SECTORSTUDIE SCHRIJNWERKERS EN INTERIEURBOUWERS Sectoronderzoek bij Vlaamse schrijnwerkers en interieurbouwers 1 op 3 schrijnwerkers heeft minder werk Elk jaar bevraagt Bouwunie via het onderzoeksbureau Marketing Development de sector van de schrijnwerkers en interieurbouwers bevragen. Dit laat ons toe de evoluties in de sector van nabij op te volgen. Concreet ondervroegen we in september van dit jaar 204 Vlaamse schrijnwerkbedrijven. 33% van de schrijnwerkers en interieurbouwers zag orderboekje inkrimpen Economisch gezien is er nog steeds geen sprake van een herstel voor de sector. De meerderheid van de bedrijven heeft weliswaar voldoende opdrachten maar liefst 21% zegt momenteel te weinig werk te hebben. Vorig jaar was dat “slechts” 12%. 1 bedrijf op 3 zegt bovendien dat het orderboekje afgenomen is terwijl 27% over een aandikkende orderportefeuille spreekt. Wanneer we dit vergelijken met dezelfde periode van vorig jaar, dan stellen we vast dat de bedrijven nog voor minder lang goed zitten. Bij 7% van de bedrijven reikt het orderboekje nu maximum een maand ver. 48% heeft werk voor 1 tot 3 maanden en 31% voor 3 tot 6 maanden. Slechts 3% van de bedrijven heeft een orderboekje dat verder dan 9 maanden reikt. 37% zegt dat dit een verslechtering is in vergelijking met de voorgaande jaren. Wanneer we vragen hoe de schrijnwerkers en interieurbouwers de afgelopen crisisjaren ervaren hebben, dan zegt 55% dat de negatieve gevolgen duidelijk voelbaar zijn in het bedrijf. 37% had minder opdrachten. 22% van de werkgevers heeft hierdoor meer gebruik gemaakt van tijdelijke werkloosheid en 12% heeft zelfs mensen (moeten) ontslaan. 9% geeft nu meer opdrachten in onder-aanneming. 68% van de schrijnwerkers en interieurbouwers gelooft niet dat een heropleving voor morgen is. 19% zegt dat deze integendeel al bezig is, terwijl 13% denkt dat de sector in 2015 zal heropleven. Schrijnwerkers vooral actief bij particulieren De meeste schrijnwerkers en interieurbouwers hebben een divers activiteitenpakket. 61% doet binnen-schrijnwerk en –afwer26 B O U W N I E U W S • 12 N O V E M B E R 2 0 14 Grafiek 1: Binnenschrijnwerk meest aangeduide marktsegment king. 58% buitenschrijnwerk. 43% maakt meubels en/of keukens. Opvallend is wel dat indien we peilen naar de hoofdactiviteit, buitenschrijnwerk op de eerste plaats komt (32%), gevolgd door binnen-schrijnwerk (23%) en meubels en keukens (21%). Andere veel uitgevoerde activiteiten zijn dakisolatie (27%) en daktimmerwerk (25%), trappen (21%), kantooren winkelinrichting (18%) en houtskeletbouw (13%). (zie grafiek 1) 88% van de ondervraagde bedrijven zijn actief op de particuliere renovatiemarkt. Bij 74% van hen is dit de enige markt die ze bewerken. 61% is (ook) actief in de nieuwbouw. De projectmarkt behoort tot het actieterrein van 30% van de bedrijven. 9% doet (meestal daarnaast) mee aan overheidsopdrachten. (zie grafiek 2) 90% krijgt zijn opdrachten rechtstreeks van de bouwheer. 42% krijgt werk doorgespeeld via een architect, 20% via een binnenhuisarchitect en 31% via een hoofdaannemer. Binnenschrijnwerk en -afwerking 61% Buitenschrijnwerk 58% Meubels en keukens 43% Dakisolatie 27% Daktimmerwerk 25% Trappen 21% Kantoor- en winkelinrichting 18% Hout(skelet)bouw 13% Andere isolatiewerken 9% Grafiek 2: Schrijnwerkers vooral actief in renovatie van woningen nieuwbouw particuliere markt 61% renovatie particuliere markt 88% projectmarkt Binnen-schrijnwerker heeft indrukwekkend, modern machinepark Wat is een interieurbouwer zonder atelier? De basisuitrusting die we bij de meesten terugvinden, is een paneelzaag, een bovenfrees, een schaafmachine en een kantenverlijmer. Bij 1 op de 3 bedrijven staat er ook een opdeelzaag. 62% heeft een pennenbank, 24% een lijm- en drevelmachine, 11% een ramencenter en 9% een automatisch platenmagazijn. Een CNC-sturing komt inmiddels op meer een meer machines terug: het vaakst bij de opdeelzaag en de bovenfrees – en uiteraard bij het ramencenter en het automatisch platenmagazijn; in mindere mate ook bij de kantenverlijmer, de paneelzaag en de lijmen drevelmachine. De binnen-schrijnwerker probeert alleszins zo efficiënt mogelijk te produceren. 37% doet hiervoor heel expliciet aan optimalisatie van de productie van de schrijnwerkelementen terwijl 22% daar concrete plannen voor heeft in de nabije toekomst. 18% stuurt zijn machines rechtstreeks aan vanuit de productievoorbereiding en 14% wil dit bin- overheidsmarkt 30% 9% nenkort ook doen. 2 op 3 laat de aansturing van de machines verlopen via een specifieke softwaretoepassing. Een duidelijke groeimarkt want 5 jaar geleden deed nog maar 16% van de bedrijven dit. 95% van de buitenschrijnwerkers besteedt extra aandacht aan luchtdichtheid 7 op de 10 bedrijven die zich toespitsen op buitenschrijnwerk staan nog zelf in voor de productie ervan. Sommigen focussen op één basismateriaal, anderen bieden de drie - hout, pvc en aluminium -aan. Van diegenen die houten buitenschrijnwerk plaatsen, maakt 71% dit nog zelf. Voor pvc is dat 29% en voor aluminium 41%. Voor de energie-efficiëntie van onze woningen en gebouwen is een goede, luchtdichte plaatsing van het buitenschrijnwerk essentieel. 33% van de schrijnwerkbedrijven heeft dit tot een standaard werkwijze gemaakt, 62% van de bedrijven doet dit op 27 B O U W N I E U W S • 12 N O V E M B E R 2 0 14 vraag van de opdrachtgever. Ze gebruiken hiertoe vooral isolerende schuimen en tapes of folies, afhankelijk ook of het om renovatie gaat, dan wel om nieuwbouw. O BOUWUNIE nam het onderzoeksbureau Marketing Development onder de arm om in september 2014 een enquête uit te voeren bij een representatief samengestelde groep van 204 Vlaamse schrijnwerkers. Het onderzoek gebeurde in samenwerking met de hoofdsponsors: Deceuninck, Isover, LMC, Saint-Gobain Glass en Vens & Thiers. Anja Larik, DIRECTIE- EN ECONOMISCH ADVISEUR BOUWUNIE
© Copyright 2024 ExpyDoc