De Molenaar - Stichting Zorgcombinatie Marga Klompe

De Molenaar
STICHTING
Z O R G C O M B I N AT I E
D e ce mbe r 2014
Winter
SZMK | December 2014
Kerstmis
Alles voor een geslaagde kerst. Voor mij ligt een
folder van een supermarkt. Met daarin allerlei luxe
maaltijden, die je kant-en-klaar kunt kopen, zodat
het honderd procent zeker een geslaagd kerstdiner
zal worden. Op de foto’s zie ik fraai gedekte tafels,
prachtige kerstbomen en natuurlijk gelukkige
families in feestelijke kleding. December heet niet
voor niets de feestmaand.
Maar is december wel echt zo feestelijk?
Natuurlijk kent de maand december
een opeenvolging van feesten, Sinterklaas, Kerstmis, Oud en Nieuw. Maar
toch is het niet voor iedereen alleen
maar feest. December is ook de maand
waarvan veel mensen hopen dat die
maar snel voorbij mag zijn. Waarin de
dagen kort zijn en de nachten lang
en waarin verdriet en gemis vaak nog
harder gevoeld worden dan in andere
maanden.
Daarbij komt nog een nieuw fenomeen, kerststress. Stress die ontstaat
doordat we er mooi uit willen zien,
cadeautjes willen kopen, streven naar
een harmonieus samenzijn met familie,
kortom dat alles zo perfect mogelijk
moet zijn, het liefst net zoals op de
foto’s in de tijdschriften. Vaak is dat een
bijna onmogelijke opgave, waar veel
mensen behoorlijk gestrest van raken.
En die stress uit zich dan in vermoeidheid en frustratie, niet bepaald de juiste
ingrediënten voor een geslaagde kerst.
Ik denk dat het misschien juist de kinderen zijn die het meest onbevangen van
Kerstmis kunnen genieten. De lichtjes
in de boom, glinsterende kerstballen,
brandende kaarsen, lekker eten met je
mooiste kleren aan. Kinderen hebben
meestal weinig last van kerststress.
Ze gaan gewoon op hun buik voor de
kerststal liggen om te kijken naar het
bijna knusse tafereel met Maria en
Jozef, de herders en de wijzen, de os
en de ezel en in hun midden het kindje
Jezus, en dromen een eind weg.
Het is de volwassene die weet dat
een voederbak geen fijne plek is om
je pasgeboren baby in te leggen.
En dat dit bijzondere tafereel ruw
onderbroken zal worden door koning
Herodes die van het goddelijk kind een
vluchteling maakt. En het is de volwassene die zich realiseert dat we met kerst
weliswaar zingen van vrede op aarde,
maar dat die vrede in werkelijkheid
verder weg is dan ooit.
Want nog nooit eerder was in
Nederland de dreiging van oorlog en
geweld zo direct voelbaar als in het
afgelopen jaar, wat bij veel mensen
leidde tot gevoelens van onrust en
diepe bezorgdheid. Kunnen we goed
beschouwd nog wel zingen van vrede
op aarde? Houden we onszelf daarmee
niet voor de gek?
Moed verloren, al verloren. Ik denk dat
we altijd mogen blijven hopen op een
werkelijk geslaagde Kerstmis. Dat we
altijd mogen blijven geloven in de
kracht van de geboorte van een kind.
En dat we ook als ‘grote mensen’ altijd
mogen blijven dromen dat het anders
kan.
Mede namens het team geestelijk
verzorgers, Hanny Wassink, Lotte Kleijn,
Simon Nagelmaeker en Henri Knol,
wens ik u goede kerstdagen en veel heil
en zegen voor het nieuwe jaar.
Esseldien Wennink
geestelijk verzorger
Ik had er niet over willen beginnen
Ik had er niet over willen beginnen maar ik ontkom er niet
aan. Mijn vrouw vroeg mij of ik iets voor haar aan de muur
wilde ophangen. Natuurlijk ben ik daar niet te beroerd voor,
dus pakte ik mijn boormachine uit de schuur en wilde een
paar gaatjes in de muur boren. Met mijn Black & Decker
in de hand zag ik de gefronste wenkbrauwen van mijn
vrouw. Ik vroeg enigszins verbaasd “wat”? “Die naam van die
boormachine, dat kan toch niet” zei ze.
Colofon
De redactie van De Molenaar houdt zich het recht
voor om een artikel niet
te plaatsen als het artikel
kwetsend voor anderen
is, onwaarheden bevat
of discriminerend is.
De redactie meldt dit
aan de schrijver van het
gewraakte stuk.
Redactie
Peter Hulshof
coördinator vrijwilligers
Ria Ars
secretaresse sector
zorg/wonen-zorg
Groenlo
Pas toen ging bij mij een lampje branden. Black & Decker.
Rond Sinterklaas ligt dit eerste woord erg gevoelig.
Terwijl ons oppaskindje vrolijk tettert over Sinterklaas en
Zwarte Piet sloeg de twijfel bij mij toe.
Kon ik nog wel boren met een machine die black (zwart) in
de naam voerde? Of moest ik mij maar aanpassen aan de
handelsgeest van veel middenstanders en mijn boormachine
tijdelijk omtoveren tot de Gouda kaasgele kleur Geel & Decker
of een ander typisch Nederlands product zoals de kleur van
Stroopwafel & Decker.
Als ik echt zou moeten kiezen, zou ik voor de kleur van een
ander typisch Nederlands product gaan en wel drop.
Gelijktijdig zien we dat ons oppaskindje vrolijk doorgaat met
zingen over Sinterklaas en Zwarte Piet en beseffen we dat
het niet gaat om de kleur maar om het geluk wat dit feest bij
kinderen brengt.
Het gaat om wie we zijn en wat we doen en niet om de kleur
die iemand heeft of toebedeeld krijgt.
Peter Hulshof
Lida Wissink
afdelingshoofd
Bernadette Tilley
verzorgende
De redactie wenst u:
SZMK | December 2014
Op dinsdagmiddag 23 september was er een optreden van
‘Wi'j holt 't bi'j ’t Olde’
Deze groep bestaat uit zes danskoppels
en twee personen met een accordeon.
Na een mooie Spaanse wals, werd even
stilgestaan bij de kleding van de dansgroep. Ze waren gekleed in sjieke kleding
van heel lang geleden. Vele mensen in het
publiek konden zich niet eens herinneren
dat hun opa of oma deze kleding had
gedragen.
Hierna werd een gedicht over de herfst
voorgedragen, aangezien vandaag de
herfst is ingegaan.
Daarna werden de Veleta, de Mazurka en
nog een aantal dansen gedanst.
Na de pauze waren de dansers omgekleed
in de nette daagse kleding. Ze dansten
de Aaltense polka, Jan schei toch uut, de
Molle en de Pot met bonen.
Ter afsluiting werd er nog een modeshow
gehouden van wollen onderkleding.
Erg leuk om te zien wat de mensen
vroeger onder hun kleding droegen.
Zo kwam er een leuk eind aan deze gezellige middag.
Cliëntenberaadbijeenkomst
woonzorgcentrum De Molenberg
Op woensdagavond 24 september
werd er een cliëntenberaad voor de
bewoners van woonzorgcentrum
De Molenberg gehouden.
