht mogelijk bij huis, kan genieten van bepaalde zorgen en vervolgconsultaties, met het
akkoord van de gespecialiseerde teams in de erkende centra.
De verzorging van zeldzame kankergevallen en de meest complexe behandelingen
gegroepeerd worden in enkele nationale of regionale “excellence centers” en dat de lijst met
die centra voor iedereen toegankelijk is.
Omdat kanker steeds vaker op lange termijn moet behandeld worden, als een chronische ziekte,
vragen wij dat bij de organisatie van de zorg meer rekening gehouden wordt met thuisverzorging,
onder meer door:



De verschillen in terugbetaling voor identieke prestaties in het ziekenhuis en thuis weg te
werken (enterale/parenterale voeding, pijnstillers …).
De terugbetaling van nachtoppas te organiseren.
QUICK WIN:
Een billijke en vereenvoudigde terugbetaling van de vervoerskosten
thuis/ziekenhuis.
Omdat vandaag zowat twee zieken op drie genezen of een langdurig herstel kennen, willen wij dat
de “na-kankerperiode” niet gewoon een kwestie is van “overleven”, maar wel van een zo normaal
mogelijk leven. Dat betekent:





Individuele aanpassingen om de beroepsactiviteit te blijven uitoefenen tijdens en na de
ziekte.
QUICK WIN: Beginnen met het toepassen van de gecoördineerde wet van 13 juli 2006
De bescherming van patiënten en ex-patiënten op juridisch vlak (verzekeringen, hypothecaire
leningen …).
Een verbeterde terugbetaling van chirurgische reconstructie-ingrepen en revalidatiesessies.
De mogelijkheden tot psycho emotionele ondersteuning uitbreiden tot de jaren die volgen
op de behandeling.
De mogelijkheden tot fysieke revalidatie d.m.v. gestructureerde sportprogramma’s
Stichting tegen Kanker | 2014
6
II. ONDERZOEK, INNOVATIE EN SNELLE TOEGANG TOT INNOVERENDE
BEHANDELINGEN
Stichting tegen Kanker vraagt uw partij om dringend alle maatregelen te nemen die vereist zijn om
de overheidsfinanciering van wetenschappelijk onderzoek te waarborgen, transparante
selectieprocedures te garanderen, een juridisch kader te scheppen dat vooruitgang in onderzoek
bevordert en snelle toegang tot innoverende behandelingen mogelijk te maken.
Onderzoek is absoluut noodzakelijk, zowel om de doeltreffendheid van de behandelingen te
verbeteren als om de neveneffecten ervan te beperken. Daarom is het voor Stichting tegen Kanker
een prioriteit om academisch wetenschappelijk onderzoek te financieren. Een missie die wij al 90 jaar
lang consequent volbrengen. Dit jaar nog hebben we een nieuwe aanbesteding gelanceerd voor een
totaal van 13,5 miljoen euro. Daarnaast, heeft Stichting tegen Kanker beslist om haar steun aan
onderzoekers nog verder te verhogen door, in 2014 voor de eerste keer, zeer gespecialiseerde
mandaten voor te stellen aan artsen/clinici in het bezit van een doctoraat. . Zo kunnen zij een
aanzienlijk deel van hun tijd (50%) besteden aan academisch onderzoek, en dit voor een periode van
5 of 10 jaar.
Belgische onderzoekers staan momenteel vooraan in het peloton op internationaal vlak, zowel in
fundamenteel als translationeel en klinisch onderzoek. Maar ze zullen die benijdenswaardige positie
niet lang bewaren als de overheidsfinanciering voor onderzoek niet snel opnieuw op gang komt. Er
zijn decennia nodig om dit intellectuele patrimonium op te bouwen, maar die knowhow kan op
enkele jaren wegsmelten als de inspanningen niet volgen. Naast de financiële aspecten heeft
onderzoek in ons land ook een behoefte aan organisatie en transparantie. Om ervoor te zorgen dat
de onderzoekers niet te veel tijd verliezen aan administratieve rompslomp, moeten ze weten wie wat
financiert en op basis van welke criteria. En het volstaat niet dat elke financier beschikt over strikte
en rechtvaardige selectieprocedures bij de onderzoeksprojecten, men moet in dit domein ook
transparant kunnen werken om ervoor te zorgen dat de globaal beschikbare middelen zo efficiënt
mogelijk gebruikt worden. Oncologie is niet het enige domein waar die nood zich overduidelijk laat
voelen, maar dit thema is alomvattend genoeg om als model te dienen.
Kankeronderzoek is momenteel in een nooit geziene stroomversnelling beland. Dit zou dus een
bijzonder slecht moment zijn om onze inspanningen te verzwakken. De uitdagingen die in het
verschiet liggen zijn van formaat, nu de genetische informatie dag na dag een stukje meer van haar
oneindige complexiteit vrijgeeft. Translationeel onderzoek, de schakel tussen het laboratorium en
het ziekbed, staat momenteel centraal: biomerkers, immunotherapie, gerichte therapieën… Het zijn
stuk voor stuk etappes naar steeds meer gepersonaliseerde behandelingen. Naast een hogere
financiële ondersteuning van translationeel onderzoek, is het van kapitaal belang om de tools te
ontwikkelen die nodig zijn voor die aanpak, zoals biobanken, platforms voor sequencing en bioinformaticadiensten, maar ook netwerken die al die gegevens toegankelijk maken voor onderzoekers
en clinici. In al deze domeinen heeft de Stichting baanbrekende initiatieven ondersteund. We zijn
heel blij met de recente en langverwachte officiële erkenning van de Belgian Virtual Tumour Bank.
