SCHIEDAM stad aan de rivier, stad aan de polder Groenblauwestructuurvisie (GBSV) COLOFON OPG E STE LD DOOR Bosch Slabbers Landschapsarchitecten; Wijnand Bouw Koen Bakker OP DRACHTG EVE R Gemeente Schiedam D AT U M mei 2014 SCHIEDAM stad aan de rivier, stad aan de polder Groenblauwestructuurvisie (GBSV) •4• B OS C H S LAB B E R S 0 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING 1 INLEIDING 2 HISTORIE; ONTWIKKELING VAN SCHIEDAM 2.1 Ontwikkeling van het landschap 2.2 Ontwikkeling van de stad Schiedam 3 ANALYSE 3.1 Beleid & ontwikkelingen & trends 3.1.1 Beleid 06 09 13 13 13 19 19 19 3.1.2 Ontwikkelingen 19 3.1.3 Trends in groen en blauw 20 in de stad 3.1.4 Onderzoek Groen in de stad 3.2 Regionale context 3.3 Stad in lagen uiteengelegd 3.3.1 Groen en landschap 21 24 27 5 “DE DRIE EENHEID” EN “DE GELAAGDE STAD” 6 UITWERKING VAN DE VISIE IN LAGEN 6.1 Ondergrond 6.2 Stedelijk weefsel 6.3 Rivierfront 6.4 Cultuurhistorisch landschap 6.5 De Groene Stad 6.6 Stadslanen 6.7 Groenblauwe verbindingen 6.8 Parels 6.9 Ecologie 6.10 Water 6.11 Groenblauwe structuurvisie 47 51 51 53 55 65 71 77 81 85 87 89 84 3.3.2 Ecologie 31 3.3.3 Water 33 7 UITVOERINGSPROGRAMMA 7.1 Onderscheid in schaalniveau 7.1.1 Structuurbepalend groen/blauw 3.3.4 Bebouwing/ wijken 37 7.1.2 Wijkgroen, opmaat tot participatie 94 3.3.5 Infrastructuur 41 7.1.3 Toepassing structuurvisie 96 3.3.6 Fietsen en wandelen 43 7.1.4 Communicatie 96 3.3.7 Recreatieve voorzieningen 43 4 UITGANGSPUNTEN 45 A BIJLAGE I. Water in schiedam II. Regionaal en lokaal beleid 27 7.2 Aanbevelingen 93 93 93 96 G B SV S CH I E DA M •5 • SAMENVATTING Schiedam wordt regionaal opgespannen tussen twee sterke eigen identiteiten met hun eigen invloeden en sferen, namelijk de wereld rond de rivier Nieuwe Maas en het landschap van Midden Delfland. De verbindende factor tussen deze twee werelden is een stedelijk landschap dat onderdeel is van de totale bandstad van Vlaardingen, Schiedam en Rotterdam. In dit stedelijk weefsel ligt een groots groengebied van allure dat gekenmerkt wordt door een sterk centraal element, de Poldervaart. C. Al deze verbindingen zijn verbonden met de Groene Stad, het groene centrale element in het stedelijk weefsel van Schiedam dat de perfecte match vormt tussen de twee andere grootheden. Dit patchwork van verschillende gebieden en sferen wordt innig verbonden en samengesmeed tot een eenheid met een krachtige drager: de Poldervaart. Dit element wordt een waardige ruimtelijke drager van het gebied. Een andere gezamenlijke noemer is de venige polder met een hoge waterstand. Deze drie grootheden geven een ultieme afwisseling van groengebieden, die een perfecte basis vormen voor een grootschalige, robuuste groenblauwe structuur voor de stad. Hier ligt een fijnmaziger netwerk van groen- en blauwstructuren overheen dat deze grootheden verbindt met aanpalende wijken, de binnenstad en de wijdere omgeving. Een kenschets van de drie grootheden: Deze hoofdrichting wordt verder uitgewerkt in de “gelaagde stad”, een visie gebaseerd op ruimtelijke kenmerken. De verschillende lagen hebben een sterke overlap met elkaar en zorgen zo voor een integrale groenblauwe structuur. De plankaart laat goed zien hoe de verschillende lagen met elkaar verweven zijn. A. De wereld van de rivier wordt uiteraard bepaald door zicht op de rivier en de beleving van het dynamisch en maritieme leven met de scheepvaart, de industrie en de kades. De dijk is hier de contante factor en verbindt alle delen aan elkaar. De Schie en de Poldervaart zijn de ankers om aan te haken bij de totale groenblauwe structuur van de stad. B. Het landschap van Midden Delfland kent zijn eigen dynamiek en eigen beeld. Rust en ruimte vormen hier het matra. Grazige weides, koeien in de wei, vergezichten en dat gecombineerd met bijzondere natuurwaarden vormen het beeld van Midden Delfland. De stad kent naast een zorgvuldige stadsrand vier riante verbindingen met het buitengebied van Midden Delfland (A4, Harreweg, de Kerkbuurt/Poldervaart en Polderweg/Oost Abtpolder/Schie). Deze zorgen voor een innige verbinding met het buitengebied. •6• B OS C H S LAB B E R S 1. De eerste laag vormt de laag van de ondergrond. Deze laag vertelt over het ontstaan van Schiedam en daarmee over de bodemopbouw en de waterhuishouding en dus ook bepalend voor de groen en blauwe structuren. 2. De tweede laag die beschreven wordt is het stedelijk weefsel dat door de eeuwen heen ontstaan is op die ondergrond. Dit beschrijft de wijken met hun groenstructuur van historische binnenstad tot de meest recente wijk Sveapark. 3. De derde laag beschrijft het front aan de rivier. Van oorsprong niet de meest ontwikkelde zijde van Schiedam, maar door de jaren heen wordt deze steeds belangrijker. De doorgaande dijk en de parken aan de dijk zijn belangrijke groenstructuren. =>grootheid A 4. De vierde laag is het cultuurhistorische landschap van Midden Delfland dat diep doordringt in het noordelijk deel van de gemeente. =>grootheid B 5. De vijfde laag beschrijft het Poldervaartlandschap. Gebieden die zo groot zijn dat ze zich laten ervaren als landschappen, maar dan in de stad. Met een sterke eigen identiteit en een krachtige ruimtelijke drager. =>grootheid C 6. De zesde laag zijn de stadslanen. Dit zijn de verbindende lijnen op hoog schaalniveau voor de stad, hiermee worden wijken aan elkaar gekoppeld en geven richting aan de stad. 7. De zevende laag zijn de blauwgroene verbindingen, deze spelen op een lager schaalniveau een belangrijke rol en maken het mogelijk om van wijken naar groengebieden te gaan. Ook ecologisch zijn dit belangrijke schakels. 8. De achtste laag zijn de parels, op zich staande elementen van hoge waarde die gekoesterd worden of verder ontwikkeld worden. 9. De negende laag geeft het onderliggende ecologische systeem weer. Er zijn een vijftal groffe ecologische gebiedstypen te onderscheiden; weide-, water-, stad- en boslandschappen plus de bedrijven-/industrieterreinen. G B SV S CH I E DA M •7 • •8• B OS C H S LAB B E R S 1 INLEIDING Schiedam is ‘klaar’, in die zin dat in de (nabije) toekomst waarschijnlijk geen nieuwe uitbreiding buiten het stedelijk areaal zal plaatsvinden, de contouren van de randen van de bebouwde gemeente lijken daarmee bepaald. Daarmee is Schiedam echter nog geenszins ‘af’. Het proces van herontwikkeling en herstructurering zal de komende decennia onverminderd doorgaan. Veel van de bestaande woonvoorraad voldoet niet meer aan de woonwensen van de huidige en komende generaties, veel industriële panden hebben hun oorspronkelijke functie verloren, veel kantooren bedrijfslocaties leiden een tanend bestaan. Daarnaast heeft Schiedam een rijk areaal aan sportvelden, waarmee in de recente plannen ook geschoven gaat worden. De grote uitdaging voor Schiedam voor de komende decennia ligt in het slim gebruik maken van de ruimte die er is, in het efficiënt herstructureren/ herordenen van de stad. Daarbij is de vraag hoe deze ontwikkelingen kunnen bijdragen aan het versterken van de groenstructuur in de stad en van de relaties met die andere sterke troefkaarten van Schiedam; de rivier en het achterland. Hoe kan het proces van nieuwbouw en herstructurering, van hergebruik en herontwikkeling, bijdragen aan het verhogen van de leefbaarheid en groene kwaliteit van de stad. Daarnaast heeft Schiedam te maken met het fenomeen ‘onbekend maakt onbemind’. Wie de stad slechts kent vanaf de A4/A20 weet niet welke een prachtige binnenstad achter de coulissen van flatwijken schuilgaat. Schiedam heeft met haar grachten, monumentale panden, pakhuizen en trotse stellingmolens onbetwist één van de mooiste binnensteden van alle steden langs de Nieuwe Maas! Dat geldt eveneens voor de groene kwaliteiten van de stad, zoals de Plantage en het Julianapark of het Kethelpark verbonden met het landschap van Midden-Delfland. Het rapport dat voor u ligt geeft de visie weer voor de groenblauwe structuur in de gemeente Schiedam. Omwille van een samenhangende visie zijn zowel korte termijn opgaven als lange termijn opgaven opgenomen. De groenblauwe structuur visie dient als kompas bij de toekomstige ontwikkelings-, renovatie- en beheersopgaven binnen het stedelijke weefsel van Schiedam. VRAAG EN DE AANLEIDING Schiedam is een groene gemeente; Schie, Poldervaart, singels, grachten, grote groengebieden, parken en buitengebied vormen tezamen een krachtige groenblauwe contramal van de stad. Deze twee grootheden, groenblauw en rood, raken meer en meer complementair aan elkaar, de een kan niet zonder de ander. Maar de groenblauwe contramal staat de laatste jaren ook meer en meer onder druk. De gemeente ervaart dat zich tal van initiatieven tot ontwikkeling aandienen en dat veel van die initiatieven zich afspelen in, aan of langs het groen. Elk van deze initiatieven vraagt om kaders en randvoorwaarden vanuit het groen of blauw. De gemeente heeft behoefte aan een stevig verhaal dat de intrinsieke waarde van het groen en blauw beschrijft, maar ook op zoek gaat naar kansen die ontwikkelingen kunnen bieden voor de stad en voor het groenblauwe netwerk. Daarnaast moet het groenblauwe netwerk initiërend en inspirerend zijn voor toekomstige, nu nog onbekende herstructureringsopgaven. Dit ‘stevige verhaal’ moet vorm krijgen in een groenblauwe structuurvisie (GBSV). Bosch Slabbers is gevraagd door de gemeente Schiedam deze visie op te stellen. Concreet spitst de vraag zich toe op de volgende aspecten: •• Een accurate beschrijving van de huidige hoofdgroenstructuur (groenblauwe netwerk), wat is de huidige sfeer, gebruik, status en toekomstwaarde? Wat zijn de relaties tussen de verschillende onderdelen, waar vullen deze elkaar aan en waar niet? •• Inventarisatie van huidig beleid en ontwikkelingen en de invloed van de ontwikkelingen op het groenblauwe netwerk. Ontwerpend en beschrijvend