Groen Blauwe structuurvisie

SCHIEDAM stad aan de rivier, stad aan de polder
Groenblauwestructuurvisie (GBSV)
COLOFON
OPG E STE LD DOOR
Bosch Slabbers Landschapsarchitecten;
Wijnand Bouw
Koen Bakker
OP DRACHTG EVE R
Gemeente Schiedam
D AT U M
mei 2014
SCHIEDAM stad aan de rivier, stad aan de polder
Groenblauwestructuurvisie (GBSV)
•4•
B OS C H
S LAB B E R S
0
INHOUDSOPGAVE
SAMENVATTING
1
INLEIDING
2 HISTORIE; ONTWIKKELING VAN SCHIEDAM
2.1 Ontwikkeling van het landschap
2.2 Ontwikkeling van de stad Schiedam
3
ANALYSE
3.1 Beleid & ontwikkelingen & trends
3.1.1 Beleid
06
09
13
13
13
19
19
19
3.1.2 Ontwikkelingen
19
3.1.3 Trends in groen en blauw 20
in de stad
3.1.4 Onderzoek Groen in de stad
3.2 Regionale context
3.3 Stad in lagen uiteengelegd
3.3.1 Groen en landschap
21
24
27
5
“DE DRIE EENHEID” EN “DE GELAAGDE STAD”
6 UITWERKING VAN DE VISIE
IN LAGEN
6.1 Ondergrond
6.2 Stedelijk weefsel
6.3 Rivierfront
6.4 Cultuurhistorisch landschap
6.5 De Groene Stad
6.6 Stadslanen
6.7 Groenblauwe verbindingen
6.8 Parels
6.9 Ecologie
6.10 Water
6.11 Groenblauwe structuurvisie
47
51
51
53
55
65
71
77
81
85
87
89
84
3.3.2 Ecologie
31
3.3.3 Water
33
7 UITVOERINGSPROGRAMMA
7.1 Onderscheid in schaalniveau
7.1.1 Structuurbepalend groen/blauw
3.3.4 Bebouwing/ wijken
37
7.1.2 Wijkgroen, opmaat tot participatie
94
3.3.5 Infrastructuur
41
7.1.3 Toepassing structuurvisie
96
3.3.6 Fietsen en wandelen
43
7.1.4 Communicatie
96
3.3.7 Recreatieve voorzieningen
43
4 UITGANGSPUNTEN
45
A BIJLAGE
I. Water in schiedam
II. Regionaal en lokaal beleid
27
7.2 Aanbevelingen
93
93
93
96
G B SV
S CH I E DA M
•5 •
SAMENVATTING
Schiedam wordt regionaal opgespannen tussen twee
sterke eigen identiteiten met hun eigen invloeden en sferen, namelijk de wereld rond de rivier Nieuwe Maas en
het landschap van Midden Delfland. De verbindende factor tussen deze twee werelden is een stedelijk landschap
dat onderdeel is van de totale bandstad van Vlaardingen,
Schiedam en Rotterdam. In dit stedelijk weefsel ligt een
groots groengebied van allure dat gekenmerkt wordt door
een sterk centraal element, de Poldervaart.
C. Al deze verbindingen zijn verbonden met de Groene
Stad, het groene centrale element in het stedelijk weefsel van Schiedam dat de perfecte match vormt tussen de
twee andere grootheden. Dit patchwork van verschillende
gebieden en sferen wordt innig verbonden en samengesmeed tot een eenheid met een krachtige drager: de Poldervaart. Dit element wordt een waardige ruimtelijke drager van het gebied. Een andere gezamenlijke noemer is de
venige polder met een hoge waterstand.
Deze drie grootheden geven een ultieme afwisseling
van groengebieden, die een perfecte basis vormen voor
een grootschalige, robuuste groenblauwe structuur voor
de stad. Hier ligt een fijnmaziger netwerk van groen- en
blauwstructuren overheen dat deze grootheden verbindt
met aanpalende wijken, de binnenstad en de wijdere omgeving. Een kenschets van de drie grootheden:
Deze hoofdrichting wordt verder uitgewerkt in de “gelaagde stad”, een visie gebaseerd op ruimtelijke kenmerken. De
verschillende lagen hebben een sterke overlap met elkaar
en zorgen zo voor een integrale groenblauwe structuur. De
plankaart laat goed zien hoe de verschillende lagen met
elkaar verweven zijn.
A. De wereld van de rivier wordt uiteraard bepaald door
zicht op de rivier en de beleving van het dynamisch en maritieme leven met de scheepvaart, de industrie en de kades. De dijk is hier de contante factor en verbindt alle delen
aan elkaar. De Schie en de Poldervaart zijn de ankers om
aan te haken bij de totale groenblauwe structuur van de
stad.
B. Het landschap van Midden Delfland kent zijn eigen
dynamiek en eigen beeld. Rust en ruimte vormen hier het
matra. Grazige weides, koeien in de wei, vergezichten en
dat gecombineerd met bijzondere natuurwaarden vormen
het beeld van Midden Delfland. De stad kent naast een
zorgvuldige stadsrand vier riante verbindingen met het buitengebied van Midden Delfland (A4, Harreweg, de Kerkbuurt/Poldervaart en Polderweg/Oost Abtpolder/Schie).
Deze zorgen voor een innige verbinding met het buitengebied.
•6•
B OS C H
S LAB B E R S
1. De eerste laag vormt de laag van de ondergrond. Deze
laag vertelt over het ontstaan van Schiedam en daarmee over de bodemopbouw en de waterhuishouding
en dus ook bepalend voor de groen en blauwe structuren.
2. De tweede laag die beschreven wordt is het stedelijk
weefsel dat door de eeuwen heen ontstaan is op die
ondergrond. Dit beschrijft de wijken met hun groenstructuur van historische binnenstad tot de meest recente wijk Sveapark.
3. De derde laag beschrijft het front aan de rivier. Van
oorsprong niet de meest ontwikkelde zijde van Schiedam, maar door de jaren heen wordt deze steeds belangrijker. De doorgaande dijk en de parken aan de
dijk zijn belangrijke groenstructuren. =>grootheid A
4. De vierde laag is het cultuurhistorische landschap van
Midden Delfland dat diep doordringt in het noordelijk
deel van de gemeente.
=>grootheid B
5. De vijfde laag beschrijft het Poldervaartlandschap. Gebieden die zo groot zijn dat ze zich laten ervaren als
landschappen, maar dan in de stad. Met een sterke
eigen identiteit en een krachtige ruimtelijke drager. =>grootheid C
6. De zesde laag zijn de stadslanen. Dit zijn de verbindende lijnen op hoog schaalniveau voor de stad, hiermee
worden wijken aan elkaar gekoppeld en geven richting
aan de stad.
7. De zevende laag zijn de blauwgroene verbindingen,
deze spelen op een lager schaalniveau een belangrijke
rol en maken het mogelijk om van wijken naar groengebieden te gaan. Ook ecologisch zijn dit belangrijke
schakels.
8. De achtste laag zijn de parels, op zich staande elementen van hoge waarde die gekoesterd worden of verder
ontwikkeld worden.
9. De negende laag geeft het onderliggende ecologische
systeem weer. Er zijn een vijftal groffe ecologische gebiedstypen te onderscheiden; weide-, water-, stad- en
boslandschappen plus de bedrijven-/industrieterreinen.
G B SV
S CH I E DA M
•7 •
•8•
B OS C H
S LAB B E R S
1
INLEIDING
Schiedam is ‘klaar’, in die zin dat in de (nabije) toekomst
waarschijnlijk geen nieuwe uitbreiding buiten het stedelijk
areaal zal plaatsvinden, de contouren van de randen van
de bebouwde gemeente lijken daarmee bepaald. Daarmee is Schiedam echter nog geenszins ‘af’. Het proces
van herontwikkeling en herstructurering zal de komende
decennia onverminderd doorgaan. Veel van de bestaande
woonvoorraad voldoet niet meer aan de woonwensen van
de huidige en komende generaties, veel industriële panden
hebben hun oorspronkelijke functie verloren, veel kantooren bedrijfslocaties leiden een tanend bestaan. Daarnaast
heeft Schiedam een rijk areaal aan sportvelden, waarmee
in de recente plannen ook geschoven gaat worden.
De grote uitdaging voor Schiedam voor de komende decennia ligt in het slim gebruik maken van de ruimte die er
is, in het efficiënt herstructureren/ herordenen van de stad.
Daarbij is de vraag hoe deze ontwikkelingen kunnen bijdragen aan het versterken van de groenstructuur in de stad
en van de relaties met die andere sterke troefkaarten van
Schiedam; de rivier en het achterland. Hoe kan het proces
van nieuwbouw en herstructurering, van hergebruik en herontwikkeling, bijdragen aan het verhogen van de leefbaarheid en groene kwaliteit van de stad.
Daarnaast heeft Schiedam te maken met het fenomeen
‘onbekend maakt onbemind’. Wie de stad slechts kent vanaf de A4/A20 weet niet welke een prachtige binnenstad
achter de coulissen van flatwijken schuilgaat. Schiedam
heeft met haar grachten, monumentale panden, pakhuizen en trotse stellingmolens onbetwist één van de mooiste
binnensteden van alle steden langs de Nieuwe Maas! Dat
geldt eveneens voor de groene kwaliteiten van de stad,
zoals de Plantage en het Julianapark of het Kethelpark verbonden met het landschap van Midden-Delfland.
Het rapport dat voor u ligt geeft de visie weer voor de
groenblauwe structuur in de gemeente Schiedam. Omwille van een samenhangende visie zijn zowel korte termijn
opgaven als lange termijn opgaven opgenomen. De groenblauwe structuur visie dient als kompas bij de toekomstige
ontwikkelings-, renovatie- en beheersopgaven binnen het
stedelijke weefsel van Schiedam.
VRAAG EN DE AANLEIDING
Schiedam is een groene gemeente; Schie, Poldervaart,
singels, grachten, grote groengebieden, parken en buitengebied vormen tezamen een krachtige groenblauwe contramal van de stad. Deze twee grootheden, groenblauw
en rood, raken meer en meer complementair aan elkaar,
de een kan niet zonder de ander. Maar de groenblauwe
contramal staat de laatste jaren ook meer en meer onder
druk. De gemeente ervaart dat zich tal van initiatieven tot
ontwikkeling aandienen en dat veel van die initiatieven zich
afspelen in, aan of langs het groen. Elk van deze initiatieven
vraagt om kaders en randvoorwaarden vanuit het groen of
blauw.
De gemeente heeft behoefte aan een stevig verhaal dat
de intrinsieke waarde van het groen en blauw beschrijft,
maar ook op zoek gaat naar kansen die ontwikkelingen
kunnen bieden voor de stad en voor het groenblauwe netwerk. Daarnaast moet het groenblauwe netwerk initiërend
en inspirerend zijn voor toekomstige, nu nog onbekende
herstructureringsopgaven. Dit ‘stevige verhaal’ moet vorm
krijgen in een groenblauwe structuurvisie (GBSV). Bosch
Slabbers is gevraagd door de gemeente Schiedam deze
visie op te stellen.
Concreet spitst de vraag zich toe op de volgende aspecten:
•• Een accurate beschrijving van de huidige hoofdgroenstructuur (groenblauwe netwerk), wat is de huidige
sfeer, gebruik, status en toekomstwaarde? Wat zijn de
relaties tussen de verschillende onderdelen, waar vullen deze elkaar aan en waar niet?
•• Inventarisatie van huidig beleid en ontwikkelingen en
de invloed van de ontwikkelingen op het groenblauwe
netwerk. Ontwerpend en beschrijvend onderzoek naar
een optimale mix van ontwikkeling van rood en groenblauw.
G B SV
S CH I E DA M
•9 •
••
••
Inventarisatie van mogelijke herstructureringsopgaven
voor de toekomst. Door ruimtelijk onderzoek van de stedenbouwkundige structuur kunnen suggesties gedaan
worden voor het mee ontwikkelen van de groenblauwe
component. Ook omvat deze inventarisatie onderzoek
naar mogelijke missende schakels in de groenblauwe
hoofdstructuur.
Onderzoek naar nieuwe verbintenissen tussen de
‘rode’ ontwikkelingen en het ‘groenblauwe’ netwerk,
niet langer tegenover elkaar maar met elkaar. Onderdeel hiervan is onderzoek naar nieuwe financieringsmogelijkheden binnen het groenblauwe netwerk.
WERKWIJZE
De visie is opgesteld in atelierverband. Per atelierdag
werd er met drie verschillende groepen mensen gesproken, een werkgroep, een projectgroep en een kennisgroep.
De werkgroep is een compacte groep van ambtenaren die
het project en proces begeleiden. De projectgroep is een
brede vertegenwoordiging van de verschillende disciplines
binnen het gemeentelijk apparaat. De kennisgroep is een
vertegenwoordiging van het maatschappelijk middenveld,
dus van buiten het gemeentehuis. Daaruit is een kopgroep
ontstaan, die actief meedoet met de uitwerking van deze
visie. Tevens is het thema van de groenblauwe structuurvisie behandeld in het Stadserf.
Daarnaast is een panelonderzoek gehouden onder de
Schiedamse bevolking om hen te bevragen over hun ervaringen en wensen aangaande het groen en blauw in de
stad; de resultaten zijn in de visievorming meegenomen.
Het project is gestart met een grondige inventarisatie van
bestaand beleid en een ronde in het veld. De gemeente
Schiedam heeft veel documenten waarin goed en gedegen beleid staat voor de stad. Toch geeft de volgende opsomming weer waarom er een nieuw groenblauw structuurplan nodig is.
• 10 •
B OS C H
S LAB B E R S
••
••
••
••
De gemeente heeft een groenblauw structuurplan. Dit
plan, dat inmiddels 17 jaar oud is (incl. evaluatie in
2007), heeft prima gefunctioneerd, maar is ingehaald
door de realiteit van de afgelopen decennia.
Daarnaast heeft de gemeente het bestemmingsplan
“Groene Long” en geactualiseerde bestemmingsplannen, waarin de belangrijkste groene ruimten zijn opgenomen en bestemd, met een conserverend karakter.
Met de de nieuwe visie wordt een basis gelegd om
de maatschappelijke ontwikkelingen goed te kunnen
begeleiden.
De Stadsvisie 2030, opgesteld in 2009, geeft aan
waar Schiedam wil staan in het jaar 2030. Hierin is
een belangrijke rol toegekend aan groen en water. De
groenblauwe structuurvisie geeft de doorwerking en
uitwerking van de ambities van deze hoofdopgave in
de Stadsvisie. Het is van belang dat de groenblauwe
structuurvisie ook doorwerkt naar andere beleidsterreinen. Om deze reden is er voor gekozen om deze
groenblauwe visie als een structuurvisie aan te merken
conform de Wet ruimtelijke ordening (Wro).
Diverse deelplannen. Veel ontwikkelingen zijn rijdende
treinen in volle vaart. Plannen en visies worden ontwikkeld. Deze plannen vormen input voor het te ontwikkelen GBSV.
LEESWIJZER
In hoofdstuk 2 wordt een korte beschrijving gegeven van
de historie van Schiedam. Deze spitst zich toe op het groen
en het water. In hoofdstuk 3 wordt een samenvatting gegeven van het bestaande beleid van de gemeente Schiedam.
In hoofdstuk 4 worden de diverse uitgangspunten bepaald
voor de visie. Vervolgens volgt in hoofdstuk 5 de visie, deze
wordt in hoofdstuk 6 verder uitgewerkt. In hoofdstuk 7 is
het instrumentarium beschreven.
G B SV
S CH I E DA M
• 11 •
• 12 •
B OS C H
S LAB B E R S
2
HISTORIE; ONTWIKKELING VAN SCHIEDAM
2.1 ONTWIKKELING VAN HET LANDSCHAP
2.2 ONTWIKKELING VAN DE STAD SCHIEDAM
De ontwikkeling van Schiedam en haar omgeving wordt
gekenmerkt door het water. Het landschap rond Schiedam
stond onder invloed van de zee. In dit estuariumgebied
kwam de zee met vloed opzetten en stuwde de rivieren
komende vanuit het binnenland op. Het gebied van Midden Delfland laat zich het beste lezen als een waddenlandschap met kreken, slikken en schorren. Door de jaren
heen is de zee getemd en zijn de rivieren bedijkt. De bedijking van de rivieren volgt hoofdzakelijk het patroon van
de oeverwallen, de latere aanleg van de Nieuwe Waterweg
doorbreekt dit patroon. In Midden-Delfland heeft zich op
de “waddenzeebodem” een veenpakket ontwikkeld. Dit
veenpakket groeide tot grote hoogte en lag aanzienlijk hoger dan de oeverwallen langs de rivier. In het veenpakket
ontstonden waterlopen om het overtollige water te kunnen
afvoeren. De Schie kent haar oorsprong in een dergelijke
waterloop en is later vergraven en aangesloten op vaarten.
Dit pakket is door de eeuwen heen in gebruik genomen
als landbouwgrond en ingeklonken. De kreekruggen (de
oeverwallen van de voormalige kreken) zijn in bodemopbouw van een grover materiaal dan de omgeving. Hierdoor
zijn de kreekruggen hoger komen te liggen dan de omliggende veengronden. Deze kreekruggen zijn tot op de dag
van vandaag goed herkenbaar in het landschap, dit is het
zogenoemde inversielandschap.
Schiedam dankt haar naam aan de afdamming van de
Schie. De Schie is een zijarm van de Nieuwe Maas en vormt
de verbinding met het achterland (Midden Delfland) en de
steden Delft en indirect Den Haag en Leiden (via kanalen
en vaarten). Schiedam is in vergelijking met Rotterdam en
Vlaardingen op ruime afstand gesticht van de rivier op de
oeverwallen aan de oude dijk. De oude stad met grachten ligt dan ook op de oeverwal net boven NAP. De eerste stadsuitbreiding is gedaan in het buitendijkse gebied,
stadsdeel West. De overige stadsdelen zijn binnendijks op
lager gelegen gronden gesticht. Dit onderscheid is tot op
de dag van vandaag goed te zien. Het buitendijkse gebied
wordt gekenmerkt door wat steviger zavelachtig materiaal en het binnendijkse gebied door moerig materiaal wat
dooraderd is met kreekruggen. Deze kreekruggen vormde
de basis voor occupatie in de vorm van boerderijen (bv
Landvreugd) of buurtschappen (bv Kethel, Kerkbuurt). In
het noorden van Schiedam vormen de linten van het voormalige polderland nog steeds een belangrijke dooradering
van het gebied. Wat opvalt op het kaartbeeld is de Poldervaart. Een zeer beeldbepalend element dat kaarsrecht
door de gemeente is getrokken van de Nieuwe Maas tot
aan de Schie.
G B SV
S CH I E DA M
• 13 •
1850
De Poldervaart (bron: Wikipedia)
De Poldervaart is een deels gedempte vaart, tussen de
Schie ten zuiden van de Kandelaar en de Nieuwe Maas tussen Schiedam en Vlaardingen. De Poldervaart is in 1280
aangelegd als ‘Nieuwe Vaart’ en werd gebruikt voor de afwatering van de oostelijke ambachten van het Hoogheemraadschap van Delfland: Vrijenban, Hof van Delft, Berkel,
Kethel en Pijnacker. De vijf ambachten hadden ieder een
eigen sluis, die in 1587 werden vervangen door een grote
sluis genaamd de Vijfsluizen. Ook bij de aansluiting op de
Schie was een sluis, die door de scheepvaart kon worden
gebruikt. Langs de Poldervaart stonden zeven windmolens
die het water uit de omliggende polders in de Poldervaart
• 14 •
B OS C H
S LAB B E R S
1900
maalden. In de loop van de jaren veranderde de functie
van de Poldervaart. Via de Poldervaart werd water uit de
Nieuwe Maas ingelaten om Delft en Den Haag van vers
water te voorzien. Hierdoor stond het water in de Poldervaart vaak hoger dan voorheen. In 1903 brak de kade van
de Poldervaart door en liep Kethel onder water. Door de
toenemende verzilting van de Nieuwe Maas na de opening van de Nieuwe Waterweg werd de inlaat van water
bij Vijfsluizen in 1958 gestaakt. In 1965 werd vanwege de
slechte toestand van de kades besloten de Poldervaart af
te sluiten. In 1966 werden de inlaat- en uitwateringssluis
gesloopt.
1950
2010
G B SV
S CH I E DA M
• 15 •
Bebouwing
1877
1929
1940
1958
Groen
1877
1929
1940
1958
Water en dijken
1877
1929
1940
1958
Door de jaren heen heeft de groenstructuur een stormachtige ontwikkeling meegemaakt. De hier getoonde kaartenreeks laat zien hoe de groenstructuren gekomen zijn
en verdwenen zijn, veelal plaatsgemaakt voor havens of
woongebieden. De reeks laat ook de veranderingen van
waterstructuren en stedelijk weefsel zien.
• 16 •
B OS C H
S LAB B E R S
De reeks aan ontwikkelingen laat zien dat één van de weinige constante in de stad de verandering zelf is. Men moet
daarom ook niet trachten de ontwikkelingen te stoppen,
maar onderzoeken hoe ontwikkelingen gebruikt kunnen
worden om kansen te benutten, knelpunten op te lossen
en bestaande kwaliteiten te behouden of te versterken.
1968
1981
1995
2012
1968
1981
1995
2012
1968
1981
1995
2012
Ontwikkeling van
Schiedam over de
decennia (bron Historisch topografische
analyse Schiedam
1850-1995).
G B SV
S CH I E DA M
• 17 •
5
4
2
9
3
6
10
1
8
4
• 18 •
B OS C H
S LAB B E R S
7
3
ANALYSE
Het hoofdstuk begint met een opbouw van een analyse van
het beleid, de ontwikkelingen en de trends van het groen
en blauw in en rond de stad. Vervolgens wordt er in paragraaf 3.2 een beeld geschetst hoe de stad in de regio
verankerd is. In paragraaf 3.3 wordt uiteindelijk de stad in
lagen uiteengelegd en wordt de huidige situatie beschreven, inclusief de kansen per onderwerp.
••
••
••
3.1 BELEID & ONTWIKKELINGEN & TRENDS
••
3.1.1BELEID
••
De gemeente Schiedam heeft veel en gedegen beleid voor
haar gemeente. In paragraaf 3.2, waar de stad in lagen uiteengelegd is, is de integratieslag met het beleid gezocht.
In de bijlage hebben we een korte opsomming weergegeven van de van belang zijnde beleidsstukken, met een korte
opsomming per beleidsstuk. Hieronder volgen de meest
actuele ontwikkelingen en trends.
••
3.1.2ONTWIKKELINGEN
Met de komst van de A4 heeft Schiedam het plan “Schiedam in beweging” geëntameerd. Dit plan behelst een
ontwikkeling van een sportpark op het dak van de A4. Dit
sportpark moet verder vormgegeven worden en wordt gedeeltelijk in de bouw van de landtunnel van de A4 meegenomen. Door de realisatie van dit sportpark, door intensivering (kunstgras) en het natuurlijk verloop in de sportclubs
komen er veel sportvelden vrij. Deze ruimte wordt gebruikt
om ontwikkelingen te plaatsen; economische functies en
woonbuurten (zie ook bijgaande kaart).
