zijn business startte en die in het interbellum stilaan uitbouwde in Noord-Amerika. In 1949 nam de Olsense architect Bohez een licentie op het Amerikaanse product, eerst voor import, later voor eigen productie. Met succes, trouwens. Maar in 1968 verliep het contract en dat werd niet verlengd. Bohez en Petersime gingen sindsdien hun eigen weg, en de Belgische NV startte dus met eigen ontwikkeling. De Amerikaanse vennootschap is door de jaren heen weggedeemsterd, de Belgische werd een stille kampioen. AMBITIE “We zijn altijd ambitieus geweest en internationaal”, vertelt Michel De Clercq. “Het blijft een kleine niche, natuurlijk: elektrische broedmachines… Maar we hebben nu pakweg veertig procent van de wereldmarkt. En pluimvee is een groeiende markt, met een groeitempo van drie procent per jaar. Kippen kweken is immers veel efficiënter voor de productie van proteïnes dan varkens- of runderkweek. Voor een kilo levende kip heb je 1,5 à 1,7 kilo voeder nodig. Voor de andere vleessoorten is dat een veelvoud.” Michel De Clercq, Petersime © Chak López De pluimveemarkt groeit drie procent per jaar, de markt voor broedmachines groeit trager, want de toestellen worden elk jaar efficiënter. “Maar zoals gezegd, we zijn ambitieus. Vijf procent groei doorheen de jaren, dat is ons doel”, zegt De Clercq. Dat objectief wordt niet elk jaar gehaald, de wereldmarkt voor dit type machines verloopt hectisch. Het ene jaar worden tot dubbel zoveel machines verkocht dan het andere jaar. “Inderdaad, het is een cyclische markt. Maar wij kijken naar de onderliggende trend: er zijn dalen, maar de volgende piek moet hoger liggen dan de vorige.” Broedmachines voor de hele wereld In Olsene staat een bedrijf dat wereldleider is in het kleine marktsegment van broedkasten - machines voor het uitbroeden van bevruchte eieren tot pluimvee. Maar wie in Vlaanderen kent die deelgemeente vlak bij de Leie, en wie durft claimen vertrouwd te zijn met de onderneming? Petersime heeft van het epitheton ‘hidden’ zijn business model gemaakt. “We zijn een nichespeler met een strak gedefinieerd segment”, vertelt Michel De Clercq, CEO. “We zoeken de publiciteit niet.” Erik Durnez 16 Broedmachines zijn hightech. “De kennis van het broedproces is de voorbije vijftien jaar geweldig toegenomen”, verklapt de CEO. “Vroeger was het vaak trial and error. Nu bestuderen we samen met de professoren Daniel Berckmans en Eddy Decuypere van de KU Leuven de embryonale ontwikkeling van kippen en kalkoenen. We kennen de kritische factoren, we weten hoe we kunnen bijsturen. Zuurtegraad, bijvoorbeeld. Of CO2.” Onderzoek en ontwikkeling zijn een belangrijk stuk van de job: op de ruim 230 mensen werken er nu 14 in onderzoek en engineering. FOCUS Petersime heeft zich extreem gefocust. “We zijn echt een oneproduct, of liever, een one-solution company. Onze procestechnologie is het beheersen van een micro-omgeving. Dat kunnen we goed, dat doen we graag. We zullen nooit diversifiëren naar domeinen die ver uit dat vakgebied liggen. Kippenhokken ontwerpen of stallen bouwen? Dat is niet ons ding.” De grote uitdaging vandaag is: machines zelfsturend te maken, de gebruiksvriendelijkheid optimaliseren, de complexiteit overdragen aan software. “Ons credo is: oplossingen aanbieden die het hoogste economische rendement opleveren. Maar tegelijk is duurzaamheid een grote zorg. Onze machines komen vaak terecht in een ruwe en agressieve omgeving, ze moeten dus ook tegen een stootje kunnen.” Ook diervriendelijkheid staat hoog op de agenda. “Tussen het uitkomen van het eerste en het laatste kuiken zitten toch wel enkele uren. Hoe comfortabel is het voor die eerste om nog in de broedmachine te zitten? En hoe kunnen we daar iets aan doen?” Petersime patenteert zijn kennis en zijn onderzoeksresultaten. “Dat heeft toch een afschrikwekkend effect. We vinden zelden inbreuken op onze patenten bij de grote concurrenten – en we houden dat wel goed in het oog.” “Vijf procent groei doorheen de jaren, dat is ons doel” Michel De Clercq De grote concurrenten, dat zijn voornamelijk Nederlanders. “Waar ons competitief voordeel zit? Zij zijn, en dat is bijna een cliché, veel sterker in marketing en commercialisering. Wij focussen klassiek op de technologie – maar we hebben van de Nederlanders geleerd dat vermarkten even belangrijk is. Ze hebben ons verplicht om ook daar concurrentiëler te worden.” Achtennegentig procent van de omzet gaat de hele wereld rond. Amper enkele Petersime-toestellen blijven in eigen land. Export? Tot een jaar of vijf geleden stuurde het bedrijf uit Olsene (Zulte) verkopers de hele wereld rond. Werd een markt groot genoeg, dan zocht het lokale distributeurs. Tot de strategie veranderde: op grote markten – Noord-Amerika, Brazilië, Rusland, India, China – gaat Petersime aan de slag met eigen dochterbedrijven of verkoopkantoren. “Grote internationale klanten, doorgaans verticaal geïntegreerde pluimveeconcerns, praten liefst met de fabrikant zelf, niet met een tussenpersoon”, zegt Michel De Clercq, CEO van Petersime. Neen, Petersime is geen familiale onderneming meer, de familie Bohez verkocht het bedrijf in 1984 aan een financiële groep. Grootaandeelhouder is nu de holding TBG Europe, die in zijn portefeuille een aantal zeer gespecialiseerde bedrijven heeft in de pluimveesector. Met de ambitie om de hele waardeketen te bestrijken. Wie verder zoekt, ziet dat TBGE gegroeid is uit een tak van de Thyssen familie, Duitsers met een hidden champion-traditie. Maar Petersime is bij die operatie zijn karakter niet kwijtgespeeld. “Eén voorbeeld,” zegt Michel De Clercq. “Voor de verkoop werd Petersime geleid door twee mensen: broer en zus Bohez, tweede generatie. Vandaag zijn er nog altijd twee CEO’s: Paul De Graeve en ik.” Petersime? Je moet de naam op zijn Amerikaans uitspreken. ‘Pietersaaim’. De designer van de elektrische broeikasten is namelijk een Amerikaan die net voor de Eerste Wereldoorlog STILLE KAMPIOENEN ^Michel De Clercq, Petersime: “Wij zijn echt een one solution company.” 17 © Chak López
© Copyright 2024 ExpyDoc