onderzoek naar een optimale mix van ontwikkeling van rood en groenblauw. G B SV S CH I E DA M •9 • •• •• Inventarisatie van mogelijke herstructureringsopgaven voor de toekomst. Door ruimtelijk onderzoek van de stedenbouwkundige structuur kunnen suggesties gedaan worden voor het mee ontwikkelen van de groenblauwe component. Ook omvat deze inventarisatie onderzoek naar mogelijke missende schakels in de groenblauwe hoofdstructuur. Onderzoek naar nieuwe verbintenissen tussen de ‘rode’ ontwikkelingen en het ‘groenblauwe’ netwerk, niet langer tegenover elkaar maar met elkaar. Onderdeel hiervan is onderzoek naar nieuwe financieringsmogelijkheden binnen het groenblauwe netwerk. WERKWIJZE De visie is opgesteld in atelierverband. Per atelierdag werd er met drie verschillende groepen mensen gesproken, een werkgroep, een projectgroep en een kennisgroep. De werkgroep is een compacte groep van ambtenaren die het project en proces begeleiden. De projectgroep is een brede vertegenwoordiging van de verschillende disciplines binnen het gemeentelijk apparaat. De kennisgroep is een vertegenwoordiging van het maatschappelijk middenveld, dus van buiten het gemeentehuis. Daaruit is een kopgroep ontstaan, die actief meedoet met de uitwerking van deze visie. Tevens is het thema van de groenblauwe structuurvisie behandeld in het Stadserf. Daarnaast is een panelonderzoek gehouden onder de Schiedamse bevolking om hen te bevragen over hun ervaringen en wensen aangaande het groen en blauw in de stad; de resultaten zijn in de visievorming meegenomen. Het project is gestart met een grondige inventarisatie van bestaand beleid en een ronde in het veld. De gemeente Schiedam heeft veel documenten waarin goed en gedegen beleid staat voor de stad. Toch geeft de volgende opsomming weer waarom er een nieuw groenblauw structuurplan nodig is. • 10 • B OS C H S LAB B E R S •• •• •• •• De gemeente heeft een groenblauw structuurplan. Dit plan, dat inmiddels 17 jaar oud is (incl. evaluatie in 2007), heeft prima gefunctioneerd, maar is ingehaald door de realiteit van de afgelopen decennia. Daarnaast heeft de gemeente het bestemmingsplan “Groene Long” en geactualiseerde bestemmingsplannen, waarin de belangrijkste groene ruimten zijn opgenomen en bestemd, met een conserverend karakter. Met de de nieuwe visie wordt een basis gelegd om de maatschappelijke ontwikkelingen goed te kunnen begeleiden. De Stadsvisie 2030, opgesteld in 2009, geeft aan waar Schiedam wil staan in het jaar 2030. Hierin is een belangrijke rol toegekend aan groen en water. De groenblauwe structuurvisie geeft de doorwerking en uitwerking van de ambities van deze hoofdopgave in de Stadsvisie. Het is van belang dat de groenblauwe structuurvisie ook doorwerkt naar andere beleidsterreinen. Om deze reden is er voor gekozen om deze groenblauwe visie als een structuurvisie aan te merken conform de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Diverse deelplannen. Veel ontwikkelingen zijn rijdende treinen in volle vaart. Plannen en visies worden ontwikkeld. Deze plannen vormen input voor het te ontwikkelen GBSV. LEESWIJZER In hoofdstuk 2 wordt een korte beschrijving gegeven van de historie van Schiedam. Deze spitst zich toe op het groen en het water. In hoofdstuk 3 wordt een samenvatting gegeven van het bestaande beleid van de gemeente Schiedam. In hoofdstuk 4 worden de diverse uitgangspunten bepaald voor de visie. Vervolgens volgt in hoofdstuk 5 de visie, deze wordt in hoofdstuk 6 verder uitgewerkt. In hoofdstuk 7 is het instrumentarium beschreven. G B SV S CH I E DA M • 11 • • 12 • B OS C H S LAB B E R S 2 HISTORIE; ONTWIKKELING VAN SCHIEDAM 2.1 ONTWIKKELING VAN HET LANDSCHAP 2.2 ONTWIKKELING VAN DE STAD SCHIEDAM De ontwikkeling van Schiedam en haar omgeving wordt gekenmerkt door het water. Het landschap rond Schiedam stond onder invloed van de zee. In dit estuariumgebied kwam de zee met vloed opzetten en stuwde de rivieren komende vanuit het binnenland op. Het gebied van Midden Delfland laat zich het beste lezen als een waddenlandschap met kreken, slikken en schorren. Door de jaren heen is de zee getemd en zijn de rivieren bedijkt. De bedijking van de rivieren volgt hoofdzakelijk het patroon van de oeverwallen, de latere aanleg van de Nieuwe Waterweg doorbreekt dit patroon. In Midden-Delfland heeft zich op de “waddenzeebodem” een veenpakket ontwikkeld. Dit veenpakket groeide tot grote hoogte en lag aanzienlijk hoger dan de oeverwallen langs de rivier. In het veenpakket ontstonden waterlopen om het overtollige water te kunnen afvoeren. De Schie kent haar oorsprong in een dergelijke waterloop en is later vergraven en aangesloten op vaarten. Dit pakket is door de eeuwen heen in gebruik genomen als landbouwgrond en ingeklonken. De kreekruggen (de oeverwallen van de voormalige kreken) zijn in bodemopbouw van een grover materiaal dan de omgeving. Hierdoor zijn de kreekruggen hoger komen te liggen dan de omliggende veengronden. Deze kreekruggen zijn tot op de dag van vandaag goed herkenbaar in het landschap, dit is het zogenoemde inversielandschap. Schiedam dankt haar naam aan de afdamming van de Schie. De Schie is een zijarm van de Nieuwe Maas en vormt de verbinding met het achterland (Midden Delfland) en de steden Delft en indirect Den Haag en Leiden (via kanalen en vaarten). Schiedam is in vergelijking met Rotterdam en Vlaardingen op ruime afstand gesticht van de rivier op de oeverwallen aan de oude dijk. De oude stad met grachten ligt dan ook op de oeverwal net boven NAP. De eerste stadsuitbreiding is gedaan in het buitendijkse gebied, stadsdeel West. De overige stadsdelen zijn binnendijks op lager gelegen gronden gesticht. Dit onderscheid is tot op de dag van vandaag goed te zien. Het buitendijkse gebied wordt gekenmerkt door wat steviger zavelachtig materiaal en het binnendijkse gebied door moerig materiaal wat dooraderd is met kreekruggen. Deze kreekruggen vormde de basis voor occupatie in de vorm van boerderijen (bv Landvreugd) of buurtschappen (bv Kethel, Kerkbuurt). In het noorden van Schiedam vormen de linten van het voormalige polderland nog steeds een belangrijke dooradering van het gebied. Wat opvalt op het kaartbeeld is de Poldervaart. Een zeer beeldbepalend element dat kaarsrecht door de gemeente is getrokken van de Nieuwe Maas tot aan de Schie. G B SV S CH I E DA M • 13 • 1850 De Poldervaart (bron: Wikipedia) De Poldervaart is een deels gedempte vaart, tussen de Schie ten zuiden van de Kandelaar en de Nieuwe Maas tussen Schiedam en Vlaardingen. De Poldervaart is in 1280 aangelegd als ‘Nieuwe Vaart’ en werd gebruikt voor de afwatering van de oostelijke ambachten van het Hoogheemraadschap van Delfland: Vrijenban, Hof van Delft, Berkel, Kethel en Pijnacker. De vijf ambachten hadden ieder een eigen sluis, die in 1587 werden vervangen door een grote sluis genaamd de Vijfsluizen. Ook bij de aansluiting op de Schie was een sluis, die door de scheepvaart kon worden gebruikt. Langs de Poldervaart stonden zeven windmolens die het water uit de omliggende polders in de Poldervaart • 14 • B OS C H S LAB B E R S 1900 maalden. In de loop van de jaren veranderde de functie van de Poldervaart. Via de Poldervaart werd water uit de Nieuwe Maas ingelaten om Delft en Den Haag van vers water te voorzien. Hierdoor stond het water in de Poldervaart vaak hoger dan voorheen. In 1903 brak de kade van de Poldervaart door en liep Kethel onder water. Door de toenemende verzilting van de Nieuwe Maas na de opening van de Nieuwe Waterweg werd de inlaat van water bij Vijfsluizen in 1958 gestaakt. In 1965 werd vanwege de slechte toestand van de kades besloten de Poldervaart af te sluiten. In 1966 werden de inlaat- en uitwateringssluis gesloopt. 1950 2010 G B SV S CH I E DA M • 15 • Bebouwing 1877 1929 1940 1958 Groen 1877 1929 1940 1958 Water en dijken 1877 1929 1940 1958 Door de jaren heen heeft de groenstructuur een stormachtige ontwikkeling meegemaakt. De hier getoonde kaartenreeks laat zien hoe de groenstructuren gekomen zijn en verdwenen zijn, veelal plaatsgemaakt voor havens of woongebieden. De reeks laat ook de veranderingen van waterstructuren en stedelijk weefsel zien. • 16 • B OS C H S LAB B E R S De reeks aan ontwikkelingen laat zien dat één van de weinige constante in de stad de verandering zelf is. Men moet daarom ook niet trachten de ontwikkelingen te stoppen, maar onderzoeken hoe ontwikkelingen gebruikt kunnen worden om kansen te benutten, knelpunten op te lossen en bestaande kwaliteiten te behouden of te versterken. 1968 1981 1995 2012 1968 1981 1995 2012 1968 1981 1995 2012 Ontwikkeling van Schiedam over de decennia (bron Historisch topografische analyse Schiedam 1850-1995). G B SV S CH I E DA M • 17 • 5 4 2 9 3 6 10 1 8 4 • 18 • B OS C H S LAB B E R S 7 3 ANALYSE Het hoofdstuk begint met een opbouw van een analyse van het beleid, de ontwikkelingen en de trends van het groen en blauw in en rond de stad. Vervolgens wordt er in paragraaf 3.2 een beeld geschetst hoe de stad in de regio verankerd is. In paragraaf 3.3 wordt uiteindelijk de stad in lagen uiteengelegd en wordt de huidige situatie beschreven, inclusief de kansen per onderwerp. •• •• •• 3.1 BELEID & ONTWIKKELINGEN & TRENDS •• 3.1.1BELEID •• De gemeente Schiedam heeft veel en gedegen beleid voor haar gemeente. In paragraaf 3.2, waar de stad in lagen uiteengelegd is, is de integratieslag met het beleid gezocht. In de bijlage hebben we een korte opsomming weergegeven van de van belang zijnde beleidsstukken, met een korte opsomming per beleidsstuk. Hieronder volgen de meest actuele ontwikkelingen en trends. •• 3.1.2ONTWIKKELINGEN Met de komst van de A4 heeft Schiedam het plan “Schiedam in beweging” geëntameerd. Dit plan behelst een ontwikkeling van een sportpark op het dak van de A4. Dit sportpark moet verder vormgegeven worden en wordt gedeeltelijk in de bouw van de landtunnel van de A4 meegenomen. Door de realisatie van dit sportpark, door intensivering (kunstgras) en het natuurlijk verloop in de sportclubs komen er veel sportvelden vrij. Deze ruimte wordt gebruikt om ontwikkelingen te plaatsen; economische functies en woonbuurten (zie ook bijgaande kaart). •• 1) Op het Hargaterrein wordt aan de zijde van de Poldervaart voorzien in een nieuwe uitbreidingswijk. Re- centelijk is een beeldkwaliteitplan opgesteld voor dit gebied. 