Er waren 15 bewoners aanwezig en het
was een zeer interessante en leerzame
avond. Als eerste gingen we buiten naar
de beweegtuin waar fysiotherapeut Jos
uitleg gaf over het gebruik van de toestellen. Omdat het ging regenen, zijn we naar
binnen gegaan naar de fitnessruimte waar
Jos en Kitty verder uitleg gaven over het
nut en gebruik van de toestellen.
Het thema van de avond was:
Bewegen binnen- en buitenshuis.
In de fitnessruimte kan iedereen boven
de 55 jaar terecht voor training van de
spieren en voor oefeningen voor zelfredzaamheid. Kom je op eigen initiatief
om te fitnessen dan zijn er kosten aan
verbonden.
Waarom is bewegen zo
belangrijk?
Bewegen is van levensbelang voor de
ouderwordende mens, bewust worden
van wat je doet. Coördinatie, kracht
en uithoudingsvermogen nemen af.
Door veel te bewegen kun je de zelf-
standigheid beter behouden, een betere
gezondheid en fitheid. Vanuit de hersenen
wordt de beweging gestuurd, je hebt
minder kans op kwalen en meer energie.
Inspanning is voor hart en bloedvaten
heel belangrijk, je krijgt meer zuurstof
in het bloed en de elasticiteit van de
bloedvaten blijft beter, minder kans op
verkalking en dichtslippen van de aders.
Bewegen is de motor van een gezond en
fit lichaam. Doe alles zoveel mogelijk zelf,
al gaat het niet zo snel meer. Je moet ook
niets meer maar mag nog zoveel, maar
je moet wel zelf willen. Een ander kan je
stimuleren, maar je moet het zelf doen.
Tip voor zelfredzaamheid:
Je kunt nog zelf naar het toilet, maar je
kunt je billen niet meer schoonmaken.
Daarvoor is een wc-bril die je daarbij
helpt. Cleanosat is aan te vragen bij het
zorgloket. Hoe werkt het? Het is een
wc-bril met waterreservoir dat verwarmd
kan worden. Naast de bril zit een computersysteem met verschillende tekens.
Druk je op het zittende mensje, dan komt
vanachter uit de bril een fijn straaltje dat
1 minuut tussen de billen door sproeit,
daarna gaat het blazen en worden je
billen gedroogd……. schoon zijn je billen.
Lid cliëntenraad
SZMK | December 2014
Vrijwilligers
Woensdagavond 29 oktober werd in De Molenberg de jaarlijkse vrijwilligersavond gehouden. Deze avond wordt de vrijwilligers
aangeboden als waardering voor alles wat zij
doen voor de cliënten van De Molenberg.
Aan het begin van de avond werden negen
vrijwilligers gehuldigd die een jubileum als
vrijwilliger vierden. Er waren zes mensen die
12,5 jaar en drie die 25 jaar als vrijwilliger actief
zijn in De Molenberg. Er was zelfs een vrijwilligster
die al 40 jaar actief is. De heer Plessius, voorzitter
Raad van Bestuur, vertelde in zijn toespraak dat
het woord ‘participatiemaatschappij’ voor het
eerst in de troonrede genoemd lijkt te zijn, maar
dat het hier in De Molenberg al heel lang bekend
is. Vrijwilligers doen vaak graag in stilte hun werk,
maar voor de organisatie zijn ze van groot belang,
vandaar dat ze nu worden gehuldigd.
Uit handen van de heer Plessius ontvingen de
jubilarissen een beeldje en door Peter Hulshof,
coördinator vrijwilligers, werden ze in de
bloemetjes gezet.
De heer Plessius benoemde de vele activiteiten
die door de vrijwilligers worden gedaan, waarmee
ze het verblijf van onze cliënten aangenamer
maken. De vrijwilligers zijn van onschatbare
waarde voor Stichting Zorgcombinatie Marga
Klompé!
Terwijl de jubilarissen werden gehuldigd zong
het koor Gewoon Hollands sfeervolle liederen
die de zaal letterlijk in beweging bracht. Er werd
geschunkeld en achter in de zaal zelfs gedanst.
Ook het warm en koud buffet lieten de
vrijwilligers zich smaken. We kunnen terugkijken
op een zeer geslaagde vrijwilligersavond.
Jubilarissen in 2014:
12,5 jaar: Lies Smit, Ali Michielsen, Gerri Bomers, Annie Meekes en Maria Derksen
25jaar: Gerrie Bleumink, Joop ten Bulte en Jan Spilman
40 jaar: Truus Tuinte ernstige ziekte, toch aanwezig
Schoonmaken!
Vooral samen is het leuk
Al een tijdje was het een doorn in het
oog. Onze woning, Marienhof 22B,
werd goed bijgehouden qua schoonmaken. Maar het waren altijd de
puntjes op de spreekwoordelijke i,
die bleven liggen.
Hoe kunnen we het nuttige met het
aangename combineren was de vraag. In
gesprek met vrijwilligers en familieleden
smeedden we een plan. Als we nou op
een avond of zaterdagochtend bij elkaar
komen, dan kunnen we deze klusjes toch
gezamenlijk klaren. Zo gezegd, zo gedaan.
Een uitnodiging naar de eerste contactpersonen was al snel gemaild.
Op 10 november vanaf 18.30 uur stond
koffie en thee klaar. ‘s Middags was er
iets lekkers gebakken. Een kennismaking
volgde, vrijwilligers en familie hadden
elkaar immers nog niet allemaal ontmoet.
Eén van de familieleden opperde: “Nu wel
genoeg gepraat, dames en heren, nu aan
het werk.’’ Inmiddels waren we met een
gemêleerde groep van negen personen.
Enkelen waren gekomen met vernuftige
hulpmiddelen, zoals speciale schoonmaakdoekjes en raamwissers.
Een zoon van een bewoonster was samen
met zijn zoon van 13 gekomen. Ik ben niet
door mijn vrouw gestuurd’, verzekerde
hij ons. Wel was al doorgeven, door zijn
echtgenote, dat hij zou komen.’Ik heb
alleen geen verstand van schoonmaken’,
zei hij. Meneer kreeg van ons de vraag
de voorletters van zijn naam te zoeken
en de opdrachten te volgen. Hij voelde
natuurlijk onraad, maar liet zich vervol-
gens niet kennen. Druk doende toonde
hij zijn kunnen. Boven op de huishoudtrap werden alle hoekjes en plintjes
vakkundig gereinigd. Na een klein uurtje,
vele klusjes van het lijstje waren onder
handen genomen, begonnen zich toch
enkele transpiratievlekjes te vertonen.
Een bewoonster werd uitgenodigd door
meneer hem te assisteren. “Je kunt het
goed zelf ‘, zei ze op een lachende toon.
Een andere bewoner ging eens polshoogte nemen wat zijn echtgenote aan
het doen was. Een verheven duim en een
glimlach zeiden genoeg. Ondertussen
klonken de klanken van de Arbeidsvitaminen, maar dan weliswaar uit de jaren ‘50.
Een tweetal dochters vertelde, terwijl ze
druk doende waren in het appartement
van hun vader, dat ze zelf thuis de
schoonmaakwerkzaamheden uitbesteden
aan een professional. ‘Maar het is toch
gewoon gezellig om dit gezamenlijk te
doen’, vertelden ze lachend.
Kortom: onze missie om het nuttige met
het aangename te combineren was zeker
gelukt.
‘Over een half jaar plannen we een
voorjaarsschoonmaak’ was een suggestie
van een vrijwilligster. Rond 20.00 uur werd
onze gezamenlijke activiteit beëindigd.