•• 1) Op het Hargaterrein wordt aan de zijde van de Poldervaart voorzien in een nieuwe uitbreidingswijk. Re-
centelijk is een beeldkwaliteitplan opgesteld voor dit
gebied.
2) Sportpark Kethel wordt omgevormd tot woningbouw. Deze locatie ligt aan de Poldervaart en kent
een uitzonderlijk hoge waterstand. Voor Kethel is een
beeldkwaliteitplan opgesteld.
3) Ten zuiden van de A20 komt een nieuwe woonlocatie; “Over Het Water”
4) Op termijn wordt gesproken over de ontwikkellocatie Thurlede, maar staat ver in de tijd.
5) Polderwetering wordt als structuurdrager aangeduid, kansen om groene woonmilieus te ontwikkelen.
3 moderne, optimaal gebruikte, multifunctionele en
goed over de stad verspreide bereikbare sportparken.
Ontstaan van een aanzienlijk groene kwaliteitsimpuls
voor de stad en versterking van de groene structuren
en verbindingen in de stad.
Daarnaast zijn er nog een aantal autonome ontwikkelingen:
•• 6) In de oksel van de A4-A20 wordt een uitbreiding
met economische functies voorzien, deze functiesmoeten een programmatische link hebben met de sport.
•• 7) Op diverse plekken wordt nagedacht en getekend
aan herstructureringsopgaven.
•• 8) De afslag Vijfsluizen (A4) zal vergroot moeten worden door verwachte toename van het verkeer, met
daarnaast aanpassingen van het onderliggend wegennet (Havenroute).
•• 9) Langs de A20 en ook langs A4 komen voor een deel
geluidsschermen.
•• 10) In verband met de komst van een warmtetransportleiding worden straten/lanen heringericht. De
Hargalaan,Schiedamseweg/Poldervaart en Hazepad
krijgen daarmee te maken
G B SV
S CH I E DA M
• 19 •
3.1.3TRENDS IN GROEN EN BLAUW IN DE STAD
In de maatschappij zijn een aantal trends waar te nemen
die veranderingen teweeg brengen in de manier hoe we
met het groen en blauw omgaan of er tegenaan kijken.
Hieronder volgt een opsomming van relevante trends.
Klimaatadaptatie in de stad
Met de klimaatverandering wordt de noodzaak naar een
duurzamere inrichting van de stad steeds duidelijker. In
de stad kan veel gedaan worden om de effecten van de
klimaatverandering op te vangen. Hiervoor zijn een aantal
sporen te benoemen:
•• Waterhuishouding: het gaat steeds meer regenen in
kortere periodes. Daarnaast worden de periodes van
droogte steeds langer en heter. Dat betekent dat de
piekopvang vergroot moet worden, maar dat de bergingscapaciteit ook omhoog moet. Dit kan op diverse
manier vormgegeven worden en kan ook een krachtige
bijdrage leveren aan het versterken van het groenblauwe beeld van de stad.
•• Hittestress: in de toekomst zullen we hogere temperaturen krijgen over langere periodes. Zeker in sterk versteende gebieden zal dat leiden tot aanzienlijke temperatuurstijgingen. Omdat op te vangen kan de groen- en
blauwstructuur een waardevolle bijdrage leveren.
Vrijetijdsbesteding
Mensen hebben veel vrije tijd, ook al is de toename de laatste jaren wat getemperd. De mens wil er graag op uit, naar
buiten! Dat doet men met korte vakanties en weekendenweg in binnen- en buitenland, maar de directe woonomgeving wordt steeds belangrijker. De laatste jaren is er een
sterke opkomst om meer lokaal te denken en te acteren.
Men wil graag een rondje kunnen lopen, hardlopen of fietsen in hun eigen omgeving, ook het kanovaren raakt steeds
meer in zwang.
Voedsel verbouwen in de stad
Sedert jaren wordt de maatschappij opgeschrikt door
voedselschandalen. Dit in combinatie met de wens om
te weten waar ons voedsel vandaan komt en de opkomst
om dingen samen met gelijkgestemden op te pakken en
• 20 •
B OS C H
S LAB B E R S
te ontwikkelen, heeft een stroming op gang gebracht die
in en dichtbij de stad wil voorzien in voedselproductie. De
laatste jaren zijn er diverse initiatieven ontwikkeld in en
rondom steden. Een in het oog springende project is de
voedselbanktuin in Schiedam. Maar ook in groenstructuren
en landerijen in en rond de stad kan productie van voedsel
een aantrekkelijk groen beeld opleveren en een bijdrage
leveren aan de voedselproductie voor de stad.
Participatie van bewoners
De bewoners van gebieden willen graag meedenken en
meewerken aan hun leefomgeving. Participatie kan de binding met je eigen leefomgeving sterk vergroten. Thans zijn
er diverse initiatieven en pilots in den lande gestart om het
onderhoud van delen van de groenstructuur aan buurten
over te dragen.
Kosteneffectief groenbeheren en aanleggen
Bij gemeentes staan de beschikbare budgetten onder druk,
zowel voor onderhoud, als renovatie of nieuwe aanleg. Het
is een trend om te onderzoeken of de functionaliteit van het
groen vergroot kan worden en of groenontwikkeling niet
meer gekoppeld kan worden aan andere ontwikkelingen.
Hierbij is de vraag, voor wie is het groen en blauw belangrijk en wil die partij daar in bijdragen steeds belangrijker.
Daarnaast kan met een zorgvuldige keuze in inrichting en
beheer ook gestuurd worden op de kosten.
Hang naar natuur
Onze relatie met de natuur is onderhevig aan de tijdsgeest.
In de barok konden we de natuur de baas en ordende de
mens deze naar haar hand. Vervolgens werd in de romantiek de natuur versterkt vormgegeven door de mens. Het
zag er natuurlijk uit, maar was nagenoeg even cultuurlijk
als de barok. Deze eeuw is men de natuur gaan beschermen en laat men de natuur het liefst de natuur. De laatste
jaren is er een trend waar te nemen dat men de natuur zeer
waardeert, maar dat men daar ook gebruik van wil maken.
Het hek om de natuur wordt steeds minder geaccepteerd.
Ook wordt de natuur steeds dichterbij gehaald, denk hierbij aan zaken als het “insectenhotel” voor de achtertuin.
G B SV
S CH I E DA M
• 21 •
3.1.4 ONDERZOEK GROEN IN SCHIEDAM
Naar aanleiding van het opstellen van een nieuw groenblauwe structuurvisie heeft de gemeente een onderzoek
gedaan onder de Schiedamse bevolking naar het gebruik
van en de mening over het groen in de stad. Om die reden
is een vragenlijst aan het gemeentelijk internetpanel voorgelegd. Eind september/begin oktober namen gedurende
twee weken maar liefst 1.042 panelleden deel aan het onderzoek. Zij gaven onder andere antwoord op vragen zoals
’welk park of groengebied ligt u het meest aan het hart?’en
‘wat vindt u belangrijk bij de inrichting van de parken in
Schiedam? Verder wil de gemeente graag meer te weten
komen over de bekendheid en het gebruik van de verschillende parken en groengebieden in Schiedam. De recreatieve fiets- en wandelroutes in de stad kwamen bij enkele
vragen eveneens aan bod. De belangrijkste resultaten uit
het onderzoek worden hier genoemd:
Schiedammers vinden de stad niet groen, maar een
groene uitstraling wel belangrijk
Het overgrote deel van de Schiedammers (87%) vindt het
belangrijk dat Schiedam een gemeente is met een groene
uitstraling. Echter een veel kleiner aandeel (28%) vindt
dat Schiedam op dit moment een groene uitstraling heeft.
Schiedam heeft volgens hen juist een stedelijke uitstraling.
Vooral in de wijken Centrum, Oost en West is men deze
mening toegedaan. Respondenten van 65 jaar en ouder
zijn positiever over de groene uitstraling van de stad dan
andere leeftijdsgroepen.
Schiedammers willen ontstaansgeschiedenis terugzien
in de groen- en waterstructuur
Maar liefst 92% van de respondenten vindt het belangrijk
dat historische elementen in de groen- en waterstructuur
van Schiedam herkenbaar blijven. Het gaat dan bijvoorbeeld om gebieden zoals de Schie, de Poldervaart en de
dijken in Schiedam.
Naarmate de respondent ouder is, worden historische elementen in de groen- en waterstructuur belangrijker gevonden.
Bekendheid van het Prinses Beatrixpark het grootst
96% van de Schiedammers zegt dit park te kennen. Ook
de oude stadsparken zoals de Plantage en het Julianapark
zijn goed bekend. Met name 65-plussers kennen meer
• 22 •
B OS C H
S LAB B E R S
parken en groengebieden dan de jongste leeftijdscategorie (15-39 jr.). Dit verschil is vooral te zien bij het buitengebied Midden-Delfland, Park Kethel, groenzone Bijdorp, de
voormalige landijsbaan, de Plantage en het Julianapark. Bij
de sportparken is dit verschil duidelijk minder.
Nabijheid van parken speelt eveneens een rol. Logischerwijs kent men de parken en groengebieden dichtbij huis
beter dan de meer afgelegen gebieden. Park Nieuwland,
het Volkspark en Park Maasboulevard zijn bijvoorbeeld onder respectievelijk de bewoners van Nieuwland, West en
Zuid goed bekend.
Prinses Beatrixpark het meest bezocht
Het Prinses Beatrixpark is door 82% van de respondenten
het afgelopen jaar bezocht. Dit park wordt door inwoners
van alle wijken in Schiedam bezocht. Bij alle andere parken
gaat de locatie een grotere rol spelen. Oftewel de oude
stadsparken zoals de Plantage en het Julianapark worden
met name goed bezocht door bewoners van de nabijgelegen wijken. De groengebieden in Midden-Delfland ontvangen vooral bezoekers uit de wijken Kethel, Woudhoek en
Spaland/Sveaparken.
De aanwezigheid van sport zorgt in Harga, Bijdorp en
sportpark Kethel voor meer gezinnen met kinderen en dus
een lagere leeftijd onder de bezoekers. Midden-Delfland
trekt gemiddeld meer (oudere) echtparen zonder kinderen.
Dat geldt ook voor de volkstuinen op Thurlede. Hierdoor is
de invloed van de aanwezigheid van sport op de gemiddelde leeftijd van de bezoeker aan Thurlede kleiner.
Meeste parken worden enkele keren per jaar bezocht
Wanneer parken worden bezocht is dat vaak enkele keren per jaar. Frequente bezoekers betreffen vaak fietsers
die meerdere keren per week via het groengebied naar
bijvoorbeeld hun werk gaan of personen die in het park/
groengebied sporten.
Een kinderboerderij en evenementen trekken bezoekers aan
Van de inwoners die een park of groengebied het afgelopen jaar hebben bezocht is bekend welke voorzieningen in
die groengebieden zij hebben bezocht. De kinderboerderij
en de evenementen in de diverse parken kunnen als duidelijke trekkers worden gezien. Sportvoorzieningen, speel-
plekken, evenementen en een kinderboerderij worden relatief vaak bezocht door gezinnen met kinderen. 65-plussers
bezoeken dit soort voorzieningen minder vaak.
Ook bij deze vraag komt naar voren dat de parken veelal
worden gebruikt om te wandelen en te fietsen. Bovenstaande voorzieningen worden door de bezoeker vaak als
extra service gezien.
Schiedammers hebben een uitgesproken mening over
gebruik en inrichting van parken
Over het algemeen zijn de respondenten het met alle stellingen eens. Hoewel zij variatie in inrichting, ruimte voor
sport en spel en een natuurlijke inrichting met ruimte voor
verschillende planten en dieren belangrijk vinden ‘scoren’
de stellingen gericht op onderhoud van het groen hoger.
Maar liefst 84% van de respondenten vindt het belangrijk
dat parken/groengebieden overzichtelijk, netjes en goed
onderhouden zijn. Evenzo zegt meer dan driekwart van
hen dat groen vooral een genot voor het oog moet zijn en
dus een visitekaartje voor de woonomgeving. Daarnaast
hechten zij veel waarde aan goede verbindingen tussen
de parken en groengebieden in de vorm van wandel- en
fietspaden.
De diverse fiets- en wandelroutes worden veelvuldig
gebruikt
Door de respondenten wordt met name gebruik gemaakt
van de noord-zuid-verbindingen in de stad. Het gaat niet
alleen om goede verbindingen tussen de woonwijken in
Schiedam-Noord van en naar de binnenstad, maar ook het
gebruik van recreatieve routes vanuit heel Schiedam naar
Midden-Delfland.
Gebruik van de fiets- en wandelroutes verschilt sterk
De frequentie van het gebruik van de fiets- en wandelroutes is met name afhankelijk van het doel waarmee men op
pad gaat. Respondenten, die dagelijks of in ieder geval
meerdere keren per week van het ene naar het andere park
fietsen, doen dat vaak vanwege woon-werkverkeer. Recreatieve wandelingen of fietstochten vinden wat minder vaak
plaats, bijvoorbeeld één keer per week of enkele keren per
maand.
18% geeft aan (bijna) nooit tijdens een wandeling of fietstocht in meerdere verschillende parken/groengebieden te
komen. In de wijken Oost, Groenoord en Nieuwland is dit
aandeel het grootst.
Ruim de helft van de Schiedammers zou vaker gebruik
maken van de fiets- en wandelroutes tussen groengebieden als deze aantrekkelijker zouden zijn
Onderstaande uitkomst laat zien dat er bij een groot deel
van de inwoners nog voldoende te ‘winnen’ is als het om
het gebruik van de fiets- en wandelroutes gaat. Een deel
van de maatregelen, die in dit onderzoek genoemd zijn, is
gericht op de fietspaden en de toegangswegen van de
parken. Het betreft dan vaak beter onderhoud, sociale veiligheid, verlichting en bewegwijzering.
Verder is het opvallend dat vooral de leeftijdsgroep 15-39
jaar aangeeft vaker gebruik te gaan maken van de routes
tussen groengebieden als deze aantrekkelijker zouden zijn.
Het onderzoek Groen in Schiedam geeft onder andere een
beeld van hoe de Schiedammer de parken, groengebieden
en recreatieve fiets- en wandelroutes gebruikt. De bekendheid, bezoekfrequentie en redenen tot bezoek verschillen
per park of groengebied. Het Prinses Beatrixpark komt in
de uitkomsten duidelijk naar voren. Dit park ligt de Schiedammer het meest aan het hart, is het bekendst en wordt
het meest bezocht. Naast deze positieve geluiden over het
gebruik van het park wordt dit groengebied door de respondenten ook het meest genoemd als het gaat om gewenste maatregelen om het park aantrekkelijker te maken.
In het onderzoek komt eveneens naar voren dat de aanpak van de oude stadsparken als de Plantage en het Julianapark zeer goed gewaardeerd worden. Deze zouden als
voorbeeld voor andere parken in Schiedam moeten dienen,
zo stellen enkele inwoners.
Dat Schiedammers de parken en groengebieden belangrijk
vinden blijkt bovendien uit het feit dat ongeveer 600 respondenten in dit onderzoek de moeite hebben genomen
om diverse maatregelen aan te geven. Deze aandachtspunten bieden voldoende informatie voor de gemeente
Schiedam om een nieuwe groen-blauwe structuurvisie op
te stellen. In een aparte bijlage zijn de genoemde maatregelen opgenomen.
G B SV
S CH I E DA M
• 23 •
3.2 REGIONALE CONTEXT
Voor veel elementen van de groenblauwe structuur van de
stad geldt dat deze onlosmakelijk verbonden zijn met de
omgeving. Daarom is het essentieel om buiten de gemeentelijke grenzen te kijken naar grotere structuren en verbanden. Het verhaal van de regionale context wordt verteld in
een zevental lagen:
1
1. Watergangen haaks op de rivier
Aan de Nieuwe Maas mondden diverse watergangen uit
vanaf het achterland. Deze watergangen werden gebruikt
voor scheepsvaart, het vervoeren van goederen, maar ook
voor de ontwatering van het achterland. Voorbeelden hiervan zijn de Rotte, de Schie en de Vlaardingervaart. Deze
mondingen zijn (soms in potentie) bijzondere punten aan
de Nieuwe Maas.
2. Kernen aan de watergangen op afstand van de rivier
Veel steden langs de Nieuwe Maas danken hun ontstaan
van de ligging van een dergelijke watergang, veelal in combinatie met een afdamming (Schiedam en Rotterdam). De
steden liggen op afstand van de rivier, op de voormalige
oeverwallen. De grondslag was hier geschikter om op te
bouwen. Dat maakt ook dat veel steden van oorsprong niet
een echt rivierfront hadden, de stad lag achter een zone
buitendijks gebied.
3. Onstuimige groei van steden
De compacte steden op de oeverwallen van weleer die
dobberde in het groen zijn sinds de 2e wereld oorlog onstuimig gegroeid. Hetgeen geleid heeft tot een aaneengesloten bandstad van Vlaardingen tot en met Krimpen aan
de IJssel.
2
3
4. Het achterland – Midden Delfland
Midden Delfland laat zich kenmerken als een oer Hollands
veenweidegebied. Schiedam en de buurgemeente grenzen aan dit gebied. Midden Delfland heeft een sterk eigen
beeld met grazige weides, cultuurhistorische linten, rust en
weidsheid.
• 24 •
B OS C H
S LAB B E R S
4
5
5
5.Routestructuren
Voor de fietser en de wandelaar zijn er diverse doorgaande
routes in het gebied die ook op Schiedamsgrondgebied
liggen. Op deze kaart zijn alleen de doorgaande, gemarkeerde routes aangegeven. Vooral de dwarsverbanden
spelen hier een belangrijke rol.
Schiedam ligt aan de A4 (deels nog in aanbouw) en wordt
doorsneden door de A20. Het beeld vanaf de doorgaande
wegen van Schiedam is hoofdzakelijk groen en anoniem.
Bij de overgang met de Schie is een gebouwd accent,
Schieveste.
6. Ecologie en groen
Voor ecologie en groen zijn er twee grote systemen, namelijk Midden Delfland met haar ecologische structuren en de
rivier Nieuwe Maas. Voor de ecologie zijn de dwarsverbanden door de bandstad heen erg belangrijk. Voorbeelden
hiervan zijn de Poldervaart en de Schie. De Schie heeft ook
grote potentie voor vismigratie.
7. Verschillende groengebieden aan de rivier
Aan de Nieuwe Maas liggen een aantal prominente groengebieden. De Maasboulevard is daar één van en een unieke, hij kent geen gelijke langs de Nieuwe maas. De andere
gebieden zijn of recreatiegebieden gekenmerkt door bossen en weides, zijn cultuurhistorische relicten achter de dijk
of een prachtig door Zocher ontworpen stadspark achter
de wal. De Maasboulevard ligt als enige op “deltahoogte”,
is autotoegankelijk en ligt aan/ in de stad.
6
7
G B SV
S CH I E DA M
• 25 •
II
III
I
• 26 •
B OS C H
S LAB B E R S
3.3 STAD IN LAGEN UITEENGELEGD
Hier volgt een analyse van de stad per onderwerp. Deze
analyse is gebaseerd op de huidige situatie en vigerend
beleid:
1. Groen en landschap
2. Ecologie
3. Water
4. Bebouwing
5. Infrastructuur
6. Fiets- en wandelpaden
7. Recreatieve voorzieningen
Per onderwerp wordt de huidige situatie geschetst en worden de knelpunten beschreven. Per onderwerp volgt een
opsomming van de kansen bezien vanuit dat onderwerp.
3.3.1GROEN EN LANDSCHAP
Schiedam heeft veel groen! Het groen van Schiedam kent
verschillende kleuren en smaken. In hoofdlijn kan men stellen dat Schiedam veel kwantiteit heeft in het groen, maar
niet al het groen heeft ook kwaliteit. De beschrijving van het
groen volgt de legenda van de kaart.
Invloedssfeer Midden-Delfland
In het noorden grenst de stad aan het open veenweidelandschap van Midden Delfland. Hier overheerst de rust
en ruimte. Langs de randen van de stad is een recreatielandschap aangelegd grotendeels in de sfeer en stijl van
Midden Delfland. De bossen in dit gebied vormen een gebiedsvreemd element.
Kansen:
•• Verbeteren van de relatie tussen stad en land door betere verbindingen te maken
•• Verbeteren inpassing recreatielandschap door omvorming van de bossen.
De sfeer en uitstraling van het landschap van Midden-Delfland dringt tot ver door in het stedelijk weefsel van Schiedam. Langs de Harreweg, de Kerkbuurt, de Polderwetering,
langs de Oost Abtspolder en ook langs de Poldervaart is
de sfeer Midden-Delfland. De linten van bebouwing, smalle
wegen, gepaste beplantingen zoals knotwilgen zijn hier te
vinden.
Kansen:
•• Linten verder ontwikkelen als landelijke linten vooral
voor recreatief verkeer.
•• Aansluiting rond Bachplein en Kethel verbeteren.
Centrale groengebied
Het centrale groengebied bestaat uit een verzameling van
groene plekken, verschillende functies en gebruik met weinig samenhang. Op een viertal plekken zijn sportvelden
aanwezig waarvan de groenwaarde vooral in de windsingels ligt. In het centrale deel ten noorden van de A20 ligt
het Beatrixpark. Dit is een groot park dat opgebouwd is
rond een centraal eiland waar de meeste functies op liggen en een rand van eilanden, bosgebieden en dergelijke.
Het Beatrixpark is bekend en wordt bezocht, maar heeft de
potentie om veel beter benut te worden en als stadspark
te functioneren (ook op regionaal niveau). In het centrale
groengebied liggen op twee plekken volkstuinen. De volkstuinen worden gekenmerkt door een gesloten uitstraling,
het is echt een gebied voor de volkstuinhouders. Tevens
liggen er twee begraafplaatsen die een weinig openbaar
karakter hebben. Middendoor het hele gebied ligt de Poldervaart. Van oorsprong een bijzonder krachtige lijn, maar
in de huidige situatie vaak onvindbaar en sterk versnipperd.
Het gebied wordt doorsnede door verschillende wegen en
spoorlijnen met brede stroken groen erlangs.
Kansen:
•• Meer samenhang in het gebied brengen, b.v. door de
Poldervaart te gebruiken als kapstok.
•• Opheffen barrière A20 door goede onderdoorgangen
en herstructurering van het gebied rond de kruising
Poldervaart/ A20.
•• Meer doorgaande routestructuren in het gebied inbrengen, b.v. vanaf Harga naar het centrum.
•• Meer relaties tussen de verschillende functies leggen
en onderzoeken of volkstuinen en begraafplaatsen
meer openbare kwaliteit aan het gebied kunnen toevoegen.