2) Sportpark Kethel wordt omgevormd tot woningbouw. Deze locatie ligt aan de Poldervaart en kent een uitzonderlijk hoge waterstand. Voor Kethel is een beeldkwaliteitplan opgesteld. 3) Ten zuiden van de A20 komt een nieuwe woonlocatie; “Over Het Water” 4) Op termijn wordt gesproken over de ontwikkellocatie Thurlede, maar staat ver in de tijd. 5) Polderwetering wordt als structuurdrager aangeduid, kansen om groene woonmilieus te ontwikkelen. 3 moderne, optimaal gebruikte, multifunctionele en goed over de stad verspreide bereikbare sportparken. Ontstaan van een aanzienlijk groene kwaliteitsimpuls voor de stad en versterking van de groene structuren en verbindingen in de stad. Daarnaast zijn er nog een aantal autonome ontwikkelingen: •• 6) In de oksel van de A4-A20 wordt een uitbreiding met economische functies voorzien, deze functiesmoeten een programmatische link hebben met de sport. •• 7) Op diverse plekken wordt nagedacht en getekend aan herstructureringsopgaven. •• 8) De afslag Vijfsluizen (A4) zal vergroot moeten worden door verwachte toename van het verkeer, met daarnaast aanpassingen van het onderliggend wegennet (Havenroute). •• 9) Langs de A20 en ook langs A4 komen voor een deel geluidsschermen. •• 10) In verband met de komst van een warmtetransportleiding worden straten/lanen heringericht. De Hargalaan,Schiedamseweg/Poldervaart en Hazepad krijgen daarmee te maken G B SV S CH I E DA M • 19 • 3.1.3TRENDS IN GROEN EN BLAUW IN DE STAD In de maatschappij zijn een aantal trends waar te nemen die veranderingen teweeg brengen in de manier hoe we met het groen en blauw omgaan of er tegenaan kijken. Hieronder volgt een opsomming van relevante trends. Klimaatadaptatie in de stad Met de klimaatverandering wordt de noodzaak naar een duurzamere inrichting van de stad steeds duidelijker. In de stad kan veel gedaan worden om de effecten van de klimaatverandering op te vangen. Hiervoor zijn een aantal sporen te benoemen: •• Waterhuishouding: het gaat steeds meer regenen in kortere periodes. Daarnaast worden de periodes van droogte steeds langer en heter. Dat betekent dat de piekopvang vergroot moet worden, maar dat de bergingscapaciteit ook omhoog moet. Dit kan op diverse manier vormgegeven worden en kan ook een krachtige bijdrage leveren aan het versterken van het groenblauwe beeld van de stad. •• Hittestress: in de toekomst zullen we hogere temperaturen krijgen over langere periodes. Zeker in sterk versteende gebieden zal dat leiden tot aanzienlijke temperatuurstijgingen. Omdat op te vangen kan de groen- en blauwstructuur een waardevolle bijdrage leveren. Vrijetijdsbesteding Mensen hebben veel vrije tijd, ook al is de toename de laatste jaren wat getemperd. De mens wil er graag op uit, naar buiten! Dat doet men met korte vakanties en weekendenweg in binnen- en buitenland, maar de directe woonomgeving wordt steeds belangrijker. De laatste jaren is er een sterke opkomst om meer lokaal te denken en te acteren. Men wil graag een rondje kunnen lopen, hardlopen of fietsen in hun eigen omgeving, ook het kanovaren raakt steeds meer in zwang. Voedsel verbouwen in de stad Sedert jaren wordt de maatschappij opgeschrikt door voedselschandalen. Dit in combinatie met de wens om te weten waar ons voedsel vandaan komt en de opkomst om dingen samen met gelijkgestemden op te pakken en • 20 • B OS C H S LAB B E R S te ontwikkelen, heeft een stroming op gang gebracht die in en dichtbij de stad wil voorzien in voedselproductie. De laatste jaren zijn er diverse initiatieven ontwikkeld in en rondom steden. Een in het oog springende project is de voedselbanktuin in Schiedam. Maar ook in groenstructuren en landerijen in en rond de stad kan productie van voedsel een aantrekkelijk groen beeld opleveren en een bijdrage leveren aan de voedselproductie voor de stad. Participatie van bewoners De bewoners van gebieden willen graag meedenken en meewerken aan hun leefomgeving. Participatie kan de binding met je eigen leefomgeving sterk vergroten. Thans zijn er diverse initiatieven en pilots in den lande gestart om het onderhoud van delen van de groenstructuur aan buurten over te dragen. Kosteneffectief groenbeheren en aanleggen Bij gemeentes staan de beschikbare budgetten onder druk, zowel voor onderhoud, als renovatie of nieuwe aanleg. Het is een trend om te onderzoeken of de functionaliteit van het groen vergroot kan worden en of groenontwikkeling niet meer gekoppeld kan worden aan andere ontwikkelingen. Hierbij is de vraag, voor wie is het groen en blauw belangrijk en wil die partij daar in bijdragen steeds belangrijker. Daarnaast kan met een zorgvuldige keuze in inrichting en beheer ook gestuurd worden op de kosten. Hang naar natuur Onze relatie met de natuur is onderhevig aan de tijdsgeest. In de barok konden we de natuur de baas en ordende de mens deze naar haar hand. Vervolgens werd in de romantiek de natuur versterkt vormgegeven door de mens. Het zag er natuurlijk uit, maar was nagenoeg even cultuurlijk als de barok. Deze eeuw is men de natuur gaan beschermen en laat men de natuur het liefst de natuur. De laatste jaren is er een trend waar te nemen dat men de natuur zeer waardeert, maar dat men daar ook gebruik van wil maken. Het hek om de natuur wordt steeds minder geaccepteerd. Ook wordt de natuur steeds dichterbij gehaald, denk hierbij aan zaken als het “insectenhotel” voor de achtertuin. G B SV S CH I E DA M • 21 • 3.1.4 ONDERZOEK GROEN IN SCHIEDAM Naar aanleiding van het opstellen van een nieuw groenblauwe structuurvisie heeft de gemeente een onderzoek gedaan onder de Schiedamse bevolking naar het gebruik van en de mening over het groen in de stad. Om die reden is een vragenlijst aan het gemeentelijk internetpanel voorgelegd. Eind september/begin oktober namen gedurende twee weken maar liefst 1.042 panelleden deel aan het onderzoek. Zij gaven onder andere antwoord op vragen zoals ’welk park of groengebied ligt u het meest aan het hart?’en ‘wat vindt u belangrijk bij de inrichting van de parken in Schiedam? Verder wil de gemeente graag meer te weten komen over de bekendheid en het gebruik van de verschillende parken en groengebieden in Schiedam. De recreatieve fiets- en wandelroutes in de stad kwamen bij enkele vragen eveneens aan bod. De belangrijkste resultaten uit het onderzoek worden hier genoemd: Schiedammers vinden de stad niet groen, maar een groene uitstraling wel belangrijk Het overgrote deel van de Schiedammers (87%) vindt het belangrijk dat Schiedam een gemeente is met een groene uitstraling. Echter een veel kleiner aandeel (28%) vindt dat Schiedam op dit moment een groene uitstraling heeft. Schiedam heeft volgens hen juist een stedelijke uitstraling. Vooral in de wijken Centrum, Oost en West is men deze mening toegedaan. Respondenten van 65 jaar en ouder zijn positiever over de groene uitstraling van de stad dan andere leeftijdsgroepen. Schiedammers willen ontstaansgeschiedenis terugzien in de groen- en waterstructuur Maar liefst 92% van de respondenten vindt het belangrijk dat historische elementen in de groen- en waterstructuur van Schiedam herkenbaar blijven. Het gaat dan bijvoorbeeld om gebieden zoals de Schie, de Poldervaart en de dijken in Schiedam. Naarmate de respondent ouder is, worden historische elementen in de groen- en waterstructuur belangrijker gevonden. Bekendheid van het Prinses Beatrixpark het grootst 96% van de Schiedammers zegt dit park te kennen. Ook de oude stadsparken zoals de Plantage en het Julianapark zijn goed bekend. Met name 65-plussers kennen meer • 22 • B OS C H S LAB B E R S parken en groengebieden dan de jongste leeftijdscategorie (15-39 jr.). Dit verschil is vooral te zien bij het buitengebied Midden-Delfland, Park Kethel, groenzone Bijdorp, de voormalige landijsbaan, de Plantage en het Julianapark. Bij de sportparken is dit verschil duidelijk minder. Nabijheid van parken speelt eveneens een rol. Logischerwijs kent men de parken en groengebieden dichtbij huis beter dan de meer afgelegen gebieden. Park Nieuwland, het Volkspark en Park Maasboulevard zijn bijvoorbeeld onder respectievelijk de bewoners van Nieuwland, West en Zuid goed bekend. Prinses Beatrixpark het meest bezocht Het Prinses Beatrixpark is door 82% van de respondenten het afgelopen jaar bezocht. Dit park wordt door inwoners van alle wijken in Schiedam bezocht. Bij alle andere parken gaat de locatie een grotere rol spelen. Oftewel de oude stadsparken zoals de Plantage en het Julianapark worden met name goed bezocht door bewoners van de nabijgelegen wijken. De groengebieden in Midden-Delfland ontvangen vooral bezoekers uit de wijken Kethel, Woudhoek en Spaland/Sveaparken. De aanwezigheid van sport zorgt in Harga, Bijdorp en sportpark Kethel voor meer gezinnen met kinderen en dus een lagere leeftijd onder de bezoekers. Midden-Delfland trekt gemiddeld meer (oudere) echtparen zonder kinderen. Dat geldt ook voor de volkstuinen op Thurlede. Hierdoor is de invloed van de aanwezigheid van sport op de gemiddelde leeftijd van de bezoeker aan Thurlede kleiner. Meeste parken worden enkele keren per jaar bezocht Wanneer parken worden bezocht is dat vaak enkele keren per jaar. Frequente bezoekers betreffen vaak fietsers die meerdere keren per week via het groengebied naar bijvoorbeeld hun werk gaan of personen die in het park/ groengebied sporten. Een kinderboerderij en evenementen trekken bezoekers aan Van de inwoners die een park of groengebied het afgelopen jaar hebben bezocht is bekend welke voorzieningen in die groengebieden zij hebben bezocht. De kinderboerderij en de evenementen in de diverse parken kunnen als duidelijke trekkers worden gezien. Sportvoorzieningen, speel- plekken, evenementen en een kinderboerderij worden relatief vaak bezocht door gezinnen met kinderen. 