"Sectorstudie schrijnwerkers-interieurbouwers 2014".

SECTORSTUDIE SCHRIJNWERKERS EN INTERIEURBOUWERS
Sectoronderzoek bij Vlaamse
schrijnwerkers en interieurbouwers
1 op 3 schrijnwerkers heeft minder werk
Elk jaar bevraagt Bouwunie via het onderzoeksbureau Marketing Development de
sector van de schrijnwerkers en interieurbouwers bevragen. Dit laat ons toe de evoluties in de sector van nabij op te volgen. Concreet ondervroegen we in september
van dit jaar 204 Vlaamse schrijnwerkbedrijven.
33% van de schrijnwerkers en
interieurbouwers zag
orderboekje inkrimpen
Economisch gezien is er nog steeds geen
sprake van een herstel voor de sector. De
meerderheid van de bedrijven heeft weliswaar voldoende opdrachten maar liefst 21%
zegt momenteel te weinig werk te hebben.
Vorig jaar was dat “slechts” 12%. 1 bedrijf op
3 zegt bovendien dat het orderboekje afgenomen is terwijl 27% over een aandikkende orderportefeuille spreekt. Wanneer we
dit vergelijken met dezelfde periode van vorig jaar, dan stellen we vast dat de bedrijven nog voor minder lang goed zitten. Bij
7% van de bedrijven reikt het orderboekje nu maximum een maand ver. 48% heeft
werk voor 1 tot 3 maanden en 31% voor 3
tot 6 maanden. Slechts 3% van de bedrijven heeft een orderboekje dat verder dan
9 maanden reikt. 37% zegt dat dit een verslechtering is in vergelijking met de voorgaande jaren.
Wanneer we vragen hoe de schrijnwerkers
en interieurbouwers de afgelopen crisisjaren
ervaren hebben, dan zegt 55% dat de negatieve gevolgen duidelijk voelbaar zijn in het
bedrijf. 37% had minder opdrachten. 22%
van de werkgevers heeft hierdoor meer gebruik gemaakt van tijdelijke werkloosheid
en 12% heeft zelfs mensen (moeten) ontslaan. 9% geeft nu meer opdrachten in onder-aanneming.
68% van de schrijnwerkers en interieurbouwers gelooft niet dat een heropleving voor
morgen is. 19% zegt dat deze integendeel al
bezig is, terwijl 13% denkt dat de sector in
2015 zal heropleven.
Schrijnwerkers vooral actief bij
particulieren
De meeste schrijnwerkers en interieurbouwers hebben een divers activiteitenpakket.
61% doet binnen-schrijnwerk en –afwer26
B O U W N I E U W S • 12 N O V E M B E R 2 0 14
Grafiek 1: Binnenschrijnwerk meest aangeduide marktsegment
king. 58% buitenschrijnwerk. 43% maakt
meubels en/of keukens.
Opvallend is wel dat indien we peilen naar
de hoofdactiviteit, buitenschrijnwerk op de
eerste plaats komt (32%), gevolgd door
binnen-schrijnwerk (23%) en meubels en
keukens (21%). Andere veel uitgevoerde
activiteiten zijn dakisolatie (27%) en daktimmerwerk (25%), trappen (21%), kantooren winkelinrichting (18%) en houtskeletbouw (13%). (zie grafiek 1)
88% van de ondervraagde bedrijven zijn actief op de particuliere renovatiemarkt. Bij
74% van hen is dit de enige markt die ze
bewerken. 61% is (ook) actief in de nieuwbouw. De projectmarkt behoort tot het actieterrein van 30% van de bedrijven. 9%
doet (meestal daarnaast) mee aan overheidsopdrachten. (zie grafiek 2)
90% krijgt zijn opdrachten rechtstreeks van
de bouwheer. 42% krijgt werk doorgespeeld
via een architect, 20% via een binnenhuisarchitect en 31% via een hoofdaannemer.
Binnenschrijnwerk en -afwerking
61%
Buitenschrijnwerk
58%
Meubels en keukens
43%
Dakisolatie
27%
Daktimmerwerk
25%
Trappen
21%
Kantoor- en winkelinrichting
18%
Hout(skelet)bouw
13%
Andere isolatiewerken
9%
Grafiek 2: Schrijnwerkers vooral actief in renovatie van woningen
nieuwbouw particuliere markt
61%
renovatie particuliere markt
88%
projectmarkt
Binnen-schrijnwerker heeft
indrukwekkend, modern
machinepark
Wat is een interieurbouwer zonder atelier?
De basisuitrusting die we bij de meesten terugvinden, is een paneelzaag, een bovenfrees, een schaafmachine en een kantenverlijmer. Bij 1 op de 3 bedrijven staat er ook
een opdeelzaag. 62% heeft een pennenbank, 24% een lijm- en drevelmachine, 11%
een ramencenter en 9% een automatisch
platenmagazijn.
Een CNC-sturing komt inmiddels op meer
een meer machines terug: het vaakst bij
de opdeelzaag en de bovenfrees – en uiteraard bij het ramencenter en het automatisch
platenmagazijn; in mindere mate ook bij de
kantenverlijmer, de paneelzaag en de lijmen drevelmachine.
De binnen-schrijnwerker probeert alleszins
zo efficiënt mogelijk te produceren. 37%
doet hiervoor heel expliciet aan optimalisatie van de productie van de schrijnwerkelementen terwijl 22% daar concrete plannen
voor heeft in de nabije toekomst. 18% stuurt
zijn machines rechtstreeks aan vanuit de
productievoorbereiding en 14% wil dit bin-
overheidsmarkt
30%
9%
nenkort ook doen. 2 op 3 laat de aansturing
van de machines verlopen via een specifieke softwaretoepassing. Een duidelijke groeimarkt want 5 jaar geleden deed nog maar
16% van de bedrijven dit.
95% van de buitenschrijnwerkers
besteedt extra aandacht aan
luchtdichtheid
7 op de 10 bedrijven die zich toespitsen op
buitenschrijnwerk staan nog zelf in voor de
productie ervan. Sommigen focussen op
één basismateriaal, anderen bieden de drie
- hout, pvc en aluminium -aan. Van diegenen die houten buitenschrijnwerk plaatsen,
maakt 71% dit nog zelf. Voor pvc is dat 29%
en voor aluminium 41%.
Voor de energie-efficiëntie van onze woningen en gebouwen is een goede, luchtdichte plaatsing van het buitenschrijnwerk essentieel. 33% van de schrijnwerkbedrijven
heeft dit tot een standaard werkwijze gemaakt, 62% van de bedrijven doet dit op
27
B O U W N I E U W S • 12 N O V E M B E R 2 0 14
vraag van de opdrachtgever. Ze gebruiken
hiertoe vooral isolerende schuimen en tapes
of folies, afhankelijk ook of het om renovatie
gaat, dan wel om nieuwbouw. O
BOUWUNIE nam het onderzoeksbureau Marketing
Development onder de arm om in september 2014
een enquête uit te voeren bij een representatief
samengestelde groep van 204 Vlaamse schrijnwerkers. Het onderzoek gebeurde in samenwerking
met de hoofdsponsors: Deceuninck, Isover, LMC,
Saint-Gobain Glass en Vens & Thiers.
Anja Larik,
DIRECTIE- EN ECONOMISCH
ADVISEUR BOUWUNIE