34 // VLAAMS TIJDSCHRIFT VOOR SPORTBEHEER / 2014 / N° 240 © Joke Van der maelen Worstelen met tieners Balanceren tussen sport, jeugd en recreatie tom van aken [email protected] Tieners (12-15 jaar) zijn geen gemakkelijke doelgroep om mee aan de slag te gaan. We besloten ons in deze materie onder te dompelen en kwamen met enkele mooie praktijkvoorbeelden terug. Maar eerst en vooral staken we ons licht op bij de collega’s van VVJ, de Vereniging van Vlaamse Jeugddiensten. Zij kennen als geen ander de antwoorden op de vragen: tieners, wie zijn ze? Wat doen ze? En vooral, welk (sport)aanbod lusten ze? SPortProMotie “Het belangrijkste om te weten is dat het een moeilijk te vangen doelgroep is. Onze jeugddiensten worstelen er ook mee om die doelgroep echt in kaart te krijgen. Ons pleidooi is om bij het uitwerken van een beleid of aanbod te vertrekken vanuit een leefwereldperspectief,” steekt Koen Steuperaert, stafmedewerker VVJ, van wal. “Maar laat nu net dat voor tieners heel moeilijk zijn. We adviseren altijd om het interactieniveau te verhogen. Met andere woorden: probeer zoveel mogelijk met de tieners in contact te komen op verschillende plaatsen. En zelfs één op één, om zo vat te krijgen op hun leefwereld. En dat is niet evident, want daarvoor moeten diensten en mensen ook naar buiten gaan.” Het voordeel is wel dat zulke inspanningen beloond worden. “Het is verbazend om te zien, eens het contact er is, hoe liteit en kennis op te bouwen over hun leefwereld. Je moet dus echt de straat op. Hoe je dat precies kan invullen, is heel lokaal gebonden. Als er bijvoorbeeld geen middelbare school is, is de bushalte of het station een ideale plaats om jongeren te ontmoeten. Om een concreet voorbeeld te geven: ik weet van een gemeente die in voorbereiding op het jeugdbeleidsplan de tieners op weg naar school even deed stoppen met de fiets aan een tentje met ontbijt, om zo kennis te maken. Je moet op zoek naar de juiste manier, en het is de kunst om dat zeer onbevooroordeeld en zonder een volwassen agenda te doen. Wel vanuit pure interesse in waar tieners mee bezig zijn. Dan lukt het wel.” “Het is ook een goed idee om tieners zelf in te schakelen. Niets gaat vlotter dan tieners die met elkaar communiceren,” geeft Steuperaert We adviseren om zoveel mogelijk met de tieners in contact te komen, zelfs één op één. Dat is niet evident, want daarvoor moeten diensten en mensen ook naar buiten gaan snel tieners een stukje van zichzelf blootgeven en aangeven waarmee ze bezig zijn, wat hen interesseert en waarvan ze wakker liggen. En zodra dat gelukt is, wordt het ook zinvol om na te denken over aanbod en ondersteuning vanuit de overheid,” aldus Steuperaert. de straat op Een volgende vraag is hoe je dat best aanpakt, communiceren met tieners. “Dat vertaalt zich vooral in face-to-facecontact. De communicatiemethodes van tieners zijn zo leeftijdsgebonden en evolueren zo snel, dat je daar als overheid of dienst moeilijk op kan inspelen. Als je denkt: nu zijn we mee, ben je eigenlijk alweer een stapje te laat. Het komt erop aan de tieners op te zoeken en zo je eigen professiona- mee. “Een paar maanden geleden hebben we in Affligem een onderzoekje gedaan om de leefwereld van tieners in kaart te brengen. We hebben gewoon tieners op pad gestuurd met een iPad om een antwoord te krijgen op de vraag wat hen bezighoudt: welke spelletjes speel je, met wie kom je samen?” “Wat er vaak fout gebeurt is het programmeren voor tieners in plaats van het samenbrengen van tieners. Want als het over tieners gaat dan zijn leeftijdsgenoten superbelangrijk. Ze moeten zichzelf spiegelen en ze zijn bezig met het ontwikkelen van zichzelf en van een eigen identiteit,” analyseert Steuperaert. “Ze bij elkaar krijgen is dan ook veel belangrijker dan programmeren. Want met het louter