65-plussers bezoeken dit soort voorzieningen minder vaak. Ook bij deze vraag komt naar voren dat de parken veelal worden gebruikt om te wandelen en te fietsen. Bovenstaande voorzieningen worden door de bezoeker vaak als extra service gezien. Schiedammers hebben een uitgesproken mening over gebruik en inrichting van parken Over het algemeen zijn de respondenten het met alle stellingen eens. Hoewel zij variatie in inrichting, ruimte voor sport en spel en een natuurlijke inrichting met ruimte voor verschillende planten en dieren belangrijk vinden ‘scoren’ de stellingen gericht op onderhoud van het groen hoger. Maar liefst 84% van de respondenten vindt het belangrijk dat parken/groengebieden overzichtelijk, netjes en goed onderhouden zijn. Evenzo zegt meer dan driekwart van hen dat groen vooral een genot voor het oog moet zijn en dus een visitekaartje voor de woonomgeving. Daarnaast hechten zij veel waarde aan goede verbindingen tussen de parken en groengebieden in de vorm van wandel- en fietspaden. De diverse fiets- en wandelroutes worden veelvuldig gebruikt Door de respondenten wordt met name gebruik gemaakt van de noord-zuid-verbindingen in de stad. Het gaat niet alleen om goede verbindingen tussen de woonwijken in Schiedam-Noord van en naar de binnenstad, maar ook het gebruik van recreatieve routes vanuit heel Schiedam naar Midden-Delfland. Gebruik van de fiets- en wandelroutes verschilt sterk De frequentie van het gebruik van de fiets- en wandelroutes is met name afhankelijk van het doel waarmee men op pad gaat. Respondenten, die dagelijks of in ieder geval meerdere keren per week van het ene naar het andere park fietsen, doen dat vaak vanwege woon-werkverkeer. Recreatieve wandelingen of fietstochten vinden wat minder vaak plaats, bijvoorbeeld één keer per week of enkele keren per maand. 18% geeft aan (bijna) nooit tijdens een wandeling of fietstocht in meerdere verschillende parken/groengebieden te komen. In de wijken Oost, Groenoord en Nieuwland is dit aandeel het grootst. Ruim de helft van de Schiedammers zou vaker gebruik maken van de fiets- en wandelroutes tussen groengebieden als deze aantrekkelijker zouden zijn Onderstaande uitkomst laat zien dat er bij een groot deel van de inwoners nog voldoende te ‘winnen’ is als het om het gebruik van de fiets- en wandelroutes gaat. Een deel van de maatregelen, die in dit onderzoek genoemd zijn, is gericht op de fietspaden en de toegangswegen van de parken. Het betreft dan vaak beter onderhoud, sociale veiligheid, verlichting en bewegwijzering. Verder is het opvallend dat vooral de leeftijdsgroep 15-39 jaar aangeeft vaker gebruik te gaan maken van de routes tussen groengebieden als deze aantrekkelijker zouden zijn. Het onderzoek Groen in Schiedam geeft onder andere een beeld van hoe de Schiedammer de parken, groengebieden en recreatieve fiets- en wandelroutes gebruikt. De bekendheid, bezoekfrequentie en redenen tot bezoek verschillen per park of groengebied. Het Prinses Beatrixpark komt in de uitkomsten duidelijk naar voren. Dit park ligt de Schiedammer het meest aan het hart, is het bekendst en wordt het meest bezocht. Naast deze positieve geluiden over het gebruik van het park wordt dit groengebied door de respondenten ook het meest genoemd als het gaat om gewenste maatregelen om het park aantrekkelijker te maken. In het onderzoek komt eveneens naar voren dat de aanpak van de oude stadsparken als de Plantage en het Julianapark zeer goed gewaardeerd worden. Deze zouden als voorbeeld voor andere parken in Schiedam moeten dienen, zo stellen enkele inwoners. Dat Schiedammers de parken en groengebieden belangrijk vinden blijkt bovendien uit het feit dat ongeveer 600 respondenten in dit onderzoek de moeite hebben genomen om diverse maatregelen aan te geven. Deze aandachtspunten bieden voldoende informatie voor de gemeente Schiedam om een nieuwe groen-blauwe structuurvisie op te stellen. In een aparte bijlage zijn de genoemde maatregelen opgenomen. G B SV S CH I E DA M • 23 • 3.2 REGIONALE CONTEXT Voor veel elementen van de groenblauwe structuur van de stad geldt dat deze onlosmakelijk verbonden zijn met de omgeving. Daarom is het essentieel om buiten de gemeentelijke grenzen te kijken naar grotere structuren en verbanden. Het verhaal van de regionale context wordt verteld in een zevental lagen: 1 1. Watergangen haaks op de rivier Aan de Nieuwe Maas mondden diverse watergangen uit vanaf het achterland. Deze watergangen werden gebruikt voor scheepsvaart, het vervoeren van goederen, maar ook voor de ontwatering van het achterland. Voorbeelden hiervan zijn de Rotte, de Schie en de Vlaardingervaart. Deze mondingen zijn (soms in potentie) bijzondere punten aan de Nieuwe Maas. 2. Kernen aan de watergangen op afstand van de rivier Veel steden langs de Nieuwe Maas danken hun ontstaan van de ligging van een dergelijke watergang, veelal in combinatie met een afdamming (Schiedam en Rotterdam). De steden liggen op afstand van de rivier, op de voormalige oeverwallen. De grondslag was hier geschikter om op te bouwen. Dat maakt ook dat veel steden van oorsprong niet een echt rivierfront hadden, de stad lag achter een zone buitendijks gebied. 3. Onstuimige groei van steden De compacte steden op de oeverwallen van weleer die dobberde in het groen zijn sinds de 2e wereld oorlog onstuimig gegroeid. Hetgeen geleid heeft tot een aaneengesloten bandstad van Vlaardingen tot en met Krimpen aan de IJssel. 2 3 4. Het achterland – Midden Delfland Midden Delfland laat zich kenmerken als een oer Hollands veenweidegebied. Schiedam en de buurgemeente grenzen aan dit gebied. Midden Delfland heeft een sterk eigen beeld met grazige weides, cultuurhistorische linten, rust en weidsheid. • 24 • B OS C H S LAB B E R S 4 5 5 5.Routestructuren Voor de fietser en de wandelaar zijn er diverse doorgaande routes in het gebied die ook op Schiedamsgrondgebied liggen. Op deze kaart zijn alleen de doorgaande, gemarkeerde routes aangegeven. Vooral de dwarsverbanden spelen hier een belangrijke rol. Schiedam ligt aan de A4 (deels nog in aanbouw) en wordt doorsneden door de A20. Het beeld vanaf de doorgaande wegen van Schiedam is hoofdzakelijk groen en anoniem. Bij de overgang met de Schie is een gebouwd accent, Schieveste. 6. Ecologie en groen Voor ecologie en groen zijn er twee grote systemen, namelijk Midden Delfland met haar ecologische structuren en de rivier Nieuwe Maas. Voor de ecologie zijn de dwarsverbanden door de bandstad heen erg belangrijk. Voorbeelden hiervan zijn de Poldervaart en de Schie. De Schie heeft ook grote potentie voor vismigratie. 7. Verschillende groengebieden aan de rivier Aan de Nieuwe Maas liggen een aantal prominente groengebieden. De Maasboulevard is daar één van en een unieke, hij kent geen gelijke langs de Nieuwe maas. De andere gebieden zijn of recreatiegebieden gekenmerkt door bossen en weides, zijn cultuurhistorische relicten achter de dijk of een prachtig door Zocher ontworpen stadspark achter de wal. De Maasboulevard ligt als enige op “deltahoogte”, is autotoegankelijk en ligt aan/ in de stad. 6 7 G B SV S CH I E DA M • 25 • II III I • 26 • B OS C H S LAB B E R S 3.3 STAD IN LAGEN UITEENGELEGD Hier volgt een analyse van de stad per onderwerp. Deze analyse is gebaseerd op de huidige situatie en vigerend beleid: 1. Groen en landschap 2. Ecologie 3. Water 4. Bebouwing 5. Infrastructuur 6. Fiets- en wandelpaden 7. Recreatieve voorzieningen Per onderwerp wordt de huidige situatie geschetst en worden de knelpunten beschreven. Per onderwerp volgt een opsomming van de kansen bezien vanuit dat onderwerp. 3.3.1GROEN EN LANDSCHAP Schiedam heeft veel groen! Het groen van Schiedam kent verschillende kleuren en smaken. In hoofdlijn kan men stellen dat Schiedam veel kwantiteit heeft in het groen, maar niet al het groen heeft ook kwaliteit. De beschrijving van het groen volgt de legenda van de kaart. Invloedssfeer Midden-Delfland In het noorden grenst de stad aan het open veenweidelandschap van Midden Delfland. Hier overheerst de rust en ruimte. Langs de randen van de stad is een recreatielandschap aangelegd grotendeels in de sfeer en stijl van Midden Delfland. De bossen in dit gebied vormen een gebiedsvreemd element. Kansen: •• Verbeteren van de relatie tussen stad en land door betere verbindingen te maken •• Verbeteren inpassing recreatielandschap door omvorming van de bossen. De sfeer en uitstraling van het landschap van Midden-Delfland dringt tot ver door in het stedelijk weefsel van Schiedam. Langs de Harreweg, de Kerkbuurt, de Polderwetering, langs de Oost Abtspolder en ook langs de Poldervaart is de sfeer Midden-Delfland. De linten van bebouwing, smalle wegen, gepaste beplantingen zoals knotwilgen zijn hier te vinden. Kansen: •• Linten verder ontwikkelen als landelijke linten vooral voor recreatief verkeer. •• Aansluiting rond Bachplein en Kethel verbeteren. Centrale groengebied Het centrale groengebied bestaat uit een verzameling van groene plekken, verschillende functies en gebruik met weinig samenhang. Op een viertal plekken zijn sportvelden aanwezig waarvan de groenwaarde vooral in de windsingels ligt. In het centrale deel ten noorden van de A20 ligt het Beatrixpark. Dit is een groot park dat opgebouwd is rond een centraal eiland waar de meeste functies op liggen en een rand van eilanden, bosgebieden en dergelijke. Het Beatrixpark is bekend en wordt bezocht, maar heeft