Duurzaam de crisis uit

61
Duurzaam de crisis uit
Met het rapport van de commissie-Melkert besteden sociaaldemocraten eindelijk ruim aandacht aan duurzaamheid. Het
rapport vraagt nog wel om een nadere uitwerking.
BEN DANKBAAR
Emeritus hoogleraar innovatiemanagement aan de Radboud Universiteit Nijmegen
Op 21 november 2013 is het rapport-Melkert
gepubliceerd met een drieledige titel: De bakens verzetten. De economie terug naar de mensen. Investeren in werk en innovatie. Het partij­
bestuur had de commissie opgedragen om
met aanbevelingen te komen om ‘linksom uit
de crisis’ te geraken. Vijf jaar na de crisis lijkt
dat mosterd na de maaltijd. Maar het rapport
gaat dan ook niet zozeer over het crisisbeleid
voor de korte termijn als wel over de koers
voor de lange termijn.
‘Linksom’ betekent voor de commissie dat
een solidaire samenleving ‘vertrek- en aan­
komstpunt van politiek denken en handelen’
is. Vanuit dat perspectief bepleit de commissie
‘een fundamentele herziening van de verhou­
ding tussen individu en samenleving en tus­
sen economie en aarde’. Het betekent afstand
nemen van de verheerlijking van het onbe­
grensde individualisme, de schaamteloze zelf­
verrijking en de dominantie van financieel
kapitaal ten gunste van ‘sociaal kapitaal’ en
ecologisch beheer van de aarde.
Vrijwel gelijktijdig met de publicatie van
het rapport-Melkert verscheen de omvang­
rijke studie van de Wetenschappelijke Raad
voor het Regeringsbeleid Naar een lerende
economie. Investeren in het verdienvermogen
van Nederland. Deze studie tracht aan te ge­
ven welke maatregelen op lange termijn
noodzakelijk zijn om de hoge kwaliteit van
S & D Jaargang 71 Nummer 1 Februari 2014
leven die we in Nederland gewend zijn, te
behouden. In vele beleidsadviezen tonen bei­
de rapporten overeenkomsten. Dat is om
minstens twee redenen plezierig. Het zou
vervelend zijn wanneer een omvangrijke we­
tenschappelijke studie over de positie van
Nederland in de wereldeconomie met heel
andere conclusies zou komen, want dan zou
de PvdA tegen een stroom van breed gedra­
gen wetenschappelijke inzichten moeten
oproeien.
Het WRR-rapport is geen partijpolitiek
rapport en op sommige punten zou de lezer
wellicht wel wat hardere keuzes willen zien,
maar — en dat is het tweede pluspunt — de
studie laat zien dat er ruimte is om flinke
vooruitgang te boeken in coalities met an­
dere partijen en politieke denkrichtingen.
Het is ondoenlijk om in het bestek van dit
artikel beide rapporten naast elkaar te leggen
— alleen al het onderdeel ‘Aanbevelingen’ van
het WRR-rapport omvat 136 dichtbedrukte
pagina’s — maar ik zal af en toe naar het WRRrapport verwijzen, al was het maar om te il­
lustreren dat de commissie-Melkert niet al­
leen staat in haar optimisme over de
veranderbaarheid van Nederland.
In de volgende paragrafen volg ik de struc­
tuur van het rapport-Melkert. Overigens is er
naast het volledige rapport ook een ‘Kernrap­
port’ gepubliceerd, dat de zaken soms an­
62
Ben Dankbaar Duurzaam de crisis uit
ders, meestal scherper, formuleert dan het
hoofdrapport. Ik citeer zonder verwijzing uit
beide.