Voor de naaste mantelzorgers hadden we
een presentje klaarstaan. De dag van de
Mantelzorg (10 november 2014) verdient
aandacht en waardering, vonden wij als
medewerkers. Een klein gebaar is vaak
goud waard!
Marian Boers, woonbegeleider Mariënhof
SZMK | December 2014
Lezen in
Mariënhof
Onlangs vond in Mariënhof een
gezellige middag plaats. Deze
stond in het teken van ‘Tijd voor
taal’. Vrijwilligers van de Stichting ‘Lezen werkt’ en wethouder
Hoijtink van de gemeente Oost
Gelre lazen de bewoners van
Mariënhof voor.
De vrijwilligers van deze stichting zijn al eerder in Mariënhof
geweest. Tijdens NL Doet in het
voorjaar van 2014 hebben zij
een boekenhuisje aan Mariënhof
geschonken. Deze staat in de
tuin. In het boekenhuisje liggen
verschillende boeken. De bedoeling is dat je er een boek uit mag
halen en ruilen voor een ander
boek. Eigenlijk is het een kleine
bibliotheek.
Er wordt al gebruik van gemaakt,
zo blijkt uit deze e-mail die het
afdelingshoofd van Mariënhof
ontving van een vrijwilliger:
's Middags ben ik met mevrouw
naar het boekenhuisje gegaan.
Er stond een boek in met dierenverhalen en in de inhoudsopgave zag
ik een verhaaltje over een kanarie.
Op het bankje naast het boekenhuisje heb ik er stukjes uit voorgelezen. Al vanaf de eerste zin bleek dat
mevrouw helemaal in het verhaal
zat. Het was me duidelijk dat ze
'verhaal' en de 'werkelijkheid' niet uit
elkaar kon houden. Ik heb het maar
gehouden bij de fijne herinneringen
die de schrijfster aan de kanarie had
en heb de verdrietige stukjes (de
kanarie ging dood) overgeslagen...
Zo hadden we alle twee fijne minuten daar op het bankje. Daarna nog
even de geitjes in het park verder op
bezocht en moe maar genoten van
het heerlijke weer terug naar huis.
Wat wil een mens nog meer?!
Graag wil ik jullie iets vertellen over huidletsel. Sinds een aantal jaren zijn er vier aandachtsvelders decubitus in het verpleeghuis
en woonzorgcentrum De Molenberg.
Minke Komduur is aandachtsvelder op afdeling
Ravelijn en afdeling Oosteresch, Lobke Wolters op
afdeling Marhulzen en afdeling Slatman, Bernadette Tilley op afdeling Koerboom en afdeling de
Wieken (onderdeel van GGNet) en Diny Huis in
't Veld is aandachtsvelder in het woonzorgcentrum.
We komen een aantal keren per jaar bij elkaar
voor overleg, waarbij meestal de ergo en fysio
aanschuiven. Stefani ten Elsen is coördinator van
de groep aandachtsvelders en maakt deel uit van
de huidletselcommissie op SZMK-niveau.
We vragen elkaar advies als dit nodig is en tijdens
vakantie nemen we waar op elkaars afdelingen.
De taak van de aandachtsvelder decubitus is om
op de afdelingen de preventieve maatregelen
onder de aandacht te brengen van de collega’s en
zorg te dragen voor de continuïteit in behandeling
van huidletsel.
De aandachtsvelder is het aanspreekpunt en
geeft informatie over behandeling van wonden.
De aandachtsvelder komt regelmatig op de
afdeling om de behandeling van de wonden door
te nemen met de verzorgenden die de wondzorg
moeten uitvoeren.
Zonodig worden de specialist ouderengeneeskunde, fysiotherapeut, ergotherapeut en diëtiste
ingeschakeld bij het voorkomen en behandelen
van wonden en de pijn die hierdoor veroorzaakt
wordt.
Om huidletsel te voorkomen zijn de volgende
punten belangrijk.
• Regelmatige inspectie van de huid. Dit is de taak
van de verzorgende die de cliënten dagelijks
verzorgt. Onregelmatigheden van de huid
worden gerapporteerd en als het nodig is wordt
de aandachtsvelder ingeschakeld.
• Om problemen te voorkomen is een gladde,
schone en droge onderlaag in bed erg belangrijk. Ook mensen in een rolstoel moeten op
een gladde onderlaag zitten, vrijgemaakt van
kruimels, geplooide celstofmatjes of andere voorwerpen. De zorg voor droge kleding en onderlaag
is belangrijk.
Huidletsel
Huidverzorging:
Het is belangrijk om naast de algemene huidverzorgende maatregelen de huid te beschermen
tegen verweking door transpiratie, incontinentie of
wondvocht.
Een paar maatregelen, die getroffen kunnen
worden om drukplekken en het gevolg hiervan,
decubitus, te voorkomen zijn:
- Regelmatig stimuleren tot houdingsverandering
om drukgevoelige plaatsen te ontlasten. Dit kan
door de zorgvrager zelf gedaan worden door zich
steunend met de handen op de leuning van de
stoel op te drukken.
- Het geven van wisselligging
- Helpen bij verandering van houding
- Stimuleren om regelmatig uit bed te gaan om
met hulmiddelen een stukje te
lopen/rollen
- Het nemen van maatregelen, zoals vrij leggen
van hielen en ellebogen
- Zorgvrager en familie uitleg geven over de
invloed van houding op decubitusrisico
- Zorgvrager en familie instrueren als zij de zorgvrager willen helpen om de juiste houding aan te
nemen.
Ondervoeding bij zieke mensen komt vaak voor.
De risicogroepen zijn chronisch zieken, ouderen
en patiënten die een grote operatie ondergaan.
De diëtiste wordt ingeschakeld als er sprake is
van ondervoeding. Het gevolg van ondervoeding
kan o.a. huidletsel zijn. Zij adviseert de cliënt en
verzorging zodat de cliënt genoeg voedingsstoffen
binnenkrijgt om te helpen bij voorkomen en/of
genezing van wonden.
Basiskennis over huidletselpreventie kan veel
problemen voorkomen. We proberen om het
huidletsel tot een minimum te beperken en dit
kan door goed met elkaar samen te werken en te
zorgen dat collega's op de hoogte zijn om huidletsel te voorkomen.
Bernadette Tilley
SZMK | December 2014
Voetzorg
pedicurebehandeling
zonder medische indicatie
Per 1 januari 2015 zal er in De Molenberg
en Mariënhof een wijziging plaatsvinden
met betrekking tot voetzorg. Het knippen
van de teennagels, tot nu toe veelal
uitgevoerd door de pedicures bij een
pedicurebehandeling, zal in principe
weer door de zorgmedewerkers gedaan
worden. Dit omdat het tot de basiszorg
gerekend moet worden.
Het staat cliënten echter vrij om zelf
afspraken voor voortzetting van de
dienstverlening met hun pedicure te
maken, maar de kosten daarvan zijn voor
eigen rekening. Uiteraard blijft het ook
mogelijk dat de familie deze taak zelf op
zich neemt.
De eerstverantwoordelijk verzorgende
zal met elke cliënt bespreken waar de
voorkeur naar uitgaat.
De afgelopen jaren heeft de sector het
knippen van de teennagels uitbesteed
aan pedicures als onderdeel van de
pedicurebehandeling, waarbij de cliënt
vervolgens zelf de factuur betaalde.