G B SV
S CH I E DA M
• 27 •
De A4 zone is thans volop in ontwikkeling. Dit is jaren een
ruimtelijk verbinding geweest met Midden-Delfland in de
vorm van een grondlichaam. In de plannen wordt hier voorzien in de aanleg van de A4 met een landtunnel. Aan de
noordzijde van de tunnelbak op de rand van Midden- Delfland om een sportveldencomplex en tussen knooppunt
Kethelplein en het nieuwe sportveldencomplex is voorzien
in een park. Deze zone is door de jaren heen vooral een
barrière geweest waar Vlaardingen en Schiedam zich vanaf
gekeerd hebben. Tegelijkertijd diende de zone van het dijklichaam als uitloopgebied voor de bewoners van de omliggende wijken.
Kansen:
•• De zone zo inrichten dat goede relaties met het Midden
Delfland gerealiseerd worden
•• De zone inrichten als ontmoeting tussen Vlaardingen
en Schiedam
Langs de dijk/ rivier
Langs de dijk liggen een drietal groengebieden, de Maasboulevard (I), het Volkspark (II) en het verlengde van de
Poldervaart (III). Tussen de drie gebieden is nauwelijks
sprake van een directe relatie. De dijk is het element dat
ze verbindt.
De Maasboulevard is een bijzondere plek. Langs de hele
Nieuwe Maas is er geen gelijke. Kenmerkend voor de
Maasboulevard is namelijk de bereikbaarheid met de auto,
het weidse beeld van gras en grote bomen en de diverse
functies die in het gebied ondergebracht zijn. De boulevard
functioneert aan de Schie kant optimaal, maar richting de
jachthaven verdicht het park en krijgt het een meer privaat
karakter. De dijk ligt aan de voet van de woongebouwen
in het noorden, maar is thans nauwelijks herkenbaar in het
profiel.
Het volkspark is een strook buffergroen tussen woningen
en bedrijven. Het karakter van het gebied is ook een beetje
buffergroen, het sluit de gebieden sterk af, is dicht beplant
wat zichten over en weer onmogelijk maakt. Het groen is
redelijk anoniem qua karakter en er liggen diverse func-
• 28 •
B OS C H
S LAB B E R S
ties in, bv speelplekken. De dijk is een breed lichaam van
gras met bovenop een klein haagje om honden tegen te
houden. Het profiel van de dijk, het te kleine haagje en het
volkspark doen in de huidige situatie niets met elkaar.
De strook langs de A4/ Beneluxtunnel, het verlengde van
de Poldervaart, wordt gekenmerkt door versnippering. De
strook heeft diverse functies in zich, carpoolplaats, kunstwerk het sleutelgat, wandel- en fietsroutes.
Kansen:
•• Koppelen van de verschillende groengebieden langs
de dijk
•• Meer inzetten op sferen die passen bij de rivier en
groen aan de rivier
•• Minder buffergroen, meer gebruiksgroen, ook de dijk
hierin betrekken.
•• Versterken van de Maasboulevard (opschonen, aanhelen, etc)
Diverse plekken
Schiedam heeft een aantal bijzondere groene plekken in
de stad. De Plantage is een van de oudste openbare parken die ons land kent. De eerste aanleg was in 1767 en in
1826 heeft J.D. Zocher het park heringericht. Recentelijk is
de kop van de Plantage hoogwaardig heringericht en vormt
een lust voor het oog. Het Julianapark is een stadspark uit
de jaren ’30 en wordt gekenmerkt door mooie bouwkundige elementen (poorten, pergola) en een centrale vijver.
Het park is recent gerenoveerd en ligt er keurig bij. Naast
deze twee openbare groenplekken, is er ook nog de oude
Rooms-katholieke begraafplaats. Aan de noordzijde waan
je je in het Kethelpark met dorp Kethel al in het landschap
van Midden-Delfland.
In de verschillende wijken is groen op diverse niveaus aanwezig, van snippergroen tot elementair buurtgroen. Dit
groen wordt in een lager abstractieniveau opgenomen in
de visie, maar maakt geen onderdeel uit van de groenblauwe hoofdstructuur.
G B SV
S CH I E DA M
• 29 •
• 30 •
B OS C H
S LAB B E R S
3.3.2ECOLOGIE
Er zijn een vijftal grove ecologische gebiedstypen te onderscheiden; “weide-“, water-, stad- en “bos”landschappen
plus de bedrijven-/industrieterreinen.
Ecologische kwaliteit in de stad is vooral de aanwezigheid van vele kleine groengebieden met enkele zeer grote
groengebieden en de verbindingen daartussen.
De Poldervaart functioneert als een ‘ecologische snelweg’
en wordt gebruikt door een verscheidenheid aan fauna.
Vleermuizen, vogels en vlinders gebruiken het naast foerageergebied ook als begeleidende lijn naar het buitengebied.
De Schie is waardevol voor vissen en als begeleidende
structuur voor vleermuizen. Aan de Polderwetering wordt
voorzien in een paaiplek. Er liggen kansen om de oevers
geschikter te maken voor vispaaiplaatsen.
De ecologische kwaliteit van de groengebieden verschilt
per wijkopbouw. Met name terreinen met oudere bomen
zijn waardevol voor vleermuizen (Julianapark, de Plantage, Beatrixpark). Na-oorlogse wijken zijn vaak ecologisch
waardevoller dan vooroorlogse wijken door aanwezigheid
van meer groen en directe verbindingen met het buitengebied. De laatst gerealiseerde woonwijk Sveaparken is qua
groen nog in ontwikkeling.
De sportvelden van het Hargaterrein zijn ecologisch arm
met uitzondering van de randen. De Maasboulevard is vrij
arm door een mono-cultuur aan gras en bomen.
••
••
••
••
••
De Schie (tot aan het oude centrum) ecologisch versterken door ontwikkelen van vispaaiplaatsen (achter
bijvoorbeeld aanlegsteigers) en het ontwikkelen van
(tijdelijke) boezemlandjes op aanpalende (braakliggende) terreinen.
Er liggen plannen om de Schie voor schepen te verleggen (bochtafsnijding bij Overschie) waardoor in potentie een waardevolle ecologisch stapsteen ontstaat.
Er zijn plannen in ontwikkeling om de ecologische
waarden van de Zuidrand van Midden-Delfland te versterken, dit als onderdeel van het groenblauwe lint
tussen Vlietlanden en Ackerdijkse Plassen.
Vismigratie kan versterkt worden tussen de Nieuwe
Maas, de Schie en het zuidelijk deel van de Poldervaart. Vispaaiplaatsen kunnen ontwikkeld worden in de
luwtes van de haven, bijvoorbeeld achter aanlegsteigers.
Bij het groen rondom de snelweg en in ecologische
arme groengebieden kan meer ingezet worden op vlinder/insectenbermen en -velden; bloem-/kruidenrijke
mengsels met een aangepast maaibeheer.
Kansen:
•• Versterken van de ecologische kwaliteit van de huidige
gebiedstypen door o.a. , inzaaien van bermen/gazons
met kruidenmengsels, aanpassing van het maaibeheer
en ontwikkelen van natuurvriendelijke oevers
•• Versterken van de uitwisseling van flora en fauna binnen de genoemde gebiedstypen.
•• Inzetten op versterking van de verbindingen vanuit de
wijken op de ecologische hoofdverbindingen, zoals de
Poldervaart. Met name begeleidende beplanting en
open (donker) water zijn van belang (voor vleermuizen).
•• Barrières zoals de snelweg A20 opheffen en passeerbaar maken voor vleermuizen en kleinere fauna.
G B SV
S CH I E DA M
• 31 •
Peilgebieden
• 32 •
B OS C H
S LAB B E R S
3.3.3WATER
Algemeen
Het watersysteem in Schiedam bestaat uit verschillende
deelgebieden met hun eigen karakteristieken. Vanaf de
Nieuwe Waterweg gezien naar het noorden heeft Schiedam;
••
••
Schiedam west
Een groot deel van de neerslag die in Schiedam West valt
komt in het gemengde rioolstelsel terecht. Onder normale
omstandigheden wordt dit rioolwater naar de afvalwaterzuivering afgevoerd. Dit is onwenselijk omdat hierdoor
schone neerslag onnodig wordt gezuiverd. Wanneer het
hard regent wordt het ongezuiverde rioolwater rechtstreeks
naar de Nieuwe Waterweg gepompt. Een klein deel van
de neerslag die in Schiedam West valt komt in de enige
watergang van deze polder uit; de Stadhouderslaansingel.
Wanneer het waterpeil in deze singel te hoog wordt loopt
het water over in het riool.
••
••
Buitendijks gebied (Riviersysteem); en zuiden van de
Westfrankenlandsedijk ligt het buitendijks gebied. Dit
gebied wordt niet beschermd door de primaire waterkering en de neerslag die hier valt stroomt rechtstreek
af naar de Nieuwe Waterweg.
Boezemland (Boezemwatersysteem); Het Oude centrum van Schiedam gelegen tussen de boezemkanalen
bestaat uit boezemland. het maaiveld ligt hier hoger
dan het boezemwater, waardoor deze gebieden direct
kunnen afwateren naar de boezem.
Polders (Polderwatersysteem); De noordkant van
Schiedam bestaat uit een aantal polders, waaronder
Schiedam Oost en –West en de Poldervaartpolder.
Deze polders liggen over het algemeen lager dan de
boezem. Neerslag wordt hier opgevangen, vastgehouden en vertraagd weggepompt naar de boezem. De
grootste opgaven ten aanzien van water liggen in de
polders. Hier zal de komende decennia het meeste
moeten gebeuren op het gebied van waterkwantiteit,
-kwaliteit en grondwater. Onderstaan zijn de verschillende polders dan ook apart beschreven. Inclusief kansen en knelpunten ten aanzien van water.
De boezem wordt gevormd door de Schie die via een gemaal op de kop van de Houthaven afwatert op de Nieuwe
Maas. De aanpalende polders wateren af op de Schie via
gemalen. De hele stad is dooraderd met bredere watergangen, de zogenoemde hoofdwatergangen
Kansen (algemeen)
•• Vergroten van de zichtbaarheid van het water(systeem).
•• Meer afkoppelen en oppervlakkig afvoeren van regenwater.
•• Vergroten van de ecologische kwaliteit door toepassing
van ecologische oevers of drijvende groenelementen.
••
Verlevendigen van het water door de toegankelijkheid
over water te verbeteren door aanpassen openingstijden bruggen en uitbreiden aanlegvoorzieningen.
Vergroten van de toegankelijk van het water door aanbrengen voorzieningen voor kano’s en steigers.
Kansen:
•• Neerslag langer vasthouden in verhard gebied en vertraagde afvoeren naar het oppervlaktewater. Denk
•• aan het bufferen van water op daken, in gebouwen en
onder parkeerplaatsen.
•• Vervlechting tussen riolering en oppervlaktewater verminderen.
Schiedam Oost
Ook in Schiedam Oost komt het overgrote deel van de
neerslag terecht in het riool. Ook vanuit deze polder gaat
neerslag onder normale omstandigheden naar de rioolwaterzuivering en wordt het bij hevige neerslag direct uitgemalen op de Nieuwe Waterweg. Schiedam Oost beschikt
daarnaast over een aantal watergangen, die via lange duikers met elkaar zijn verbonden. Het water wordt aan de
westzijde vanuit de Schie ingelaten en stroomt via de watergangen naar een riooloverstort waar het uiteindelijk in
verdwijnt.
G B SV
S CH I E DA M
• 33 •
Kansen
•• Onderzoek koppeling met oppervlaktewatersysteem
polder Oud-Mathenesse.
•• Neerslag langer vastgehouden in verhard gebied en
vertraagde afvoeren naar het oppervlaktewater. Denk
aan het bufferen van water op daken, in gebouwen en
onder parkeerplaatsen.
Poldervaartpolder
Ten opzicht van de polder Schiedam Oost en West werkt
de Poldervaartpolder als een echte polder. De neerslag die
er valt komt voor een groot deel in sloten en duikers naar
het gemaal, waarmee het naar de boezem wordt verpompt.
De polder bestaat uit verschillende peilvakken met een
waterpeil zo tussen de 2 en 3 meter onder NAP. Een uitzonderlijk element is de Poldervaart; een oude boezemtak
die hoger dan de polder ligt. Kwalitatief gezien speelt ook
in de Poldervaarpolder het riool een grote invloed. Flinke
delen van de Poldervaarpolder beschikken over een gemengd rioolstelsel, dat bij hevige neerslag overstort op het
oppervlaktewater.
Kansen
•• Afkoppelen riolering in delen van Nieuwland en Schiedam Noord.
•• Realiseren extra oppervlaktewater (waar nodig).
•• Bebouwing aanpassen aan eigenschappen van het
gebied (in relatie slappe bodem, noorden Poldervaartpolder).
Boezemgebied
Kwantitatief gezien is de boezem in Schiedam op orde. Dit
betekent dat de boezemkanalen voldoende capaciteit hebben om ook bij extreme neerslag he water aft kunnen voeren richting de Nieuwe Waterweg.
Kwalitatief gezien kan de boezem nog wel verbeteren.
Zowel chemisch als ecologisch is het nodig om de waterkwaliteit te verbeteren. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld
natuurvriendelijke oevers worden aangelegd. zo biedt de
Polderwatering hier goede kansen voor. Daarnaast kan het
aantal riooloverstorten terug worden gebracht om hierdoor
• 34 •
B OS C H
S LAB B E R S
te voorkomen dat ongezuiverd rioolwater op de boezem
wordt geloosd.
Waterbeleving
Voor de waterbeleving is vooral het gaan langs het water
belangrijk. Veel routes lopen parallel aan de watergangen
of liggen op de kade. Op diverse plekken zijn voorzieningen getroffen om ook echt aan het water te kunnen verblijven, bijvoorbeeld in de vorm van een vissteiger, dit zou
verder versterkt kunnen worden. Varen is vooral mogelijk
op de Schie en op de Nieuwe Maas.
Het versterken van het watertoerisme vormt onder meer
een uitwerking van de binnenstadvisie “Stad aan de
Schie”. Onderzoek vindt plaats naar de mogelijkheden het
watertoerisme te versterken door het vergroten van de
aanmeermogelijkheden, de toegankelijkheid van de stad te
verbeteren door het optimaliseren van de openingstijden
van de bruggen en het gericht promoten van de stad. Het
projectplan watertoerisme 2014 geeft hiervoor de handvaten. Bedoeling is om vooral de voorzieningen in de Lange
Haven voor de pleziervaart uit te breiden zodat meer leven
ontstaat op het water. De Lange Haven wordt ten behoeve
van het kadeherstel volledig heringericht waarbij de voorzieningen op het water en aan de kade met elkaar in overeenstemming worden gebracht. Langs de Buitenhaven is
een wandelboulevard aangelegd waardoor het water meer
beleefbaar wordt in dit gebied.
De Buitenhaven en de Nieuwe Maas worden nog gebruikt
voor de beroepsvaart. De Lange Haven kent geen beroepsvaart meer, hier is vooral sprake van recreatieve en toeristische vaart. Ten behoeve van de beleving van het water
zijn hier plekken gerealiseerd voor bewoonde historische
bedrijfsvaartuigen. De Schieoever tussen trambrug en proveniersbrug wordt heringericht, waarbij ingezet wordt op
een groene kade.
De Poldervaart en Schie worden beperkt gebruikt voor kanoën. De voorzieningen in de vorm van overstapplaatsen
en overzetplaatsen zijn hiervoor minimaal.
G B SV
S CH I E DA M
• 35 •
Na-oorlogse wijken noord voorbij A20
Bedrijventerrein
Historisch centrum
Vooroorlogse wijken oost
• 36 •
B OS C H
S LAB B E R S
Na-oorlogse wijk noord tot A20
3.3.4BEBOUWING/ WIJKEN
De bebouwing van Schiedam volgt de ontwikkeling van de
stad en kent daarmee 7 verschillende wijken:
1. Historisch centrum
2. Vooroorlogse wijken west en zuid
3. Vooroorlogse wijken oost
4. Na-oorlogse wijk noord tot de A20 (Nieuwland)
5. Na-oorlogse wijken noord voorbij de A20
6. Bedrijventerrein
7. (Buitendijks) havengebied
Vooroorlogse wijken west en zuid
1) Het historisch centrum is bekend om zijn prachtige molens, havens en historische panden. Hier is vooral de historische kwaliteit van groot belang. Het groenblauw wordt
hier gevormd door vesten en havens , kadebeplanting en
een enkele groene plek (bv Plantage).
2) De vooroorlogse wijk West kent een sterke tweedeling. Het gebied tussen het Volkspark en de Burgemeester
Knappertlaan is ruim van opzet en wordt gekenmerkt door
grote kavels. Enkele ruime profielen met voorname boombeplanting bepalen hier de sfeer (bijv. Stadshouderslaan
en Warande). Het gebied tussen de Vlaardingerdijk en
de achterzijde van de bebouwing langs de Burgemeester
Knappertlaan laat een ander beeld zien. Dit is een wijk die
dicht verkaveld is en nauwelijks openbare ruimte kent. Het
groen in de wijk wordt bepaald door enkele bomen in de
straat. Ook de oudere vooroorlogse wijk Zuid laat dit beeld
zien.
(Buitendijks) havengebied
3) De vooroorlogse wijk Oost laat over het algemeen hetzelfde beeld zien als het vorig omgeschreven stadsdeel.
Ook hier is het krap verkaveld en is het openbare groen
sporadisch aanwezig. Midden door de buurt ligt een structuur van water en groen, de Snelliussingel/ Buys Ballotsingel (3 lanen). Verder ligt er in de wijk nog een groenstructuur langs het Land van Ris. Dit is een watergang met
brede groene berm en vrijstaande bomen.
4) De na-oorlogse wijk Nieuwland is een echte wederopbouwwijk met de ruimtelijke kenmerken van die wijk.
Stempels en grote structuren bepalen hier het beeld. De
G B SV
S CH I E DA M
• 37 •
wijk is relatief groen door de vele hoven en enkele grote
voorname lanen door de wijk. De Burgemeester van Haarenlaan is een hele sterke structuur op stadsniveau. Ook
de hieraan parallel gelegen parkstrook met singel is een
robuuste structuur met vrijstaande volumes. Haaks hierop
staan twee belangrijke doorgaande structuren, de Nieuwe
Damlaan en de Parkweg. De Nieuwe Damlaan kent een
redelijke groenstructuur en de Parkweg is vrij stenig. De
hele wijk kent een redelijke omarming van groen in de vorm
van buffergroen, sportgroen, volkstuinen, begraafplaatsen,
spoorlijn, ziekenhuis, Vlaardingerdijk en de grachten van de
binnenstad.
5) De na-oorlogse wijken boven de A20 kennen een sterk
wisselend karakter. Hier zijn de bouwstijlen van de laatste
4 decennia te zien. Van grootschalige CIAM gedachte tot
bloemkoolwijkjes. Het meest recent is hier de wijk Sveaparken aan toegevoegd, een wijk met een sterk eigen karakter.
Het totaal kent een sterke dooradering van cultuurhistorische lijnen (Harreweg, Kerkweg) en van groenstructuren
(Borodinlaan/Brederoweg, Jaap de Raatpad, Jozef Oreliosingel). In alle wijken is er relatief veel buurtgroen aanwezig. In de grote stempelwijken met flatgebouwen langs de
randen en een overdaad aan groene ruimte tussen de flats.
In diverse buurtjes zijn ruime groenstroken die grenzen aan
achtertuinen (bv de Kaag). Hier is een spanning te zien tussen het openbare karakter en de privétuinen. Schuttingen
en landjepik is hier waar te nemen. Ook in het Sveaparken is vaak gekozen voor een fijnmazig en groen netwerk
van openbare ruimte waar privétuinen aan grenzen. Vaak
is hier gekozen voor lage hekwerken om het open karakter
te versterken. Langs de hele buitenrand ligt een pad op de
grens tussen Midden-Delfland en de bebouwde kom van
Schiedam. Deze is vanuit sommige wijken echter nauwelijks bereikbaar.
6) Het bedrijventerrein ’s Graveland is een tamelijk doorsnee bedrijventerrein. Het terrein kenmerkt zich door een
rationele opzet. Hetgeen een zeer stenig beeld tot gevolg
• 38 •
B OS C H
S LAB B E R S
heeft. Langs de ‘s Gravelandseweg staan grote platanen
die het beeld bepalen. Aan de westkant wordt het terrein
begrensd door het spoor met wat groen langs de rand en
aan de noordkant ligt de Polderweg met een stevig populierenbos. Aan de oostkant van het terrein ligt de Schie.
Alleen ten noorden van De Brauwweg is de Schie aan één
kant toegankelijk.
7) Aan de zuidkant van Schiedam liggen in het buitendijkse
gebied diverse grote bedrijventerreinen die gericht zijn op
de Nieuwe Maas. Deze terreinen liggen veelal tussen de
stad en de rivier in en bieden weinig tot geen zicht op de
rivier. Ook geven de terreinen geen aanleiding om door
heen te gaan, naar de rivier. Grasbermen en jonge bomen
bepalen hier het groenbeeld. Het niet toegankelijke slibdepot met de kades en populieren is een sterk groenelement
in het gebied. Idem voor de grens van het bedrijventerrein
Vijfsluizen dat gevormd wordt door het verlengde van de
Poldervaart, ook bekend onder de naam Vijfsluizerhaven.
Kansen:
•• Versterken van de hoofdstructuren in de wijk/ op niveau van Schiedam.
•• Versterken van de specifieke groeneigenschappen per
wijk, per bouwstijl.
•• Versterken van wijk groen en blauwstructuren (verknopen van afzonderlijke delen).
•• Versterken van de aansluiting van de wijken met de
hoofdgroenstructuren (Midden-Delfland, Schie, Nieuwe Maas, Poldervaart).
•• Voorstellen voor vergroening en verblauwing van stenige wijken (west en oost).
•• Versterken van betrokkenheid bij de wijken zelf (participatie).
•• Versterken van het groene beeld op de bedrijventerreinen.
•• Versterken van gebruikswaarde van de Schie (o.a.
openbaar karakter van de oever)
•• Vergroten van het medegebruik van de bedrijventerrein
langs de rivier, kan men hier bij de rivier komen en ook
genieten van het werklandschap en de rivier.
G B SV
S CH I E DA M
• 39 •
• 40 •
B OS C H
S LAB B E R S
3.3.5INFRASTRUCTUUR
Bovenliggend voor de stad zijn de A20 en de A4. De A
4 maakt de grens in het westen en de A20 doorsnijdt de
gemeente in twee helften. Op de A20 zijn twee afslagen,
een groene en een stenige. Op de A4 kan men voor de
Beneluxtunnel van de weg af, hier komt men op de kop van
de Poldervaart Schiedam binnen, maar dat is in de huidige
situatie niet zichtbaar.
Voor de stad Schiedam is een sterke hoofdstructuur bepaald. Deze wordt aan de noordzijde gemaakt door de
ronde door noord, de twee aantakkingen naar Schiedam
(Churchilllaan en ’s Gravelandseweg) en een aantakking
naar Vlaardingen (Brederoweg).
Op het zuidelijk deel zijn de Burgemeester van Haarenlaan
en de Dijkroute belangrijke doorgaande lijnen. Daar haaks
op staan enkele kleinere straten die nodig zijn om de binnenstad te kunnen bereiken.