de potentie om veel beter benut te worden en als stadspark te functioneren (ook op regionaal niveau). In het centrale groengebied liggen op twee plekken volkstuinen. De volkstuinen worden gekenmerkt door een gesloten uitstraling, het is echt een gebied voor de volkstuinhouders. Tevens liggen er twee begraafplaatsen die een weinig openbaar karakter hebben. Middendoor het hele gebied ligt de Poldervaart. Van oorsprong een bijzonder krachtige lijn, maar in de huidige situatie vaak onvindbaar en sterk versnipperd. Het gebied wordt doorsnede door verschillende wegen en spoorlijnen met brede stroken groen erlangs. Kansen: •• Meer samenhang in het gebied brengen, b.v. door de Poldervaart te gebruiken als kapstok. •• Opheffen barrière A20 door goede onderdoorgangen en herstructurering van het gebied rond de kruising Poldervaart/ A20. •• Meer doorgaande routestructuren in het gebied inbrengen, b.v. vanaf Harga naar het centrum. •• Meer relaties tussen de verschillende functies leggen en onderzoeken of volkstuinen en begraafplaatsen meer openbare kwaliteit aan het gebied kunnen toevoegen. G B SV S CH I E DA M • 27 • De A4 zone is thans volop in ontwikkeling. Dit is jaren een ruimtelijk verbinding geweest met Midden-Delfland in de vorm van een grondlichaam. In de plannen wordt hier voorzien in de aanleg van de A4 met een landtunnel. Aan de noordzijde van de tunnelbak op de rand van Midden- Delfland om een sportveldencomplex en tussen knooppunt Kethelplein en het nieuwe sportveldencomplex is voorzien in een park. Deze zone is door de jaren heen vooral een barrière geweest waar Vlaardingen en Schiedam zich vanaf gekeerd hebben. Tegelijkertijd diende de zone van het dijklichaam als uitloopgebied voor de bewoners van de omliggende wijken. Kansen: •• De zone zo inrichten dat goede relaties met het Midden Delfland gerealiseerd worden •• De zone inrichten als ontmoeting tussen Vlaardingen en Schiedam Langs de dijk/ rivier Langs de dijk liggen een drietal groengebieden, de Maasboulevard (I), het Volkspark (II) en het verlengde van de Poldervaart (III). Tussen de drie gebieden is nauwelijks sprake van een directe relatie. De dijk is het element dat ze verbindt. De Maasboulevard is een bijzondere plek. Langs de hele Nieuwe Maas is er geen gelijke. Kenmerkend voor de Maasboulevard is namelijk de bereikbaarheid met de auto, het weidse beeld van gras en grote bomen en de diverse functies die in het gebied ondergebracht zijn. De boulevard functioneert aan de Schie kant optimaal, maar richting de jachthaven verdicht het park en krijgt het een meer privaat karakter. De dijk ligt aan de voet van de woongebouwen in het noorden, maar is thans nauwelijks herkenbaar in het profiel. Het volkspark is een strook buffergroen tussen woningen en bedrijven. Het karakter van het gebied is ook een beetje buffergroen, het sluit de gebieden sterk af, is dicht beplant wat zichten over en weer onmogelijk maakt. Het groen is redelijk anoniem qua karakter en er liggen diverse func- • 28 • B OS C H S LAB B E R S ties in, bv speelplekken. De dijk is een breed lichaam van gras met bovenop een klein haagje om honden tegen te houden. Het profiel van de dijk, het te kleine haagje en het volkspark doen in de huidige situatie niets met elkaar. De strook langs de A4/ Beneluxtunnel, het verlengde van de Poldervaart, wordt gekenmerkt door versnippering. De strook heeft diverse functies in zich, carpoolplaats, kunstwerk het sleutelgat, wandel- en fietsroutes. Kansen: •• Koppelen van de verschillende groengebieden langs de dijk •• Meer inzetten op sferen die passen bij de rivier en groen aan de rivier •• Minder buffergroen, meer gebruiksgroen, ook de dijk hierin betrekken. •• Versterken van de Maasboulevard (opschonen, aanhelen, etc) Diverse plekken Schiedam heeft een aantal bijzondere groene plekken in de stad. De Plantage is een van de oudste openbare parken die ons land kent. De eerste aanleg was in 1767 en in 1826 heeft J.D. Zocher het park heringericht. Recentelijk is de kop van de Plantage hoogwaardig heringericht en vormt een lust voor het oog. Het Julianapark is een stadspark uit de jaren ’30 en wordt gekenmerkt door mooie bouwkundige elementen (poorten, pergola) en een centrale vijver. Het park is recent gerenoveerd en ligt er keurig bij. Naast deze twee openbare groenplekken, is er ook nog de oude Rooms-katholieke begraafplaats. Aan de noordzijde waan je je in het Kethelpark met dorp Kethel al in het landschap van Midden-Delfland. In de verschillende wijken is groen op diverse niveaus aanwezig, van snippergroen tot elementair buurtgroen. Dit groen wordt in een lager abstractieniveau opgenomen in de visie, maar maakt geen onderdeel uit van de groenblauwe hoofdstructuur. G B SV S CH I E DA M • 29 • • 30 • B OS C H S LAB B E R S 3.3.2ECOLOGIE Er zijn een vijftal grove ecologische gebiedstypen te onderscheiden; “weide-“, water-, stad- en “bos”landschappen plus de bedrijven-/industrieterreinen. Ecologische kwaliteit in de stad is vooral de aanwezigheid van vele kleine groengebieden met enkele zeer grote groengebieden en de verbindingen daartussen. De Poldervaart functioneert als een ‘ecologische snelweg’ en wordt gebruikt door een verscheidenheid aan fauna. Vleermuizen, vogels en vlinders gebruiken het naast foerageergebied ook als begeleidende lijn naar het buitengebied. De Schie is waardevol voor vissen en als begeleidende structuur voor vleermuizen. Aan de Polderwetering wordt voorzien in een paaiplek. Er liggen kansen om de oevers geschikter te maken voor vispaaiplaatsen. De ecologische kwaliteit van de groengebieden verschilt per wijkopbouw. Met name terreinen met oudere bomen zijn waardevol voor vleermuizen (Julianapark, de Plantage, Beatrixpark). Na-oorlogse wijken zijn vaak ecologisch waardevoller dan vooroorlogse wijken door aanwezigheid van meer groen en directe verbindingen met het buitengebied. De laatst gerealiseerde woonwijk Sveaparken is qua groen nog in ontwikkeling. De sportvelden van het Hargaterrein zijn ecologisch arm met uitzondering van de randen. De Maasboulevard is vrij arm door een mono-cultuur aan gras en bomen. •• •• •• •• •• De Schie (tot aan het oude centrum) ecologisch versterken door ontwikkelen van vispaaiplaatsen (achter bijvoorbeeld aanlegsteigers) en het ontwikkelen van (tijdelijke) boezemlandjes op aanpalende (braakliggende) terreinen. Er liggen plannen om de Schie voor schepen te verleggen (bochtafsnijding bij Overschie) waardoor in potentie een waardevolle ecologisch stapsteen ontstaat. Er zijn plannen in ontwikkeling om de ecologische waarden van de Zuidrand van Midden-Delfland te versterken, dit als onderdeel van het groenblauwe lint tussen Vlietlanden en Ackerdijkse Plassen. Vismigratie kan versterkt worden tussen de Nieuwe Maas, de Schie en het zuidelijk deel van de Poldervaart. Vispaaiplaatsen kunnen ontwikkeld worden in de luwtes van de haven, bijvoorbeeld achter aanlegsteigers. Bij het groen rondom de snelweg en in ecologische arme groengebieden kan meer ingezet worden op vlinder/insectenbermen en -velden; bloem-/kruidenrijke mengsels met een aangepast maaibeheer. Kansen: •• Versterken van de ecologische kwaliteit van de huidige gebiedstypen door o.a. , inzaaien van bermen/gazons met kruidenmengsels, aanpassing van het maaibeheer en ontwikkelen van natuurvriendelijke oevers •• Versterken van de uitwisseling van flora en fauna binnen de genoemde gebiedstypen. •• Inzetten op versterking van de verbindingen vanuit de wijken op de ecologische hoofdverbindingen, zoals de Poldervaart. Met name begeleidende beplanting en open (donker) water zijn van belang (voor vleermuizen). •• Barrières zoals de snelweg A20 opheffen en passeerbaar maken voor vleermuizen en kleinere fauna. G B SV S CH I E DA M • 31 • Peilgebieden • 32 • B OS C H S LAB B E R S 3.3.3WATER Algemeen Het watersysteem in Schiedam bestaat uit verschillende deelgebieden met hun eigen karakteristieken. Vanaf de Nieuwe Waterweg gezien naar het noorden heeft Schiedam; •• •• Schiedam west Een groot deel van de neerslag die in Schiedam West valt komt in het gemengde rioolstelsel terecht. Onder normale omstandigheden wordt dit rioolwater naar de afvalwaterzuivering afgevoerd. Dit is onwenselijk omdat hierdoor schone neerslag onnodig wordt gezuiverd. Wanneer het hard regent wordt het ongezuiverde rioolwater rechtstreeks naar de Nieuwe Waterweg gepompt. Een klein deel van de neerslag die in Schiedam West valt komt in de enige watergang van deze polder uit; de Stadhouderslaansingel. Wanneer het waterpeil in deze singel te hoog wordt loopt het water over in het riool. •• •• Buitendijks gebied (Riviersysteem); en zuiden van de Westfrankenlandsedijk ligt het buitendijks gebied. Dit gebied wordt niet beschermd door de primaire waterkering en de neerslag die hier valt stroomt rechtstreek af naar de Nieuwe Waterweg. Boezemland (Boezemwatersysteem); Het Oude centrum van Schiedam gelegen tussen de boezemkanalen bestaat uit boezemland. het maaiveld ligt hier hoger dan het boezemwater, waardoor deze gebieden direct kunnen afwateren naar de boezem. Polders (Polderwatersysteem); De noordkant van Schiedam bestaat uit een aantal polders, waaronder Schiedam Oost en –West en de Poldervaartpolder. Deze polders liggen over het algemeen lager dan de boezem. Neerslag wordt hier opgevangen, vastgehouden en vertraagd weggepompt naar de boezem. De grootste opgaven ten aanzien van water liggen in de polders. Hier zal de komende decennia het meeste moeten gebeuren op het gebied van waterkwantiteit, -kwaliteit en grondwater. Onderstaan zijn de verschillende polders dan ook apart beschreven. Inclusief kansen en knelpunten ten aanzien van water. De boezem wordt gevormd door de Schie die via een gemaal op de kop van de Houthaven afwatert op de Nieuwe Maas. De aanpalende polders wateren af op de Schie