Dit blijkt niet geheel conform de AWBZrichtlijnen te zijn. Een deel van de kosten
van de pedicurebehandeling, om precies
te zijn: het knippen van de teennagels,
had ten laste van de instelling moeten
komen.
Daarom is besloten om, tegen overlegging van de facturen, voor dat deel
(teennagels knippen) teruggave te doen
op basis van het gemiddelde aantal
behandelingen per jaar over een periode
van maximaal drie jaar (2012 - 2014) en
afhankelijk van de verblijfsduur. Voor de
opbouw van het bedrag is uitgegaan van
1 behandeling per 6 weken: 8,5 maal per
jaar x € 15,- = € 127,50 per jaar.
De cliënten of cliëntvertegenwoordigers
die voor teruggave in aanmerking
komen, zijn hierover inmiddels per brief
geïnformeerd.
A.Th.M. Sletering
sectorhoofd zorg/wonen-zorg Groenlo
Vrijwilligersinformatieavond
Op dinsdag 18 november heeft er een
vrijwilligersinformatieavond voor de
vrijwilligers van De Molenberg, plaatsgevonden. Aanleiding was de vrijwilligerstevredenheidsenquête waarin
de vrijwilligers hebben aangegeven
graag meer geïnformeerd te willen
worden over de gang van zaken binnen de locatie.
De heer A. Sletering, sectorhoofd, opent
de avond en vertelt over de algemene
ontwikkelingen binnen De Molenberg.
Zo is er de realisatie van restaurant
De Moriaan, inmiddels twee jaar in
bedrijf, de beleef- en beweegtuin en
afdeling PG-intensief. Momenteel is de
herinrichting van afdeling het Slatman in
volle gang en is het voornemen om de
somatische afdelingen op te knappen.
Inmiddels hebben de meeste bewoners al
een eenpersoonskamer. De renovatie van
de kapel is bijna voltooid en de CV ketel is
vervangen.
Er is en wordt veel geïnvesteerd in
De Molenberg. Dit alles om goede zorg
aan de bewoners te kunnen blijven
bieden. Dit is ook nodig. De wens van
de cliënt en familie verandert, men is
kritischer. Ook de markt en de omgeving verandert en de overheid en het
zorgkantoor stellen andere eisen. We
hebben te maken met een daling van
capaciteit in bedden maar dit is nodig om
de eenpersoonskamers te realiseren.
Dit heeft weer consequenties voor de
personeelsformatie. Daar waar er personeel “over” is wordt er gekeken waar in de
organisatie personeel “tekort” is. Dit voor
behoud van de werkgelegenheid.
Er zijn veel veranderingen in de zorg,
vanuit de politiek opgedragen, wat als
instelling lastig is om op te anticiperen.
Mevrouw T. Casteel, afdelingshoofd
woonzorgcentrum en groepswoningen,
geeft uitleg over de VIT, de Vrijwillige
Intensieve Thuiszorg, nu hulp bij
mantelzorg genoemd. Door de maatschappelijke veranderingen wordt naast
de beroepskrachten (formele zorg) ook
de rol van mantelzorgers en vrijwilligers
(informele zorg) steeds belangrijker.
Om goede kwaliteit te bieden is naast de
zorg ook het welzijn van groot belang.
We moeten niet zorgen vóór maar zorgen
dát. De cliënt moet zich goed voelen en
tevreden zijn.
In de locaties Mariënhof en De Pelkwijk
hebben pilots plaatsgevonden waarbij
gekeken is d.m.v. werkgroepen en
scholingen hoe de beroepskracht kan
aansluiten op de mantelzorg en de vrijwilligerszorg. Welke ideeën leven er om hier
met elkaar vorm aan te geven? Dit heeft
positieve ontwikkelingen opgeleverd en
wordt verder uitgerold. In navolging heeft
in woonzorgcentrum De Molenberg de
aftrap van dit traject net plaatsgevonden.
SZMK | December 2014
De heer L. Vreeswijk, afdelingshoofd
PG-intensief, geeft informatie over het
vrijwilligersbeleid, zoals dat is vastgesteld
binnen SZMK. De vrijwilligers vallen
onder de vrijwilligerscoördinator de heer
P. Hulshof. Hij doet een intakegesprek en
geeft hierbij informatie over de doelstelling, taak- en functieomschrijving en de
rechten en plichten van de vrijwilliger.
Vervolgens wordt er gekeken waar de
belangstelling van de nieuwe vrijwilliger
naar uit gaat en op welke plek binnen
De Molenberg de beste match te realiseren is. De vrijwilliger wordt begeleid
op de desbetreffende afdeling en krijgt
vervolgens binnen zes weken een evaluatiegesprek. Is dit naar ieders tevredenheid,
dan is de aanstelling als vrijwilliger een
feit.
De heer P. Hulshof, vrijwilligerscoördinator, geeft een vooruitblik op het nieuwe
cursusaanbod in 2015. Dit bestaat uit:
- Vrijwilligerswerk in de zorg, wat mag
een vrijwilliger wel en niet doen binnen
de stichting SZMK
- Wat betekenen de veranderingen
in de zorg voor de vrijwilligers
- Dementie, wat is dit en hoe ga ik
hiermee om
- Gastvrijheid
- Hygiëne
- Tillen en duwen
- Bewegen voor ouderen
De heer J. Brummelaar, fysiotherapeut,
vertelt over het belang van bewegen en
het Fitness+-programma.
Bewegen is belangrijk, het maakt je
alert en actief en is goed voor het brein.
Bewegen is een middel om te leven.
Zeker gezien de groter wordende groep
thuiswonende ouderen is de noodzaak
groot hier veel aandacht aan te besteden.
Middels een filmpje wordt het fitness plus
programma gepresenteerd. Bewegen
zorgt voor verbetering van kracht,
beweeglijkheid, conditie, balans en
evenwicht en voor de verbetering van
de zelfredzaamheid.
Het Fitness+-programma omvat een
programma van 10 weken twee keer per
week een uur fitness. Het is een individueel programma in een groep van 6-8 deelnemers. Het resultaat moet leiden tot
meer zelfredzaamheid, onafhankelijker
worden en blijven, jezelf zekerder voelen,
minder zorg nodig hebben, mantelzorg
ontlasten. Het advies luidt dan ook:
Stimuleer uzelf en uw omgeving
tot beweging
Om erbij te blijven en mee
te blijven doen!
De avond werd afgesloten door een
informeel samenzijn onder het genot
van een drankje. De belangstelling was
groot. Het voornemen is om elk jaar een
informatieve avond voor de vrijwilligers te
organiseren.
Luchtpost voor
de Kerstman
Martijn en zijn moeder woonden in
een dorpje hoog in de bergen. Ze waren arm. Martijn had geen vader.
Martijns moeder was naaister, maar in
zo'n klein dorp is er niet veel naaiwerk.
Martijn ging elke dag na school naar
het bos om hout te sprokkelen dat hij
kon verkopen. Toch hadden ze maar
net genoeg geld voor wat ze echt het
allernodigst hadden.
Op een avond kwam de bakkersvrouw
haar nieuwe rok halen. Ze legde drie
geldstukken voor Martijns moeder op
tafel en een boekje voor Martijn. "Het is
maar een oude agenda. Maar er staan
mooie plaatjes in."