Veel van de doorgaande structuren, zowel noord als zuid,
zijn aangeplant als lanen (uitgezonderd de dijkroute). Het
bomenbeleidsplan voorziet hierin, dit is al deels uitgevoerd.
Aan de hoofdroutes zijn een aantal plekken waar men de
stad Schiedam op een speciale manier ervaart, gouden
momenten: de overgang bij de sluis in de Schie, de dubbele bocht in de dijk bij de Houthaven, de entree van de
historische stad vanuit het noorden (Plein 1940-1945) en
bij Kethel en het Bachplein. Voor de laatste drie punten
geldt dat het vooral in potentie gouden plekken zijn.
Kansen:
•• Versterken van de poorten van de stad.
•• Verder versterken van de laanstructuur (uitvoeren van
bomenstructuurplan) en Stadsassen.
•• Versterken van punten waar laan- en/of groenstructuren elkaar kruisen.
•• Inzetten op ontwikkeling van bijzondere plekken in
Schiedam.
G B SV
S CH I E DA M
• 41 •
• 42 •
B OS C H
S LAB B E R S
3.3.6FIETSEN EN WANDELEN
3.3.7RECREATIEVE VOORZIENINGEN
Schiedam kent een dicht netwerk aan fietsroutes in de
stad. Hierin ontbreken nog enkele heldere schakels, zoals op de verbinding binnenstad Kethel, de Poldervaart,
relaties tussen stad en Poldervaart en verbindingen met
het bedrijventerrein ‘s Graveland en de Schie. Wie door
zijn oogharen naar de kaart met fietspaden kijkt ziet een
“ladderstructuur” ontstaan. De bomen worden gevormd
door de Nieuwe Damlaan/ Schiedamseweg/ Harreweg en
door de Parkweg/ Poldervaart/ Kerkbuurt/ Groeneweg. De
sporten zijn de dwarsverbindingen die het mogelijk maken
om van de ene boom naar de andere te gaan.
De wandelstructuur volgt ten dele de hiervoor beschreven
ladder. Additioneel is de Poldervaart voor wandelen zeer
belangrijk. Dit vormt een goede wandelmogelijkheid in de
stad en een verbinding in de stad en met het buitengebied.
In het buitengebied van Midden-Delfland is er in het recreatiegebied voorzien in diverse wandelpaden, soms zijn
deze vormgegeven als struinpaden door de natuur. Voor
wandelen strekt het verder ontwikkelen van struinpaden tot
de aanbeveling. Dit kan op meerdere plekken vorm krijgen.
In het recreatieve wandelnetwerk missen schakels tussen
Poldervaart en stad. Waar mogelijk ook doen voor skaten
en verbetering gebruik vaarroutes.
De stad Schiedam heeft diverse recreatieve voorzieningen
van formaat. Het heeft een groot aantal sportvelden en
sportvoorzieningen. Verspreid over de gemeente liggen er
diverse speelvoorzieningen.
In het Beatrixpark liggen een grote speeltuin, een heemtuin, een bbq-weide, enzovoorts. Nabij de A20 ligt een
wellness-centrum dat de hele regio bedient. Aan de rivier
ligt een grote jachthaven en zijn langs de Maasboulevard
mogelijkheden voor het afmeren van cruiseschepen.
De hele binnenstad van Schiedam is een recreatief hoogtepunt, met al haar molens en musea.
Aan de noordrand van Schiedam ligt een recreatief gebied
met bossen, weides, fietspaden en wandelpaden. De uitstraling van dat gebied is zeer natuurlijk, er is in het gebied
relatief weinig te doen. Dit gebied maakt onderdeel uit van
een groter geheel langs de zuidrand van MiddenDelfland
en wordt beheerd door het Recreatieschap Midden-Delfland.
Schiedam kent ook diverse voorzieningen die zich richten
op natuureducatie en natuurbeleving, zoals in de Zuidrand
van Midden-Delfland (Vockestaert), Kethelpark (Boshoek,
NME, Groene Raat), Beatrixpark (kinderboerderij). Daarnaast zijn er bijvoorbeeld ook de volkstuinen in Thurlede
en Harga.
Schiedam kent zeven watersportverenigingen waarvan vier
in de Spuihaven, één in de Nieuwe Haven, één in de ’sGravelandse polder en de grootste bij de Rolbrug. Deze
verenigingen bieden ruimte aan booteigenaren en hebben
ook enkele plaatsen voor passanten. Aan het Doeleplein is
de Florynhaven gerealiseerd, waar kleine motorboten ligplaats kunnen nemen gedurende het vaarseizoen. Ook is
er een steiger in de Lange Haven.
Kansen:
•• Ontwikkelen/ verbeteren van de minder ontwikkelde of ontbrekende schakels voor fietsen,skaten en
wandelen,in de stad en met de regio. Ook kansen voor
varen meenemen.
•• Landschappelijke routes ook landschappelijk inrichten
en begeleiden. Oplossen knelpunten onderdoorgang
A20. Het verder continueren van routes langs de Poldervaart van Midden-Delfland tot en met de Nieuwe
Maas.
•• Ontwikkelen van struinpaden.
Kansen:
•• Routestructuren versterken, zie ook fietsen en wandelen.
•• Wellness centrum op een meer landschappelijke manier inbedden.
G B SV
S CH I E DA M
• 43 •
• 44 •
B OS C H
S LAB B E R S
4
UITGANGSPUNTEN
De uitgangspunten voor de visie zijn ontleend aan de analyse, de trends en aan de bijeenkomsten met de kennisgroep. Zij hebben in een eerste ronde aangegeven wat
zij essentieel vinden voor een groenblauwe structuurvisie.
Hieruit zijn de elf hier onderstaande uitgangspunten gedestilleerd.
1. Gebruik de ligging aan de rivier => de rivier en ook het
werken langs de rivier brengt een unieke dynamiek en
een uniek karakter in Schiedam, dat kan meer benut
worden!
2. Versterk de stad-landrelatie aan de zijde van Midden
Delfland => het landschap van Midden Delfland kan
meer infiltreren in de stad.
3. Cultuurhistorie koesteren => wees zorgvuldig met cultuurhistorische elementen, behoud deze en waar mogelijk herstellen en herscheppen. Gebruik waar mogelijk de cultuurhistorie als dragend element.
4. Vergroten van de verbindingen voor mens, dier en plant
=> versterk onderlinge verbanden van groengebieden,
maak meer eenheid in het totaal. Versterk bestaande
routes, ontwikkel nieuwe en onderzoek of er combinaties mogelijk zijn tussen mens, dier en plant.
5. Vergroot de zichtbaarheid van het water(systeem) =>
door robuuste waterstructuren die van hoge ruimtelijke, ecologische en chemische kwaliteit zijn. Onderzoek
de mogelijkheden voor recreatief medegebruik.
6. Vergroten van de ecologische kwaliteiten => op alle
schaalniveaus is het mogelijk meer ecologische kwaliteit in te brengen, van geveltuin tot Poldervaart.
7. Vergroten van het gebruik en de beleving van de openbare (groenblauwe) ruimtes. Specifieke ruimtelijke
kwaliteiten gebruiken om gebruik te stimuleren => van
het realiseren van bbq plekken in parken tot het versterken van de cultuurhistorische belevenis van bv. de
Babbersmolen. Genieten van de natuur (natuureducatie en –beleving, stilte). Aansluiten bij de wensen van
verschillende doelgroepen.
8. Vergroten van de participatie van burgers en bedrijven
=> mensen zijn geïnteresseerd in hun leefomgeving
en willen daar graag in participeren, geef hen moge-
lijkheden en verantwoordelijkheden, maar behoud als
gemeente wel de regie.
9. Meer voedsel verbouwen in de stad => thans wordt
dit alleen gedaan in “afgesloten” volkstuincomplexen.
Verruim de mogelijkheden en onderzoek in hoeverre
het openbaar plantsoen gebruikt kan worden voor
voedselproductie, idem voor de stadsrandlandschappen in het noorden. Houd hier als gemeente de regie
over het beeld!
10.Zet ook in op tijdelijke maatregelen => een stad die
verbouwt kent braakliggende terreinen. Zet deze terreinen in voor stadsverfraaiing, tijdelijke natuur, voedselvoorziening, enzovoorts. Door hier structureel werk van
te maken wordt het onderdeel van de structuur (DNA)
van de stad.
11.Denk niet alleen in grote structuren, maar ook kleine ingrepen kunnen het stadsbeeld groots beïnvloeden =>
ontwikkel een bouwdoos met elementen die de stad
kunnen vergroenen, bijvoorbeeld natuurvriendelijke oevers, op groen parkeren, hagen in plaats van schuttingen, groen in plaats van tegels in de voortuin, etc.
G B SV
S CH I E DA M
• 45 •
“De drie eenheid”
Water
Ecologie
0: Stedelijk gebied
Groene parels
Groenblauwe verbindingen
1: Invloed van de rivier
Stadslanen
De Groene Stad
Cultuurhistorisch landschap
2: Invloed van Midden-Delfland
Sterk rivierfront
Stedelijke weefsel
3: Transformatielandschap/
verwevingsgebied
• 46 •
B OS C H
S LAB B E R S
Ondergrond
5
“DE DRIE EENHEID” EN “DE GELAAGDE STAD”
De visie in hoofdlijnen beschrijft een groenblauwestructuur
die opgebouwd is uit drie grootheden. Twee sterke eigen
identiteiten met hun eigen invloeden en sferen, namelijk de
wereld rond de rivier en het landschap van Midden Delfland. De verbindende factor tussen deze twee werelden is
een transformatielandschap in de Poldervaartpolder welke
gekenmerkt wordt door een sterk centraal element, de
naamdrager van de polder: de Poldervaart.
Concept `de drie eenheid` en de visie in
lagen; `de gelaagde
stad`.
Dit geeft een ultieme afwisseling van groenblauwgebieden
en sferen die in zijn totaal een perfecte basis vormt voor
een grootschalige, robuuste groenblauwe structuur voor
de stad. Hier ligt een fijnmaziger netwerk van groen- en
blauwstructuren overheen dat deze grootheden verbindt
met aanpalende wijken en de binnenstad. Een kenschets
van de drie grootheden:
1. De wereld van de rivier wordt uiteraard bepaald door
zicht op de rivier en de beleving van het dynamisch en
maritieme leven met de scheepvaart, de industrie en de
kades. De dijk is hier de contante en verbindt alle delen
aan elkaar. De Schie en de Poldervaart zijn de ankers
om aan te haken bij de totale groenblauwe structuur
van de stad.
2. Het landschap van Midden Delfland kent zijn eigen dynamiek en eigen beeld. Rust en ruimte vormen hier het
mantra. Grazige weides, koeien in de wei, vergezichten
en dat gecombineerd met bijzondere natuurwaarden
vormen het beeld van Midden-Delfland. De stad kent
naast een zorgvuldige stadsrand vier riante verwevingen met het buitengebied van Midden Delfland (A4,
Harreweg, de Kerkbuurt/Poldervaart en Polderweg/
Oost Abtpolder/Schie). Deze zorgen voor een innige
verbinding met het buitengebied.
3. Al deze verwevingen komen uit in het transformatielandschap van de Poldervaartpolder; de Groene Stad.
Dit is een patchwork van verschillende gebieden en
sferen, met als krachtige dragers: de Poldervaartpolder en de Poldervaart. De Poldervaart wordt weer opgepoetst tot een waardige ruimtelijke drager van het
gebied. De andere gezamenlijke noemer is de venige
Poldervaartpolder met een hoge waterstand. Door een
robuust netwerk van verbindingen in water, groen en
paden voor mens, dier en plant wordt dit gebied een
eenheid en een perfecte match tussen de twee andere
grootheden.
Deze hoofdrichting wordt verder uitgewerkt en gespecificeerd in de “gelaagde stad”. De visie is verder uitgebouwd
op basis van ruimtelijke kenmerken. De verschillende lagen
hebben een sterke overlap met elkaar en zorgen zo voor
een integrale groenblauwe structuur. De plankaart laat
goed zien hoe de verschillende lagen met elkaar verweven
zijn.
1. De eerste laag vormt de laag van de ondergrond. Deze
laag vertelt over het ontstaan van Schiedam en daarmee over de bodemopbouw en de waterhuishouding
en is dus ook bepalend voor de groene en blauwe
structuren.
2. De tweede laag die beschreven wordt is het stedelijk
weefsel dat door de eeuwen heen ontstaan is op die
ondergrond. Dit beschrijft de wijken met hun groenstructuur van historische binnen stad tot de meest recente wijk Sveaparken.
3. De derde laag beschrijft het front aan de rivier. Van oorsprong niet de meest ontwikkelde zijde van Schiedam,
maar door de jaren heen wordt deze steeds belangrijker. De doorgaande dijk en de parken aan de dijk zijn
belangrijke groenstructuren. =>grootheid 1
4. De vierde laag is het cultuurhistorische landschap van
Midden Delfland dat diep doordringt in het noordelijk
deel van de gemeente. =>grootheid 2
5. De vijfde laag beschrijft het Poldervaartlandschap; de
Groene Stad. Gebieden die zo groot zijn dat ze zich
laten ervaren als landschappen maar dan in de stad.
Een divers tussengebied dat sterk ontsloten is en verankerd is aan de Poldervaart. =>grootheid 3
6. De zesde laag zijn de stadslanen. Dit zijn de verbindende lijnen op hoog schaalniveau voor de stad, hiermee
worden wijken aan elkaar gekoppeld en ze begeleiden
de doorgaande routes door de stad.
7. De blauwgroene verbindingen spelen op een lager
schaalniveau een belangrijke rol en maken het mogelijk
om van wijken naar groengebieden te gaan. Ook ecologisch zijn dit belangrijke schakels.
8. De achtste laag zijn de parels, op zich staande elementen van hoge waarde.
9. De negende laag geeft het onderliggende ecologische
systeem weer.
10.De laatste laag geeft het watersysteem weer, met
daarin de belangrijkste kenmerken voor de groenblauwe structuurvisie.
G B SV
S CH I E DA M
• 47 •
INTERMEZZO
PARTICIPATIEGROEN // VOEDSEL IN DE STAD
Mensen zijn meer en meer betrokken bij hun leefomgeving.
Mensen willen ook steeds grotere verantwoordelijkheden
nemen voor hun leefomgeving. Mensen slaan de handen
in één en bedenken met elkaar hoe zij de buitenruimte in
hun directe leefomgeving zouden willen zien. De gemeente
kan inhaken op dergelijke trends en in overleg met groepen
kijken hoe er met het groen omgegaan kan worden. Dit kan
het beeld in de wijk meer toespitsen op wat de bewoners
van die wijk ook daadwerkelijk mooi vinden en hoe zij het
groen willen gebruiken. Voor de gemeente kan het een lastenverlichting zijn in de beheerkosten, maar is het een kans
om haar inwoners beter te betrekken bij de leefomgeving.
Daarnaast kan op een kleine schaal participatiegroen ingezet worden. Bijvoorbeeld door een loket te openen waar
mensen advies krijgen over het vergroenen van hun leefomgeving en evt. met reductie artikelen kunnen krijgen,
denk hierbij aan:
•• Hagen in plaats van schuttingen.
•• Bodembedekkers, bloemen in plaats van tegels.
•• Groene daken.
•• Groene gevels.
• 48 •
B OS C H
S LAB B E R S
INTERMEZZO
Voedselteelt in de stad is een fenomeen dat meer en meer
navolging krijgt. Ook Schiedam heeft veel openbaar groen
in en rond de stad. Deze gronden zouden ingezet kunnen
worden voor voedselteelt. Daarnaast kan nagedacht worden over het bomen en struikenbestand in de stad. Veel
bomen staan vooral voor ruimtelijke -, sier- en ecologische
waarde in de stad. Een deel van de bomen en struiken zou
ook ingezet kunnen worden als voedselleverancier voor de
stad. Denk hierbij aan makkelijke bomen, zoals de Kers, de
Pruim, de Walnoot, de Tamme Kastanje en de Boomhazelaar of soorten die meer beheer nodig hebben zoals appel,
peren en andere vruchtbomen. Daarnaast zijn er diverse
struiken en boomstruiken prima geschikt voor het openbare groen. Denk hierbij ook aan historische gewassen als
Moerbei, Mispel en Kweepeer. Voor struiken kan gedacht
worden aan diverse bessenstruiken, framboos en braam.
In de stadsranden wordt vooral ingezet op natuurontwikkeling en recreatie. Er liggen hier ook kansen om naast de
natuurfuncties ook andere functies te ontwikkelen die extra
financiele middelen met zich meebrengen. Denk hierbij aan
speelnatuur of voedselteelt met sterke ecologische kwaliteiten (bijenboerderijen, boomgaarden).
Om dergelijke ontwikkelingen te kunnen faciliteren is
het goed om te weten waar dergelijke kansen zich voor
doen. Het groenblauwestructuurplan geeft een kaart die
aangeeft waar dergelijke ontwikkelingen zouden kunnen
plaatsvinden en waar de gemeente meer de regie heeft.
Bij de hoofdstructuren ligt de regie in hoofdzaak bij de gemeente en bij de substructuren in de buurten ligt de regie
meer bij de bewoners (zie ook uitvoeringsprogramma).
G B SV
S CH I E DA M
• 49 •
• 50 •
B OS C H
S LAB B E R S
6
UITWERKING VAN DE VISIE IN LAGEN
6.1ONDERGROND
Kennis van de ondergrond is essentieel om de stad Schiedam te kunnen begrijpen. De ondergrond vormt een belangrijke basis voor het groenblauwe structuurplan. Enerzijds heeft het de stad gevormd zoals zij nu is en anderzijds
bepaatd het tot op de dag van vandaag fysieke voorwaarden voor beplantingen en watergangen. Grofweg is de
stad op te delen in twee delen:
•• de oeverwal en voormalig buitendijks;
•• de venige polders.
Visueel wordt dit zichtbaar op enkele plekken waar de lage
polder letterlijk bij het hogere land komt. Deze overgangen
moeten beter beleefbaar en zichtbaar gemaakt worden
om het verhaal van het landschap te kunnen begrijpen. Dit
wordt gedaan door de Vlaardingerdijk als prominente dijk
in het groengebied zich te laten manifesteren. Het karakter
van de Vlaardingerdijk wordt extra kracht gegeven door de
doorgaande boomstructuur tot aan het centrum te behouden. Deze bomen (esdoorns) mogen uitgroeien tot 1e orde
bomen.
Een prominentere dijk vraagt van de parkzone een inrichting die de dijk ook laat zien, maar vraagt ook een herinrichting op grotere schaal om meer mensen gebruikt te laten
maken van deze groenzone. Dat laatste vraagt een betere
aantakking op de totale groenstructuur.
Naast visuele aspecten is het bodemmateriaal op de oeverwal grover en zavelachtiger van samenstelling en biedt
daarmee ondergrond voor een ander type vegetatie en ook
andere typen bomen. De sfeer van deze vegetatie zal meer
de sfeer van de rivier dragen en van de stad, aangezien de
stad hier al jaren ligt. Ook de sfeer van de watergangen
sluit hierop aan. Veelal zijn deze beschoeid of met kades
opgetrokken.
De lage polder met moerig materiaal en hoge waterstanden kent weer een hele andere vegetatie. Deze zal veel
meer een watersfeer dragen en qua soorten aansluiten op
de vegetatie van Midden Delfland. Watergangen zullen hier
een sfeer ademen die landelijker is, met natuurlijke materialen beschoeien of natuurvriendelijke oevers.
Uiteraard geldt dit onderscheid vooral voor de grotere
groengebieden en -structuren. Veelal zijn op buurtniveau
individuele keuzes gemaakt om de herkenbaarheid van de
buurt te vergroten.
Groen en
landschap
De keuze in het groen kan de herkenbaarheid van de ondergrond versterken, opstellen van een plantwijzer:
Veenpolders: wilgen, elzen, essen, populieren, wilgenstruweel, riet, moerasvegetaties, grazig.
Oeverwallen/ buitendijks: vaak meer stedelijk, esdoorns, essen, meer opgaande beplantingen
Ecologie
Inzetten op verschillende ondergronden en watersystemen ter vergroting van biodiversiteit
Water
Water hoog in de sloot in de binnendijkse gebieden met natuurvriendelijke oevers. In buitendijkse gebieden (incl binnenstad) meer stedelijke kades en water op boezemniveau (of bijna boezemniveau) met evt.
vispaaiplaats mogelijkheden.
Infrastructuur
Waar mogelijk verkeer koppelen aan de dijk (beleefbaar en zichtbaar maken) en in de veenpolder het water
dicht langs de wegen leggen (zichtbaar en beleefbaar water)
Fietspaden
Waar mogelijk over de dijk fietsen versus over een kade met knotwilgen fietsen, in sfeer de ondergrond
versterken.
Recreatieve
verbindingen
Onderzoeken of recreatieve voorzieningen op dit onderscheid kunnen aansluiten door sterk in te spelen
op de eigenaardigheid van de plek, bijv de autokade langs de rivier versus picknicken in het polderland
G B SV
S CH I E DA M
• 51 •
• 52 •
B OS C H
S LAB B E R S
6.2 STEDELIJK WEEFSEL
Als uitgangspunt heeft de visie een groen raamwerk gedefinieerd, zie ook afbeelding. Dit raamwerk wordt verder
uitgewerkt in deze visie. De “contramal” van dit raamwerk
is het stedelijk weefsel. Dit weefsel bestaat uit verschillende wijken uit verschillende bouwtijden. In de visie wordt
voorgesteld om voor elke wijk op termijn een ID-kaart op
te stellen. Een ID-kaart geeft aan wat het stedenbouwkundige principe is voor de wijk en geeft aan hoe in deze wijk
met water en groen daarop aangesloten kan worden. Per
wijktype kan vervolgens aangegeven worden wat de mogelijkheden en kansen voor het groen zijn.
Groen en
landschap
De keuze in het groen kan de herkenbaarheid van de wijk versterken. Hier inspelen op de specifieke ontwerp uitgangspunten van die tijd.
Zoeken naar nieuwe vormen van groen in wijken met weinig openbare ruimte.
Hier liggen goede kansen voor participatie in het groen.
Voor voedsel in de stad kweken zijn goede kansen in Schiedam. Er zijn relatief grote groengebieden in
wijken.
Ecologie
Vooral inzetten op verbindingen met de grote groengebieden en individuele natuurprojecten (bv nestkasten voor vleermuizen).
Water
Water zoveel mogelijk zichtbaar maken in de wijk. Natuurvriendelijke oevers maken (behoudens binnenstad, zuid, oost en west). Onderzoeken of water langer vastgehouden kan worden in de wijk, met groene
daken, met waterdoorlatende verhardingen, met ondergrondse voorzieningen, met waterpleinen, met wadi’s en verlaagde bermen..
Infrastructuur
De hiërarchie in wegen versterken door het toepassen van groen- en blauwstructuren.
Fietspaden
Zoveel mogelijk fietspaden verbinden met groene gebieden, zodat de inwoners gemakkelijk de wijk uit
kunnen.
Recreatieve
verbindingen
Voorzien in speelvoorzieningen in de wijk in combinatie met groen- en blauwstructuren.