via gemalen. De hele stad is dooraderd met bredere watergangen, de zogenoemde hoofdwatergangen Kansen (algemeen) •• Vergroten van de zichtbaarheid van het water(systeem). •• Meer afkoppelen en oppervlakkig afvoeren van regenwater. •• Vergroten van de ecologische kwaliteit door toepassing van ecologische oevers of drijvende groenelementen. •• Verlevendigen van het water door de toegankelijkheid over water te verbeteren door aanpassen openingstijden bruggen en uitbreiden aanlegvoorzieningen. Vergroten van de toegankelijk van het water door aanbrengen voorzieningen voor kano’s en steigers. Kansen: •• Neerslag langer vasthouden in verhard gebied en vertraagde afvoeren naar het oppervlaktewater. Denk •• aan het bufferen van water op daken, in gebouwen en onder parkeerplaatsen. •• Vervlechting tussen riolering en oppervlaktewater verminderen. Schiedam Oost Ook in Schiedam Oost komt het overgrote deel van de neerslag terecht in het riool. Ook vanuit deze polder gaat neerslag onder normale omstandigheden naar de rioolwaterzuivering en wordt het bij hevige neerslag direct uitgemalen op de Nieuwe Waterweg. Schiedam Oost beschikt daarnaast over een aantal watergangen, die via lange duikers met elkaar zijn verbonden. Het water wordt aan de westzijde vanuit de Schie ingelaten en stroomt via de watergangen naar een riooloverstort waar het uiteindelijk in verdwijnt. G B SV S CH I E DA M • 33 • Kansen •• Onderzoek koppeling met oppervlaktewatersysteem polder Oud-Mathenesse. •• Neerslag langer vastgehouden in verhard gebied en vertraagde afvoeren naar het oppervlaktewater. Denk aan het bufferen van water op daken, in gebouwen en onder parkeerplaatsen. Poldervaartpolder Ten opzicht van de polder Schiedam Oost en West werkt de Poldervaartpolder als een echte polder. De neerslag die er valt komt voor een groot deel in sloten en duikers naar het gemaal, waarmee het naar de boezem wordt verpompt. De polder bestaat uit verschillende peilvakken met een waterpeil zo tussen de 2 en 3 meter onder NAP. Een uitzonderlijk element is de Poldervaart; een oude boezemtak die hoger dan de polder ligt. Kwalitatief gezien speelt ook in de Poldervaarpolder het riool een grote invloed. Flinke delen van de Poldervaarpolder beschikken over een gemengd rioolstelsel, dat bij hevige neerslag overstort op het oppervlaktewater. Kansen •• Afkoppelen riolering in delen van Nieuwland en Schiedam Noord. •• Realiseren extra oppervlaktewater (waar nodig). •• Bebouwing aanpassen aan eigenschappen van het gebied (in relatie slappe bodem, noorden Poldervaartpolder). Boezemgebied Kwantitatief gezien is de boezem in Schiedam op orde. Dit betekent dat de boezemkanalen voldoende capaciteit hebben om ook bij extreme neerslag he water aft kunnen voeren richting de Nieuwe Waterweg. Kwalitatief gezien kan de boezem nog wel verbeteren. Zowel chemisch als ecologisch is het nodig om de waterkwaliteit te verbeteren. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld natuurvriendelijke oevers worden aangelegd. zo biedt de Polderwatering hier goede kansen voor. Daarnaast kan het aantal riooloverstorten terug worden gebracht om hierdoor • 34 • B OS C H S LAB B E R S te voorkomen dat ongezuiverd rioolwater op de boezem wordt geloosd. Waterbeleving Voor de waterbeleving is vooral het gaan langs het water belangrijk. Veel routes lopen parallel aan de watergangen of liggen op de kade. Op diverse plekken zijn voorzieningen getroffen om ook echt aan het water te kunnen verblijven, bijvoorbeeld in de vorm van een vissteiger, dit zou verder versterkt kunnen worden. Varen is vooral mogelijk op de Schie en op de Nieuwe Maas. Het versterken van het watertoerisme vormt onder meer een uitwerking van de binnenstadvisie “Stad aan de Schie”. Onderzoek vindt plaats naar de mogelijkheden het watertoerisme te versterken door het vergroten van de aanmeermogelijkheden, de toegankelijkheid van de stad te verbeteren door het optimaliseren van de openingstijden van de bruggen en het gericht promoten van de stad. Het projectplan watertoerisme 2014 geeft hiervoor de handvaten. Bedoeling is om vooral de voorzieningen in de Lange Haven voor de pleziervaart uit te breiden zodat meer leven ontstaat op het water. De Lange Haven wordt ten behoeve van het kadeherstel volledig heringericht waarbij de voorzieningen op het water en aan de kade met elkaar in overeenstemming worden gebracht. Langs de Buitenhaven is een wandelboulevard aangelegd waardoor het water meer beleefbaar wordt in dit gebied. De Buitenhaven en de Nieuwe Maas worden nog gebruikt voor de beroepsvaart. De Lange Haven kent geen beroepsvaart meer, hier is vooral sprake van recreatieve en toeristische vaart. Ten behoeve van de beleving van het water zijn hier plekken gerealiseerd voor bewoonde historische bedrijfsvaartuigen. De Schieoever tussen trambrug en proveniersbrug wordt heringericht, waarbij ingezet wordt op een groene kade. De Poldervaart en Schie worden beperkt gebruikt voor kanoën. De voorzieningen in de vorm van overstapplaatsen en overzetplaatsen zijn hiervoor minimaal. G B SV S CH I E DA M • 35 • Na-oorlogse wijken noord voorbij A20 Bedrijventerrein Historisch centrum Vooroorlogse wijken oost • 36 • B OS C H S LAB B E R S Na-oorlogse wijk noord tot A20 3.3.4BEBOUWING/ WIJKEN De bebouwing van Schiedam volgt de ontwikkeling van de stad en kent daarmee 7 verschillende wijken: 1. Historisch centrum 2. Vooroorlogse wijken west en zuid 3. Vooroorlogse wijken oost 4. Na-oorlogse wijk noord tot de A20 (Nieuwland) 5. Na-oorlogse wijken noord voorbij de A20 6. Bedrijventerrein 7. (Buitendijks) havengebied Vooroorlogse wijken west en zuid 1) Het historisch centrum is bekend om zijn prachtige molens, havens en historische panden. Hier is vooral de historische kwaliteit van groot belang. Het groenblauw wordt hier gevormd door vesten en havens , kadebeplanting en een enkele groene plek (bv Plantage). 2) De vooroorlogse wijk West kent een sterke tweedeling. Het gebied tussen het Volkspark en de Burgemeester Knappertlaan is ruim van opzet en wordt gekenmerkt door grote kavels. Enkele ruime profielen met voorname boombeplanting bepalen hier de sfeer (bijv. Stadshouderslaan en Warande). Het gebied tussen de Vlaardingerdijk en de achterzijde van de bebouwing langs de Burgemeester Knappertlaan laat een ander beeld zien. Dit is een wijk die dicht verkaveld is en nauwelijks openbare ruimte kent. Het groen in de wijk wordt bepaald door enkele bomen in de straat. Ook de oudere vooroorlogse wijk Zuid laat dit beeld zien. (Buitendijks) havengebied 3) De vooroorlogse wijk Oost laat over het algemeen hetzelfde beeld zien als het vorig omgeschreven stadsdeel. Ook hier is het krap verkaveld en is het openbare groen sporadisch aanwezig. Midden door de buurt ligt een structuur van water en groen, de Snelliussingel/ Buys Ballotsingel (3 lanen). Verder ligt er in de wijk nog een groenstructuur langs het Land van Ris. Dit is een watergang met brede groene berm en vrijstaande bomen. 4) De na-oorlogse wijk Nieuwland is een echte wederopbouwwijk met de ruimtelijke kenmerken van die wijk. Stempels en grote structuren bepalen hier het beeld. De G B SV S CH I E DA M • 37 • wijk is relatief groen door de vele hoven en enkele grote voorname lanen door de wijk. De Burgemeester van Haarenlaan is een hele sterke structuur op stadsniveau. Ook de hieraan parallel gelegen parkstrook met singel is een robuuste structuur met vrijstaande volumes. Haaks hierop staan twee belangrijke doorgaande structuren, de Nieuwe Damlaan en de Parkweg. De Nieuwe Damlaan kent een redelijke groenstructuur en de Parkweg is vrij stenig. De hele wijk kent een redelijke omarming van groen in de vorm van buffergroen, sportgroen, volkstuinen, begraafplaatsen, spoorlijn, ziekenhuis, Vlaardingerdijk en de grachten van de binnenstad. 5) De na-oorlogse wijken boven de A20 kennen een sterk wisselend karakter. Hier zijn de bouwstijlen van de laatste 4 decennia te zien. Van grootschalige CIAM gedachte tot bloemkoolwijkjes. Het meest recent is hier de wijk Sveaparken aan toegevoegd, een wijk met een sterk eigen karakter. Het totaal kent een sterke dooradering van cultuurhistorische lijnen (Harreweg, Kerkweg) en van groenstructuren (Borodinlaan/Brederoweg, Jaap de Raatpad, Jozef Oreliosingel). In alle wijken is er relatief veel buurtgroen aanwezig. In de grote stempelwijken met flatgebouwen langs de randen en een overdaad aan groene ruimte tussen de flats. In diverse buurtjes zijn ruime groenstroken die grenzen aan achtertuinen (bv de Kaag). Hier is een spanning te zien tussen het openbare karakter en de privétuinen. Schuttingen en landjepik is hier waar te nemen. Ook in het Sveaparken is vaak gekozen voor een fijnmazig en groen netwerk van openbare ruimte waar privétuinen aan grenzen. Vaak is hier gekozen voor lage hekwerken om het open karakter te versterken. Langs de hele buitenrand ligt een pad op de grens tussen Midden-Delfland en de bebouwde kom van Schiedam. Deze is vanuit sommige wijken echter nauwelijks bereikbaar. 6) Het bedrijventerrein ’s Graveland is een tamelijk doorsnee bedrijventerrein. Het terrein kenmerkt zich door een rationele opzet. Hetgeen een zeer stenig beeld tot gevolg • 38 • B OS C H S LAB B E R S heeft. Langs de ‘s Gravelandseweg staan grote platanen die het beeld bepalen. Aan de westkant wordt het terrein begrensd door het spoor met wat groen langs de rand en aan de noordkant ligt de Polderweg met een stevig populierenbos. Aan de oostkant van het terrein ligt de Schie. Alleen ten noorden van De Brauwweg is de Schie aan één kant toegankelijk. 