Diagnose
Een crisis is meer dan een tijdelijke inzinking
van de conjunctuur. Het begrip crisis verwijst
naar fundamentele, structurele problemen
die om structurele aanpassingen vragen. De
commissie onderscheidt drie grote vraagstuk­
ken: 1) een financiële / economische / schulden­
crisis, 2) ecologische bedreigingen (klimaat­
verandering, uitputting grondstoffen,
milieuvervuiling) en 3) sociale uitdagingen
(groeiende ongelijkheid, verlies van het ge­
voel grip te hebben op politieke besluitvor­
ming, stijgende werkloosheid, ongelijke toe­
gang tot de arbeidsmarkt).
De commissie ziet ook drie onderliggende
trends: 1) toenemende inkomensverschillen
en excessieve bezitsvorming aan de top van de
maatschappelijke piramide, 2) de gevolgen
van globalisering voor het handelend vermo­
gen van de staat en 3) de doorbraak van hon­
derden miljoenen mensen naar een leven zon­
der elementair gebrek.
De eerste trend staat ook al bij de sociale
uitdagingen en lijkt daar ook beter thuis te
horen, tenzij die groeiende ongelijkheid als
onvermijdelijk wordt beschouwd — en dat
doet de commissie niet. De andere twee
trends zijn daarentegen bewegingen waar we
weinig tegen willen of kunnen doen. Dat hon­
derden miljoenen Brazilianen, Chinezen, In­
diërs en Afrikanen er eindelijk op vooruit­
gaan, kan alleen maar worden toegejuicht,
ook als je het niet met alle ontwikkelingen in
die landen eens bent. Globalisering van de
economie heeft naast negatieve ook positieve
gevolgen voor de welvaart van iedereen. Ook
als globalisering ‘anders’ wordt aangepakt
(de commissie doet een paar suggesties) en
sommige negatieve gevolgen vermeden wor­
den, zijn er blijvende gevolgen voor de vrij­
heid van het handelen van individuele staten.
De staat verdwijnt niet, maar zijn positie
S & D Jaargang 71 Nummer 1 Februari 2014
wordt anders en daar moet rekening mee ge­
houden worden.
De commissie-Melkert betoogt dat de drie
grote vraagstukken het gevolg zijn van de wij­
ze waarop tot nu toe in feite antwoord is gege­
ven aan die twee fundamentele trends van
globalisering en de opkomst van nieuwe
­economieën. Dat antwoord is gezocht in een
fixatie op de korte termijn en de vrijwel onge­
limiteerde vrijheid voor ‘het financieel-econo­
mische complex’.
De commissie zoekt de ‘schuld’ voor de
crisis niet alleen in de VS en zelfs niet alleen in
de financiële sector, maar in een ‘mentaliteit’
die te weinig gericht is op de lange termijn. Ze
wil afscheid nemen van de ‘neoliberale orde’,
maar doet gelukkig niet alsof dat een orde is
waar de sociaal-democraten niet zelf ook aan
hebben bijgedragen. En dan hoeven we niet
alleen te denken aan onze deelname aan be­
leidsvorming in het neoliberale tijdperk sinds
de val van de muur, maar ook aan de decennia
daarvoor, toen massaproductie en massacon­
sumptie welvaart voor velen mogelijk maak­
ten zonder oog voor de gevolgen voor natuur
en milieu.
Dat is de diagnose. Wat zijn de remedies?
De WRR pleit voor investeren in mensen voor
de lange termijn en doet tal van aanbevelin­
gen voor de inrichting van Nederland als
­‘lerende economie’. De commissie-Melkert
stelt ook dat ‘het kapitaal in de mensen’ zit en
pleit voor ‘humanisering’ als alternatief voor
‘financialisering’.
Werk
De commissie pleit ervoor om in het econo­
misch beleid niet alleen te kijken naar tekor­
ten, inflatie en overheidsschuld, maar ook
naar investeringen en werkgelegenheid. Geen
van deze vijf is minder belangrijk. Vooral de
nadruk op het belang van werkgelegenheid
kreeg bij de presentatie van het rapport veel
aandacht. Ad Melkert liet zich niet verleiden
tot de uitspraak dat het maximum van 3 % voor
het overheidstekort kon worden losgelaten,
Ben Dankbaar Duurzaam de crisis uit
maar het is duidelijk dat een land dat daar
goed op scoort, maar niets doet aan groei van
de werkgelegenheid, wat hem betreft geen
voldoende hoort te krijgen.