Stichting tegen Kanker | 2014
7
In dat verband wil Stichting tegen Kanker de groeiende bezorgdheid melden van de
wetenschappelijke gemeenschap over het gebruik van genetische informatie van patiënten. Dit is
een gevoelige materie geworden, gezien de digitale en geglobaliseerde wereld waarin we momenteel
leven. Er zijn wettelijke richtlijnen uitgewerkt die de transparantie en traceerbaarheid van de
gegevens verbeteren. Dat is een positieve zaak. Maar ook hier geldt het gezegde “overdaad schaadt”:
de Europese richtlijnen die in de maak zijn, zullen te strikte voorzorgsmaatregelen verplichten die het
gevolg zijn van een onjuiste interpretatie van het respect voor het privéleven van de patiënten. Die
maatregelen riskeren op korte termijn het werk van de onderzoekers af te remmen, omdat ze
beletten om “terug te grijpen” naar de originele gegevens. Dit betekent niet enkel een aanzienlijke
bedreiging van de goede werking van de biobanken, en dus van de toegang van de onderzoekers tot
onmisbare gegevens om nieuwe diagnoses en/of behandelingen op punt te stellen, maar het zou ook
een rem kunnen betekenen op de epidemiologische studies rond de oorzaken van kanker.
Wij hebben aan verscheidene leden van onze wetenschappelijke raden gevraagd om zich
rechtstreeks tot de politiek te richten met hun grieven ter zake:
Het belang van biobanken voor het kankeronderzoek en de mogelijke risico’s van een overdreven
reglementering inzake bescherming van persoonlijke gegevens
Door professoren Benoît Van den Eynde, UCL; Cédric Blanpain, ULB; Chris Verslype, KULeuven; Gert De
Meerleer, UGent; Jacques De Greve, VUB; Viggo Van Tendeloo, UA; Yves Beguin, ULg.
Kanker is een ziekte die te wijten is aan een ordeloze woekering van onze eigen cellen. Die is het
resultaat van een falen in het controlesysteem van de celdeling. Deze controle gebeurt normaliter
door een aantal genen, die bij kankercellen aangetast zijn door mutaties en daardoor de normale
celdeling verstoren. We kennen momenteel zowat 600 verschillende mutaties die te maken hebben
met kanker. De opstapeling van verscheidene mutaties in dezelfde cel leidt tot controleverlies van
celdeling en uiteindelijk de woekering van de kwaadaardige tumor.
Deze recente kennis over de oorzaken van kanker heeft geleid tot een verandering in de manier
waarop kankerbehandeling wordt bekeken. Zo ontwikkelt men momenteel medicatie die in staat is
om het effect van een zeer specifieke mutatie te blokkeren. Het aparte gebruik van die
geneesmiddelen levert goede resultaten bij bepaalde kankers, maar in vele gevallen dienen
verscheidene therapieën gecombineerd te worden om de verschillende mutaties bij een bepaald
type kanker te bestrijden. Verder heeft een nieuwe therapeutische benadering, de immunotherapie,
haar eerste successen afgeworpen in ziekenhuiscontext. Die therapie wil het immuunsysteem
stimuleren en er uiteindelijk toe brengen de kankercellen af te stoten.
Al die nieuwe methoden vereisen voorafgaande studies op de kankerweefsels om de mutaties
aanwezig in de kankercellen van een patiënt nauwkeurig te kunnen bepalen. Men evolueert steeds
meer naar een “gepersonaliseerde” geneeskunde die specifiek aangepast is aan de kankercellen van
de patiënt. Het is dus van essentieel belang om het biologisch materiaal van patiënten te kunnen
analyseren. Zo kunnen de bewuste mutaties afgebakend worden en zijn de reacties op de
verschillende beschikbare behandelingen beter voorspelbaar. Men kan dan niet enkel kiezen voor de
beste behandeling van die patiënt, maar ook vooruitgang boeken in het onderzoek en nieuwe
Stichting tegen Kanker | 2014
8
behandelingen verfijnen in functie van de waargenomen resultaten. Dat wordt “translationeel
onderzoek” genoemd en dat gebeurt op basis van het biologische materiaal afgenomen bij de zieken.
Dit illustreert het belang van weefselbanken en tumorbanken die reeds bestaan of ingericht worden.