programmeren sla je meestal de bal mis. En vanuit // 35 SPortProMotie dat samen krijgen, moet je zoeken naar een geschikt aanbod. Dat is een compleet andere manier van denken. In de jeugdsector gaat het dan over ‘een plaats voor tieners’, en daar dan materiaal voorzien of een persoon die met hen wil en kan bezig zijn. Op die manier ontstaan er allerlei dingen die op voorhand niet te bedenken waren.” OVERPELT // SHake Onder de naam ‘SHAKE’ gaat de Overpeltse sportdienst één keer per maand op woensdagmiddag op pad voor een speciale activiteit zoals snowboarden, karten, muurklimmen, paintballen … De jeugddienst breit hier tijdens de zomervakantie nog een uitdagend programma aan vast. Ine Hendriks, sportfunctionaris in Overpelt, legt uit. “Het bijhorend magazine SHAKE informeert alle Overpeltse tieners driemaandelijks over wat er in de gemeente op de jongerenagenda staat, bekeken en beschreven vanuit het oogpunt van de jongeren zelf. We nemen zowel culturele, sportieve, informerende als ontspannende activiteiten op. Met de sportdienst waren we al eerder met een dergelijk initiatief gestart. Dat heette de omnisportclub en daarin zorgden we maandelijks in samenwerking met een club in het sportcentrum voor een activiteit en ook een keer per maand een activiteit buiten het sportcentrum, de kickactiviteit. We zagen dat er bij het aanbod in het sportcentrum maar twee à drie kinderen kwamen terwijl dat er bij de kick-activiteit een veertigtal waren. Dan hebben we beslist om de frequentie naar eens per maand te brengen en ook te laten afhangen van de wensen van de tieners. De omnisportclub deden we al vanaf 2000 en dan samen met de jeugddienst zijn we Shake beginnen programmeren vanaf 2011.” “Wij beginnen meestal in oktober met ons nieuw programma. In september nodigen we uit en wie wil kan dan maandelijks op de hoogte gehouden worden. Maar het komt ook op Facebook, in het gemeentelijk infoblad en in het magazine SHAKE, speciaal gericht op tieners. Het aanbod bestaat vooral uit minder gekende sporten: van rolstoelbasket over quadrijden tot paintball,” verduidelijkt Hendriks. “De sportdienst organiseert de activiteiten van oktober tot mei en de jeugddienst doet twee tot drie activiteiten per maand in de periode van de zomervakantie. Inschrijven kan tot een à twee dagen voor de activiteit. En voor vervoer schakelen we soms de auto’s van ouders in of zetten we een van onze busjes in. De opkomst schommelt tussen drie tieners, als het een heel actieve activiteit is, tot veertig voor bijvoorbeeld paintball of snowboarden.” Je moet niet programmeren voor tieners, maar tieners samenbrengen en een geschikt aanbod voorzien. Dat is een wereld van verschil “De tieners bereiken is niet makkelijk,” klinkt het ook in Overpelt. “Zowel de jeugddienst, die toch iets korter bij de doelgroep betrokken is, als de sportdienst doen voor communicatie een beroep op Facebook. Maar dat is eigenlijk ook al een beetje achterhaald. Via de jeugdraad mogen de jongeren doorgeven welke activiteiten ze zeker willen doen. De Facebookpagina van de jeugddienst werkt wel heel goed omdat die echt op maat van de jongeren is. Veel tieners beslissen pas op het laatste nippertje. Of ze komen is bijvoorbeeld afhankelijk van het weer of of er geen andere activiteiten gepland zijn. Wat vooral goed werkt is tussen de jeugd staan en niet erboven. En daar is vooral de jeugddienst wel heel goed in. Die kennen de jongeren beter. En verder helpt het ook om heel vrijblijvend te programmeren.” // 37 38 // vlaams tijdschrift voor sportbeheer / 2014 / n° 240 HASSELT // actionpark Voor de leeftijdscategorie tussen 12 en 15 jaar zijn er in Hasselt twee mogelijkheden. Enerzijds is er het Actionpark en anderzijds zijn er sportkampen voor deze doelgroep. Sportfunctionaris Joris Lambrechts licht