"Dank u wel!" zei Martijn blij. Hij ging met
het boekje bij het flakkerende lampje
zitten en bekeek de plaatjes. Het plaatje
bij de maand december vond hij het
mooist. Elk jaar komt de Kerstman met
zijn rendierslee vanaf de Noordpool naar
ons toe. Hij brengt cadeautjes mee voor
alle lieve kinderen, stond eronder. Voor
alle lieve kinderen? Ben ik dan niet lief
geweest vroeg Martijn zich af. Ik heb nog
nooit een cadeautje van de Kerstman
gekregen.
"Mama, wat voor cadeautjes brengt de
Kerstman?" vroeg hij.
"Ik geloof dat hij geeft wat de kinderen
graag willen hebben," antwoordde zijn
moeder. Ze wreef in haar ogen. "Ik zou
best een nieuwe lamp willen hebben.
Dan zou ik beter licht hebben om bij te
naaien. Kom Martijn, we gaan slapen."
Maar Martijn sliep helemaal niet lekker.
Hij moest de hele tijd aan de Kerstman
denken. Misschien had de Kerstman hem
nog nooit een cadeautje gebracht omdat
hij niet wist wat Martijn wilde hebben.
Dat kon toch? Maar hoe moest Martijn de
Kerstman laten weten wat hij graag wilde
hebben? Ach, het had ook allemaal geen
zin. Verdrietig trok Martijn de deken over
zijn hoofd.
De volgende ochtend kwam Martijn Dirk,
de voerman tegen. "Ik heb wat voor je
meegebracht," fluisterde Dirk geheimzinnig. Hij hield iets achter zijn brede rug
verstopt. "Wat dan? Een snoepje? Of een
paardje van houtsnijwerk?" raadde
Martijn. "Fout! Helemaal fout!" lachte Dirk.
Op dat moment ging achter hem bol en
rood de maan op. "Een ballon!"
"Die heb ik op de kermis in Urma voor je
gekocht," vertelde Dirk. "En er zit speciale
lucht in, waardoor hij kan vliegen."
Voorzichtig pakte Martijn het touwtje
vast. Hij was er stil van. Dirk streek Martijn
door zijn haar. Toen klom hij weer op zijn
slee.
Dolblij met zijn mooie ballon liep Martijn
weg. Die middag sprokkelde hij geen
hout. Hij zat op het hek om de schapenwei en keek naar zijn ballon. Hij kon zijn
ogen er niet van afhouden. Zo rood als
de jas van de Kerstman en zo rond als zijn
buik. En hij danste zo mooi in de wind!
Als Martijn het touwtje los zou laten, zou
hij tot in de hemel vliegen. Of naar de
Noordpool. Opeens begon Martijns hart
sneller te kloppen.
SZMK | December 2014
Misschien kon de ballon zijn wensen naar de
Kerstman brengen! Martijn sprong van het hek en
liep naar huis. Daar scheurde hij voorzichtig een
blaadje uit zijn schoolschrift. Hij schreef een lange
brief:
Lieve Kerstman,
Ik heet Martijn en ik ben acht jaar.
Ik heb een plaatje van u in een agenda gezien
en ik heb een paar wensen. Wilt u alstublieft een
lamp voor mijn moeder brengen? En ik zou graag
warme laarzen willen hebben. Mijn schoenen zijn
zo koud in de winter. En graag ook warme handschoenen. De mijne zijn zo dun geworden.
Als ik maar één ding mag vragen, brengt u dan
de lamp alstublieft.
Ik hoop dat u mij kunt vinden.
Ik woon in Strenca op de berg.
Kom alstublieft!
zich wel! Wensen heb ik ook!" Thijs verfrommelde
de brief en gooide hem in de vuilnisbak.
Maar die nacht sliep Thijs niet goed. Hij moest
steeds aan de Kerstman denken. Hij had vroeger
ook wensen gehad, kinderen, kleinkinderen - en
toch was hij helemaal alleen. En die Martijn
was misschien toch niet zo'n verwend kereltje.
Laarzen, handschoenen en een lamp voor zijn
moeder. Welk kind vroeg nou zulke dingen aan
de Kerstman?
Heel vroeg in de ochtend stond Thijs op.
Hij haalde Martijns brief weer uit de vuilnisbak.
Strenca. Waar lag dat eigenlijk?
Twee dagen later stond er een wonderlijke, oude
man op het station van Urma. Hij had een rode jas
aan en hij had een zak vol pakjes bij zich. Boven
zijn hoofd danste een rode ballon. "Hoe kom ik in
Strenca?" vroeg de wonderlijke oude man. "Daar
kun je nu alleen met een paardenslee komen,"
antwoordde de stationschef. "Hé, Dirk, kom eens
hier. Deze heer wil naar Strenca."
Uw Martijn.
Martijn vouwde de brief op en bond hem aan
het touwtje van de ballon. Toen klom hij de berg
achter het dorp op, helemaal tot de top.
Lang staarde Martijn in de verte. Waar zou de
Noordpool zijn? Moest hij zijn prachtige ballon nu
echt laten gaan? Maar het was de enige manier
om zijn brief bij de Kerstman te krijgen. Martijn
keek nog een keer of de knoopjes allemaal goed
vast zaten. Toen drukte hij een kus op de dikke
wang van de ballon en liet hem los.
Maar de koude bergwind blies niet naar het noorden. Hij kwam juist uit het noorden, en hij blies
Martijns ballon naar het zuiden. Over bossen,
bergen en dalen tot aan de zee. Aan de rand van
een grote stad had de ballon niet genoeg kracht
meer om verder te vliegen. Hij zweefde langs een
dak naar beneden en kwam in een tuin terecht.
Even later kwam de oude Thijs uit zijn huisje.
Hij zag de leeggelopen ballon. "Wat is dat voor
rommel," bromde hij. Thijs was vaak brommerig
sinds zijn vrouw gestorven was. Dat kwam doordat hij zich zo eenzaam voelde. Toen zag Thijs
Martijns brief. Hij vouwde hem open en las hem.
"Hij wil wat van de Kerstman hebben," snoof de
oude man. "Ha! Wat verbeeldt die verwende aap
Een paar uur later werd er bij Martijn op de
deur geklopt. Toen kwam de Kerstman binnen.
Echt, heus waar - de Kerstman! Hij had met bont
gevoerde laarzen en heerlijk warme wanten voor
Martijn bij zich. En een lamp die veel licht gaf
voor Martijns moeder. Fruit en snoepgoed. En de
prachtige kerstballon had hij ook teruggebracht!
De Kerstman bleef de hele nacht bij Martijn.
Hij hield zijn hand vast tot hij in slaap gevallen
was. Daarna praatte hij heel lang met Martijns
moeder.
Toen het de volgende ochtend licht werd, laadden ze een bundel kleren, de nieuwe lamp en de
naaimand op Dirks slee. Toen gingen ze naar het
station van Urma.
Nu wonen Martijn en zijn moeder bij Thijs.
Elke dag speelt Martijn na school in de tuin.
De oude Thijs kan weer lachen en Martijn en zijn
moeder noemen hem 'opa'.
Elk jaar als het Kerstmis wordt, kopen Martijn, zijn
moeder en Thijs een rode ballon. Dan schrijven ze
de Kerstman een bedankbrief en binden hem aan
het touwtje. Daarna laten ze de ballon vliegen over dalen, bergen en bossen naar de Noordpool.