Maar Europese onderzoekers en clinici zijn momenteel zeer ongerust, want het translationeel
onderzoek komt in gevaar door de nakende toepassing van een Europese ontwerp-richtlijn
betreffende de bescherming van het privéleven. Deze ontwerp-richtlijn is namelijk ook van
toepassing op zowel stalen met biologisch materiaal dat werd afgenomen bij patiënten voor
onderzoeksdoeleinden én op de gepersonaliseerde gegevens van dit materiaal. Het ontwerp
verplicht onder meer om de gegevens én de stalen na een termijn van 5 of 10 jaar te vernietigen. Dat
is catastrofaal voor het kankeronderzoek, want het zou beletten om op lange termijn gegevens- en
stalenbanken op te bouwen die nodig zijn om het langetermijneffect van nieuwe
behandelingsstrategieën te beoordelen, om retrospectieve studies uit te voeren op grote reeksen,
om het belang van nieuwe potentiële biomarkers op de diagnose te testen, enz. Die tumorbanken en
de overeenstemmende gegevens zijn echte hoekstenen voor het kankeronderzoek van morgen en
het zou een ramp zijn dat ze niet gebruikt kunnen worden omwille van een reglementering omtrent
de bescherming van het privéleven. Vooral omdat de stalen sowieso afkomstig zijn van patiënten die
hun goedkeuring gaven om hun biologische stalen te gebruiken voor onderzoeksdoeleinden.
Uiteindelijk is het grootste slachtoffer de kankerpatiënt van morgen.
Naarmate de verschillende pijlers van het onderzoek evolueren, tekent zich steeds duidelijker een
"gepersonaliseerde” geneeskunde af waar elke patiënt een specifieke behandeling zal krijgen die
bepaald wordt door de genetische kenmerken van de tumor. In vergelijking met de huidige
behandelingen, die vooral bepaald worden door kennis die empirisch blijft (zelfs in het kader van een
strikte Evidence-Based aanpak), betekent dit de overgang van confectie naar maatwerk.
Het wordt dus vandaag (al) en morgen (zeker) absoluut noodzakelijk om over een “genetische
identiteitskaart” voor elke tumor te beschikken. Net zoals het al meer dan 50 jaar niet meer
denkbaar is om een kanker te behandelen zonder over zijn anatomisch-pathologische kenmerken te
beschikken (weefselonderzoek via microscoop), zal het binnenkort ook niet meer kunnen om een
therapieplan op te stellen voor een tumor zonder de typerende mutaties van deze specifieke tumor
te kennen. De kosten voor dit soort analyses (sequencing) nemen snel af. Wij vragen dus om een
impuls te geven aan het bepalen van de genoomsequentie van tumoren, door die analyses terug te
betalen in het kader van proefprojecten in samenwerking met het RIZIV. Ook qua terugbetaling moet
het klassieke onderscheid tussen diagnose en behandeling herzien worden, want beide zijn voortaan
hecht verbonden.
De toegang tot innoverende behandelingen blijft een heikel punt, want dit stelt het contrast scherp
tussen de rechtmatige (maar soms onrealistische) hoop van de patiënten, de uiterste voorzichtigheid
van de wetenschappers en de budgettaire terughoudendheid of beperkingen van de overheid. De
patiëntenverenigingen, met hun krachtige eisen voor directe toegang tot nieuwe beschikbare
moleculen, liggen niet wakker van de ethische en wetenschappelijke voorzorgen waarmee
onderzoekers logischerwijze te kampen hebben. Hoewel de Stichting deze grondige
wetenschappelijke aanpak onmisbaar en onvermijdelijk vindt, is ze ook van mening dat de lange,
zware en complexe procedures die de toegang tot innoverende moleculen en technologieën regelen,
Stichting tegen Kanker | 2014
9
dienen herbekeken te worden in het licht van de recente ontwikkelingen en overtuigende gegevens
afkomstig van studies met onbetwistbare resultaten. Het ontwerp van klinische studies moet snel
aangepast kunnen worden aan nieuwe paradigma’s. Onderzoek evolueert constant en, telkens het
vanuit medisch oogpunt pertinent is, moeten patiënten die dat wensen er onmiddellijk toegang toe
hebben mits de nodige bescherming.
III. INVESTEREN IN PRIMAIRE EN SECUNDAIRE PREVENTIE
Stichting tegen Kanker vraagt uw partij met aandrang om samen met haar te investeren om de
hele bevolking zonder discriminatie aan te sporen om gezonde leefgewoonten aan te nemen, een
gezond levenskader te promoten en de deelname aan vroegtijdige screening zodra aangewezen op
te drijven.
In ons land zal een man op drie en een vrouw op vier kanker krijgen. Heel veel mensen zijn dus
bezorgd en willen er werk van maken om het eigen risico op kanker beperken. Volgens bronnen zou
30 tot 43% van de kankersterfte te wijten zijn aan onze keuzes qua levensstijl. Heel wat kankers
kunnen dus voorkomen worden door primaire preventiemaatregelen, i.e. door het aannemen van
gezondere leefgewoonten. Die zijn ondertussen welbekend: niet roken, zeer matig gebruik van
alcohol, overgewicht vermijden, een gevarieerde en evenwichtige voeding, een actief leven. Voorts is
huidkanker – de meest voorkomende kanker in België – rechtstreeks verbonden met onze houding
tegenover uv-stralen, zowel natuurlijke (zon) als kunstmatige.
