Het spooklied #4 & 4 œj œ œ 1. Om twaalf uur œ œ is het # j & œ œ œ œ œ œ œ J don - ker, 3 ho - ren der - tien bon - ken, # & œ 6 œ œ œ œ™ nacht duurt nog zo lang, j œ œ j œ œ de œ wind giert œ œ œ œ™ de schrik slaat om de keel. œ J wij œ œ œ œ™ om ’t_kas - teel. j œ Wij j œ œ œ œ œ œ œ J Wij œ œ œ œ œ œ œ œ heb -ben kou - de ril - lin - gen en zit - ten hier ver - la - ten, œ œ œ œ œ™ voe - len ons zo bang. 2. In vroeger tijden leefde, in dit oud kasteel, een dapp’re koene ridder die vocht zoals een leeuw. Hij wilde heel graag trouwen, de jonkvrouw wilde ook, maar door een laffe moordenaar werd onze ridder spook. 3. Nu zoekt hij naar de jonkvrouw en naar zijn moordenaar. Dat doet hij in het duister, om twaalf uur staat hij klaar. En na het slaan der klokken, dan gaat hij snel op stap, hij zweeft door alle gangen en verschijnt soms op de trap. 4. Probeer hem niet te pakken, want hij is echt een spook, hij is echt niet te vangen, spuwt vuur en leeft van rook. En was de moordenaar soms je bet-overgroot-pa, vlucht dan snel weg, want anders komt het spook je achterna. gedownload van www.vrijeschoolliederen.nl, het verzamelde liedrepertoire van vrijescholen in Nederland j œ de
© Copyright 2024 ExpyDoc