In feite pleit de commissie voor een her­
waardering van de traditionele doelstellingen
van macro‑economisch beleid: groei, volledige
werkgelegenheid, een stabiel prijspeil, een
evenwichtige betalingsbalans en een recht­
vaardige inkomensverdeling.
Marktwerking en flexibilisering van arbeid
zijn onvoldoende om volledige werkgelegen­
heid te bereiken. De commissie doet een hele
reeks suggesties voor beleidsmaatregelen die
meer werk zouden kunnen opleveren. Belang­
rijk element daarin is dat arbeid goedkoper
moet worden. De meeste voorstellen zijn niet
erg nieuw. Nieuwer en wellicht wat meer con­
troversieel zijn de maatregelen waarmee de
commissie de verlaging van de kosten van
arbeid zou willen financieren: meer belasting
op milieuwaardengebruik, meer belasting op
consumptie, verbreding van de vermogensbe­
lasting, belasting op financiële transacties,
vermindering van aftrekposten, het rechttrek­
ken van de scheefgroei in belastingen voor
werknemers vergeleken met zelfstandigen en
internationale coördinatie van maatregelen
tegen belastingontwijking door bedrijven.
Sociaal-democraten waren vroeger tegen be­
lasting op consumptie, omdat mensen met
lage inkomens die hun volledige inkomen
consumeren daardoor het meest getroffen
zouden worden. Inmiddels laat onderzoek
zien dat belasting op consumptie minder ver­
storend is voor groei en werkgelegenheid dan
belasting op arbeid. Bovendien zou er een laag
tarief gehanteerd kunnen worden voor essen­
tiële boodschappen en arbeidsintensieve
diensten.
Wanneer consumeren duurder wordt, leidt
dat er misschien ook toe dat mensen minder
voedsel en andere producten verspillen. Dat
zou passen in de benadering van de commis­
sie, want er is een belangrijk verschil tussen
haar pleidooi voor meer werk en het traditio­
nele pleidooi voor economische groei. Groei
S & D Jaargang 71 Nummer 1 Februari 2014
63
en welvaartsontwikkeling moeten ‘in dienst
staan van volledige en volwaardige werkgele­
genheid, hernieuwde nationale en internatio­
nale solidariteit en duurzame ecologische
ontwikkeling’. Vooral dat laatste krijgt bijzon­
dere aandacht.
Omslag naar duurzaam
Duurzame ontwikkeling is de grootste uitda­
ging voor de mensheid in de eenentwintigste
eeuw en met het rapport-Melkert krijgt de
PvdA eindelijk een visiestuk waarin dat vol­
mondig wordt erkend. Dan valt het vervolgens
weer tegen dat de commissie wat zuinig doet
over het Energieakkoord dat onlangs in de
SER is afgesloten. Als het maar geen rem
wordt voor verdere ambities. Ik denk dat het
akkoord vooral een rem wordt voor verdere
vooruitgang wanneer de ambities die erin
staan niet gehaald worden. Die ambities gaan
maar tot 2020 en zijn zeker gezien die korte
tijdspanne niet gering.
De commissie wijst op het belang van de
vele burgerinitiatieven, lokale en regionale
coöperaties op het gebied van duurzame ener­
gie en ook op de vele initiatieven die kleine en
grote ondernemingen nemen om een ‘circu­
laire economie’ tot stand te brengen. De com­
missie vraagt ook aandacht voor de energie­
kosten van de industrie. De industrie willen
we graag behouden, maar dan moet ze wel
kunnen concurreren met bedrijven in de VS
en Azië die veel minder voor energie betalen.