Om gezond gedrag te promoten moet het grote publiek geïnformeerd worden zodat elk individu de
beste keuze voor zijn/haar gezondheid kan maken. Maar tegelijk moet ook, via structurele
maatregelen, een levenskader gecreëerd worden dat die keuze bevordert. Stichting tegen Kanker
adviseert enkele snelle, efficiënte en goedkope of kosteloze maatregelen voor de Staat, die in de
eerste plaats draaien rond tabak. Moet de nefaste invloed ervan nog herhaald worden? 90% van de
longkankergevallen zijn eraan te wijten, goed voor 7000 overlijdens per jaar in België. Daarom moet
de strijd tegen roken enerzijds en de steun voor tabaksontwenning anderzijds dringend opgedreven
worden.
Reglementeringen rond tabak moeten verstrengd worden, onder meer door een sterke
prijsverhoging van pakjes sigaretten en vooral van roltabak. Want die laatste blijft een stuk
goedkoper in ons land dan in onze buurlanden (4 keer goedkoper dan in Groot-Brittannië, 2 keer
goedkoper dan in Frankrijk, de helft goedkoper dan in Nederland). Roltabak is heel wat minder
gereglementeerd dan klassieke sigaretten. Ter herinnering: volgens de Wereldbank is de meest
efficiënte maatregel om het tabaksverbruik te verminderen de verhoging van de fiscaliteit. Verder wil
Stichting tegen Kanker uiteraard ook dat de Europese richtlijn die de regels rond tabaksproducten
verstrengt en nu goedgekeurd is door het Europees Parlement, zo snel mogelijk wordt toegepast in
ons land.
Een bikkelharde strijd voeren tegen roken in al zijn vormen is een zaak, maar we mogen ook niet
vergeten om de rokers te ondersteunen die verslaafd zijn aan de harddrug nicotine. Zij moeten
gestimuleerd worden om te stoppen en begeleid bij het ontwennen. De Stichting vraagt dus met
Stichting tegen Kanker | 2014
10
aandrang om verplicht het gratis telefoonnummer van Tabakstop te vermelden op alle pakjes
roltabak, zoals dat nu al het geval is voor de pakjes sigaretten. Wij vragen daarom ook met aandrang
dat de politieke partijen zich engageren om de dienst Tabakstop te laten financieren door de
nieuwe overheden bevoegd voor tabaksontwenning na de implementatie van de 6e
staatshervorming.
Roken is niet het enige gemakkelijk te vermijden risicogedrag. Ook een overdreven blootstelling aan
de zon is er een. Zo is 90% van de huidkankergevallen verbonden met een te hoge blootstelling aan
uv-stralen. Naast de natuurlijke zonnestralen vormen hun kunstmatige tegenhangers, de
zonnebanken, een overduidelijk gevaar. Ze worden door het IARC geklasseerd in dezelfde categorie
als asbest en tabak … Maar hoewel er in ons land wel degelijk een strenge wetgeving voor
zonnebanken bestaat, is het bezit en de commerciële exploitatie ervan niet onderworpen aan een
verplichte registratie. Daardoor is de toepassing van en controle op deze wet onbegonnen werk…
Anderzijds schrikt de sector van de zonnebanken er niet voor terug om bedrieglijke
gezondheidsargumenten te gebruiken in haar reclameboodschappen. De Stichting eist dus een
verplichte registratie van elke economische activiteit die gebruikmaakt van zonnebanken, een
opvoering van de controles op de toepassing van de wetgeving en een formeel verbod van alle
bedrieglijke reclame, of van publiciteit ten voordele van bruinen met uv-licht.
Het vroegtijdig opsporen van kanker wanneer mogelijk, zal zowel een impact hebben op het aantal
geredde levens als op de levenskwaliteit van de patiënt. Want de ontdekking van kanker in een vroeg
stadium verhoogt vaak de genezingskans en dit vaak met minder ingrijpende behandelingen. Zowel
in het Noorden als in het Zuiden van het land, elk met hun eigen kenmerken, hebben de overheden
georganiseerde screeningprogramma’s op punt gesteld. Maar er blijven belangrijke inspanningen
nodig door beide landsdelen om de betrokkenheid van de mensen te verhogen. Dit veronderstelt
met name overleg tussen de verschillende overheidsniveaus, daarbij rekening houdend met hun
respectievelijke bevoegdheden. Gezien de jaren levenskwaliteit die men kan redden met de
deelname aan deze screeningsprogramma’s, vraagt de Stichting blijvende inspanningen, zowel
financieel als structureel, om de bevolking aan te sporen tot massale deelname en de artsen te
verzoeken om hun patiënten aan te zetten tot die deelname. Dat moet gebeuren via grootscheepse
communicatiecampagnes, maar ook via specifiekere acties gericht op bepaalde doelgroepen, en via
het systematisch inlassen van rappels in de IT-beheerprogramma’s van medische dossiers.