G B SV
S CH I E DA M
• 53 •
• 54 •
B OS C H
S LAB B E R S
6.3 RIVIERFRONT
Schiedam lag van oorsprong niet aan de rivier maar aan
de Schie. Dat is tot op de dag van vandaag goed waarneembaar want het historische centrum ligt op afstand
van de rivier. De zone langs de rivier is door de jaren heen
ontwikkeld tot een haven gerelateerd bedrijventerrein. Dit
heeft tot gevolg dat het rivierfront voor een groot deel matig bereikbaar is en de continuïteit van de ruimtes langs de
rivier slecht is. De visie stelt voor om de groene terreinen
langs de dijk te koppelen tot een “verlengde Maasboulevard”. Deze verlengde boulevard begint op de kop van de
Buitenhavenweg, en gaat via de sluis, over de Maasboulevard, door het volkspark, naar de strook groen tussen A4
en Vijfsluizen. De dijk en de rivier zijn hierbij de verbindende
elementen. Voor de dijk wordt voorgesteld deze eenduidig
te behandelen over de volle lengte om de herkenbaarheid
te vergroten. Het middel dat voorgesteld wordt, is extensief
beheerd bloemrijk grasland.
De kop bij de Buitenhavenweg (het Gusto terrein) ligt
braak. De visie stelt voor om de Buitenhavenweg met zijn
kade-inrichting met bomen door te zetten tot op de kop
van dit terrein. Dat geeft een continue groenlijn langs de
Schie en benadrukt de continuïteit van de Schie. De kop
biedt een magnifiek uitzicht op de rivier. Deze plek vormt
een aparte ontwerpopgave. Hier kan een combinatie gezocht worden met de bestaande kades en onderwaterhellingen die hier liggen. Het geheel zou een groene inrichting met verblijfs- en ecologische kwaliteit kunnen krijgen.
Interessant aan deze locatie is de mogelijkheid voor een
tijdelijk inrichting. In een apart intermezzo wordt er in deze
visie aandacht aanbesteed. Aan de andere zijde van de
Schie ligt ook een kade, het Hoofdplein, die tezamen met
de overkant de monding van de Schie vormt.
De Maasboulevard vormt zoals reeds gememoreerd een
bijzondere plek aan de Nieuwe Maas. Hier kan je met je
auto in het park aan de kade parkeren. Boten varen heen
en weer en cruiseschepen kunnen aanmeren. Op het gras
wordt gespeeld, gepicknickt en gebarbecued. De visie
stelt drie zaken voor:
1. Versterken en vergroten van de openbare autokade.
2. Vergroten van de herkenbaarheid van de dijk.
3. Meer diversiteit aanbrengen in het park.
De huidige kade werkt erg goed, voor de Schiedammer
is dit een belangrijke plek. In de visie wordt voorgesteld
om de kadefunctie met parkeerplaatsen en verharding van
kinderkoppen verder uit te breiden richting het westen. In
combinatie met een pad langs de oever wordt het openbare karakter van de oever doorgezet tot aan de jachthaven. Een beweegbare loopbrug naar de kop van het havenhoofd van de Havenstraat zou een waardevolle aanvulling
zijn voor de wandelmogelijkheden in dit gebied.
De dijk is nu een anonieme verhoging in het maaiveld. Door
de dijk een eigen beeld te geven wordt deze herkenbaarder. Tevens zou het voetpad meer de continuïteit van de
dijk moeten benadrukken.
Het park is nu opgedeeld in twee groene werelden, open
gras met bomen en een besloten gedeelte aan de westkant. De visie schrijft voor er meer eenheid in te brengen.
Dat wil zeggen dat het gebied rond de (voormalige) kinderboerderij opener qua beplanting mag worden en meer met
paden dooraderd mag worden. Dit deel van het park kan
zich ook meer richten op de jachthaven met een openbare
en comfortabele route langs het water richting de Houthaven. Het deel met gras en bomen moet vooral zo blijven al
kan de ecologische kwaliteit van dit gebied wel versterkt
worden door oppervlaktes gras in te richten/te beheren als
bloemrijk grasland.
De omgeving rond de Houthaven is een belangrijke schakel tussen de Maasboulevard (en het havenhoofd van de
Havenstraat) en het Volkspark. Ook kan hier de binnenstad
(Houthaven) en het buitendijkse havengebied aan elkaar
gekoppeld worden. Belangrijke ingrediënten voor deze
plek zijn:
•• Een aantrekkelijke, recreatieve verbindende route tussen Maasboulevard en Volkspark;
•• een buitenterras aan de haven met verblijfs- en ecologische kwaliteiten, met verschillende terrassen kan
men hier afdalen naar de haven, eventueel met een
buitenzwembad;
•• een binnenterras aan de Houthaven, met mogelijkheid
om bij het water te komen, te vissen, in- of uit te stappen en te verblijven en eventueel een buitenzwembad.
G B SV
S CH I E DA M
• 55 •
Rivierfront concept in lagen
Versterk beleefbaarheid/bereikbaarheid
van de rivier
Referentie: Maasboulevard
Poldervaart verlengde; eb en vloed
Volkspark; intermediar
tussen wijk en rivier
Wilhelminaboulevard
Referentie: Maasbos
Rivierfront en beleefbare dijk
Referentie: Maasmoeras
Ontwikkel als één
geheel
Rivierfront totaal
• 56 •
B OS C H
S LAB B E R S
Rivierfront concept
Het Volkspark kan meer een intermediair zijn in plaats van
een buffer. Het park zou weer zicht moeten bieden op de
woonwijk en op de bedrijvigheid aan de Nieuwe Maas,
zonder dat men van woning naar bedrijf kijkt. De vergroting van de openheid kan goed gecombineerd worden met
waterberging en ecologische ontwikkeling van het gebied.
Het park wordt meer geopend richting rivier, zodanig dat
routes en beplantingen ook de dijk gebruiken. Over de
lengte van het park komt een heldere doorgaande route
die de Maasboulevard verbindt met Vijfsluizen. In het park
kunnen diverse functies voor de aanpalende wijken een
plek krijgen, deze functies dienen wel ondergeschikt te zijn
aan de continuïteit van de groenstrook. Nabij de tennisbanen staat de continuïteit op gespannen voet. Met een
krachtig ontwerp zou de strook tussen tennisbanen en dijk
meer continuïteit kunnen uitstralen. De dijk wordt ook hier
met hetzelfde bloemrijke mengsel ingezaaid, zodat de dijk
herkenbaar is als doorgaande lijn. Idem voor de dijk tot aan
Vijfsluizen.
Tevens kan de dijk meer ‘losgelegd’ worden (en daarmee
meer leesbaar worden) van zijn omgeving door een ruime
open strook te behouden tussen de voet van de dijk en het
bos van het Volkspark.
Voor het gebied dat het verlengde van de Poldervaart is,
sluit de visie aan op bestaande plannen om hier de dam
door te steken en het gebied onder invloed van eb en vloed
te brengen. Dat levert enorme kansen op voor de ecologie.
Zo ontstaat er een rust- en paaiplaats voor diverse vissoorten. Het kunstwerk in de vorm van een sleutelgat wordt in
de visie opgenomen in de openwaterstructuur. De herkenbaarheid van het water vanaf knooppunt Vijfsluizen wordt
hiermee vergroot. Door dat aan weerszijde van het knooppunt te doen, wordt ook de herkenbaarheid van de voormalige verbinding van de Poldervaart vergroot. Op deze
kruising is de wens uitgesproken om een goede recreatieve verbinding naar het noorden (langs de Poldervaart)
te maken, dit zou in de vorm van een fietsbrug kunnen, de
route vervolgt haar weg richting de rivier en de Beneluxtunnel. Om de eenheid van noord en zuid optimaal vorm te geven ligt de parkeerplaats op een erg vervelende plek. Met
een herrangschikking zou onderzocht moeten worden hoe
dat beter ingericht kan worden. In het moeraslandschap
dat hier ontstaat worden vlonderpaden en verblijfsplekken
ingericht voor de werknemers van de aanpalende bedrijventerreinen, zodat zij in de pauze even een luchtje kunnen
scheppen. Op de kop van deze zone heeft de bezoeker
weer een magnifiek uitzicht over de rivier. Hier wordt een
brug voorgesteld over de “Poldervaart” om zo een rondje
G B SV
S CH I E DA M
• 57 •
om het water te kunnen lopen of de weg te vervolgen via
de Benelux-tunnel.
Naast dit doorgaand snoer van groenelementen en gebieden ligt er een grote kans op de bedrijventerreinen zelf. In
de visie worden voorstellen gedaan om het bedrijventerrein landschappelijke in te richten en beter toegankelijk te
maken voor de stedeling. Mooi voorbeeld hiervan is een
tijdelijke openstelling van de kades van het slibdepot op
de kop van Nieuwe waterwegstraat en Admiraal de Ruyterstraat. Met het rondje over de kades loopt men langs de
rivier, langs een droogdok en langs de Wilton villa.
• 58 •
B OS C H
S LAB B E R S
Groen en
landschap
De groenstructuren spelen hier in op de ligging, bodem en deelgebied. Dit verloopt (van oost naar west)
van een bomenweide met een divers bomenbestand, tot een natuurlijk bosgebied met wellicht een meer
ooibosachtig karakter, tot een natuurlijk, dynamisch moerasgebied met brede rietkragen en opschot van
elzen, wilgen en een enkele populier.
Ecologie
De inzet is de groengebieden meer met elkaar te verbinden, de inham van de Poldervaart vormt een prima
paaiplek, bij de hoek in de dijk thv de Houthaven zijn mogelijkheden voor natuurlijke oevers aan de rivierzijde. Open weides van het Volkspark en Maasboulevard kunnen ontwikkeld worden tot bloem-/kruidenrijke
weides tbv. o.a. vlinders.
Water
Vooral het water van de rivier met haar eb en vloed. Daarnaast is er in het Volkspark sprake van kwel, dit
opvangen en gebruiken voor natuurontwikkeling. Wellicht kan het Volkspark ook nog een deel van de waterproblematiek in stadswijk West opvangen.
Infrastructuur
Zoveel mogelijk in combinatie met de dijk, ivm leesbaarheid van het landschap.
Fietspaden
Fietsen op (langs) de dijk, zo worden de diverse groengebieden verbonden. Versterk verbindingen vanuit
centrum, langs Wester haven en vanuit de wijken naar de Nieuwe Maas.
Recreatieve
verbindingen
De maasboulevard is voor Schiedam een belangrijke plek, houden zo. Verder ontwikkelen van cruiseschepen aan de kade en overige bezienswaardigheden/evenementen.
Een goede fietsverbinding voorziet in een regionaal fietspad over de dijk, langs de rivier.
G B SV
S CH I E DA M
• 59 •
IMPRESSIE MOGELIJKHEDEN
Mogelijkheden ontwikkeling rivierfront nabij zwembad, huidige situatie en mogelijke ontwikkeling.
10m
100m
Volkspark als intermediar tussen wijk
en dijk; meer openheid evt.in
combinatie met waterberging
Herkenbare dijk; ingezaaid met
bloemenmengsel met vrije strook
tussen Volkspark
Betrek braakliggend terrein bij
ontwikkelingen
Versterk groene verbinding richting
centrum
Ecologische oevers/paaiplaatsen
Ontwikkel koppelstuk tussen
Volkspark en Houthaven/
Maasboulevard ruimtelijk en
ecologisch; afdaling naar water
middels vlonder met mogelijkheid
voor bv een drijvend buitendbad
Doorgaande hoofdroute over dijk
Sub-routes door park richting
rivier/stad
Betrek braakliggend terrein bij
Maasboulevard; evt. met brug.
Versterk groene verbinding
Herkenbare dijk; ingezaaid met
bloemenmengsel
Versterk beleefbaarheid van de de
Maas (-boulevard); doorzetten
verharde kade met verbinding tussen
hoofd Havenstraat en Maasboulevard.
Maasboulevard ruimtelijk en
ecologisch versterken; boomgroepen,
grasweides afgewisseld met bloemrijk
grasland
Rivierfront versterken; verharde
kade doortrekken
• 60 •
B OS C H
S LAB B E R S
IMPRESSIE MOGELIJKHEDEN
Impressie mogelijke ontwikkeling rivierfront nabij
zwembad, huidige situatie en mogelijke ontwikkeling.
G B SV
S CH I E DA M
• 61 •
IMPRESSIE MOGELIJKHEDEN
Mogelijkheden ontwikkeling rivierfront nabij metrostation A20, huidige situatie en mogelijke ontwikkeling.
10m
100m
Versterk zichtrelatie
poldervaart-dijk;
doortrekken water tot
aan dijktalud
Middenberm ingezaaid
met bloemenmengsel
Fietsbrug aan
metroviaduct
Herschikken bestaande
p-plaats
• 62 •
B OS C H
S LAB B E R S
Herkenbare dijk; ingezaaid
met bloemenmengsel
IMPRESSIE MOGELIJKHEDEN
Impressie ontwikkeling rivierfront nabij metrostation A20, huidige situatie en mogelijke ontwikkeling.
G B SV
S CH I E DA M
• 63 •
• 64 •
B OS C H
S LAB B E R S
6.4 CULTUURHISTORISCHE LANDSCHAP
Het binnendijkse gebied van Schiedam is gevormd door
het Midden-Delfland. Een landschap van veengronden met
kreekruggen. Het veenlandschap is in gebruik genomen
als weidegebied, maar is thans op het grondgebied van
Schiedam voor een aanzienlijk deel ingericht als natuuren recreatiegebied, vooral tegen de stadsrand aan. Het
is natuurlijk ingericht met wandelpaden en fietspaden en
heeft een open karakter. De stadsrand van Schiedam is
voorzichtig vormgegeven. Laagbouw met achtertuinen of
een weg bepalen hier het beeld. Nagenoeg over de volle
breedte ligt een pad met beplanting parallel aan de stadsrand.
De Schie is een belangrijke ruimtelijke drager in Schiedam,
hieraan dankt Schiedam haar bestaansrecht. De Schie is
nog steeds op veel plaatsen in de stad sterk beleefbaar.
Het sluiscomplex bij de Nieuwe Maas, de kruising met de
dijk, is een markant punt. Hier liggen schepen te wachten
en zijn aan weerszijden kades met bomen. De visie streeft
hier naar behoud van het stenige beeld. In de historische
binnenstad zijn de oevers van de Schie vormgegeven als
kades met boombeplanting. De visie onderschrijft dit beeld
en streeft naar behoud en waar mogelijk versterking van
dit beeld. Voorbij de binnenstad richting Schieveste ligt de
Schie in harde beschoeiing en kruist vervolgens een bundel van infrastructuur. Daarna begint het bedrijventerrein,
hier ligt de Schie voor delen onzichtbaar achter erven van
diverse bedrijven en een jachthaven. De visie is, dat in een
ideale situatie er een openbare oever is aan minimaal één
zijde van de Schie, logischerwijs aan de oostzijde. Deze
openbare route zou versterkt kunnen worden met een natuurvriendelijke oever. Een eerste stap is het openbaar maken van de jachthaven en het vergroenen van de oevers op
die plek. Verderop ligt de Overschieseweg hier inzetten op
een stevige doorgaande boombeplanting en groene oevers langs het water.
G B SV
S CH I E DA M
• 65 •
Midden-Delfland
Schiedam heeft vijf belangrijke inprikkers vanuit het Midden-Delfland die diep doordringen in het stedelijk weefsel
van Schiedam:
1) A4 sportpark is een ontwikkeling op het dak van de
A4. Deze zone is een groot langgerekt park van ruim 1 kilometer lang en gemiddeld 150 tot 250 meter breed. Een
deel van het park zal op grote hoogte komen te liggen,
namelijk 6 meter boven maaiveld. Uitgangspunt is de realisatie van een sportpark op het noordelijkste deel van de
tunnel en een overgang van de tram over de Brederoweg.
Het groenblauwe structuurplan wil aan de ontwikkeling van
dit gebied de volgende aandachtspunten meegegeven:
••
••
••
• 66 •
Binnen de groenblauwe structuurvisie fungeert het park
als één van de vier ruimtelijke inprikkers van Schiedam
en vormt het een verbindingsstuk tussen Midden-Delfland en de groenstructuren binnen de aangrenzende
woonwijken. Op het dak is de openheid van MiddenDelfland te proeven.
Functionele recreatieve verbindingen van en naar
Midden-Delfland zullen langs/over het park gaan en
verbinden zo de groenstructuren van Vlaardingen en
Schiedam met Midden-Delfland en met elkaar.
Aanliggende groenstructuren en het park vormen een
eenheid met een vloeiende overgang tussen beiden.
De sfeer van het park mag hierbij verschillen van de
rest van Schiedam, tenslotte ligt het 6m hoog!
B OS C H
S LAB B E R S
Verbeelding van de
mogelijkheden voor
het dakpark A4
Impressie mogelijkheden dakpark
A4 met doorgaande
sportboulevard
2) De Poldervaart, vormde één verbinding van de Schie
naar de Nieuwe Maas. De continuïteit van die verbinding
heeft door de jaren heen averij opgelopen. Voor de beleefbaarheid en het functioneren van de Poldervaart als structurerend element in de stad Schiedam is het essentieel
dat de knelpunten tot oplossing worden gebracht. Hoofduitgangspunt voor de Poldervaart is aan de oostzijde de
doorgaande routes en aan de westzijde meer rust voor de
ecologie. De Poldervaart wordt verder uitgewerkt en toegelicht bij Poldervaart landschap.
3) De Harreweg. De Harreweg vormt een mooie verbinding met Midden-Delfland, brede graslanden en watergangen begeleiden de route. De route komt uit in park Kethel
met zicht op het dorp en de kerk van Kethel. De oversteek
met de Slimme Watering is moeizaam. Ruimtelijke zou de
Harreweg het hier meer mogen winnen, hier moet de voor-
bijganger verleid worden de polder in te gaan. Dit is opgepakt bij het in uitvoering zijnde vrijliggende fietspad langs
de Harreweg tussen Slimme Watering en buitengebied,
inclusief verbetering van de kruising.
De route van binnenstad naar buiten via Kethel is voor het
deel van de Harreweg duidelijk, maar het deel van Kethel
tot de Binnenstad is problematisch. Dit kan verbeterd
worden door het aanpakken van twee routestructuren. Het
versterken van de Schiedamseweg als langzaamverkeersroute, hierbij behoeft de onderdoorgang van de A20 bijzondere aandacht. Daarnaast kan de verbinding via Nieuwe Damlaan/ Churchillweg langs het Hof van Spaland
een goed alternatief bieden. Randvoorwaarde daarvoor is
het maken van een logische verbinding door het Hof van
Spaland.
G B SV
S CH I E DA M
• 67 •
4) De Kerkbuurt. Via de Groeneweg en de Kandelaarsweg komt men via de Kerkbuurt Schiedam binnen.
De Kerkbuurt is een oud buurtschap dat thans enigszins
een verrommelde indruk maakt. Hier is een initiatief voor de
stichting van een landgoed. Dat geeft de Kerkbuurt weer
structuur en biedt extra uitloopmogelijkheden voor de aanwonenden. De Kerkweg biedt een mooie route naar Kethel,
de Joppelaan biedt de mogelijkheid om aan te haken op de
Poldervaart. Inzetten op continuïteit van routes, sturen op
historische en landschappelijk beeld.
5) De Polderweg/Polderwetering en de Schiekade. Dit
is een belangrijke dooradering van het stedelijk weefsel.
Hier wordt het werklandschap en de historische kern van
Overschie geleed. Deze zone is thans slecht toegankelijk
(geen continuïteit) en oogt rommelig. Inzetten op het vergroten van de ecologische kwaliteiten, aanbrengen van
doorgaande padenstructuur en sturen op cultuurhistorisch
• 68 •
B OS C H
S LAB B E R S
groen (bijvoorbeeld huidig populierenbos omvormen tot
meer Midden-Delflandsgroen).
Naast het buitengebied en de inprikkers, heeft Schiedam
nog een aantal bijzondere cultuurhistorische relicten binnen haar gemeentegrenzen. Voor deze relicten schrijft de
visie voor ze te koesteren en waar mogelijk te koppelen
van netwerken en structuren. Bijvoorbeeld boerderij Landvreugd kent een zeer geïsoleerde ligging tegen de A20,
maar kan wellicht met een doorgaande structuur beter gekoppeld worden aan de Poldervaart.
Impressie mogelijkheden groenblauwe
verbinding tussen
vanaf Brauwwe
kijkend richting
Delflandbrug.
Groen en
landschap
Dit is geïnspireerd op de sfeer van Midden Delfland. Grazige vegetaties, knotwilgen, boomgaarden, pestbosjes en laantje (veelal naar erven toe). Soorten zijn wilg, els, es en met mate populier. Op bijzondere
plekken rode beuk, kastanje en de walnoot.
Op het A4 park mag qua kleur en soort afgeweken worden van de traditionele soorten, ivm hoogteligging
Ecologie
Vooral gerelateerd aan grazige vegetaties en moeras vegetaties.
Water
Onderdeel van polder Poldervaart, het water staat hier hoog in de sloten. Zoveel mogelijk natuurvriendelijk
oevers toepassen.
Infrastructuur
Smalle (als de verkeersdruk dat toelaat) wegen bepalen het beeld.
Fietspaden
Zoveel mogelijk smalle fietspaden, voorkom fietspadbreedtes die breder zijn dan de gebiedseigen wegen.
Zoveel mogelijk paden op kades maken, het water dichtbij. Paden idem gewenst begeleiden met knotwilgen.
Aansluiten op doorgaande structuren, regionaal en de stad in.
Recreatieve
verbindingen
Ontsluitingsstructuren zijn de belangrijkste voorzieningen in dit gebied.
G B SV
S CH I E DA M
• 69 •
• 70 •
B OS C H
S LAB B E R S
6.5 DE GROENE STAD
De Groene Stad is het grote groene midden gebied van
Schiedam, ontstaan door de aanleg van de A20 en de realisatie van de Noordelijke stadswijken. Het groene middengebied heeft structuur nodig, het is thans een bonte
verzameling aan gebieden en gebiedjes. De visie rijkt drie
handvatten om eenheid en structuur aan te brengen in het
gebied.
•• De Poldervaart is het element dat die structuur kan bieden. Door de Poldervaart als herkenbaar element in het
gebied op te nemen en de “centrale as” van het gebied te laten zijn. In de visie wordt de Poldervaart meer
dan thans het geval is als ruimtelijke drager benoemd.
Concreet houdt dat in dat langs de hele Poldervaart
één herkenbaar profiel komt, met aan de oostzijde een
doorgaande fietsroute en aan de westzijde een doorgaande ecologische route. Ook betekent dat tussen
Poldervaart en ontwikkelingen of functies ruimte gelaten wordt (minimaal 50 meter). Deze ruimte wordt natuurlijk en landelijk ingericht en zal sterk appelleren aan
de sfeer van delen in het Beatrixpark. In de lengte van
de Poldervaart is de kruising met de A20 zeer moeilijk.
