Antwoorden redactiesommen 4 Som 1: Je moet nu 2

Antwoorden redactiesommen 4
Som 1:
Je moet nu 2 dingen vergelijken. Je kunt pas vergelijken als iets gelijk is.
1 liter is niet gelijk aan 5dl.
Je moet nu van liter naar deciliter of van deciliter naar liter.
1 liter + 10 dl
2 x 5 dl = 1 l
Dan moet je ook 2 x € 0,55 = € 1,10
Allebei zijn dus gelijk.
Antwoord D
Som 2:
Goudsbloemen zijn 7 x € 0,65 = € 4,55
8,75 – 4,55 = 4,20
4,20 : 14 viooltjes = € 0,30
Antwoord A
Som 3:
Inhoud kun je berekenen met de volgende formule: L x B x H = inhoud
Wat je ook moet weten is, dat 1 dm3(kubieke decimeter) = 1 liter.
Er staat dm en cm, deze moet je eerst gelijk maken. Je maakt dm, dan heb je ook direct het antwoord
in liters.
45 cm = ? dm
komma schuift 1 op naar links.
4,5 dm dus.
7 x 6 x 4,5 = 189 dm3 = 189 liter
Antwoord C
Som 4:
10 x € 1,95 = € 19,50
Een getal x 10, schuift de komma 1 op naar rechts.
19,50 – 16,00 = € 3,50
Dit getal weer delen door 10, omdat je per keer moet uitrekenen.
Als je een getal deelt door 10 schuift de komma 1 op naar links.
3,50 : 10 =€ 0,35
Antwoord C
pcbo ‘De Spreng’
Een bron van ontwikkeling
Som 5:
650 – 225 = 425
425 – 150 = 275
275 – 160 = 115
Ze wil € 17,50 overhouden dus
115 - 17,50 =97,50
97,50 : 19,50 = 5
Antwoord B
Som 6:
12 km = 1 liter
180 : 12 = 15 liter enkele reis.
Dus 2 x 15 = 30 liter.
Antwoord A
Som 7:
Je moet weten wat een kwartaal is.
1 kwartaal = 13 weken.
Per week betaalt ze 39 : 13 =€ 3,00 voor 2 uur.
Voor 1 uur betaalt ze 3 : 2 = € 1,50
Som 8:
1500 gram = ? kg.
1000 gram = 1 kg
1500 gram = 1,5 kg
1,5 kg + 29 kg = 30,5 kg>
Antwoord B
Som 9:
5,5 % van 300 = 316,50 na 1 jaar
5,5 % van 316,50 = 333,91 na 2 jaar
5,5% van 333,91 = € 352,27
Antwoord B
Deze som leg ik uit op school.
Som 10:
Hier moet je weer vergelijken, dus alles 4 naar (bijvoorbeeld) 100 graam rekenen>
Lodo: 0,90 : 2,5 = 0,36
Kospa: 1,90 : 4 = 0,48
Tokop: 2,10 : 5 = 0,42
Gromi: 2,82 : 7,5 = 0,38
Antwoord C
pcbo ‘De Spreng’
Een bron van ontwikkeling