IV. EEN GECONTROLEERDE ZORGKWALITEIT OVERAL, MET EXCELLENCE
CENTERS VOOR “GESPECIALISEERDE VERZORGING”
Stichting tegen Kanker vraagt aan uw partij om duidelijk positie te nemen in deze materie,
rekening houdend met bovenstaande aanbevelingen. Objectieve kwaliteitscriteria bepalen, de
kwaliteit van de verzorging beoordelen, ziekenhuisnetwerken verder uitbouwen, excellence
centers oprichten om zeldzame kankergevallen op te vangen of complexe behandelingen uit te
voeren, dat zijn allemaal maatregelen die elke zieke hard nodig heeft om te kunnen genieten van
een optimale verzorgingskwaliteit.
Stichting tegen Kanker | 2014
11
Met jaarlijks meer dan 60.000 nieuwe gevallen in België is kanker een prioriteit in volksgezondheid.
Voor vele patiënten is een combinatie van optimale genezingskansen en de best mogelijke
levenskwaliteit een prioriteit. Maar kanker is een complexe ziekte waarvan de behandeling
grotendeels een multidisciplinair karakter heeft gekregen. Die betrokkenheid van meerdere
disciplines heeft sterk bijgedragen tot de dusver geboekte vooruitgang welke gestimuleerd werd
door de invoering van MOC’s (multidisciplinaire oncologische consults). Deze MOC’s werden
verplicht voor de centra die hun erkenning inzake oncologie willen behouden. Maar die MOC’s
worden niet overal even strikt toegepast. Een harmonisering dringt zich op, maar er zijn ook meer
controles nodig met sancties bij het niet-naleven van de procedures.
Een studie van het KCE*, gepubliceerd in 2010, heeft bijvoorbeeld uitgewezen dat de
overlevingskansen van een vrouw met borstkanker 20% lager waren als de ziekte werd behandeld in
een ziekenhuis met minder dan 100 behandelde patiëntes per jaar, in vergelijking met een verzorging
in een hospitaal dat meer dan 150 patiëntes per jaar behandelde. Sindsdien zijn normen ingevoerd
voor de erkenning van Borstklinieken (minimaal 150 nieuwe gevallen die chirurgisch behandeld
worden per jaar). Maar die normen zijn eind 2013 spijtig genoeg sterk naar beneden herzien. En wat
meer is: ondanks de erkenning van de borstklinieken, is er niets dat een vrouw met borstkanker
momenteel weerhoudt om zich in om het even welk ziekenhuis te laten behandelen. Voor de andere
kankertypes is de situatie nog zorgwekkender: de kwaliteitsnormen zijn er minder dwingend.
Het is onaanvaardbaar dat zulke ongelijkheid nog bestaat tussen de Belgische ziekenhuizen, want
een rechtstreeks gevolg daarvan is het verlies van kansen op genezing. De kwaliteit van de verzorging
moet uniform gemaakt worden en de monitoring ervan moet integraal in handen zijn van
onafhankelijke instanties. Baanbrekende initiatieven om kwaliteitscriteria te bepalen zijn gelanceerd
door verscheidene wetenschappelijke bedrijven en de Stichting Kankerregister, onder meer
ondersteund door Stichting tegen Kanker. Die initiatieven moeten verdergezet worden en de
toepassing van kwaliteitsindicatoren moet veralgemeend worden, zowel in het Zuiden als in het
Noorden van het land.
Die indicatoren moeten een strikte definitie krijgen en het voorwerp uitmaken van feedback naar alle
ziekenhuizen (monitoring). De kwaliteitsindicatoren en de monitoring ervan moeten als basis dienen
voor een officiële erkenning van de ziekenhuizen als kankercentrum Geen enkele kanker zou nog
mogen behandeld worden buiten die erkende centra. Verder moet de lijst met erkende centra vlot
toegankelijk zijn voor iedereen die informatie wil over de kwaliteit van het centrum dat hem/haar
wordt voorgesteld. Deze kwaliteitsvereiste is zowel geldig voor frequente kankergevallen als voor
zeldzame kankertypes.
Want frequente kankersoorten zijn daarom niet “banaal” of minder agressief en moeten dus ook
optimaal behandeld worden, rekening houdende met de continue medische vooruitgang. Vooral
omdat er voor vele kankertypes snel vooruitgang wordt geboekt en er dus constant moet bijgestuurd
worden.
Voor de zeldzame kankersoorten of de kankertypes die complexe behandelingen vereisen, is een
gegroepeerde verzorging in enkele nationale referentiecentra absoluut noodzakelijk. Want sommige
behandelingen vereisen een competentie en/of techniciteit die niet overal beschikbaar kan zijn.
Stichting tegen Kanker ondersteunt dus de recente aanbevelingen van het KCE ter zake (rapport 219).
Stichting tegen Kanker | 2014
12
De beperking van het aantal behandelingscentra ten voordele van een betere kwaliteit mag uiteraard
geen nadeel betekenen voor mensen die zich moeilijker kunnen verplaatsen. De Stichting dringt er
dus op aan dat de kwestie van de niet-dringende transporten zo snel mogelijk opgelost wordt door
de bevoegde overheden (zie verder). En bovendien, als de expertise gecentraliseerd wordt, dan kan
ze ook gedeeld worden. Daarom pleit de Stichting voor de invoering van netwerken om informatie
uit te wisselen tussen ziekenhuizen, zodat een patiënt een complexe verzorging in een
referentiecentrum kan krijgen maar ook een minder specifieke verzorging en/of een
vervolgbehandeling kan genieten in een ziekenhuis dichter in de buurt. Dat kan enkel als er
voldoende financiële middelen vrijgemaakt worden om de supervisieactiviteiten door de
referentieteams te valoriseren.