7) Aan de zuidkant van Schiedam liggen in het buitendijkse gebied diverse grote bedrijventerreinen die gericht zijn op de Nieuwe Maas. Deze terreinen liggen veelal tussen de stad en de rivier in en bieden weinig tot geen zicht op de rivier. Ook geven de terreinen geen aanleiding om door heen te gaan, naar de rivier. Grasbermen en jonge bomen bepalen hier het groenbeeld. Het niet toegankelijke slibdepot met de kades en populieren is een sterk groenelement in het gebied. Idem voor de grens van het bedrijventerrein Vijfsluizen dat gevormd wordt door het verlengde van de Poldervaart, ook bekend onder de naam Vijfsluizerhaven. Kansen: •• Versterken van de hoofdstructuren in de wijk/ op niveau van Schiedam. •• Versterken van de specifieke groeneigenschappen per wijk, per bouwstijl. •• Versterken van wijk groen en blauwstructuren (verknopen van afzonderlijke delen). •• Versterken van de aansluiting van de wijken met de hoofdgroenstructuren (Midden-Delfland, Schie, Nieuwe Maas, Poldervaart). •• Voorstellen voor vergroening en verblauwing van stenige wijken (west en oost). •• Versterken van betrokkenheid bij de wijken zelf (participatie). •• Versterken van het groene beeld op de bedrijventerreinen. •• Versterken van gebruikswaarde van de Schie (o.a. openbaar karakter van de oever) •• Vergroten van het medegebruik van de bedrijventerrein langs de rivier, kan men hier bij de rivier komen en ook genieten van het werklandschap en de rivier. G B SV S CH I E DA M • 39 • • 40 • B OS C H S LAB B E R S 3.3.5INFRASTRUCTUUR Bovenliggend voor de stad zijn de A20 en de A4. De A 4 maakt de grens in het westen en de A20 doorsnijdt de gemeente in twee helften. Op de A20 zijn twee afslagen, een groene en een stenige. Op de A4 kan men voor de Beneluxtunnel van de weg af, hier komt men op de kop van de Poldervaart Schiedam binnen, maar dat is in de huidige situatie niet zichtbaar. Voor de stad Schiedam is een sterke hoofdstructuur bepaald. Deze wordt aan de noordzijde gemaakt door de ronde door noord, de twee aantakkingen naar Schiedam (Churchilllaan en ’s Gravelandseweg) en een aantakking naar Vlaardingen (Brederoweg). Op het zuidelijk deel zijn de Burgemeester van Haarenlaan en de Dijkroute belangrijke doorgaande lijnen. Daar haaks op staan enkele kleinere straten die nodig zijn om de binnenstad te kunnen bereiken. Veel van de doorgaande structuren, zowel noord als zuid, zijn aangeplant als lanen (uitgezonderd de dijkroute). Het bomenbeleidsplan voorziet hierin, dit is al deels uitgevoerd. Aan de hoofdroutes zijn een aantal plekken waar men de stad Schiedam op een speciale manier ervaart, gouden momenten: de overgang bij de sluis in de Schie, de dubbele bocht in de dijk bij de Houthaven, de entree van de historische stad vanuit het noorden (Plein 1940-1945) en bij Kethel en het Bachplein. Voor de laatste drie punten geldt dat het vooral in potentie gouden plekken zijn. Kansen: •• Versterken van de poorten van de stad. •• Verder versterken van de laanstructuur (uitvoeren van bomenstructuurplan) en Stadsassen. •• Versterken van punten waar laan- en/of groenstructuren elkaar kruisen. •• Inzetten op ontwikkeling van bijzondere plekken in Schiedam. G B SV S CH I E DA M • 41 • • 42 • B OS C H S LAB B E R S 3.3.6FIETSEN EN WANDELEN 3.3.7RECREATIEVE VOORZIENINGEN Schiedam kent een dicht netwerk aan fietsroutes in de stad. Hierin ontbreken nog enkele heldere schakels, zoals op de verbinding binnenstad Kethel, de Poldervaart, relaties tussen stad en Poldervaart en verbindingen met het bedrijventerrein ‘s Graveland en de Schie. Wie door zijn oogharen naar de kaart met fietspaden kijkt ziet een “ladderstructuur” ontstaan. De bomen worden gevormd door de Nieuwe Damlaan/ Schiedamseweg/ Harreweg en door de Parkweg/ Poldervaart/ Kerkbuurt/ Groeneweg. De sporten zijn de dwarsverbindingen die het mogelijk maken om van de ene boom naar de andere te gaan. De wandelstructuur volgt ten dele de hiervoor beschreven ladder. Additioneel is de Poldervaart voor wandelen zeer belangrijk. Dit vormt een goede wandelmogelijkheid in de stad en een verbinding in de stad en met het buitengebied. In het buitengebied van Midden-Delfland is er in het recreatiegebied voorzien in diverse wandelpaden, soms zijn deze vormgegeven als struinpaden door de natuur. Voor wandelen strekt het verder ontwikkelen van struinpaden tot de aanbeveling. Dit kan op meerdere plekken vorm krijgen. In het recreatieve wandelnetwerk missen schakels tussen Poldervaart en stad. Waar mogelijk ook doen voor skaten en verbetering gebruik vaarroutes. De stad Schiedam heeft diverse recreatieve voorzieningen van formaat. Het heeft een groot aantal sportvelden en sportvoorzieningen. Verspreid over de gemeente liggen er diverse speelvoorzieningen. In het Beatrixpark liggen een grote speeltuin, een heemtuin, een bbq-weide, enzovoorts. Nabij de A20 ligt een wellness-centrum dat de hele regio bedient. Aan de rivier ligt een grote jachthaven en zijn langs de Maasboulevard mogelijkheden voor het afmeren van cruiseschepen. De hele binnenstad van Schiedam is een recreatief hoogtepunt, met al haar molens en musea. Aan de noordrand van Schiedam ligt een recreatief gebied met bossen, weides, fietspaden en wandelpaden. De uitstraling van dat gebied is zeer natuurlijk, er is in het gebied relatief weinig te doen. Dit gebied maakt onderdeel uit van een groter geheel langs de zuidrand van MiddenDelfland en wordt beheerd door het Recreatieschap Midden-Delfland. Schiedam kent ook diverse voorzieningen die zich richten op natuureducatie en natuurbeleving, zoals in de Zuidrand van Midden-Delfland (Vockestaert), Kethelpark (Boshoek, NME, Groene Raat), Beatrixpark (kinderboerderij). Daarnaast zijn er bijvoorbeeld ook de volkstuinen in Thurlede en Harga. Schiedam kent zeven watersportverenigingen waarvan vier in de Spuihaven, één in de Nieuwe Haven, één in de ’sGravelandse polder en de grootste bij de Rolbrug. Deze verenigingen bieden ruimte aan booteigenaren en hebben ook enkele plaatsen voor passanten. Aan het Doeleplein is de Florynhaven gerealiseerd, waar kleine motorboten ligplaats kunnen nemen gedurende het vaarseizoen. Ook is er een steiger in de Lange Haven. Kansen: •• Ontwikkelen/ verbeteren van de minder ontwikkelde of ontbrekende schakels voor fietsen,skaten en wandelen,in de stad en met de regio. Ook kansen voor varen meenemen. •• Landschappelijke routes ook landschappelijk inrichten en begeleiden. Oplossen knelpunten onderdoorgang A20. Het verder continueren van routes langs de Poldervaart van Midden-Delfland tot en met de Nieuwe Maas. •• Ontwikkelen van struinpaden. Kansen: •• Routestructuren versterken, zie ook fietsen en wandelen. •• Wellness centrum op een meer landschappelijke manier inbedden. G B SV S CH I E DA M • 43 • • 44 • B OS C H S LAB B E R S 4 UITGANGSPUNTEN De uitgangspunten voor de visie zijn ontleend aan de analyse, de trends en aan de bijeenkomsten met de kennisgroep. Zij hebben in een eerste ronde aangegeven wat zij essentieel vinden voor een groenblauwe structuurvisie. Hieruit zijn de elf hier onderstaande uitgangspunten gedestilleerd. 1. Gebruik de ligging aan de rivier => de rivier en ook het werken langs de rivier brengt een unieke dynamiek en een uniek karakter in Schiedam, dat kan meer benut worden! 2. Versterk de stad-landrelatie aan de zijde van Midden Delfland => het landschap van Midden Delfland kan meer infiltreren in de stad. 3. Cultuurhistorie koesteren => wees zorgvuldig met cultuurhistorische elementen, behoud deze en waar mogelijk herstellen en herscheppen. Gebruik waar mogelijk de cultuurhistorie als dragend element. 4. Vergroten van de verbindingen voor mens, dier en plant => versterk onderlinge verbanden van groengebieden, maak meer eenheid in het totaal. Versterk bestaande routes, ontwikkel nieuwe en onderzoek of er combinaties mogelijk zijn tussen mens, dier en plant. 5. Vergroot de zichtbaarheid van het water(systeem) => door robuuste waterstructuren die van hoge ruimtelijke, ecologische en chemische kwaliteit zijn. Onderzoek de mogelijkheden voor recreatief medegebruik. 6. Vergroten van de ecologische kwaliteiten => op alle schaalniveaus is het mogelijk meer ecologische kwaliteit in te brengen, van geveltuin tot Poldervaart. 7. Vergroten van het gebruik en de beleving van de openbare (groenblauwe) ruimtes. Specifieke ruimtelijke kwaliteiten gebruiken om gebruik te stimuleren => van het realiseren van bbq plekken in parken tot het versterken van de cultuurhistorische belevenis van bv. de Babbersmolen. Genieten van de natuur (natuureducatie en –beleving, stilte). Aansluiten bij de wensen van verschillende doelgroepen. 8. Vergroten van de participatie van burgers en bedrijven => mensen zijn geïnteresseerd in hun leefomgeving en willen daar graag in participeren, geef hen moge- lijkheden en verantwoordelijkheden, maar behoud als gemeente wel de regie. 9. Meer voedsel verbouwen in de stad => thans wordt dit alleen gedaan in “afgesloten” volkstuincomplexen. Verruim de mogelijkheden en onderzoek in hoeverre het openbaar plantsoen gebruikt kan worden voor voedselproductie, idem voor de stadsrandlandschappen in het noorden. Houd hier als gemeente de regie over het beeld! 