In de visie is een schetsverkenning opgenomen van
een mogelijk oplossing van dit knelpunt. Kern van deze
oplossingsrichting is het terugbrengen van de continuïteit van de lange lijn van de Poldervaart, inclusief
ruimte voor de recreant en ecologie.
•• Het hele gebied ligt in de Poldervaartpolder, een polder met een lage ligging die gekenmerkt wordt door
het water hoog in de sloten en een moerige ondergrond. De idee is om de inrichting met water op een
zeer natuurlijke manier vorm te geven met natuurvriendelijk oevers met brede moeraszones. De beplantingen
zullen natuurlijk zijn en aansluiten op het zeer vochtige
karakter van de plek, elzen ipv eiken bijvoorbeeld Hier
hoort ook een zekere mate van openheid bij, de poldervaart dient te allen tijde een zichtbaar en herkenbaar
element in het gebied te zijn.
G B SV
S CH I E DA M
• 71 •
IMPRESSIE MOGELIJKHEDEN
10m
min
30M
100m
Ontwikkelen woningen; behoud
relatie met Poldervaart(park),
minimaal 50m vanaf Poldervaart
Zichtrelaties behouden/versterken
Ecologische oever westzijde en
doorgaande fietsverbinding
oostzijde van de Poldervaart
(boom)weide strook tussen
Poldervaart en Schiedamseweg
Bestaande fietsbrug verplaatst
Ruimtemaken voor Poldervaart;
p-plaats deels verplaatsen.
Poldervaart als (ruimtelijk)
doorgaande lijn versterken;
ontwikkel brede onderdoorgang.
Verbinding met zwembad
Cultuurhistorische verbinding
aansluiten op stadslaan
Churchillweg-Nieuwe Damlaan
• 72 •
B OS C H
S LAB B E R S
IMPRESSIE MOGELIJKHEDEN
Impressie mogelijkheid herstel
doorgaande Poldervaart bij kruispunt
Poldervaart-A20
Mogelijkheden ontwikkeling kruispunt
Poldervaart-A20
••
In het gebied liggen veel goede functies, alleen liggen die letterlijk naast elkaar. Het vervlechten van de
functies tot één groot stadslandschap kan het gebied
enorm verrijken. Dat wil zeggen dat functies zoals
volkstuinen en begraafplaatsen openbaar worden en
onderdeel worden van doorgaande routes.
Naast eenheid in het gebied is ook de verbinding met de
omgeving van eminent belang. In de visie zijn de volgende
verbindingen benoemd:
•• Naast de centrale as van de Poldervaart, en Schiedamseweg/Harreweg is de Parkweg een belangrijke
entree voor het stadslandschap. Deze weg vormt een
goede verbinding met de binnenstad en is voor de bewoners uit Oost, Nieuwland en Centrum een entree
naar het Beatrixpark toe. In de visie wordt voorgesteld
deze weg zo groen mogelijk in te richten en ook in te
richten als langzaam verkeersroute. Uiteraard zal hier
voorlopig ook autoverkeer over moeten, maar die kan
ondergeschikt gemaakt worden aan het langzaam verkeer, bv door het toepassen van een fietsstraat Er is
••
••
••
ook de kans om Beatrixpark als het ware meer Nieuwland in te trekken.
De verbinding met het noorden is essentieel! Het is
prachtig dat men de Parkweg af fietst- door Beatrixpark en dan in één keer in het landschap van Midden
Delfland staat. Hier is een verbetering van de routing
naar het daadwerkelijk open landschap van MiddenDelfland op zijn plaats, bijvoorbeeld via het voorzieningeneiland van het Beatrixpark, langs de Poldervaart en
langs Kethel..
De zone aan de onderzijde van de Vlaardingerdijk is
al besproken in de ondergrond laag in 6.1, maar een
goede doorgaande route met zicht op de dijk richting
het centrum is hier het uitgangspunt. Dat vraagt een
doorgaand pad door begraafplaats Beukenhof en een
pad langs de historische begraafplaats.
Van sportpark Harga, naar volkstuinencomplex Vijfsluizen naar bovengenoemde zone. In de huidige situatie
kan men maar aan één kant Harga in en uit. Het voorstel is om vanaf Harga (met de nieuwe ontwikkelingen)
een nieuwe langzaam verkeersverbinding te maken
G B SV
S CH I E DA M
• 73 •
over de Poldervaart heen richting stad. Op een iets
lager abstractie niveau zijn er diverse verbindingen met
de aanpalende wijken die zo eenduidig mogelijk vormgegeven kunnen worden.
In dit gebied staan meerdere toekomstige ontwikkelingen
op stapel. Voor de ontwikkelingen wil het groenblauwe
structuurplan een aantal aanbevelingen meegeven:
•• Bij de ontwikkelingen langs de Poldervaart ontwikkelen met respect voor de Poldervaart. Dat wil zeggen
bewaar een ruime afstand (minimaal 30 meter) en richt
het gebied tussen de ontwikkeling en de Poldervaart
• 74 •
B OS C H
S LAB B E R S
••
••
moerasachtig, relatief open en openbaar in. De ontwikkeling aan de Poldervaartzijde kent een lage dichtheid
en een ontspannen wijze van verstedelijking.
Door programma op de juiste plekken te positioneren
kan extra sociale controle in het gebied ingebracht
worden, bijvoorbeeld nabij een entree van een gebied.
De ontwikkelingen nemen in het weefsel hun eigen
ontsluiting op, met andere woorden geen randwegen
om een ontwikkelingsvlek. Probeer met de ontwikkeling het groen en het rood zoveel mogelijk te verweven
en creëer op die wijze zachte randen.
Impressie mogelijkeheid herstel doorgaande Poldervaart
met fietsverbinding
••
••
De ontwikkelingen houden rekening met de natte polder waarin zij plaatsvinden. Dus water vormt een belangrijk ontwerpmiddel in de nieuwe ontwikkelingsgebieden. Hierbij is het uitgangspunt watergangen met
natuurlijke oevers en “hoog” water.
In de ontwikkelingsvlekken wordt ook zoveel mogelijk
met groen ontwikkeld, om de eenheid van het gebied
te versterken. Maak ook zoveel mogelijk verbindingen
met het groengebied.
Groen en
landschap
Het groenbeeld wordt in hoofdzaak bepaald door natuurlijk groen gebaseerd op een vochtige, venige ondergrond. Veel soorten zullen overeenkomen met het Midden Delfland, maar dan in een natuurlijker setting.
Ecologie
Vooral gerelateerd aan moeras vegetaties en natuurbossen. De poldervaart is een belangrijke ecologische
snelweg, deze heeft ruimte nodig.
Water
Het water zoveel mogelijk zichtbaar maken, het moet de contante beeldfactor zijn voor dit gebied. Onderdeel van polder Poldervaart, het water staat hier hoog in de sloten. Zoveel mogelijk natuurvriendelijk
oevers toepassen.
Infrastructuur
Is in dit gebied vooral een barrière (de A20). Werk aan robuuste onderdoorgangen die niet alleen een
functionele onderdoorgang bieden maar ook visuele en ecologische verbindingen mogelijk maken.
Fietspaden
Het gebied zo goed mogelijk ontsluiten met fietspaden, doorgaand fietsverkeer kan de levendigheid van
het gebied enorm verbeteren. Fietspaden goed aansluiten op omliggende wijken.
Recreatieve
verbindingen
In het gebied zijn veel voorzieningen aanwezig, dit kan verder versterkt worden.
G B SV
S CH I E DA M
• 75 •
• 76 •
B OS C H
S LAB B E R S
6.6STADSLANEN
De structuur van de stadslanen sluit aan op het bomenstructuurplan en de visie op de stadsassen. Voor de
stadslanen zijn twee noord-zuidlijnen essentieel, namelijk
de Nieuwe Damlaan/ Churchillweg en de ‘s Gravelandseweg. Beide vormen een belangrijke verbinding op stadsniveau. Beiden worden ingericht als statige lanen, hetgeen
al deels uitgevoerd is en deels nog in uitvoering is. Beide
lanen komen in het noorden uit op het “rondje” noord. Dit
rondje wordt eenduidig en herkenbaar uitgevoerd. Bij kruisingen met landschappelijke structuren of met hiervoor genoemde lanen krijgen deze voorrang boven het “rondje”
noord. In het zuiden sluiten beide lanen aan op de havens
van de binnenstad met de bijbehorende boomstructuur.
De Burgemeester van Haarenlaan is ook een echte stadslaan. Het deel van de weg dat op de lijn ligt van het oude
landgoed Spieringshoek heeft een zeer breed profiel van
twee keer een ventweg, een brede watergang, een trambaan en een doorgaande wegstructuur. Thans is het beeld
zeer strak en onderhouden. In deze visie mag dat beeld
natuurlijker. Voorstel is om natuurvriendelijke oevers te maken en een eenduidige boomstructuur aan te brengen over
het hele profiel, een boom met een lossere boomkroon.
Daar waar de weg richting de Vlaardingerdijk gaat mag de
beplanting zich openen, zodat de parkstrook aan de voet
van de dijk en de dijk zelf zichtbaar wordt. Het deel richting
Rotterdam is door zijn stedelijke context nagenoeg verschoond van groen, voorbij het station komt de weg in een
soort dijkenlandschap met groene taluds en bomen.
Rembrandtlaan en Burgemeester Knappertlaan => dit zijn
laanstructuren door de wijk West die de wijk ook verbinden
met groene elementen buiten de wijk. In die zin zijn het
belangrijke structuren. Inzetten op behoud van het formele
laankarakter, proberen de parkeerdruk niet te verhogen.
G B SV
S CH I E DA M
• 77 •
• 78 •
B OS C H
S LAB B E R S
Onder de stadslanen zijn nog een drietal lanen toegevoegd die niet als zodanig genoemd zijn, namelijk de verbindingen met Vlaardingen, de Brederoweg, de Laan van
Bol Es en de Hargalaan. Dit zijn stuk voor stuk belangrijke
verbindingen op bovenlokaal niveau. Deze wegen hebben
brede bermen en vaak ook al een stevige boombeplanting.
Dit kan verder versterkt worden.
Groen en
landschap
De stadlanen zijn de formele lanen in het gebied, eerste orde duurzame bomen, zie ook boomstructuurplan.
Ecologie
De kronen geven begeleiding voor vleermuizen, toepassen van ecologische bermen.
Water
Waar water in het gebied aanwezig is, zoveel mogelijk zichtbaar maken. Kruisingen met water als bruggen
vormgeven.
Infrastructuur
Probeer ruime profielen te maken, zodat de bomen en bermen ook echt kans krijgen.
Fietspaden
Vrijliggende fietspaden zijn gekoppeld aan deze structuren.
Recreatieve
verbindingen
Aansluitingen op belangrijke recreatieve verbindingen zichtbaar maken.
G B SV
S CH I E DA M
• 79 •
• 80 •
B OS C H
S LAB B E R S
6.7 GROENBLAUWE VERBINDINGEN
Op een lager schaalniveau spelen een aantal structuurlijnen een belangrijke rol in het groenblauwe netwerk. Op
kaart zijn aangegeven om welke structuren het gaat, hier
volgt een korte beschrijving:
•• Schiedamseweg => historische verbinding met de
binnenstad, inzetten op het historisch karakter en onderzoeken hoe de overgang met de Nieuwe Damlaan
verder vormgegeven kan worden.
•• Jozef Oreliosingel/ Hargasingel => dit is in potentie
een belangrijke verbinding van Vlaardingen naar het
Beatrixpark. Hier vooral inzetten op een doorgaande
padenstructuur met sterke ecologische bermen en oevers. Deze verbinding mag een meer landelijke sfeer
ademen (natuurlijker).
•• Atalantahof/ Goteborg => dit is het centrale parkzone
door de wijk met diverse functies. Hier zou vooral ingezet moeten worden op een meer continu beeld tussen
Midden Delfland en Kethel. Specifiek aandachtspunt
zijn de parkeerplaatsen die als “proppen” in de structuur liggen.
•• Parkweg => is voor het stadslandschap een belangrijke route, wordt als zodanig beschreven in paragraaf
6.5.
•• Stadhouderslaan => is een prachtige singel in een formele wijk. Inzetten op behoud van het beeld.
•• De Snelliussingel/ Buys Ballotsingel => in potentie
mooie doorgaande structuur. Inzetten op het versterken van de continuïteit van de structuur, ruimtelijke
obstakels verwijderen en de parkeerdruk proberen te
verlagen.
G B SV
S CH I E DA M
• 81 •
• 82 •
B OS C H
S LAB B E R S
••
••
••
Burgemeester Honnelager Gretelaan => dit is een
groenblauwe structuur die zeer wisselt in beeld. De
enige constante is bebouwing dichterbij of verder weg.
Deze structuur is één van de dwarsverbindingen op de
doorgaande Parkweg, Nieuwe Damlaan en de Vlaardingerdijk. Inzetten op versterking van de bestaande
groenstructuur en onderzoeken of het trottoir meer een
wandelpad kan worden, eventueel los leggen van de
weg/ parkeerstrook.
Verbinding Landvreugd/ Park A4/Driemaasstede/
Faassenplein/ Nijhoffplein => nu zijn dit verschillende
groenstructuren die niet aan elkaar gekoppeld zijn. Met
de ontwikkeling van het park op de A4 is dit in potentie
een verbinding tussen Vlaardingen (sportpark A4) en
Harreweg. Inzetten op het ontwikkelen van een doorgaande route voor wandel- en wellicht fietsverkeer.
Daarnaast inzetten op een natuurvriendelijke oevers.
Professor Kamerlingh Onneslaan/ Lorentzlaan => laan
van moerascypressen die een verbinding vormt tussen
••
het station en Rotterdam. Inzetten op versterking van
intergemeentelijke verbinding.
Schieroute: station/Schieveste - A20 – De Brauwweg => groenblauwe ecologische verbinding langs
de Schie. Inzetten op een doorgaand wandelpad langs
het water met natuurvriendelijke oevers (vispaai- en
rustplaatsen).
Groen en
landschap
Per verbinding een specifiek groenbeeld.
Ecologie
Deze verbindingen zijn belangrijk om flora en fauna migratie mogelijkheden te geven tussen wijken en
grote groengebieden. Deze verbindingen brengen de natuur dichtbij huis.
Water
Per verbinding een specifiek waterbeeld, waar mogelijk water inzetten als ruimtelijk verbindend middel.
Infrastructuur
Veel doorgaande structuren van dit niveau kruisen grote wegen, hier voorzien in goede oversteek mogelijkheden voor mens en evt aanbrengen van fauna passeervoorzieningen.
Fietspaden
Indien mogelijk fietsroute koppelen aan deze structuren, in ieder geval goede doorgaande voetpadvoorziening. Bij ruimtegebrek zou ook gekozen kunnen worden voor een combinatiepad (voetspad).
Recreatieve
verbindingen
Aansluitingen op belangrijke recreatieve verbindingen zichtbaar maken.
G B SV
S CH I E DA M
• 83 •
• 84 •
B OS C H
S LAB B E R S
6.8PARELS
De gemeente Schiedam heeft een aantal groengebieden
die als echte parels te duiden zijn, zowel cultuurhistorisch
als ecologisch. Voorbeelden van cultuurhistorische parels zijn de Plantage, het Julianapark, het oude kerkhof in
het centrum en de oude Rooms-katholiek begraafplaats.
Naast deze bestaande parels zijn er een nog een aantal
plekken die hieraan toegevoegd zouden kunnen worden,
de Heemtuin in het Beatrixpark, de ruïne van huis te Riviere, boerderij Landvreugd, begraafplaats Beukenhof en de
Babbersmolen met poldertje. De Heemtuin en Kethel zijn
voorbeelden van een ecologische parel. Het groenblauwstructuurplan schrijft voor deze plekken te koesteren en te
behouden voor de volgende generatie.
De meeste parels liggen er in de huidige situatie redelijk bij
en worden goed onderhouden. Voor sommige (potentiele)
parels zijn exta investeringen nodig om ze daadwerkelijk als
parel te waarderen. Met name de Rooms-katholieke begraafplaats en huis te Riviere kunnen een inhaalslag qua
beheer krijgen.
Groen en
landschap
Per parel een eigen specifiek beeld, hier speelt het oorspronkelijke ontwerp en het historische beeld en/of
de ecologische potentie een belangrijke rol.
Ecologie
Specifieke mogelijkheden benutten per plek.
Water
Per parel een eigen specifiek beeld, hier speelt het oorspronkelijke ontwerp en het historische beeld een
belangrijke rol.
Fietspaden
Indien mogelijk fietsroute koppelen aan deze parels, zodat ze voor een groter publiek bereikbaar zijn. Tevens voorzien in een goede stalling voor de fiets.
Recreatieve
verbindingen
Aansluitingen op belangrijke recreatieve verbindingen zichtbaar maken.
G B SV
S CH I E DA M
• 85 •
• 86 •
B OS C H
S LAB B E R S
6.9 ECOLOGIE
De negende laag geeft het onderliggende ecologische systeem weer. De stad is een ecologische uitwisselingsbron
met het buitengebied; soorten trekken vooral vanuit de
stad het buitengebied in, niet perse andersom.
Er zijn een vijftal grove ecologische gebiedstypen te onderscheiden; weide-, water-, stad- en boslandschappen plus
de bedrijven-/industrieterreinen. Daarbij zijn te onderscheiden aggregatieniveaus: buurtniveau, locaal, regionaal, nationaal en globaal. Trekvogels of trekvlinders kunnen bijvoorbeeld een globaal aggregatieniveau hebben. Voor de
toekomst is met name de uitwisseling tussen de eigen gebiedstypen van belang. Voor alle typen kan de ecologische
kwaliteit en diversiteit versterkt worden. Hierbij dient het
uitgangspunt te zijn dat de stedelijke ecologie beleefbaar
dient te zijn voor de stedeling.
De Poldervaart vormt een belangrijke ecologische schakel
tussen stad, bos en weide typen. Op de westoever heeft
deze natuurvriendelijke oevers, op de oostoever cultuurlijke
oevers. Ingezet moet worden om knelpunten in de doorgaande structuur van de Poldervaart op te lossen (bijvoorbeeld kruispunt A20-Poldervaart).
Voor het type water is van belang dat vismigratie wordt
gestimuleerd tussen Nieuwe Maas en Schie/Poldervaart
doormiddel van vispassages bij bijvoorbeeld sluizen,
schuilplekken achter steigers en in natuurlijke oevers. Met
name de oevers ten noorden van het centrum kunnen na-
tuurvriendelijker worden ingericht. Binnen de stenige kades van het centrum en de haven kunnen achter steigers
rustplekken ingericht worden.
Voor het stadstype is van belang dat diens groengebieden
aangesloten zijn met de grotere ecologische structuur van
de stad, via watergangen, groenstroken en/of lanen. De
stadstuinen vervullen daarnaast ook een belangrijke rol in
het ecologisch systeem (voor bijvoorbeeld insecten en vogels). Er kan, zeker in de vooroorlogse wijken, meer ingezet
worden op het aanleggen van groene (gevel-)tuinen.
Voor het bedrijven-/industrieterrein type is de ecologische
kwaliteit en ontwikkeling beperkt. Wel kunnen deze gebieden versterkt worden en passeerbaarder worden door
meer wegbegeleidende beplanting en groene daken toe
te passen.
Er zijn een tweetal ecologische parels te onderscheiden
in de stad, de Heemtuin en Kethel. Behoud en versterking
van deze parels met de daarbij horende bestaande natuureducatieve functies is gewenst.
Het is wenselijk om bij de verdere uitwerking per gebied
en in de communicatie daarover steeds een ambassadeur
voor flora/fauna en voor de mens te benoemen. Als voorbeeld van ambassadeurs kan voor het Beatrixpark gelden
de groene specht en de picknickende recreant.
Groen en
landschap
Ecologische ontwikkeling gebruiken om groenbeeld te versterken door bijvoorbeeld het deels inzaaien
van weides met bloemrijke mengsels en ontwikkelen van natuurvriendelijke oevers.
Ecologie
Uitwisseling tussen gebiedstypen verder versterken. Daarnaast aansluitingen versterken van ecologische
verbindingen op de grote ecologische verbindingen naar Midden-Delfland/Nieuwe Maas toe.
Water
Ecologische potentie van water versterken middels ontwikkelen vispaaiplaatsen, (tijdelijke)boezemlandjes
en natuurvriendelijke oevers. Uitwisseling Nieuwe Maas en Midden-Delfland versterken -> vispasseerbaarheid verbeteren.
Indien mogelijk fietsroute koppelen aan deze structuren, in ieder geval goede doorgaande voetpadvoorziening -> versterk beleefbaarheid van stedelijke ecologie.
Fietspaden
Recreatieve
verbindingen
Kruisingen van recreatieve structuren met ecologisch structuren bieden kansen voor ecologie educatie. ->
versterk beleefbaarheid van stedelijke ecologie.
G B SV
S CH I E DA M
• 87 •
• 88 •
B OS C H
S LAB B E R S
6.10 WATER
De tiende laag geeft het watersysteem weer met daarin de
gewenste ontwikkelingen. De voor de groenblauwe structuurvisie relevante wateropgaven zijn per wijk verschillend.
De kaart laat zien dat voor veel delen van Schiedam het
areaal oppervlaktewater vergroot dient te worden. Hoe dit
in de vorm gegeven wordt is afhankelijk van de wijk.
Er wordt tevens veel ingezet op het versterken van de ecologische kwaliteit van de wateroevers zoals bij het Hargaterrein en Thurlede. Dit gaat gepaard met de verbetering
van de waterkwaliteit in die gebieden. Bij de Schie (buiten
het centrum,de Poldervaart, de Poldervaart Wetering en
enkele singels wordt ook ingezet op meer natuurvriendelijke oevers met vispaaiplaatsen.
Het centrum gebied blijft harde oevers houden en er wordt
ingezet op een meer recreatieve functie met bijvoorbeeld
rondvaartboten en kano’s (met bijbehorende aanlegplaatsen).
De Poldervaart heeft een recreatieve en ecologische verbindingsfunctiemet natuurvriendelijke oevers met ecologische verbindingen naar Midden-Delfland en de aanliggende groengebieden.
Aan de rvierzijde wordt ingezet op een beleefbare en bereikbare rivier.
Groen en
landschap
Waterstructuur gebruiken voor versterken ecologische en recreatieve verbindingen. Groene uitstraling van
water versterken middels meer natuurvriendelijke oevers.
Ecologie
Ecologische kwaliteiten versterken door inzet voor schoner water en meer natuurvriendelijke oevers. Daarnaast aansluitingen versterken van ecologische verbindingen op de grote ecologische verbindingen naar
Midden-Delfland/Nieuwe Maas toe.
Ecologische en recreatieve potentie van water versterken. Waterkwaliteit verbeteren en areaal wateroppervlakte vergroten (berging). Uitwisseling Nieuwe Maas en Midden-Delfland versterken -> vispasseerbaarheid verbeteren.
Water
Fietspaden
Recreatieve
verbindingen
Indien mogelijk fietsroute koppelen aan deze structuren, in ieder geval goede doorgaande voetpadvoorziening -> versterk beleefbaarheid van stedelijk water.