toe. “In totaal hebben we in Hasselt een 300-tal sportkampen, maar voor de leeftijdscategorie +12 is er dus een apart aanbod. Elke week zijn er minstens twee kampen voor hen. We proberen ook complementair te programmeren. Als er een danskamp is waar vooral meisjes op afkomen, dan proberen we die week ook een olympisch kamp of een avonturenkamp te programmeren. Ook de look & feel van het infoboekje voor tieners is aangepast aan hun leeftijd.” Probeer niet te veel te organiseren. Tieners hebben al een druk leven met eigen bezigheden “Het Actionpark voorziet een aangepast adventure-aanbod voor 12+’ers. Dat kan individueel, maar meestal komen er groepen naartoe. Af en toe is dat een vriendenkring, maar meestal zijn het scoutsgroepen of andere jeugd- of sportverenigingen die naar ons komen om eens een andere activiteit te hebben. Uiteraard komen er ook veel scholen op af,” licht Lambrechts toe. “Ongeveer 30 jaar geleden begonnen we binnen de sportkampen met avonturenkampen. In die tijd bereikten we ook nog oudere jongeren. Het gebeurde zelfs dat ik als lesgever jongeren ouder dan ik in de groep had. In die tijd bouwden we de parcours nog elke keer op, meestal met de monitoren de avond voordien. Dat werd twee keer per week gedaan, opbouwen én afbreken. Na enkele jaren hebben we met behulp van een Vlaamse subsidie, ik denk via welzijn, een permanent parcours gebouwd in het sportcentrum van Kiewit. We hebben met die middelen ook iemand kunnen aannemen als begeleider.” “Van bij het begin was het onze bedoeling om grote groepen aan te trekken. Er zijn van die spectaculaire parcours die je maar met tien à twintig jongeren kan doen en waar je telkens lang moet aanschuiven voor je aan de beurt komt. Dat wilden we expliciet niet. Bij ons was het de bedoeling om grote groepen, zelfs tot 200 kinderen, op te vangen en de doorstroom moest ook snel kunnen gebeuren. Daardoor hebben we bijvoorbeeld drie touwenparcours: een laag parcours, eentje over het water en een hoog parcours. Bij dat laatste moet je uiteraard meer met veiligheid rekening houden, waardoor het minder snel gaat. Maar bij die andere is een snelle doorstroom wel mogelijk. Omdat we grote scholen ontvingen en al avonturenkampen deden voor 80 tot 100 kinderen, was een hoge capaciteit meteen onze doelstelling. Het park is open van maart tot oktober en heel druk bezet.” “We spelen ook specifiek in op de behoeften van de tieners. Bijvoorbeeld bij een omnisportkamp gaan we de laatste dag snowboarden. Of bij een olympisch kamp gaan we de laatste dag karten. Tegelijk houden we eraan om actief te sporten, dus niet heel de week enkel kicks opzoeken. Die mix is ook interessant om het wat betaalbaar te houden. Een hele week snowboarden zou behoorlijk wat geld kosten. De kampen die ik opsomde kosten € 50 à 60 per week, waardoor de prijs niet echt een drempel is,” verklaart Lambrechts de opbouw en keuze van de kampen. “De grote evolutie in het Actionpark was het waterparcours, dat helemaal vernieuwd is. In het begin hebben we alles zelf gebouwd, bijvoorbeeld met oude telefoonpalen. Na verloop van tijd kwam het sportbos erbij, een avonturenpark voor kinderen jonger dan 12 jaar. Nadien zijn er nog een verkeerspark, een SPortProMotie speleobox, katapult- en boogschietstanden bijgekomen. Elke winter demonteren we alles en we veranderen ook grote en kleine dingen zodat het aantrekkelijk want afwisselend blijft voor de vele mensen die terugkomen.” HOLSBEEK // Samenwerking tussen sport en jeugd “Op een bijeenkomst van VVJ sprak ik recent over het creëren van een tieneraanbod. En meer bepaald dat het belangrijker is iets aan te bieden dat in de leefwereld van een tiener zit dan enkel vanuit de jeugdwerkgedachte te denken.” Aan het woord is Niels Verreckt, jeugdconsulent in Holsbeek. “We zijn bezig met de