Het kan niet zo zijn dat de investeringen in
duurzame energie de energieprijzen zodanig
opdrijven dat de bedrijven verdwijnen (en we
vervolgens de producten van hun concurren­
ten importeren die ook niet duurzaam zijn
geproduceerd). En wat al helemaal niet kan is
‘èn (bijvoorbeeld) schaliegas afwijzen èn on­
voldoende inzetten op hernieuwbare energie
— waarbij we ook nog weten dat het nog en­
kele decennia zal duren voordat volledig her­
nieuwbare energie kan worden ingezet’.
De commissie-Melkert stelt voor de ener­
gietarieven voor grootverbruikers te verho­
64
Ben Dankbaar Duurzaam de crisis uit
gen, maar wel in combinatie met maatregelen
die ervoor zorgen dat de concurrentiepositie
van de betrokken ondernemingen niet wordt
aangetast. Ze pleit voor een ‘deskundige, actief
optredende en voorspelbare overheid’. Dat
vooral dat laatste niet eenvoudig is, blijkt wel
enkele regels later als de commissie pleit voor
heroverweging van de recente beslissing om
een aantal milieubelastingen, waaronder de
verpakkingsbelasting en de grondwaterbelas­
ting, af te schaffen.
Innovatie
‘Het innovatiebeleid (topsectoren) wordt met
name ingezet voor het stimuleren van duur­
zame ontwikkeling.’ Het is jammer dat de
commissie hierbij (misschien per ongeluk)
alleen de topsectoren noemt. Het Nederlandse
innovatiebeleid kent twee hoofdonderdelen:
het topsectorenbeleid en de ‘indirecte’ onder­
steuning van R&D-activiteiten in bedrijven via
tegemoetkomingen in de belastingen. Terwijl
er veel over de topsectoren wordt gepraat,
gaat zo’n 80 % van het innovatiegeld om in die
indirecte ondersteuning, waar in principe alle
bedrijven voor in aanmerking komen die
speurwerk verrichten, ongeacht waar dat over
gaat. Ik zou die zeker niet buiten beschouwing
laten bij het stimuleren van duurzame ont­
wikkeling.
Ook de WRR wijst erop dat het wenselijk is,
mede voor de legitimiteit van het innovatie­
beleid, dat het beleid zich richt op maatschap­
pelijke uitdagingen (klimaat / energie, gezond­
heid / voeding, veiligheid, mobiliteit,
communicatie). Minister Maxime Verhagen
riep destijds bij de lancering van zijn bedrij­
venbeleid dat ‘het bedrijfsleven aan het stuur’
zou zitten. Alsof de bedrijven onder elkaar wat
belastinggeld mochten verdelen. Gelukkig
hebben de plannenmakers in de topsectoren
over het algemeen best oog gehad voor duur­
zaamheid en het belang van menselijk kapi­
taal. Maar de grote maatschappelijke uitda­
gingen zijn niet binnen een enkele sector op
te lossen. Daarom is het goed wanneer de over­
S & D Jaargang 71 Nummer 1 Februari 2014
heid in samenspraak met alle relevante par­
tijen doelstellingen formuleert en dan midde­
len beschikbaar stelt om die doelstellingen te
bereiken.
De commissie-Melkert maakt gelukkig niet
de fout te zeggen dat de overheid het stuur
moet overnemen — alsof de overheid altijd
weet wat de goede richting is — maar ze pleit
wel voor ‘sturing naar duurzame dynamiek’.
Nederland investeert te weinig, en dat met een
enorm overschot op de betalingsbalans. He­
laas zegt de commissie weinig of niets over de
investeringen die de overheid zou kunnen
doen en aanjagen, behalve dan in de bouwsec­
tor. Zij doet enkele algemene voorstellen voor
verbeteringen in de sfeer van het wetenschap­
pelijk onderzoek, maar het hoofdstuk over
innovatie gaat vervolgens voornamelijk over
onderwijs en arbeidsmarkt. Daar valt wat voor
Wat als de zzp’er de norm
wordt op de arbeidsmarkt,
en niet de werknemer in
loondienst?
te zeggen gezien het belang van ‘menselijk
kapitaal’ en de noodzaak van vernieuwing van
daarmee samenhangende instituties.