Bron: Volksverhalenalmanak door Brigitte Weninger
Omdat heel Holland nu
bakt is het leuk om een
kerststol te bakken
foto: Forum libelle.nl
Nodig voor een flinke stol
Voor de spijs:
100 gr. amandelpoeder
100 gr. kristalsuiker
1 eiwit
1 citroen
Voor het deeg:
2 el. suiker
1 zakje gist
100 gr. boter
(+ wat extra voor op het einde)
500 gr. bloem
snufje zout
+/- 50 gr. suiker
200 gr. rozijnen
200 gr. amandelen
1 citroen
1 sinaasappel
mespuntje kardemompoeder
1/2 tl. kaneel
75 gram. poedersuiker
eventueel:
1 el. oranjebloesem
50 gr. sucade
75 gram gedroogd fruit zoals cranberry’s,
vijgen, dadels, appels
We maken eerst de vulling. Meng het amandelpoeder (te krijgen bij de natuurwinkel) met de
kristalsuiker, de rasp van 1 citroen en 2 el. van het
sap. Voeg er een eiwit aan toe en kneed het tot een
worstje. Rol het worstje in plasticfolie en laat het
opstijven in de koelkast. Verwarm 100 ml. water tot
handwarm, roer er 2 el. suiker door en voeg er een
zakje gist aan toe. Laat een tijdje staan. Smelt de
boter in een pannetje op een zacht vuur of in de
magnetron. Zeef de bloem boven een mengkom,
voeg een snufje zout aan toe, 50 gr. suiker en
de gesmolten boter. Voeg daarbij de rozijnen, in
stukjes gehakte amandelen, de rasp van 1 citroen
en van 1 sinaasappel en het ei. Als je het lekker
vindt voeg je nog 50 gr. sukade toe of 50 tot 100
gram gedroogd fruit en 1 el oranjebloesemwater
(te verkrijgen bij Turkse en Marokkaanse supermarkten). Voeg het gistmengsel toe en kneed tot
een soepel deeg. Misschien moet er nog wat water
bij. Het deeg is soepel als het niet meer scheurt als
je het een beetje uit elkaar trekt.
Laat het deeg minstens een uur op een warme
plek rijzen. Verwarm de oven voor op 180 graden.
Doe bakpapier op de bakplaat, druk het deeg
er op uit tot een lap, leg de amandelspijs erin en
vouw hem net niet helemaal dubbel, er moet een
knik in komen.
Bak ongeveer 50 minuten. De stol is klaar als hij
hol klinkt als je op de achterkant klopt. Smelt dan
nog 50 gram boter, kwast de boter over de stol en
bestrooi kwistig met poedersuiker. Als het brood
warm is, is het het aller-lekkerst.
SZMK | December 2014
Langzaam
naderende
Kerst
Héél langzaam gaan mijn gedachten richting kerst.
Ik ben dan in de regel niet op mijn allerbest.
Eenzaamheid knaagt extra aan mij en erop uitgaan is er nauwelijks bij.
Vorig jaar ben ik alléén gaan eten en wel buiten de deur.
Ik vond dat een goed plan wel en je vindt er een kéur!
Tot mijn verrassing trof ik er bekenden die mij vroegen bij hun aan tafel te gaan.
Maar ik heb beleefd geweigerd, vond dat ik alleen zijn moest leren doorstaan.
Ruim een uur heb ik dit vol gehouden, vond het dapper van mezelf.
Wat ik dit jaar zal doen weet ik nog niet, ’t idee komt vanzelf.
Ik houd van de warmte die ik in een kerk soms vind.
Ik geniet tamelijk van het eeuwenoude verhaal van het geboren Kerstkind.
Ook radio en t.v. kunnen me amuseren, zodat ik niet van alles hoef te ontberen.
Ach, ik ben bepaald niet de enige die er zo voor staat.
Het met mezelf wel leuk hebben is iets dat dan volstaat!
Openingstijden
restaurant De Moriaan
met de feestdagen
Kerstavond
Eerste kerstdag
Tweede kerstdag
Oudjaarsdag
Nieuwjaarsdag
9.30 uur tot 17.00 uur
9.30 uur tot 17.30 uur
9.30 uur tot 19.00 uur
9.30 uur tot 17.30 uur
9.30 uur tot 19.00 uur
Team De Moriaan
Menu
Eerste kerstdag
Tweede kerstdag
Nieuwjaarsdag
Stoofperen kipcocktail/
Runderbouillon
Boeren rundvleessoep
Heldere ossenstaartsoep
*****
*****
Kalfstaartje gegratineerd
Pepersaus
Broccoli mix met
suikerpeultjes
Hollandaise saus
Aardappelbolletjes
Aardappelkroketten
Chou Blanc salade
Stoofpeer / appelsalade
Wildragout
Aardappelpuree /
kastanje puree
Rode kool / spruiten
met ui en spekjes
Selderijsalade
Rabarber
*****
Varkenshaas gevuld de luxe
Champignonsaus
Gestoofde appeltjes
Gegratineerde witlof
Gebakken aardappelblokjes
Gebakken aardappel strips
Oranje salade
*****
Kerstcoupe kerstkransjes
mango mousse
*****
Berrymisu
pannacottamousse
*****
Vanille ijs met
warme kersen
SZMK | December 2014
Een traditioneel gerecht voor de kerst is
hazenpeper
Wat je nodig hebt:
1 haas
bloem
50-75 gram boter
50 gr. spek
1-2 uiene
2-3 eetl. wijnazijn
kruidnagelen
zout
peper
2 laurier bladeren
1 sneetje peperkoek
citroen
Neem een verse haas, vil deze en vang het bloed
op in een potje (of bestel een haas, inclusief bloed).
Kneed de lever fijn en meng deze door het bloed.
Snij de haas in stukken, wentel ze door de bloem
en braad ze met wat boter in de koekenpan.
Bak apart in een braadpan wat spekjes (doorregen of vet rookspek), doe daar de aangebraden
hazestukken bij. Snijd de ui in snippers, fruit deze
in de boter die in de koekenpan achterbleef,
waarna er aan wordt toegevoegd: wat water, een
paar eetlepels wijnazijn, gemalen kruidnagelen,
zout peper, twee laurierbladeren en een sneetje
peperkoek (ontbijtkoek).
Kook dit 5 minuten, doe het dan bij de hazestukken die heerlijk lang mee mogen stoven op een
hoekje van het fornuis.
Vlak voor het opdienen wordt het bloed met de
fijngewreven lever, waarbij nog wat citroensap
werd geperst, er door geroerd.
Laat de hazenpeper daarna niet meer doorkoken.
Overtuig U van de smaak alvorens het te serveren.
SZMK | December 2014
De kortste dag
in december
Al eeuwen vieren we in december dat de
kortste dag voorbij is. Maar waar komt
dat gebruik vandaan? „Het is altijd een
onrustige periode geweest."
Waren het de Germanen? Die met veel
lawaai de kwade geesten het oude jaar
uitdreven? Komt daar ons Oud en Nieuwfeest vandaan?
Mooi verhaal, zegt Ineke Strouken van het
Nederlands Centrum voor Volkscultuur.
„Maar er zijn geen bewijzen voor. Er zijn
geen schriftelijke bronnen die deze lezing
staven.”
Wat we wél zeker weten: feesten rond
de kortste dag van het jaar is al heel oud.
De Romeinen vierden in die periode al
een soort winterzonnewendefeest, met
veel drank, gezang, vuur en maskerades.