initiaties in sport en new games waarbij het deel sport niet overheersend is maar waar er wel een sportieve insteek is. We werken dan samen met de sportdienst om te laten zien dat dit een goede opstap kan zijn naar een tienersportkamp. Tegelijk willen we de tieners niet verplichten, maar hen ook de kans geven te gaan muurklimmen of aan speleologie te doen. Vorig jaar hebben we ook een tieneraanbod met teambuildinguitstap gedaan. Dat zijn zaken die balanceren tussen jeugd, sport en recreatie maar waar we niet echt meer de term sport of jeugd kunnen opplakken.” “Het programma wordt aangeboden vanuit de jeugddienst en in samenspraak met de sportdienst. Wij gaan als jeugddienst nooit in dezelfde periode iets organiseren voor die leeftijdsgroep als er al een activiteit van de sportdienst is. Of we werken versterkend. We proberen bijvoorbeeld vanuit onze speelpleinwerking en tienerwerking al eens een muurklimactiveit te doen met het oog op de adventureweek eind augustus zodat de tieners de smaak te pakken krijgen.” “Holsbeek is een kleine gemeente, met ongeveer 10.000 inwoners, zonder middelbare scholen. Dat bete- // 39 8 tips voor een geslaagd tieneraanbod • • • • • • • • Leg face-to-facecontact met jongeren. Betrek de tieners zelf bij je aanbod en communicatie. Werk samen als jeugd- en sportdienst en versterk elkaars aanbod. Probeer tieners samen te brengen. Wat je precies doet, is van secundair belang. Speel in op de behoeftes van tieners: wissel sport af met avontuurlijke kicks. Organiseer niet te veel. Programmeer vrijblijvend. Vraag tieners (achteraf) wat ze van een activiteit vonden. kent dat we qua communicatie een heel groot gat hebben op tienerleeftijd,” legt Verreckt uit. “We proberen een sterke communicatie op te bouwen in de lagere school zodat de tieners ons nadien zeker kennen. Via sociale media, nieuwsbrieven en een online inschrijvingsprogramma proberen we zoveel mogelijk adressen te bundelen zodat we hen kunnen blijven bereiken. We werken ook samen met de speelpleinwerking en de sportdienst voor een gezamenlijke brochure waarin we het complete gemeentelijke vrijetijdsaanbod verspreiden. Daarin staan ook de sportkampen die we samen met Dacosport, een onafhankelijke vzw, aanbieden.” sport, jeugd en cultuur samen te brengen aangevuld met een communicatievorm die doeltreffend is voor die doelgroep. Betrek ze er zelf bij en werk zo een aanbod uit. Zelf proberen we op onze grote activiteiten een kort evaluatiemoment te houden, al was het maar op de bus, waarbij je de tieners vraagt wat ze ervan vonden.” “Sinds twee jaar hebben we vanuit onze dienst cultuur en vrije tijd elke maand een dienstoverleg. En sinds we een gezamenlijke vakantiewerkingsbrochure hebben is het nog belangrijker om van elkaar te weten waar de ander mee bezig is. Er is dus een formeel overleg, maar dat wordt informeel aangevuld.” // “De tieners zelf proberen we te bereiken via Facebook. Van een gemeentelijk infoblad weten we dat geen 5% van de tieners dat vastneemt en leest. We zien dat tieners zichzelf inschrijven via het online inschrijvingsprogramma en op die manier kunnen we hun mailadressen verzamelen. Verder bereiken we hen via de jeugd- en sportverenigingen. De ongebonden tieners bereiken we moeilijk. Als we een trip naar Fantasialand organiseren, krijgen we vooral jongeren mee die in een jeugd- of sportvereniging zitten,” aldus Verreckt. “Het belangrijkste is dat je niet te veel probeert te organiseren. Tieners hebben op zich al een druk leven met eigen bezigheden. Daarnaast kiezen ze enkel voor wat ze echt willen doen. Het komt erop aan bijvoorbeeld een aanbod vanuit KENN i n f o r m e r e n d • ANK i n s p i r e r e n d Meer lezen over dit onderwerp? zoek in de iSB-kennisbank met de trefwoorden jongeren, sportpromotie
© Copyright 2024 ExpyDoc