Toch was het denk ik beter geweest om een
apart hoofdstuk over onderwijs en arbeids­
markt te maken en de opzet van een op duur­
zaamheid gericht innovatiebeleid wat verder
uit te werken. Visionair kunnen we het stuk
op dit punt nog niet noemen. Het energieak­
koord zou als opstap gebruikt kunnen worden
voor een programma over energie (productie
en besparing), maar dan wel met een tijds­
horizon van minstens vijftien jaar. Als we kij­
ken naar de sterktes van het Nederlandse be­
drijfsleven kunnen we ook denken aan een
samenhangend en duurzaam programma op
het gebied van voeding en gezondheid, een
Ben Dankbaar Duurzaam de crisis uit
programma voor de ontwikkeling en het ge­
bruik van duurzame (bio-based) materialen
en natuurlijk een programma voor een veilige
delta. Om continuïteit en betrouwbaarheid
van de overheid te waarborgen hebben zulke
programma’s een breed politiek en maat­
schappelijk draagvlak nodig. De WRR wijst in
dit verband op zulke programma’s in Duits­
land, die grote continuïteit hebben ongeacht
de samenstelling van de regering.
Uit de veelheid van onderwerpen die in het
hoofdstuk rond onderwijs en arbeidsmarkt
niet altijd even samenhangend aan de orde
komen, wil ik er hier twee naar voren halen.
De commissie is op sommige punten nogal
terughoudend over zzp’ers. Het gros is vol­
gens de commissie ‘zelfstandige uit nood ge­
boren’ en heeft moeite de eindjes aan elkaar te
knopen. De flexibele schil in Nederland is ‘te
groot’. Dat leidt tot voorstellen om schijnzelf­
standigheid terug te dringen en meer tijde­
lijke contracten mogelijk te maken.
Op andere punten is de commissie wel po­
sitief over het feit dat mensen ondernemer­
schap tonen, risico’s nemen en eigen baas wil­
len zijn. Wat mij betreft had de commissie
deze positieve toon wat meer voorop mogen
stellen. De zzp’er valt niet meer weg te denken
in onze economie en ik kan mij niet aan de
indruk onttrekken dat zeer velen van hen geen
andere status willen. Met nog steeds stijgende
opleidingsniveaus en bedrijven die steeds
projectmatiger werken, is het misschien niet
zo gek om eens na te denken over de vraag wat
er gebeurt wanneer de zzp’er de norm wordt
op de arbeidsmarkt in plaats van de werkne­
mer in loondienst. Sommige voorstellen van
de commissie hebben daar overigens wel mee
te maken. Wanneer zzp’ers ‘normaal’ worden,
hoeven ze ook niet afwijkend behandeld te
worden door de Belastingdienst. Het mag niet
zo zijn dat ‘louter fiscaal gedreven onderne­
merschap’ het draagvlak onder de sociale ze­
kerheid uitholt.
Een ander interessant punt heeft betrek­
king op arbeidstijden — van mensen in loon­
dienst uiteraard. De commissie betoogt dat er
S & D Jaargang 71 Nummer 1 Februari 2014
65
veel meer kan en moet kunnen in termen van
filebestrijding, kinderverzorging, cultuurbele­
ving et cetera, en wil dat er stappen gezet wor­
den naar een ‘combinatiepatroon’, waarbij het
arbeidsproces zo wordt georganiseerd dat
mannen en vrouwen bij een volledige werk­
week ieder vier dagen per week (negen uur
per dag) aan het arbeidsproces kunnen deel­
nemen.