V. INVESTEREN IN DE OMKADERING VAN AMBULANTE VERZORGING
Stichting tegen Kanker vraagt dat uw partij zich samen met haar inzet om een stevig kader in te
voeren voor ambulante zorg. Naast de ontwikkeling van doeltreffende overbruggingen tussen het
ziekenhuis en thuis, moet ook een eind gemaakt worden aan de financiële benadeling van
patiënten die thuis behandeld worden. Ten slotte moet het niet-dringend ziekenvervoer van
kankerpatiënten georganiseerd worden. Want rekening houdend met de toenemende incidentie
van kanker en de invoering van referentiecentra voor de behandeling ervan, zullen die
verplaatsingen snel toenemen in aantal en in afstand.
Dankzij wetenschappelijk onderzoek worden de medische behandelingen van kanker steeds
doeltreffender en raken de neveneffecten steeds beter onder controle. Patiënten krijgen ook almaar
meer ambulante verzorging toegediend. Voor vele mensen brengt het einde van lange
ziekenhuisopname tal van voordelen met zich mee. Maar die toename van ambulante zorg creëert
ook nieuwe uitdagingen.
Want de omkadering van de patiënt is heel wat makkelijker te organiseren in het ziekenhuis dan
thuis. In het ziekenhuis zijn alle gezondheidswerkers in principe beschikbaar. De patiënt krijgt niet
enkel medische omkadering, maar ook verpleging en psychosociale begeleiding. De problemen
beginnen vaak bij het verlaten van het ziekenhuis. De zieke is dan op zichzelf aangewezen om de
diensten te vinden die hij/zij nodig heeft. Het is vaak niet makkelijk kiezen tussen het bijzonder
gevarieerde aanbod. Of soms is er zelfs een nijpend gebrek aan hulpverlening. Daar komt nog bij dat
steeds meer mensen alleen wonen en dat maakt de organisatorische problemen nog ingewikkelder.
Stichting tegen Kanker pleit ervoor dat de transmurale zorg opgedreven wordt om de patiënten en
hun naasten efficiënter te ondersteunen bij de overgang tussen het ziekenhuis en thuis. En naast
medische en paramedische verzorging zou een functie van het type “levenscoördinator” een
belangrijke troef betekenen voor de levenskwaliteit van de zieken. Die rol zou dan het dagelijkse
leven thuis organiseren op basis van bestaande diensten, en de patiënt ook begeleiden om de draad
van het werk en het sociale leven opnieuw op te nemen.
Stichting tegen Kanker | 2014
13
Stichting tegen Kanker vindt het onaanvaardbaar dat er meerkosten zijn ten laste van de patiënt voor
bepaalde specifieke (para)medische zorgen wanneer die toegediend worden buiten het ziekenhuis.
Ambulante verzorging promoten, veronderstelt dat de zieke hier geen financieel nadeel van
ondervindt. Daarom is het ontoelaatbaar dat de kostprijs van identieke prestaties hoger zou liggen
voor mensen die thuis behandeld worden. We verwijzen onder meer naar de verschillen in
terugbetaling voor gespecialiseerde voeding (enteraal en parenteraal) of voor sommige pijnstillers.
Een ander acuut probleem is dat van de nachtoppas thuis. Het aanbod is onvoldoende of gewoon
onbestaande. En wanneer er al mensen beschikbaar zijn, kunnen hun kwalificaties of de kostprijs van
hun diensten problematisch zijn. Momenteel bestaat er, behalve de dokters van wacht, geen enkele
dienst waarop kankerpatiënten en hun naasten een beroep kunnen doen voor bepaalde medische
verzorging ‘s nachts. Die situatie bezorgt sommige patiënten een onzeker gevoel en/of hun naasten
slapeloze nachten. Stichting tegen Kanker is dus voorstander van een uniformisering van de kostprijs
van de verzorging, onafhankelijk van de plek waar die toegediend wordt, en een oplossing voor
nachtoppas.