Gevierd werd dat de kortste dag voorbij
was, en het ergste deel van de winter.
De oudste bronnen van een soort Oud en
Nieuw-viering in ons land komen van de
christelijke kerk die zich ergerde aan deze
‘heidense’ gebruiken. De kerk probeerde
ze te vervangen door christelijke
feestdagen. Zo werd in de vierde eeuw
na Christus het feest van de geboorte
van Christus geïntroduceerd tijdens de
midwinterfeesten. En werd de dood van
Sint Silvester, een van de eerste pausen,
in 354 op 31 december gezet. Misschien
is Silvester ook wel echt overleden op
die datum, en Christus geboren in de
winter, zegt Strouken. Maar het kan ook
zijn dat de kerk die data strategisch koos
om het volk christelijke feestdagen te
geven, midden in de periode dat ze toch
al feestten.
Pas in 1575 bepaalde de Spaanse
landvoogd Requesens dat op 1 januari het
nieuwe jaar begon. Niet dat dat meteen
tot iedereen doordrong. De meeste
mensen bleven gewoon de seizoenen,
de midwinter of Kersttijd vieren. Pas in
1701 vierde het hele land Nieuwjaar op 1
januari. De Drenten waren overigens de
laatsten die die datum adopteerden, zegt
Strouken.
Dan de oliebollen.
Ook hier gaan verhalen dat ze Germaans
zouden zijn, en gebaseerd op oeroude
‘offerbroden’. Maar volgens Strouken
dateert het eerste schriftelijke recept
pas van 1667. De bollen waren toen nog
koeken, en werden gebakken in een pan
met lijnzaadolie. „Ze zullen dus wat platter
zijn geweest dan de huidige oliebollen.”
Strouken vertelt dat de
oliebollen sinds de zestiende,
zeventiende eeuw door de rijke
burgerij werden uitgedeeld
aan de armen. Verse groenten,
vlees en vis was er amper in
die tijd. Korter gezegd: de
armen hadden weinig te eten
in de donkere dagen na Kerst.
Om de onrust over de honger
te kanaliseren, stelde de kerk
voor Kerst een vastenperiode
in. Tussen 21 december en 6
januari mocht er dan weer flink
gegeten worden. De kerk stond
toe dat de armen in die periode
langs de huizen mochten om te
bedelen. Oliebollen waren vet,
gaven dus een goede bodem
in de maag, ze waren makkelijk
uit te delen, en gemaakt van
ingrediënten die het hele jaar
voorradig waren: gedroogde,
gekonfijte vruchtjes, bier, vet en
meel.
drank langs de huizen trokken,
zich waarschijnlijk baserend op
de oude traditie van toegestane
bedelarij. Maar ook al in de
zeventiende, achttiende eeuw
liep het vaak uit de hand, vertelt
Strouken. De armen die langs
de deuren kwamen werden
steeds vrijpostiger. Met als
gevolg dat de rijke burgerij de
deuren potdicht hield en Oud
en Nieuw zelf meer binnenshuis
begon te vieren, een beetje
zoals we het tegenwoordig
doen.
Overigens, ook in die tijd liepen
Oud en Nieuw-feesten vaak uit
de hand, zegt Strouken. Met
geweld en dronken mensen.
De klacht die de politie vorig
jaar uitte, dat Oud en Nieuw
achteraf behoorlijk gewelddadig geweest was, is dus van
alle tijden. „Het is altijd een
onrustige periode geweest.”
Sinds het begin van de negentiende eeuw zijn er verhalen
bekend van opgeschoten
jongeren die met veel lawaai en
Oud en Nieuw was ook altijd
een lawaaiige periode, zegt
Strouken, met gekletter op
pannendeksels, carbid schieten
en geweerschoten. Het oude
jaar wordt weggejaagd, en
het nieuwe binnengehaald.
Vuurwerk hoort ook in deze
traditie. Het bestaat al eeuwen,
maar in Nederland werd het pas
in de jaren zestig van de vorige
eeuw gemeengoed. Ook de
Nieuwjaarsvuren zijn van alle
tijden, zegt Strouken. Het was
Om toch nog binnen te komen,
ging het ‘bedelende volk’
nieuwjaarswensen maken, mooi
versierde kaarten met verzen.
In ruil voor die ‘wensbrieven’
hoopten ze op eten of geld.
Misschien komen daar onze
kerst- en nieuwjaarskaarten
vandaan.
immers koud tijdens de feesten,
mensen waren veel buiten
omdat binnenverlichting duur
was, en een paar takken waren
overal wel te vinden.
Rest nog wel de vraag waaróm
we nog steeds Oud en Nieuw
vieren. Waarom gaan we niet
gewoon vroeg naar bed, toch
bij uitstek de manier om het
nieuwe jaar fris te beginnen?
Strouken denkt dat het komt
doordat we in onze overgereguleerde tijd van agenda’s,
plannen en organiseren,
veel prijs stellen op heldere
markeringspunten. „Bovendien
willen we toch graag het begin
van het nieuwe jaar markeren,
een nieuw begin maken.” En het
is toch ook leuk om juist in deze
donkere dagen met een feest
de eentonigheid te doorbreken,
vindt zij. Eigenlijk net zoals
onze voorouders deden met
een periode van veel eten,
drinken en bedelen, tussen
twee vastenperioden in. Even
een adempauze in de donkere
dagen. En een nieuw begin.
SZMK | December 2014
ZOEK DE ZES VERSCHILLEN
Moeder
en kind
We kijken hier naar een schilderij uit 1622.
Het is geschilderd door Pieter de Grebber
en het maakt deel uit van de tentoonstelling Emoties, geschilderde gevoelens in de
Gouden eeuw. Het is een verbeelding van
liefde en genot.
Op het eerste gezicht is het een gewoon huiselijk
tafereeltje: een moeder die haar kind de borst
geeft. In het verleden hebben kunstkenners er op
gewezen dat dit schilderij mogelijk een dubbele
bodem heeft.
De Grebber, een katholieke schilder, in het
inmiddels protestantse Haarlem, had een grote
katholieke klantenkring. Hij was mede daardoor
op de hoogte met de middeleeuwse traditie van
de madonna schilderijen. Kenners zeggen dat hij
in dit schilderij waarschijnlijk Maria met kind heeft
uitgebeeld.
Eigenlijk heeft de schilder hier vier verschillende
madonnatypen met elkaar gecombineerd. In
vakkringen heet dat een “Madonna van vele
beschrijvingen”. Allereerst is er de madonna in
de nederige omgeving. Maria zit op dit schilderij
voor een ruw houten deur in een erg eenvoudige
omgeving. Als we goed kijken zien wij bij haar
hals een sluier, het tweede type: een maagdelijke
madonna. Het derde type is de madonna lactans,
Maria die het Kind de borst geeft. En als vierde
leest ze.
Anderen vinden deze uitleg wat vergezocht.
Ze wijzen erop dat de traditionele symbolische
elementen, bijvoorbeeld een lelie en een blauw
gewaad ontbreken. Ook voert men aan dat
het boek er nu niet direct uitziet als een stichtelijk traktaat. De Grebber heeft zich zelf nooit
uitgelaten over wat hij hier nu heeft afgebeeld.
Als kijker moet je dus zelf duiden welke betekenis
je aan het schilderij wilt geven. Dat is misschien
wel het mooiste van kunst: Iedereen mag zelf
kiezen.