Uit het buitenland ken ik vergelijkbare
voorstellen die uitgaan van werkweken van 30
of 32 uur, zodat een werknemer bijvoorbeeld
vier dagen van acht uur maakt (of drie van
tien). Omdat dit zou moeten leiden tot een
substantiële toename van de arbeidsdeelna­
me van vrouwen, zou dat opwegen tegen de
verkorting van de werkweek. Als man en
vrouw allebei dertig uur zouden gaan werken,
zouden ze in principe bij een gelijkblijvend
uurloon (even voor het gemak aannemend
dat dat voor beiden gelijk is) meer kunnen
verdienen dan wanneer de één 36 uur werkt
en de ander 10 of 15 uur. In principe kan dit
natuurlijk al, want iedereen mag in deeltijd
gaan werken, maar het is iets anders wanneer
het ‘normaal’ wordt.
Transparantie
De commissie doet verschillende voorstellen
voor meer transparantie, verantwoording en
zeggenschap in samenleving, politiek en be­
drijfsleven. Deze voorstellen lijken mij zeker
binnen de partij niet erg controversieel. Ban­
ken mogen private ondernemingen zijn, maar
ze vervullen een sociale nutsfunctie en daarom
is solide regelgeving en streng toezicht vereist.
Het Rijnlands model van de ondernemingsbe­
sturing verdient herwaardering. Er moet meer
ervaring worden opgedaan met het concept
van de sociale onderneming. Wel jammer dan
dat het CDA onlangs een wetsvoorstel over dat
onderwerp heeft ingetrokken omdat er onvol­
doende steun voor was in de Kamer.
Er zou volgens de commissie-Melkert wel
weer wat meer ruimte mogen komen voor be­
schermingsconstructies tegen ongewenste
66
Ben Dankbaar Duurzaam de crisis uit
overnames, en langdurig aandelenbezit zou
bevorderd kunnen worden. Er zou een instem­
mingsrecht voor de OR kunnen worden inge­
voerd bij essentiële kwesties. De commissie laat
zich bij deze voorstellen inspireren door de
hoorzittingen die het Amerikaanse Congres
organiseert en stelt voor een Onderzoekskamer
in te richten die snel hoorzittingen kan organi­
seren over actuele vraagstukken en daarbij
betrokkenen onder ede kan horen. En ten slotte
pleit de commissie voor nieuwe lokale organi­
satie- en participatievormen en adviseert zij
daarvoor inspiratie te zoeken in binnen- en
buitenland. Voorbeelden: Brainport Eindho­
ven, de Economic Development Board Rotter­
dam en de visie van Almere voor 2030.
Evenwicht
Het hoofdstuk over evenwicht is in het volle­
dige rapport beduidend helderder dan in het
kernrapport. Het is wellicht ook het meest
fundamentele hoofdstuk. Evenwicht zou je
een sociaal-democratische waarde kunnen
noemen in de zin dat er altijd gestreefd is naar
een balans tussen kapitaal en arbeid. Gebrek
aan evenwicht is de fundamentele oorzaak
van de crisis en nu moet een nieuwe ‘balans’
gevonden worden. En daarbij komt dan naast
kapitaal en arbeid dus ook de natuur aan bod.
Innovatie ten behoeve van een ‘circulaire eco­
nomie’, een meer ‘ontspannen arbeidsmarkt’
en een zorgtakencombinatie verhogen het
internationale concurrentievermogen. ‘Dit
levert niet alleen meer inkomsten op voor
ondernemers en werknemers maar ook voor
de staat. In die zienswijze is 1 % groei die deze
doelstellingen naderbij brengt, te prefereren
boven 2 % groei die gebaseerd is op het produ­
ceren van onafbreekbaar restafval.’ De com­
missie kiest voor kwaliteit boven kwantiteit.