Anderzijds blijven de vele verplaatsingen tussen de woning en het ziekenhuis voor een patiënt die
ambulante verzorging krijgt, een ander reëel pijnpunt. Wanneer referentiecentra worden ingevoerd
om kanker te behandelen, zullen die verplaatsingen in de toekomst nog toenemen, want niet elk
ziekenhuis kan alle types kanker behandelen. Momenteel regelt geen enkele wetgeving nietdringend en niet-liggend ziekenvervoer in ons land. Er bestaat geen enkele kwaliteitsnorm noch
prijsregeling voor deze diensten en dat zet de deur open voor peperdure tarieven in ruil voor
diensten van wisselende kwaliteit (bv. wat betreft strikte hygiënische normen die onmisbaar zijn
omdat sommige patiënten erg vatbaar zijn voor infecties). De terugbetaling van vervoerskosten
voorzien in de verplichte verzekering, is onvoldoende en de administratieve rompslomp die de
patiënt moet doorworstelen om ervan te genieten is complex. Bovendien zijn er variaties naargelang
het ziekenfonds en zelfs verschillen per regio voor hetzelfde ziekenfonds. Langs de kant van de
aanvullende verzekering is hetzelfde gebrek aan duidelijkheid en uniformiteit in de eventuele
voorziene terugbetalingen te noteren. Dit gebrek aan duidelijk kader laat de patiënt over aan de
willekeurige goodwill en competenties van de lokale afdeling van zijn/haar ziekenfonds. Stichting
tegen Kanker wordt regelmatig geconfronteerd met mensen voor wie de vervoerskosten een
probleem worden. Sommige zieken belanden zelfs in een situatie waarbij ze moeten overwegen om
de behandeling stop te zetten. Het is dus absoluut noodzakelijk om snel over een duidelijke
wetgeving te beschikken die zowel de patiënten als de diensten die het kwaliteitsvervoer verzorgen,
kan beschermen.
VI. INVESTEREN IN DE PERIODE NA KANKER
Stichting tegen Kanker wil dat uw partij zich samen met haar inzet zodat elk persoon een
volwaardig lid van onze maatschappij kan blijven, tijdens en na de ziekte
Stichting tegen Kanker | 2014
14
Nu de behandelingen steeds verbeteren gaat een toenemend aantal patiënten genezen of van lange
periodes van herstel genieten. En hoewel de meeste soorten kanker te maken hebben met leeftijd,
worden 42% van de nieuwe gevallen toch vastgesteld bij de beroepsbevolking.
Vele patiënten moeten dus een behandeling volgen die al dan niet compatibel is met het
verderzetten van hun beroepsbezigheden. In het beste geval keren deze mensen daarna terug op de
arbeidsmarkt. Verscheidene studiesi hebben uitgewezen dat opnieuw aan de slag gaan een positieve
invloed heeft op de levenskwaliteit van (ex-)patiënten en op hun sociale herintegratie. De terugkeer
naar de vorige beroepsactiviteit is dan weer niet altijd mogelijk omwille van de verschillende
neveneffecten of nawerkingen. Die kunnen zich afspelen tijdens de behandeling (bv. misselijkheid) of
op lange termijn (bv. langdurige vermoeidheid) of nog omwille van cognitieve veranderingen (bv.
concentratiemoeilijkheden).
Het risico bestaat ook dat iemand na de kanker niet meer aanvaard wordt op zijn/haar oude
werkplek, of moeilijkheden ondervindt bij het zoeken naar een nieuwe baan. Daarom is voldoende
professionele begeleiding nodig voor alle betrokken personen tijdens en na de ziekte. Om de
arbeidsmarkt meer ontvankelijk te maken voor de moeilijkheden van patiënten en ex-patiënten,
zouden meer werkgevers gesensibiliseerd moeten worden en zouden ze praktische ondersteuning
moeten voorzien zodat ze de situatie tijdens en na de ziekte van een werknemer beter onder
controle hebben. De instellingen belast met werkgelegenheid en beroepsoriëntatie (bv. RVA, Actiris)
zouden meer aandacht moeten hebben voor deze moeilijkheden waarmee een bepaalde groep van
kankerpatiënten te maken krijgt. Deze instellingen zouden bijvoorbeeld meer kunnen inzetten op de
toekenning van een aangepaste werkhervatting. Zulke maatregelen, te beginnen met de
gecoördineerde wet van 13 juli 2006 waarvoor geen enkele datum van inwerkingtreding werd
vastgesteld, zouden probleemsituaties kunnen oplossen die in de toekomst mogelijks nog in aantal
zullen toenemen.
Mensen die een kanker overleven, worden ook geconfronteerd met problemen die niet verbonden
zijn met hun beroepssituatie. Zo hebben enquêtes*** uitgewezen dat het zeer moeilijk is voor een
ex-patiënt om een lening aan te gaan, zelfs verscheidene jaren na afloop van de behandelingen. Een
hospitalisatieverzekering of andere verzekering afsluiten, wordt zo onmogelijk of onbetaalbaar. Zulke
markante uitsluitingen zijn regelrechte discriminaties. Rekening houdend met de vooruitgang van de
geneeskunde en het toenemende aantal mensen die kanker overleven, is onze Stichting van mening
dat het broodnodig is om het begrip verzekerbaarheid van (ex-)patiënten te herzien. De toepassing
van de wet Partyka is een eerste stap in de goede richting, maar het is bovenal een stap die
opvolging dient te krijgen.
Stichting tegen Kanker vraagt ook bijzondere aandacht voor de onmiddellijke omgeving van de zieken
en hun begeleiders. Want de verzorging en ondersteuning van de patiënten komt steeds meer op de
schouders terecht van naasten die zelf ook nog in staat moeten zijn om hun beroeps- of andere
bezigheden verder te zetten.