Recreatieve verbindingen koppelen aan grotere waterstructuren -> met name (voormalige)boezemwater
en rivier beleefbaar maken
G B SV
S CH I E DA M
• 89 •
• 90 •
B OS C H
S LAB B E R S
6.12 GROENBLAUWE STRUCTUURVISIE
Rivierfront
De gelaagde stad
De Groene Stad
Maasboulevard; clumps, solitaire bomen, gras en bloemrijke
weides.
Park: Bos, struweel, gras en
water.
Maasbos; bos met water afgewisseld met open weides/
grasbanen.
Sportvelden
Maasmoeras; riviernatuur met
riet en laagopgaande beplanting.
Stadslandbouw/
volkstuinen
Herkenbare dijk; bloemrijke bermen/bomen
Bebouwingsontwikkeling met
sterke relatie omliggend park
Balkons op het water.
Vormen van nieuwe
bebouwingslocaties
Tijdelijke groene invulling (b.v. op
bouwlocaties)
Thurlede; Voor deze locatie worden voorlopig
(ten minste tot de eerste evaluatie van de
woonvisie) geen plannen ontwikkeld en wordt
naar alternatieven gezocht.
Water
Ecologie
Groene parels
Begraafplaats
Cultuurhistorisch landschap
Groenblauwe
verbindingen
Overig
Veenweide gebied; weides en
sloten.
Stadslanen
Poldervaart; Doorgaande structuur met recreatieve verbinding
en ecologische oever.
Groenblauwe verbinding; lijnstructuur met
groene, blauwe, cultuurhistorische, ecologische en/of recreatieve waarde
Park A4
Belangrijke fiets/wandel
verbindingen
Tribune/balkon op het landschap.
Groenblauwe parel
Schie met (tijdelijke) ecologische
ontwikkeling langs oevers.
Cultuurpark (tevens
groenblauwe parel)
Schie in het centrum;
begeleidende bomenrijen langs
harde kades.
Groene daken op
bedrijventerreinen
Stadslanen
De Groene Stad
Ambitie
Cultuurhistorisch
landschap
Sterk rivierfront
Verruimen/versterken groene en
ecologische verbinding Poldervaart – Vijfsluizen
Verruimen/versterken groene, recreatieve
en ecologische verbinding tussen Groene stad noord en zuid van A20
Verruimen/versterken groene en ecologische verbinding tussen nieuwe bouwgebieden Harga/Kethel en Poldervaart
Stedelijke weefsel
Versterken fiets- en
voetverbindingen door/naar
groen
Versterken relatie van groen en
water (Wilhelminahaven)
Ondergrond
G B SV
S CH I E DA M
• 91 •
Wijk en buurtniveau:
Participatiegraad
Grote groengebieden en structuurlijnen:
Regie gemeente
Visie
• 92 •
B OS C H
S LAB B E R S
7
UITVOERINGSPROGRAMMA
Het uitvoeringsprogramma is beschreven aan de hand van
een onderscheid in schaalniveaus. Dit bepaalt in sterke
mate wie de actoren zijn en wat bijvoorbeeld de participatiegraad is. Daarnaast zijn er enkele aanbevelingen gedaan
voor verdere borging van de visie.
7.1 ONDERSCHEID IN SCHAALNIVEAU
1. Structuurbepalend groen/blauw is in de regie van de
gemeente Schiedam. De groenblauwestructuurvisie
geeft deze weer.
2. Het wijkgroen (het groen in de wijken zelf niet behorende bij structuurbepalend groen en blauw) kent een
hogere participatie graad.
niveau groenstructuur
regie gemeente/
participatiegraad
buurt
wijk
structuurlijnen
parken/ grote
groengebieden
7.1.1STRUCTUURBEPALEND GROEN/BLAUW
Voor hetuitvoeringsprogramma zijn er vier sporen om projecten, acties en aanbevelingen vanuit de visie te realiseren
en in de organisatie van Schiedam te borgen:
a) Aanhaken bijlopende zaken.
b) Agenderen en opnemen in de uitvoeringsagenda.
c) Wijzigen van bestemmingsplannen.
d) Benoemen als speerpunt en apart traject opstarten.
a) Aanhaken bij lopende zaken
Voor een aantal aanbevelingen vanuit de visie is dit van
toepassing. Hier volgen de projecten waar kansen liggen
voor aanhaken:
•• Project onder de A20 door. In dit project wordt de oude
loop van de Schiedamseweg met de verlegging van de
brug (oude Blauwe brug) gerealiseerd. Verder wordt in
dit plan extra waterberging gerealiseerd, ecologische
waarde toegevoegd en komt er een kunstuiting met
verlichting. Dit genereert nog niet het beoogde eindbeeld vanuit de visie, maar is een eerste stap in de
goede richting.
•• Beatrixpark als onderdeel van de Groene Stad. In het
uitvoeringsprogramma rond het Beatrixpark wordt voorzien in meer en betere ontsluitingen voor het Beatrixpark. Dat is een van de aanbevelingen in de visie.
•• Annex aan de Groene Stad worden op diverse plekken
woningen gerealiseerd. Deze ontwikkelingen kunnen
een positieve uitstraling op hun omgeving hebben en
groen, water, ecologie en recreatie mee ontwikkelen.
Zo kan het gebied tussen Poldervaart en ontwikkeling
meteen heringericht worden volgens de aanbevelingen
van de visie.
•• Langs de hele Poldervaart is een regionaal fietspad in
voorbereiding met een subsidie vanuit de regio.
•• De ontwikkeling van Decathlon brengt een vraag voor
waterberging met zich mee. Dit water kan gebruikt
worden als structurerend element bij de ontwikkelingen. Ook de voorruimte en inrichting van het terrein
kan de laanfunctie van de Hargalaan versterken.
G B SV
S CH I E DA M
• 93 •
••
••
••
Mogelijke ontwikkelingen rond het slibdepot in het bedrijventerrein Wilhelminahaven. Hier kan onderzocht
worden of de ontsluiting voor recreatief medegebruik
en groenstructuren een onderdeel kunnen worden van
de mogelijke planinitiatieven. Hier kan met nadruk gewezen worden op de wederzijdse voordelen (bekendheid en positieve spinoff).
Diverse herontwikkelingen in het stedelijk weefsel.
Uitvoering van de stadslanen, dit is een continuering
van het bomenstructuurplan.
b) Agenderen en opnemen in de uitvoeringsagenda
De meeste delen van Schiedam worden elke 20 jaar heringericht. De financiële middelen worden gereserveerd in
de begroting van de gemeente Schiedam, als één van de
kerntaken van de gemeente.
Voor een aantal delen van de stad zijn in de afgelopen jaren visies voor de inrichting van de openbare ruimte opgesteld. Het is de bedoeling dat in de komende tijd voor meer
gebieden in Schiedam op deze manier visies ontwikkeld
worden. In deze visies worden op basis van stedelijk beleidsuitgangspunten over kwaliteit, beheerbaarheid, investeringsniveau, verkeer, en dergelijke hoofdlijnen voor het
ontwerp (eventueel met principeprofielen en -oplossingen)
vastgelegd. Deze groenblauwe structuurvisie wordt een integraal onderdeel van de beleidsuitgangspunten. Een vastgestelde en met de buurt afgestemde visie op de inrichting
van de openbare ruimte is een goede basis voor een scope
kaart per projectgebied.
De projectleider van de herinrichting krijgt deze scopekaart
en moet die verwezenlijken in het maaiveld. Op deze wijze
wordt de groenblauwe structuurvisie opgenomen in dergelijke scopekaarten. Zo wordt de visie de komende 20 jaar
als “vanzelf” voor een groot deel tot uitvoering gebracht.
Aandachtspunt hierbij zijn de blauwgroene verbindingen.
Deze vallen nogal eens in meerdere delen uiteen, zeker
straks bij de realisatiefase. Deze verbindingen moeten dus
“hard” opgenomen worden in de scopekaarten, anders
zullen ze niet snel gerealiseerd worden.
• 94 •
B OS C H
S LAB B E R S
c) Wijzigen van bestemmingsplannen
Omdat deze groenblauwe visie een structuurvisie is in de
zin van de Wro, is het van belang om daar waar een project
afwijkt van het bestemmingsplan, een nieuw bestemmingsplan op te stellen of een afwijkingsprocedure te volgen.
Voor 90% (wellicht nog meer) valt de visie echter in de
vigerende bestemming. .
d) Benoemen als speerpunt en apart traject opstarten
Voorstellen uit de visie vallen niet onder het reguliere onderhoudsprogramma en komen niet in aanmerking voor
het uitvoeringsprogramma. Het zijn vaak ook geen projecten die in bestaande plannen kunnen meeliften, maar de
voorstellen zijn wel aantrekkelijk en kansrijk! Deze projecten kunnen benoemd worden en als een apart traject in de
organisatie landen. Voorbeeld is de hoek bij het zwembad.
Hier wordt een getijde landschap met een bijzondere functie (bijvoorbeeld een buitenzwembad) voorgesteld. Dergelijke projecten kunnen wellicht in samenhang met het huidige zwembad beschouwd worden.
PM: Tabel maken met alle projecten uit de visie, en daarin
aangeven welk spoor valide is voor welk project.
7.1.2 WIJKGROEN, OPMAAT TOT PARTICIPATIE
Voor de wijken, buurten en braakliggende terreinen is een
hogere participatiegraad heel wel denkbaar. Daarnaast zal
op het schaalniveau van de wijk en de buurt enorme winst
gemaakt kunnen worden voor maatregelen ter bevordering
van de duurzaamheid. Per wijk zal dit sterk verschillen, de
historische binnenstad heeft bijvoorbeeld niet veel groen
in en rondom de woningen, terwijl in Nieuwland er ruimte
zat voor handen is. In het onderstaande schema zijn een
aantal bouwstenen opgenomen die de leefbaarheid in de
wijken en buurten vergroten, hierbij worden de volgende
aspecten bezien:
•• Zichtbaar verblauwen van de wijk door afkoppelen van
schoon regenwater, aanleggen van wadi’s en het toevoegen van meer open water in de wijk/ buurt.
WIJK
Centrum
Oost
Zuid
West
Nieuwland
Groenoord
Kethel
Woudhoek
Spaland/
Sveaparken
Bedrijven/industrie/haven
-mate van participatie
BOUWSTEEN
+
stadslandbouw
zichtbaar vergroenen/minder
verharding particuliere kavels
uitgeven restgroen
groene gevels
groene daken
kwaliteitsverbetering groen
zichtbaar verblauwen
waterplein
waterpark
groen parkeren
waterberging in bermen
groene bermen en verkeerslijnen
natuurvriendelijke oevers
straatbomen
koppelen groene met blauwe
structuren
gescheiden rioolstelsel
Tabel met toe te
passen bouwstenen
per wijk.
••
••
••
Koppelen van groene en blauwe structuren aan ecologische structuren om zo groene corridors te creëren in
het stedelijk weefsel, met goede migratievoorzieningen
(ook voor vissen).
Het zichtbaar vergroenen door verharding om te zetten
in groen (kwantitatief), en monotoon gras of andere vegetatie om te zetten in boeiend groen of gebruiksgroen
(kwalitatief) (van geveltuin, tot het omzetten van grasvelden tot plukweides).
Het toepassen van stadslandbouw op diverse schaalniveaus (wel collectief).
••
••
••
••
••
••
Het toepassen van groene gevels.
Het toepassen van groene daken.
Het uitgeven van rest- en snippergroen aan bewoners.
Op zoek naar identiteitsvol groen, passend bij Schiedam.
Onderzoek naar energie winning door kassen, zonnecellen, kleine windcollectoren.
Nemen van diverse andere klimaat adaptieve maatregelen.
G B SV
S CH I E DA M
• 95 •
7.1.3 TOEPASSING STRUCTUURVISIE
De groenblauwe structuurvisie werkt door naar bestemmingsplannen. Omdat deze bestemmingsplannen juridisch bindend zijn spelen zij een belangrijke rol bij het
behoud van deze waardevolle structuur voor de gemeente
Schiedam.
In de praktijk komen echter ook aanvragen voor die in de
groenblauwe structuur functies of bebouwing willen toevoegen. Wettelijk gezien is de gemeente verplicht om dan
een afwijking van het bestemmingsplan te overwegen. De
hoofdlijn zal dan zijn om geen medewerking te verlenen aan
het initiatief. In de visie is immers niet voor niets beschreven waarom deze groenblauwe structuur nu juist zo van
belang is voor Schiedam. Bovendien hebben Schiedammers aangegeven de stad niet groen te vinden maar deze
groene uitstraling wel belangrijk vinden. Akkoord gaan met
een aantasting is daarom niet voor de hand liggend.
Er zijn echter uitzonderingen mogelijk indien zij de gebruiks- en belevingswaarde van de groenblauwe structuur
versterken. Dat kan zijn vanuit het oogpunt van recreatie,
educatie of anderszins. Ook hier geldt dat voorzichtigheid
geboden is en dat de landschappelijke inpassing zorgvuldig plaats moet vinden. In de bestemmingsplannen zal hier,
door middel van een afwijkingsmogelijkheid, rekening mee
worden gehouden.
Deze visie biedt geen mogelijkheden om verstedelijking
of ruimtelijk beslag als gevolg van verstedelijking (bijvoorbeeld parkeerplaatsen) toe te laten binnen de groenblauwe
structuur. Mocht dit al wenselijk zijn vanuit het algemeen
belang dan is hier een integrale afweging noodzakelijk
tussen verschillende beleidsvelden. Mocht in een dergelijke belangenafweging de groenblauwe structuur aan het
kortste eind trekken dan wordt vanuit deze structuurvisie
aangedrongen op compensatie van de aan te tasten groen
blauwe structuur. Het college is bevoegd om nadere regels te stellen voor een dergelijke compensatieregeling.
• 96 •
B OS C H
S LAB B E R S
De compensatie kan zowel kwantitatief als kwalitatief worden vormgegeven.
7.1.4 COMMUNICATIE
Communicatie over de groenblauwe structuurvisie is onderdeel van de verdere uitwerking.
Het gaat over participatie zoals hiervoor genoemd. Onderdeel is ook het uitdragen van de groenblauwe visie, en
concrete acties en activiteiten. Dan gaat het over de promotie van de recreatieve activiteiten, zoals wandelen en
fietsen, maar ook bijv. natuureducatie en natuurbeleving,
de evenementen in parken, de voorzieningen in het groen.
In dit kader worden ook 2 ambassadeurs benoemd voor
de onderscheiden groengebieden in de stad, een ambassadeur voor de mens en een ambassadeur voor flora en
fauna.
7.2 AANBEVELINGEN
Ambities
De groenblauwe structuurvisie toent een vijftal ambities op
acht locaties die niet als vanzelfsprekende projecten gezien kunnen worden. Het is gewenst extra energie te steken in het realiseren van deze ambities:
1. Verruimen/versterken groene en ecologische verbinding Poldervaart – Vijfsluizen
2. Verruimen/versterken groene, recreatieve en ecologische
verbinding tussen Groene stad noord en zuid van A20
3. Verruimen/versterken groene en ecologische verbinding
tussen nieuwe bouwgebieden Harga/Kethel en Poldervaart
4. Versterken fiets- en voetverbindingen door/naar groen
5. Versterken relatie van groen en water (Wilhelminahaven)
Pilots
Er zijn gaande het traject een tweetal pilots genoemd
aangaande het vinden van middelen om de groenblauwe
structuur van Schiedam verder te financieren:
•• Door het mooie groen neemt de waarde van de woonplek toe. Deze waardestijging komt via de WOZ waarde
en de erfpacht terug in de gemeentekas. Is het mogelijk om dergelijke waardestijgingen in beeld te brengen
en wat de toegevoegde waarde is voor de gemeentekas. Vervolgens kan onderzocht worden of daarmee
niet meer gebieden de kwaliteit versterkt moet worden.
•• Door meer water af te koppelen wordt er minder water
afgevoerd naar de RWZI van het hoogheemraadschap.
Samen met het Hoogheemraadschap onderzoeken of/
hoe de kostenreducties (met zuiveringswerkzaamheden) geïnvesteerd kunnen worden in het gebied van
Schiedam?
Zorg voor integraal ontwerp
Er wordt dagelijks ingericht en heringericht in de openbare ruimte in Schiedam. Vanuit de gebiedsgerichte aanpak
door beheer worden slimme combinaties gemaakt van projecten en onderwerpen per gebied, Het vervangen van bestrating wordt bijvoorbeeld gekoppeld met noodzakelijke
aanpassingen van de ondergrondse infrastructuur. Door
elk herinrichtingsproject als integrale ontwerpopgave op te
pakken wordt telkens gekeken of er vanuit bijvoorbeeld het
groenblauwe structuurplan nieuwe uitgangspunten zijn te
benoemen voor de herinrichting. Het ontwerpproces voor
de openbare ruimte vormt een goede basis voor communicatie met de buurt en eventuele participatietrajecten.
Commerciële kansen
De primaire verantwoordelijkheid voor de hoofdgroenen blauwstructuur ligt bij de gemeente. Toch zijn er veel
groepen die (commercieel) gebruik maken van de buitenruimten. Zowel maatschappelijke organisaties als ondernemers. Denk hierbij aan hardloopverenigingen, wandelverenigingen, hondenuitlaatservice, BSO, KDV, horeca,
enzovoorts. Het kan voor beide partijen interessant zijn om
te onderzoeken of deze partijen mee willen investeren in
de openbare ruimte die zij ook gebruiken. Misschien hebben zij aanvullende wensen op de basiskwaliteit die de gemeente levert. Zo kan er voor het gebied een plus ontstaan.
Een voorbeeld: een goede speelvoorziening is een goede
plek voor de BSO om gebruik van te maken. Als zij als
wederprestatie voor een investering een beperkte reclame
uiting mogen doen, bereiken zij precies de doelgroep die
voor hun interessant is, namelijk ouders en verzorgers met
kinderen. Ander voorbeeld dat inmiddels operationeel is, is
de inrichting van de rotondes.
G B SV
S CH I E DA M
• 97 •
A
BIJLAGE
I. WATER IN SCHIEDAM
II. REGIONAAL EN LOKAAL BELEID
G B SV
S CH I E DA M
• 99 •
Water brengt leven
Water brengt - letterlijk en figuurlijk - leven in de woon- en werkomgeving. Van schoon, gezond en voldoend
water profiteren bewoners, bedrijven, natuur en recreanten. Reden genoeg om water te integreren binnen d
gemeentegrenzen.
I. WATER IN SCHIEDAM
Water brengt leven
Water brengt - letterlijk en figuurlijk - leven in de woon- en
werkomgeving. Van schoon, gezond en voldoende water
profiteren bewoners, bedrijven, natuur en recreanten. Reden genoeg om water te integreren binnen de gemeentegrenzen.
Schiedam is een divers stedelijk gebied met unieke bijbehorende watersystemen. Deze systemen kennen verschillende “waterissues” (oppervlaktewatertekort, grondwater
teveel, slechte doorstroming, veel verharding, verzakking,
riooloverstorten) op verschillende niveaus (grondwater,
waterkwaliteit, waterkwantiteit). Door de diversiteit van het
gebied en de verschillende issues die er spelen ten aanzien van water, is er niet één pan-klare oplossing te geven.
Per gebied zal naar de beste oplossing gezocht moeten
worden.
Het watertoetsproces
Bij ruimtelijke initiatieven is het watertoetsproces het
wettelijk verplichte instrument om ervoor te zorgen dat
waterhuishoudkundige belangen expliciet en evenwichtig
worden meegewogen. De watertoets wordt ingezet bij
het opstellen van structuurvisies, bestemmingsplannen,
omgevingsvergunningen (met ruimtelijke onderbouwingen)
en planfiguren van de Crisis- en herstelwet. Het is geen
toets achteraf, maar een proces dat initiatiefnemer en
waterbeheerder met elkaar in gesprek brengt in een
zo vroeg mogelijk stadium. De watertoets stimuleert
gemeente (en ontwikkelaar) en waterschap om samen
aan de slag te gaan, met als doel de ruimtelijke functies
optimaal te laten aansluiten bij wat waterhuishoudkundig
mogelijk is. De watertoets beslaat het hele proces van
eerste ideeënontwikkeling tot vast te stellen plan. Het gaat
erom dat ‘water’ expliciet en evenwichtig meeweegt bij
ruimtelijke plannen en besluiten.
Delfland hanteert bij het watertoetsproces drie uitgangspunten:
1. Het stand-still beginsel: ruimtelijke ontwikkelingen veroorzaken geen verslechtering van het watersysteem.
2. De gebiedsgerichte aanpak: op basis van de
locatie-eigenschappen van de ontwikkeling wordt in
• 100 •
B OS C H
S LAB B E R S
Schiedam is een divers stedelijk gebied met unieke bijbehorende watersystemen. Deze systemen kennen
verschillende “waterissues” (oppervlaktewatertekort, grondwater teveel, slechte doorstroming, veel verhardi
verzakking, riooloverstorten) op verschillende niveaus (grondwater, waterkwaliteit, waterkwantiteit). Door de
diversiteit van het gebied en de verschillende issues die er spelen ten aanzien van water, is er niet één pan
oplossing te geven. Per gebied zal naar de beste oplossing gezocht moeten worden.
gezamenlijk overleg gezocht naar de meest optimale
Het watertoetsproces
uitwerking van de wateraspecten.
Bij ruimtelijke initiatieven is het watertoetsproces het wettelijk verplichte instrument om ervoor te zorgen dat
3.
Kansen benutten: bij ruimtelijke ontwikkelingen worden
waterhuishoudkundige belangen expliciet en evenwichtig worden meegewogen. De watertoets wordt ingeze
kansen van
benut
om bestaande
knelpunten op omgevingsvergunningen
te lossen
het opstellen
structuurvisies,
bestemmingsplannen,
(met ruimtelijke
onderbouwingen)
en planfiguren
van de Crisis- en herstelwet. Het is geen toets achteraf, maar een proces d
of het watersysteem
te verbeteren.
initiatiefnemer en waterbeheerder met elkaar in gesprek brengt in een zo vroeg mogelijk stadium. De watert
stimuleert gemeente (en ontwikkelaar) en waterschap om samen aan de slag te gaan, met als doel de ruimt
Meer
functiesinformatie
optimaal te laten aansluiten bij wat waterhuishoudkundig mogelijk is. De watertoets beslaat het hele
proces
van
ideeënontwikkeling
tot vast
te stellen
Informatie eerste
over het
watertoetsproces
is te
vindenplan.
op Het gaat erom dat „water' expliciet en evenwic
meeweegt bij ruimtelijke plannen en besluiten.
http://www.hhdelfland.nl/digitaal-loket/watertoetsportaal/
Delfland hanteert bij het watertoetsproces drie uitgangspunten:
1. Het stand-still beginsel: ruimtelijke ontwikkelingen veroorzaken geen verslechtering van het watersyste
Programma’s
en thema’s
2. De gebiedsgerichte aanpak: op basis van de locatie-eigenschappen van de ontwikkeling wordt in gezam
Natuurlijk
veiligheid
enmeest
het voorkomen
van wateroverlast
overlegzijn
gezocht
naar de
optimale uitwerking
van de wateraspecten.