Eigenlijk is het net zo met het kerstfeest.
Sommigen vieren de komst van het heil.
Anderen zien het voornamelijk als een gezellig
feest, al dan niet in huiselijke sfeer. Hoe u het ook
ziet, wij wensen u een goede kerst toe.
D. Plessius
SZMK | December 2014
Revalideren
dicht bij huis
Afdeling in Pronsweide biedt revalidatie op hoog niveau
De ‘Revalidatieafdeling Oost Achterhoek’ in verpleeghuis Pronsweide in Winterswijk bestaat nu bijna twee jaar. Afdelingshoofd Marlies Heetvelt: ‘Het is een heel
proces geweest om de afdeling aan te passen aan de nieuwe landelijke eisen.
Maar nu is er een goedlopende revalidatieafdeling voor de hele regio.’
Stichting Zorgcombinatie Marga Klompé bood in het verleden op meerdere
plekken revalidatie aan. Toen vanuit de
overheid nieuwe eisen voor geriatrische
revalidatie werden gesteld, besloot de
stichting om de revalidatie op één plek
samen te brengen. Er kwamen meer
verpleegkundigen werken, het niveau
van zorg ging omhoog en er werd
intensiever samengewerkt met andere
instellingen. Marlies: ‘Patiënten uit het
Streekziekenhuis Koningin Beatrix
in Winterswijk die voor revalidatie in
aanmerking komen worden naar ons
doorgestuurd. En we werken nauw
samen met Roessingh, revalidatiecentrum in Enschede. Zij hebben veel
specifieke kennis en kunde in huis.
Onze fysio- en ergotherapeuten bieden
nu therapie op hetzelfde niveau als
Roessingh. De verpleegkundigen
en verzorgenden liepen stage in het
ziekenhuis en bij Roessingh. Zo schoolden zij zich bij.’
Ook jongere cliënten
Op de afdeling is plaats voor 32 cliënten. 90% van deze mensen valt onder
‘geriatrische revalidatie’. Het gaat om
ouderen die bijvoorbeeld revalideren
na een gebroken heup of een beroerte
en niet direct naar huis kunnen.
Daarnaast is er een groep - zo’n 10%
- die valt onder ‘medische revalidatie’.
‘Hier gaat het veelal om jongere
mensen die volledig terugkeren naar de
maatschappij, dus ook naar het arbeidsproces. Zij krijgen meer en intensievere therapie. Dat kunnen ze ook aan.
Zij zouden anders naar Roessingh gaan,
maar kunnen nu dichter bij huis revalideren. Dat is
prettig voor
henzelf én
voor hun
bezoek’,
aldus
Marlies.
Zelf doelen stellen
Revalidatie vraagt veel van revalidanten. De mensen waren voor hun
acute ziekte, val of ongeluk vaak
zelfstandig. Ze moeten accepteren dat
soms niet alle functies terugkomen.
Tegelijk wordt er verwacht dat ze hard
werken aan hun herstel. Hoe blijven
ze gemotiveerd? Marlies: ‘Het helpt als
revalidanten zelf hun doelen stellen.
Dat ze zich afvragen: Wat heb ik nodig
om zo zelfstandig mogelijk te wonen
en te leven? Kijk, als iemand van plan
is om straks thuis tafeltje-dek-je te
bestellen, gaan we niet aan de slag
met koken. Maar wil een revalidant
dat wel weer oppakken, dan gaat hij of
zij samen met de ergotherapeut een
boodschappenlijstje opstellen, naar de
supermarkt en koken in de ergokeuken.
Zodat het thuis ook weer kan. En woont
iemand klein, dan is oefenen met een
vierpoot wellicht handiger, omdat een
rollator te groot is voor het huis.’
Revalidant mevrouw Groot Kormelink en afdelingshoofd Marlies Heetvelt.
SZMK | December 2014
Speciale vaardigheden
Op de revalidatieafdeling zijn verhoudingsgewijs meer verpleegkundigen
werkzaam dan in de andere locaties
binnen de stichting. Marlies: ‘Het is
hier eigenlijk een klein ziekenhuis, de
nadruk ligt op behandelen en niet op
verblijf. Je moet hier ook verpleegtechnisch vaardig zijn. Maar dat niet
alleen. Je moet ook kunnen verplegen
“met de handen op de rug”. Als een
revalidant vraagt: “Wil je dat even voor
me oprapen?”, probeer je de taak niet
over te nemen maar de cliënt te leren
hoe hij dit zelf kan doen. Thuis moet hij
of zij het ook zelf oplossen. Natuurlijk
zijn geduld en inlevingsvermogen ook
belangrijk. Wat ik zelf leuk vind aan dit
werk? Ik vind het een uitdaging om te
reorganiseren, om een afdeling naar
een hoger niveau te krijgen. Hiervoor
moet je eerst alles in kaart brengen.
Hoe is de situatie? Hoe is dat gegroeid?
En vervolgens veranderingen in gang
zetten.’
Ontwikkelingen toekomst
Gemiddeld verblijven de revalidanten
acht weken op de afdeling. De meesten
gaan daarna naar huis. Soms lukt het
niet om zelfstandig te wonen en gaan
mensen naar een verpleeghuis. Omdat
de bevolking vergrijst, zal er in de
toekomst meer geriatrische revalidatie
nodig zijn. Marlies: ‘Er zal een verschui-
ving plaatsvinden van klinische naar
meer poliklinische zorg. Mensen blijven
langer thuis, in hun eigen situatie.
Dit vraagt van mantelzorgers een
andere rol en inzet. Of alle mantelzorgers deze rol ook op zich kunnen en
willen nemen is nog afwachten.’
Ervaringen
Blijft natuurlijk de vraag over hoe
revalidanten zelf hun verblijf ervaren.
Mevrouw Groot Kormelink en mevrouw
Mast willen daar wel wat over vertellen.
De dames zitten al in het restaurant,
want het warme eten komt er zo aan.
Allebei zijn ze zeer te spreken over de
afdeling en over Pronsweide als geheel.
Mevrouw Mast: ‘Dat dit in Winterswijk
staat, zo mooi, zo nieuw! Mevrouw
Groot Kormelink verbleef eerder al op
Pronsweide na een lichte beroerte.
Onlangs brak ze haar heup. Ze is nu
zes weken op de revalidatieafdeling en
heeft nog twee weken te gaan. Ze is vol
lof: ‘De verzorging is goed. We hebben
mooie kamers.’ Mevrouw Mast vult
aan: ‘Met veel ruimte bij de wastafels.
Dat is belangrijk, want we moeten het
zelf weer doen; we moeten vooruit.’
Mevrouw Groot Kormelink: ‘Ik heb ook
moeilijke momenten gehad. Maar dan
kon ik bij de verpleging mijn verdriet
kwijt. Dat hielp me om door te gaan.’
Jeanet Aartsen
SUDOKU 16X16
7
12
8
6
15
3
1
11 13
4 2
14 10
6
10 5
12
15
9 7 8
13
0 5
4 6
12
8
15 1
3 2 0
8
12 9
3
14
1 0
7 6
14 9 4
10
11
2 1
3
13 14 10 1
8
12
9
13 14 2 3 8
10 15
10 15
6
8
12 11 2
8 6 12
3
11 13 2 7
3
10
0
4
9
6
9 5
1
2
4 0
2 11
15 5
14
EINDE
START
SZMK | December 2014