Ten slotte vindt Stichting tegen Kanker dat meer middelen moeten ingezet worden voor de
revalidatie en het herstel van de patiënten, zodat ze zo normaal mogelijk opnieuw kunnen
deelnemen aan het leven in onze maatschappij. Initiatieven die doeltreffend gebleken zijn om de
Stichting tegen Kanker | 2014
15
terugkeer naar het normale leven te bevorderen, moeten verder ontwikkeld en ondersteund worden.
Dat geldt onder meer voor functionele oncorevalidatie, een preventiemiddel tegen aanhoudende
vermoeidheid na kanker en een stimulans voor het hernemen van een beroepsactiviteit.
Levenskwaliteit na kanker betekent ook het gebruik van medische technieken, zoals reconstructieve
chirurgie. In dat verband vragen de moeilijkheden die sommige vrouwen ondervinden bij een
borstreconstructie om een oplossing. De reconstructietechnieken met eigen weefsels – waarvan
sommige op punt gesteld zijn in ons land – krijgen geen afdoende terugbetaling die in verhouding
staat tot de ernst van de chirurgische ingrepen die ze vereisen. Ziekenhuisinstellingen en plastische
chirurgen rekenen de patiënten vaak onbetaalbare supplementen aan of eisen een
ziekenhuisopname in een eenpersoonskamer. Dat zijn twee onaanvaardbare praktijken in een land
dat er prat op gaat om esthetische reconstructies na kanker te ondersteunen.
Kortom, de realistische wensen en perspectieven van elke patiënt moeten bekeken worden op weg
naar beterschap en genezing.
Stichting tegen Kanker | 2014
16
Bibliografie
*
KCE Reports 150A (2010). Kwaliteitsindicatoren in oncologie: borstkanker, Good Clinical Practices,
pp.228
**
de Boer, A.; Verbeek, J. ; Spelten, E.; Uitterhoeve, A., Ansink, A.; de Reijke, T.; Kammeijer, M.;
Sprangers, M. & van Dijk, F. (2008). Work ability and return to work in cancer patients. British Journal
of Cancer, 98 (8), 1372-1347.
de Boer, A., Taskila, T., Ojajarvi, A., van Dijk, F. & Verbeek, J. (2009). Cancer Survivors and
unemployment A meta-analysis and Meta-regression. Journal of American Medical Association,301
(7), 753-762.
Kennedy, F., Haslam, C., Munir, F.& Pryce, J. (2007). Returning to work following cancer. European
Journal of Cancer Care. 2007; 16 (1), 17-25.
OECD (2010). Sickness, Disability and Work: breaking the barriers. ISBN 978-92-64-08885-6
Spelten, E., Sprangers, M. & Verbeek, J. (2002). Factors reported to influence the return to work of
cancer survivors: a literature review. Psycho-oncology, 11, 124–131.
Tiedtke, Corine (2013). Return to work experiences after breast cancer. Leuven, University Press,
pp.183
***
Mols, F.; Thong, M.; Vissers, P.; Nijsten, T. & van de Poll-Franse, L. (2012). Socio-economic
implications of cancer survivorship: Results from the PROFILES registry. European Journal of Cancer,
48 (13), 2073-2042
Park, E.; Li, F.; Liu, Y. ; Emmons, K. ; Ablin, A. ; Robinson, L. & Mertens, A. ( 2005). Health Insurance
Coverage in Survivors of Childhood Cancer: The Childhood Cancer Survivor Study, Journal of Clinical
Oncology, 23 (36), 9187-9197.
Rommel, W. (2007). Problemen van jongvolwassenen met kanker. Een kritische kijk op het
kankerbeleid. Onderzoeksrapport 2006 (pp. 11-27). Brussel: Vlaamse Liga tegen Kanker.
Vlaams Patiëntenplatform (2004). Verzekeringsproblemen van mensen met een chronische ziekte of
handicap en hun omgeving. Standpunt van het Vlaams Patiëntenplatform vzw. Heverlee.
VLK (2008). Dossier: Een betere verzekerbaarheid voor (ex-) kankerpatiënten. Onderzoeksrapport
2008 (pp.46-53). Brussel: Vlaamse Liga tegen Kanker.
Stichting tegen Kanker | 2014
17
Bibliografie
*
KCE Reports 150A (2010). Kwaliteitsindicatoren in oncologie: borstkanker, Good Clinical Practices,
pp.228
**
de Boer, A.; Verbeek, J. ; Spelten, E.; Uitterhoeve, A., Ansink, A.; de Reijke, T.; Kammeijer, M.;
Sprangers, M. & van Dijk, F. (2008). Work ability and return to work in cancer patients. British Journal
of Cancer, 98 (8), 1372-1347.
de Boer, A., Taskila, T., Ojajarvi, A., van Dijk, F. & Verbeek, J. (2009). Cancer Survivors and
unemployment A meta-analysis and Meta-regression. Journal of American Medical Association,301
(7), 753-762.
Kennedy, F., Haslam, C., Munir, F.& Pryce, J. (2007). Returning to work following cancer. European
Journal of Cancer Care. 2007; 16 (1), 17-25.
Stichting tegen Kanker | 2014
18