3. Kansen benutten:
bij ruimtelijke
ontwikkelingen
worden kansen benut om bestaande knelpunten op te l
belangrijke
aandachtspunten
tijdens
het watertoetsproces.
of het watersysteem te verbeteren.
Maar het gaat niet alleen om deze voor de hand liggende
aspecten.
Bij het leveren van input voor en beoordelen
Meer informatie
Informatie
over het watertoetsproces
is te vinden
op http://www.hhdelfland.nl/digitaal-loket/watertoetsportaa
van
ruimtelijke
plannen hanteert
Delfland
een viertal
programma’s
alsthema’s
leidraad. Zie onderstaande tabel.
Programma’s en
Natuurlijk zijn veiligheid en het voorkomen van wateroverlast belangrijke aandachtspunten tijdens het
watertoetsproces. Maar het gaat niet alleen om deze voor de hand liggende aspecten. Bij het leveren van in
voor en beoordelen van ruimtelijke plannen hanteert Delfland een viertal programma‟s als leidraad. Zie
onderstaande tabel.
Programma
Stevige dijken
Voldoende water
Schoon water
Gezuiverd afvalwater
Thema’s
veiligheid, waterkeringen
voorkomen van wateroverlast, grondwater en
voorkomen van (zoet)watertekort, onderhoud en
bagger
watersysteemkwaliteit, ecologie
afvalwaterketen
INFORMATIE WATERSYSTEEM SCHIEDAM
Het watersysteem in Schiedam bestaat uit verschillende
opgevangen, vastgehouden en vertraagd weggepompt
deelgebieden met hun eigen karakteristieken. Vanaf de
naar de boezem.
Nieuwe Waterweg gezien naar het noorden heeft Schiedam;
De grootste opgaven ten aanzien van water liggen in de
•• Buitendijks gebied
polders. Hier zal de komende decennia het meeste moeten
Ten zuiden van de Westfrankenlandsedijk ligt buitengebeuren op het gebied van waterkwantiteit, -kwaliteit en
dijks gebied. Dit gebied wordt niet beschermd door
grondwater. Onderstaand zijn de verschillende polders dan
de primaire waterkering en de neerslag die hier valt
ook apart beschreven. Inclusief de kansen en knelpunten
stroomt rechtstreeks af naar de Nieuwe Waterweg.
t.a.v. water.
•• Boezemland
Het Oude centrum van Schiedam gelegen tussen de
Schiedam west
boezemkanalen bestaat uit boezemland. Het maaiveld
ligt hier hoger dan het boezemwater, waardoor deze
Hoe werkt het watersysteem?
gebieden direct kunnen afwateren naar de boezem.
Een groot deel van de neerslag die in Schiedam West valt
•• Polders komt in het gemengde rioolstelsel terecht. Onder normale
De noordkant van Schiedam bestaat uit een aantal
omstandigheden wordt dit rioolwater naar de afvalwaterpolders, waaronder Schiedam Oost en –West en
zuivering afgevoerd. Dit is onwenselijk omdat hierdoor
de Poldervaartpolder. Deze polders liggen over het
schone neerslag onnodig wordt gezuiverd. Wanneer het
algemeen lager de boezem. Neerslag wordt hier
hard regent wordt het ongezuiverde rioolwater rechtstreeks
Schiedam West
G B SV
S CH I E DA M
• 101 •
Input ‘water’ voor groen-blauwe structuurvisie Schiedam
Onderstaande figuur geeft kansen, knelpunten en oplossingsrichtingen weer voor de belangrijkste aandachtspunten t.a.v. het watersysteem in Schiedam
Knelpunt ondergrond:
Het noorden van de Poldervaartpolder (Kethel) en het gebied
Thurlede hebben een slappe- venige ondergrond. Dit in
combinatie met de aanwezige bodemdaling geeft beperkingen aan
gebruiksfuncties in het gebied.
Oplossingsrichting:
Voor bestaande situaties is er geen eenduidige oplossingsrichting.
Voor toekomstige functies dient het aspect ondergrond
nadrukkelijk te worden meegenomen in de locatiekeuze en
uitwerking van functies.
Kans waterkwaliteit:
De Polderwatering biedt kansen
voor de aanleg van
natuurvriendelijke oevers vanuit de
Kaderrichtlijn Water (KRW).
Knelpunt waterkwaliteit:
In het noorden van de
Poldervaartpolder zijn veel
riooloverstorten aanwezig. Uit de
TEWOR toetsing is naar voren
gekomen dat dit een knelpunt voor de
waterkwaliteit is.
Oplossingsrichting:
Bij de herinrichting van locaties
rekening houden met aanwezigheid
van meerdere riooloverstorten.
Knelpunt waterkwantiteit:
Kleine drooglegging in Bijdorp geeft
risico op wateroverlast in de wijk.
Oplossingsrichting:
Technische maatregelen kunnen
een oplossing bieden.
Knelpunt waterkwaliteit:
Het water uit de singels stroomt af
naar de riolering en bij hevige
neerslag stort de riolering over op
de singels.
Oplossingsrichting:
De vervlechting tussen
oppervlaktewater en riolering
verminderen.
Knelpunt waterkwantiteit:
De oude stedelijke gebieden beschikken
over weinig oppervlaktewater en hebben
weinig ruimte om dit oppervlaktewater uit
te breiden.
Oplossingsrichting:
Het langer vasthouden van neerslag en
het vervolgens vertraagd afvoeren is
kansrijk om deze gebieden toch
klimaatadaptief te maken.
• 102 •
B OS C H
S LAB B E R S
Kans waterkwantiteit:
Het park heeft potentie om meer water te
bufferen door de aanleg van wadi’s,
oppervlaktewater of infiltratiestroken.
naar de Nieuwe Waterweg gepompt. Een klein deel van
de neerslag die in Schiedam West valt komt in de enige
watergang van deze polder uit; de Stadhouderslaansingel.
Wanneer het waterpeil in deze singel te hoog wordt loopt
het water over in het riool.
Knelpunt
•• Door weinig oppervlaktewater en veel verhard oppervlak is de wijk niet voldoende beschermd tegen
verschillende oorzaken van wateroverlast. Grondwateroverlast verzakkingen en water op straat vanuit de
riolering zijn de belangrijkste oorzaken. Een integrale
aanpak is hier noodzakelijk om de wijk in de toekomst
voldoende te beschermen tegen wateroverlast.
•• Waterkwaliteit is matig door sterke interactie tussen riolering en oppervlaktewater en beperkte doorspoeling.
•• Overstort bemaling
Kans
•• Neerslag langer vasthouden in verhard gebied en vertraagd afvoeren naar het oppervlaktewater. Denk aan
het bufferen van water op daken, in gebouwen en onder parkeerplaatsen.
•• Vervlechting tussen riolering en oppervlaktewater verminderen.
Schiedam Oost
Hoe werkt het watersysteem?
Ook in Schiedam Oost komt het overgrote deel van de
neerslag terecht in het riool. Ook vanuit deze polder
gaat neerslag onder normale omstandigheden naar de
rioolwaterzuivering en wordt het bij hevige neerslag direct
uitgemalen op de Nieuwe Waterweg. Schiedam Oost
Schiedam Oost
G B SV
S CH I E DA M
• 103 •
Poldervaartpolder
• 104 •
B OS C H
S LAB B E R S
beschikt daarnaast over een aantal watergangen, die via
lange duikers met elkaar zijn verbonden. Het water wordt
aan de westzijde vanuit de Schie ingelaten en stroomt via
de watergangen naar een riooloverstort waar het uiteindelijk
in verdwijnt.
hoger dan de polder ligt. Kwalitatief gezien speelt ook in de
Poldervaartpolder het riool een grote invloed. Flinke delen
van de Poldervaartpolder beschikken over een gemengd
rioolstelsel, dat bij hevige neerslag overstort op het oppervlaktewater.
Knelpunt
•• Door weinig oppervlaktewater en veel verhard oppervlak is de wijk niet voldoende beschermd tegen
verschillende oorzaken van wateroverlast. Grondwateroverlast verzakkingen en water op straat vanuit de
riolering zijn de belangrijkste oorzaken. Een integrale
aanpak is hier noodzakelijk om de wijk in de toekomst
voldoende te beschermen tegen wateroverlast.
•• Waterafvoer gaat via gemengde riolering
•• Waterkwaliteit is matig door sterke interactie tussen
riolering en oppervlaktewater.
Knelpunten
•• De wijk Bijdorp heeft een te kleine drooglegging (verschil tussen maaiveld en waterpeil)
•• Het noorden van de Poldervaartpolder heeft een slappe ondergrond. Zonder maatregelen zakken stedelijke
functies hier letterlijk richting het (grond)waterpeil.
•• In een aantal peilvakken is een tekort aan waterberging.
Kans
•• Onderzoek koppeling met oppervlaktewatersysteem
polder Oud-Mathenesse.
•• Neerslag langer vasthouden in verhard gebied en vertraagd afvoeren naar het oppervlaktewater. Denk aan
het bufferen van water op daken, in gebouwen en onder parkeerplaatsen.
Poldervaartpolder
Hoe werkt het watersysteem ?
Ten opzichte van de polders Schiedam Oost en West
werkt de Poldervaartpolder als een échte polder. De neerslag die er valt komt voor een groot deel in sloten terecht
en gaat via een stelsel van sloten en duikers naar het gemaal, waarmee het naar de boezem wordt verpompt. De
polder bestaat uit verschillende peilvakken met een waterpeil zo tussen de 2 en 3 meter onder NAP. Een vreemde
eend in de bijt is de Poldervaart; een oude boezemtak die
Kans
•• Afkoppelen riolering in delen van Nieuwland en
Schiedam Noord.
•• Realiseren extra oppervlaktewater (waar nodig)
•• Bebouwing aanpassen aan eigenschappen van het
gebied (irt slappen bodem, noorden Poldervaartpolder).
Het boezemgebied
Kwantitatief gezien is de boezem in Schiedam op orde.
Dit betekent dat de boezemkanalen voldoende capaciteit
hebben om ook bij extreme neerslag het water af te kunnen
voeren richting de Nieuwe Waterweg. Dit is mooi!
Kwalitatief gezien kan de boezem nog wel verbeteren.
Zowel chemisch als ecologisch is het nodig om de
waterkwaliteit te verbeteren. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld
natuurvriendelijke oevers worden aangelegd. Zo biedt de
Polderwatering hier goede kansen voor. Daarnaast kan het
aantal riooloverstorten terug worden gebracht om hierdoor
te voorkomen dat ongezuiverd rioolwater op de boezem
wordt geloosd.
G B SV
S CH I E DA M
• 105 •
II. REGIONAAL EN LOKAAL BELEID
REGIONAAL BELEID
LOP MIDDEN-DELFLAND
Beschrijving kwaliteit en ontwikkelingsrichting van het buitengebied van Midden-Delfland welke verder uitgewerkt
zijn op polderniveau. Voor Schiedam zijn de Noord-Kethel
polder en Oost-abtspolder relevant. Hierin wordt aandacht
gevraagd voor:
•• stadsranden;
•• recreatieve Poldervaart;
•• stad-land verbindingen;
•• versterking cultuurhistorische lijnen
•• ontwikkelen poorten Midden-Delfrand
GEBIEDSPROFIEL MIDDEN-DELFLAND
•• Beschrijving karakteristieken, uitgangspunten, kwaliteiten en ambities van het open agrarische landschap van
Midden-Delfland
•• Biedt uitgangspunten voor stadsranden, stad-landverbindingen, historische structuren en elementen, waterstructuur en recreatieve structuren.
Belangrijkste uitgangspunten
•• Versterken van stad-land verbindingen (o.a. van waterwegen)
•• Behoud contrast tussen boezem en polder (hoogteverschil)
•• Bereikbaarheid van de oevers (boezem en plassen)
•• Versterk ecologische kwaliteit
•• Behoud karakteristiek verkavelingspatroon
•• Verbeteren waterkwaliteit
•• Groen en waterstructuur als onderdeel van het stadsontwerp bij nieuwe ontwikkelingen
• 106 •
B OS C H
S LAB B E R S
LOP MIdden Delfland
LOP MIdden Delfland
••
••
••
••
••
••
••
Gebiedsprofiel Midden-Delfland
Gebiedsprofiel Midden-Delfland
Bij ontwikkeling stedelijke groen aansluiting zoeken
met polderlandschap
Verbeter overgangskwaliteit stadsrand afhankelijk van
type rand.
Gebruik van streekeigen beplanting passend bij Midden-Delfland.
Linten onderscheidende bebouwingsvorm
Behoud/versterk zicht op omliggend landschap
Verbeter kwaliteit en samenhang tussen binnen- en
buitenstedelijk groen middels recreatiegebieden (p97)
Versterken visuele relatie tussen stad, stedelijk groen
en achterliggend polderland.
Poldervaart
•• Herstel/behoud van waterkundige huishouding, bevaarbaarheid
•• Relatie tussen poldervaart en omliggende bebouwing.
•• Versterken doorgaande fietsverbinding/stad-land verbinding over de kades
G B SV
S CH I E DA M
• 107 •
LOKAAL BELEID
GROENBLAUWSTRUCTUURPLAN 1995
Onderscheid groenstructuur:
•• Linten: boslinten, weidelinten, natte linten, droge linten,
zandlinten, parklinten, langzaam verkeersroutes, laanbeplanting
•• Stadsranden
•• Plekken: Stadsparken, begraafplaatsen, pleinen, hofjes/stadstuinen, uitzichtpunten, educatieve objecten,
clusterbebouwing in het groen
•• Gebieden: binnenstad, oude dorpskernen, vooroorlogse wijken, naoorlogse wijken, werkgebieden, grootschalige groengebieden
STADSVISIE 2030
Mooie, schone en veilige openbare ruimte:
•• Klimaatbestendige groen en milieuvriendelijke waterstad
•• Water dient als waterberging, openbaar vervoer en recreatie.
•• Schie als herkenbare vaarroute
•• Aantrekkelijk en veilig ingericht Beatrixpark (evt. bovenlokale functie)
Groene ruimtelijke opgave:
•• Ontwikkelen Schieveste
•• Versterken groene longen; poldervaart/Beatrixpark,
herinrichting Polderwetering, Harreweg/park Kethel.
Recreatieve ruimtelijke opgave:
•• Uitbouwen huidige recreatieve knopen; waterpoort
Schie, opwaardering Beatrixpark/Thurlede, park dorp
Kethel als poort met Midden-Delfland, versterken
stad-land relatie met Midden-Delfland, Schieveste,
wellnesscluster rondom bad Groenoord.
Kwaliteitsverbetering stadsstructuur:
•• verbetering inrichting en beheer van de OR
•• verbetering milieukwaliteit
• 108 •
B OS C H
S LAB B E R S
Groenblauwstructuurplan 1995
Stadsvisie 2030
VISIE OPENBARE RUIMTE SCHIEDAM 2009,
STRUCTUUR OP STADSNIVEAU
Drietal structuren onderscheiden:
•• structuurlijnen; landschappelijke structuur, stedelijke
structuur, bovenlokale structuur.
•• structuurgebieden; centrum, vooroorlogse wijk, naoorlogse wijk, buitendijks gebied, bedrijventerreinen,
parken, functionele groen ruimtes, agrarisch recreatief
gebied.
•• bijzondere plekken; pleinen, molens, entrees, de sluis
Schie-Nieuwe Maas, koemarkt.
(Groen) structuur aanpassen aan karakteristiek van lijn, gebied of plek.
Visie openbare ruimte
Schiedam in beweging
Drietal lagen:
•• Landschappelijke laag; Nieuwe Maas, Schie, Broersvest, De Vesten, bebouwingslinten, dijken, Poldervaart.
•• Stedelijke laag: tweedelig; deel boven A20 en deel onder A20.
•• Bovenlokale laag: spoorlijnen, metro en snelwegen.
Voorgestelde landschappelijk laag/ aansluiting MiddenDelfland en centrum Schiedam middels:
•• De Harreweg/Schiedamseweg.
•• De Groeneweg/Kerkweg/Jpopelaan, verbonden met
de Parkweg.
•• De Schie en haar oevers.
•• benadrukken/onderscheiden oude dijklopen (Vlaardingerdijk, Rotterdamsedijk, Westfrankelandsdijk/Havendijk) en Maas.
Structuurgebieden, groenstructuur afgestemd op karakteristiekgebied:
•• Monumentaal; oude centrum.
•• Traditioneel: vooroorlogse woonwijk.
•• Modern, ruim en groen: naoorlogse woonwijken.
•• Robuust: buitendijks gebied.
•• Praktisch en sober: bedrijventerrein.
•• Uitbundige groene weelde: parken.
•• Zakelijk groen: overige groengebieden, sportparken en
volkstuinen.
•• Landschap: agrarisch recreatief gebied.
G B SV
S CH I E DA M
• 109 •
SCHIEDAM IN BEWEGING, GEMEENTELIJK ONTWIKKELVISIE SPORTPARKEN EN VRIJVALLENDE LOCATIES
••
••
••
••
••
Ontwikkellocaties; Harga, Bijdorp, Kethel/Thurlede,
Park A4
Poldervaart als structuurdrager, kansen om groene
woonmilieus te ontwikkelen
3 moderne, optimaal gebruikte, multifunctionele en
goed over de stad verspreide bereikbare sportparken.
Ontstaan van een aanzienlijk groene kwaliteitsimpuls
voor de stad
Versterking van de groene structuren en verbindingen
in de stad
DE GROENE LONG, BESTEMMINGSPLAN
•• Belangrijkste groene ruimten bestemd.
•• Conserverend karakter.
•• Onvoldoende flexibiliteit om ontwikkelingen te kunnen
begeleiden.....
•• ...maar wel een hele zekere borging voor de groen/
blauwe ruimtes in de stad!
GROEN SCHIEDAM, OP WEG NAAR EEN ROBUUST, GROEN, RECREATIEF NETWERK
•• Onderzoek naar groen kwaliteit. Kwaliteit en ontwikkelingsrichting per deelgebied beschreven.
•• Kijkt verder dan bestemmingsgrenzen Groene Long.
•• Inzet op kwalitatieve ontwikkeling in plaats van kwantitatieve.
•• Stadsbreed kijken naar recreatieve en stadsecologische waarden -> groeien naar robuust, groen recreatief netwerk.
WATERPLAN 2006-2015
Doel: duurzaam, schoon, heel en veilig watersysteem dmv.
samenwerking van diverse partijen.
Beschrijft:
•• huidige en toekomstige knelpunten van het watersysteem
•• Wensen t.a.v. het water
•• Samenhangende visie; per deelgebied
•• Visie vertaald in streefbeeld
•• Aanzet tot maatregelen
• 110 •
B OS C H
S LAB B E R S
Waterplan 2006-2015
Woonvisie Schiedam 2030
Vier hoofdsporen:
•• Droge voeten; voorkomen overstromingen en wateroverlast
•• Gezond water: verbeteren waterkwaliteit
•• Beleving en gebruik: bijdragen aan een hoogwaardig
woon-, werk- en leefklimaat;
•• Beheer en onderhoud; aangepast beheer en beheervelden afstemmen
••
••
••
Vervolg herstructuringsplekken.
Woonservice gebieden.
Vormen nieuwe woonlocaties.
BOMENSTRUCTUURNOTA
•• Uitgangspunt Visie openbare ruimte Schiedam
•• Biedt richtlijn bij maatregelen voor beheer.
POLDERVAART, RUIMTELIJK KADER
Visie hoofdpunten:
•• Stadsranden MD: mogelijkheid voor natuurwater en
vergroten waterberging.
•• Westoever Poldervaart: ruimte voor ecologie en natuur,
ruimte voor waterrecreatie (bruggen).
•• Beatrixpark en park Kethel: accent op waterkwaliteit en
ecologische waarde, afscheiden watersysteem.
•• Nieuwland en Groenoord: herstructurering aangrijpen
om watersysteem integraal te verbeteren.
•• Havengebied: Mogelijkheid grote jachthaven.
•• Historisch centrum : ingezet wordt op beleving historische waarde en recreatief gebruik oevers.
WOONVISIE SCHIEDAM 2030
Bieden van woon carrière voor elke Schiedammer dmv. 2
pijlers:
Pijler 1: Nieuwe woonmilieus door stedelijke vernieuwing
•• 3500 nieuwe woningen tot 2030.
•• Verscheidenheid woonmilieus.
•• A4 biedt kansen; ruimte komt vrij.
Pijler 2 Levensloop vriendelijke stad
•• Stad vergrijst.
•• Stad verdeelt in woonservice gebieden elk met eigen
zorgcomplex.
•• Verbeterde woonomgeving middels Handboek toegankelijkheid -> aandacht voor afzonderlijke gebruikersgroepen in de OR.
Hoofduitgangspunten:
Versterken van de kwaliteit van de hoofdstructuur door:
•• Het creëren van eenduidige groene en blauwe structuren. En het versterken van het karakter van de Poldervaart als landschappelijke as.
•• Versterken van de herkenbaarheid en zichtbaarheid
van de Poldervaart als element.
•• Relatie leggen met haar omgeving (omliggende bebouwing, functies) voor betere oriëntatie.
Ruimtelijke structuur
•• 4 deelgebieden met eigen karakter/ inrichting; Hoge
Poldervaart, Poldervaart in stedelijk Parkachtig gebied,
Poldervaart in stedelijk recreatief gebied, Buitendijks.
•• Zones langs vaart mee ontwikkelen (ca 60m).
•• 3 bijzondere punten/opgaves; kruispunt Poldervaart
met ‘s Gravenlandseweg en Windas, kruispunt Poldervaart/A20/Damlaan, Knooppunt Vijfsluizen.
•• Westzijde oever ecologisch, oostzijde oever recreatief
medegebruik.
OVERIGE PLANNEN
•• Speelruimteplan 2007
•• Beatrixpark:naar een bruisend stadspark
•• Perspectief Kethel poort: Schiedamse poort naar Midden-Delfland
•• Boek stadsassen
4 tal gebieden:
•• Af te ronden nieuwbouwprojecten.
G B SV
S CH I E DA M
• 111 •
©
Dit werk is auteursrechtelijk beschermd.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever en Bosch Slabbers Tuin- en
Landschapsarchitecten B.V. (hierna: “Bosch Slabbers”).
Bosch Slabbers heeft bij haar werkzaamheden de zorgvuldigheid in
acht genomen die van haar kan worden verwacht. Aan de getoonde
informatie in deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.
Op onze werkzaamheden zijn de voorwaarden van toepassing zoals
vastgelegd in De Nieuwe Regeling 2005 (DNR 2005).
Bosch Slabbers heeft met zorgvuldigheid de beelden in deze publicatie geselecteerd. Het kan voorkomen dat niet alle rechthebbenden
van de gebruikte beelden zijn achterhaald. Belanghebbenden worden
verzocht contact op te nemen met Bosch Slabbers.
1e Sweelinckstraat 30
2517 GD Den Haag
T 070 3554407
F 070 3061618
[email protected]
www.bosch-slabbers.nl