De commissie sluit af met een opvallend
betoog over de noodzaak van meer aandacht
— op scholen en in de samenleving — voor soci­
aal-emotionele ontwikkeling. De snelle ont­
wikkelingen in onze samenleving maken het
noodzakelijk dat we beter leren om te gaan
S & D Jaargang 71 Nummer 1 Februari 2014
met onverwachte gebeurtenissen, baanveran­
deringen, nieuwe kennis, andere mensen. Cre­
ativiteit en samenwerkingsvermogen zouden
meer aandacht moeten krijgen met grote po­
sitieve gevolgen voor individu en maatschap­
pij. Ik beluister hier ook een pleidooi voor
minder aandacht voor materiële waarden —
en dat past bij een visie op een solidaire sa­
menleving waarin kwaliteit van leven en een
duurzame omgang met de natuur belangrij­
ker zijn dan materiële groei.
En nu verder
Waar moet de partij dit rapport nu plaatsen?
De commissie-Melkert is er gekomen omdat
het partijcongres het partijbestuur in januari
2012 vroeg een werkgroep te benoemen ‘die
voor onze partij een nieuwe visie voor het we­
reldwijde economische systeem ontwikkelt’.
Doordat het kabinet-Rutte drie maanden later
viel, moest er veel eerder een nieuw verkie­
zingsprogramma worden geschreven dan was
voorzien en werd de commissie pas actief in
november 2012. We zijn nu dus twee jaar ver­
der. Toch had de commissie wat mij betreft
nog wel wat meer tijd mogen nemen (of krij­
gen). Sommige zaken hadden nog verder uit­
gewerkt kunnen worden. Er staan weliswaar
dingen in die van nut zijn voor de discussie
over het Europese verkiezingsprogramma,
maar het stuk zal toch vooral van invloed moe­
ten zijn op het programma voor de volgende
Tweede Kamerverkiezingen en die vinden (ho­
pelijk) nog niet binnenkort plaats. Het komen­
de partijcongres zou moeten vragen om een
nadere uitwerking en het opnieuw agenderen
op een volgend congres.
Dat neemt niet weg dat het rapport ook nu
al voorziet in een dringende vraag. Misschien
nog meer dan twee jaar geleden is er behoefte
aan sociaal-democratische standpunten die
meer om het lijf hebben dan ‘minder’ of
‘meer’ of ‘socialer’ dan wat andere partijen
willen. De commissie-Melkert doet een belang­
rijke stap in die richting door het economisch
beleid te toetsen aan de vier waarden die in de
Ben Dankbaar Duurzaam de crisis uit
Van waarde-studie van de WBS naar voren zijn
gehaald: bestaanszekerheid, goed werk, ver­
heffing en binding. Tegelijkertijd corrigeert de
commissie de indruk van sommige lezers van
Van waarde, dat sociaal-democraten geen
waarde hechten aan duurzaamheid. Deze vier
waarden kunnen zonder duurzame ontwikke­
ling in feite niet gerealiseerd worden. Omge­
keerd zullen sociaal-democraten iedere stap
in de richting van duurzaamheid willen toet­
sen aan deze vier waarden.
In de nieuwe regering van Duitsland heeft
de voorman van de SPD, Sigmar Gabriel, het
ministerie van Economische Zaken en Energie
S & D Jaargang 71 Nummer 1 Februari 2014
67
voor zich opgeëist. Die keuze is niet zonder
risico, want de ‘Energiewende’ (lees: duur­
zaamheid) heeft geleid tot veel gemor over
hoge energierekeningen bij de burgers. Maar
die keuze benadrukt wel dat de SPD weet dat
belangrijke beslissingen over duurzame ont­
wikkeling en werkgelegenheid samen met en
ook door het bedrijfsleven genomen moeten
worden. Dat steekt schril af tegen de perma­
nente voorkeur van de PvdA voor het ministe­
rie van Sociale Zaken, waaraan in de benaming
ten onrechte ‘en Werkgelegenheid’ is toege­
voegd. Met het rapport-Melkert in de hand
kunnen we de focus hopelijk eens verleggen.