10.Zet ook in op tijdelijke maatregelen => een stad die verbouwt kent braakliggende terreinen. Zet deze terreinen in voor stadsverfraaiing, tijdelijke natuur, voedselvoorziening, enzovoorts. Door hier structureel werk van te maken wordt het onderdeel van de structuur (DNA) van de stad. 11.Denk niet alleen in grote structuren, maar ook kleine ingrepen kunnen het stadsbeeld groots beïnvloeden => ontwikkel een bouwdoos met elementen die de stad kunnen vergroenen, bijvoorbeeld natuurvriendelijke oevers, op groen parkeren, hagen in plaats van schuttingen, groen in plaats van tegels in de voortuin, etc. G B SV S CH I E DA M • 45 • “De drie eenheid” Water Ecologie 0: Stedelijk gebied Groene parels Groenblauwe verbindingen 1: Invloed van de rivier Stadslanen De Groene Stad Cultuurhistorisch landschap 2: Invloed van Midden-Delfland Sterk rivierfront Stedelijke weefsel 3: Transformatielandschap/ verwevingsgebied • 46 • B OS C H S LAB B E R S Ondergrond 5 “DE DRIE EENHEID” EN “DE GELAAGDE STAD” De visie in hoofdlijnen beschrijft een groenblauwestructuur die opgebouwd is uit drie grootheden. Twee sterke eigen identiteiten met hun eigen invloeden en sferen, namelijk de wereld rond de rivier en het landschap van Midden Delfland. De verbindende factor tussen deze twee werelden is een transformatielandschap in de Poldervaartpolder welke gekenmerkt wordt door een sterk centraal element, de naamdrager van de polder: de Poldervaart. Concept `de drie eenheid` en de visie in lagen; `de gelaagde stad`. Dit geeft een ultieme afwisseling van groenblauwgebieden en sferen die in zijn totaal een perfecte basis vormt voor een grootschalige, robuuste groenblauwe structuur voor de stad. Hier ligt een fijnmaziger netwerk van groen- en blauwstructuren overheen dat deze grootheden verbindt met aanpalende wijken en de binnenstad. Een kenschets van de drie grootheden: 1. De wereld van de rivier wordt uiteraard bepaald door zicht op de rivier en de beleving van het dynamisch en maritieme leven met de scheepvaart, de industrie en de kades. De dijk is hier de contante en verbindt alle delen aan elkaar. De Schie en de Poldervaart zijn de ankers om aan te haken bij de totale groenblauwe structuur van de stad. 2. Het landschap van Midden Delfland kent zijn eigen dynamiek en eigen beeld. Rust en ruimte vormen hier het mantra. Grazige weides, koeien in de wei, vergezichten en dat gecombineerd met bijzondere natuurwaarden vormen het beeld van Midden-Delfland. De stad kent naast een zorgvuldige stadsrand vier riante verwevingen met het buitengebied van Midden Delfland (A4, Harreweg, de Kerkbuurt/Poldervaart en Polderweg/ Oost Abtpolder/Schie). Deze zorgen voor een innige verbinding met het buitengebied. 3. Al deze verwevingen komen uit in het transformatielandschap van de Poldervaartpolder; de Groene Stad. Dit is een patchwork van verschillende gebieden en sferen, met als krachtige dragers: de Poldervaartpolder en de Poldervaart. De Poldervaart wordt weer opgepoetst tot een waardige ruimtelijke drager van het gebied. De andere gezamenlijke noemer is de venige Poldervaartpolder met een hoge waterstand. Door een robuust netwerk van verbindingen in water, groen en paden voor mens, dier en plant wordt dit gebied een eenheid en een perfecte match tussen de twee andere grootheden. Deze hoofdrichting wordt verder uitgewerkt en gespecificeerd in de “gelaagde stad”. De visie is verder uitgebouwd op basis van ruimtelijke kenmerken. De verschillende lagen hebben een sterke overlap met elkaar en zorgen zo voor een integrale groenblauwe structuur. De plankaart laat goed zien hoe de verschillende lagen met elkaar verweven zijn. 1. De eerste laag vormt de laag van de ondergrond. Deze laag vertelt over het ontstaan van Schiedam en daarmee over de bodemopbouw en de waterhuishouding en is dus ook bepalend voor de groene en blauwe structuren. 2. De tweede laag die beschreven wordt is het stedelijk weefsel dat door de eeuwen heen ontstaan is op die ondergrond. Dit beschrijft de wijken met hun groenstructuur van historische binnen stad tot de meest recente wijk Sveaparken. 3. De derde laag beschrijft het front aan de rivier. Van oorsprong niet de meest ontwikkelde zijde van Schiedam, maar door de jaren heen wordt deze steeds belangrijker. De doorgaande dijk en de parken aan de dijk zijn belangrijke groenstructuren. =>grootheid 1 4. De vierde laag is het cultuurhistorische landschap van Midden Delfland dat diep doordringt in het noordelijk deel van de gemeente. =>grootheid 2 5. De vijfde laag beschrijft het Poldervaartlandschap; de Groene Stad. Gebieden die zo groot zijn dat ze zich laten ervaren als landschappen maar dan in de stad. Een divers tussengebied dat sterk ontsloten is en verankerd is aan de Poldervaart. =>grootheid 3 6. De zesde laag zijn de stadslanen. Dit zijn de verbindende lijnen op hoog schaalniveau voor de stad, hiermee worden wijken aan elkaar gekoppeld en ze begeleiden de doorgaande routes door de stad. 7. De blauwgroene verbindingen spelen op een lager schaalniveau een belangrijke rol en maken het mogelijk om van wijken naar groengebieden te gaan. Ook ecologisch zijn dit belangrijke schakels. 8. De achtste laag zijn de parels, op zich staande elementen van hoge waarde. 9. De negende laag geeft het onderliggende ecologische systeem weer. 10.De laatste laag geeft het watersysteem weer, met daarin de belangrijkste kenmerken voor de groenblauwe structuurvisie. G B SV S CH I E DA M • 47 • INTERMEZZO PARTICIPATIEGROEN // VOEDSEL IN DE STAD Mensen zijn meer en meer betrokken bij hun leefomgeving. Mensen willen ook steeds grotere verantwoordelijkheden nemen voor hun leefomgeving. Mensen slaan de handen in één en bedenken met elkaar hoe zij de buitenruimte in hun directe leefomgeving zouden willen zien. De gemeente kan inhaken op dergelijke trends en in overleg met groepen kijken hoe er met het groen omgegaan kan worden. Dit kan het beeld in de wijk meer toespitsen op wat de bewoners van die wijk ook daadwerkelijk mooi vinden en hoe zij het groen willen gebruiken. Voor de gemeente kan het een lastenverlichting zijn in de beheerkosten, maar is het een kans om haar inwoners beter te betrekken bij de leefomgeving. Daarnaast kan op een kleine schaal participatiegroen ingezet worden. Bijvoorbeeld door een loket te openen waar mensen advies krijgen over het vergroenen van hun leefomgeving en evt. met reductie artikelen kunnen krijgen, denk hierbij aan: •• Hagen in plaats van schuttingen. •• Bodembedekkers, bloemen in plaats van tegels. •• Groene daken. •• Groene gevels. • 48 • B OS C H S LAB B E R S INTERMEZZO Voedselteelt in de stad is een fenomeen dat meer en meer navolging krijgt. Ook Schiedam heeft veel openbaar groen in en rond de stad. Deze gronden zouden ingezet kunnen worden voor voedselteelt. Daarnaast kan nagedacht worden over het bomen en struikenbestand in de stad. Veel bomen staan vooral voor ruimtelijke -, sier- en ecologische waarde in de stad. Een deel van de bomen en struiken zou ook ingezet kunnen worden als voedselleverancier voor de stad. Denk hierbij aan makkelijke bomen, zoals de Kers, de Pruim, de Walnoot, de Tamme Kastanje en de Boomhazelaar of soorten die meer beheer nodig hebben zoals appel, peren en andere vruchtbomen. Daarnaast zijn er diverse struiken en boomstruiken prima geschikt voor het openbare groen. Denk hierbij ook aan historische gewassen als Moerbei, Mispel en Kweepeer. Voor struiken kan gedacht worden aan diverse bessenstruiken, framboos en braam. In de stadsranden wordt vooral ingezet op natuurontwikkeling en recreatie. Er liggen hier ook kansen om naast de natuurfuncties ook andere functies te ontwikkelen die extra financiele middelen met zich meebrengen. Denk hierbij aan speelnatuur of voedselteelt met sterke ecologische kwaliteiten (bijenboerderijen, boomgaarden). Om dergelijke ontwikkelingen te kunnen faciliteren is het goed om te weten waar dergelijke kansen zich voor doen. Het groenblauwestructuurplan geeft een kaart die aangeeft waar dergelijke ontwikkelingen zouden kunnen plaatsvinden en waar de gemeente meer de regie heeft. Bij de hoofdstructuren ligt de regie in hoofdzaak bij de gemeente en bij de substructuren in de buurten ligt de regie meer bij de bewoners (zie ook uitvoeringsprogramma). G B SV S CH I E DA M • 49 • • 50 • B OS C H S LAB B E R S 6 UITWERKING VAN DE VISIE IN LAGEN 6.1ONDERGROND Kennis van de ondergrond is essentieel om de stad Schiedam te kunnen begrijpen. De ondergrond vormt een belangrijke basis voor het groenblauwe structuurplan. Enerzijds heeft het de stad gevormd zoals zij nu is en anderzijds bepaatd het tot op de dag van vandaag fysieke voorwaarden voor beplantingen en watergangen. Grofweg is de stad op te delen in twee delen: •• de oeverwal en voormalig buitendijks; •• de venige polders. Visueel wordt dit zichtbaar op enkele plekken waar de lage polder letterlijk bij het hogere land komt. Deze overgangen moeten beter beleefbaar en zichtbaar gemaakt worden om het verhaal van het landschap te kunnen begrijpen. Dit wordt gedaan door de Vlaardingerdijk als prominente dijk in het groengebied zich te laten manifesteren. Het karakter van de Vlaardingerdijk wordt extra kracht gegeven door de doorgaande boomstructuur tot aan het centrum te behouden. Deze bomen (esdoorns) mogen uitgroeien tot 1e orde bomen. Een prominentere dijk vraagt van de parkzone een inrichting die de dijk ook laat zien, maar vraagt ook een herinrichting op grotere schaal om meer mensen gebruikt te laten maken van deze groenzone. Dat laatste vraagt een betere aantakking op de totale groenstructuur. Naast visuele aspecten is het bodemmateriaal op de oeverwal grover en zavelachtiger van samenstelling en biedt daarmee ondergrond voor een ander type vegetatie en ook andere typen bomen. De sfeer van deze vegetatie zal meer de sfeer van de rivier dragen en van de stad, aangezien de stad hier al jaren ligt. Ook de sfeer van de watergangen sluit hierop aan. Veelal zijn deze beschoeid of met kades opgetrokken. De lage polder met moerig materiaal en hoge waterstanden kent weer een hele andere vegetatie. Deze zal veel meer een watersfeer dragen en qua soorten aansluiten op de vegetatie van Midden Delfland. Watergangen zullen hier een sfeer ademen die landelijker is, met natuurlijke materialen beschoeien of natuurvriendelijke oevers. Uiteraard geldt dit onderscheid vooral voor de grotere groengebieden en -structuren. Veelal zijn op buurtniveau individuele keuzes gemaakt om de herkenbaarheid van de buurt te vergroten. Groen en landschap De keuze in het groen kan de herkenbaarheid van de ondergrond versterken, opstellen van een plantwijzer: Veenpolders: wilgen, elzen, essen, populieren, wilgenstruweel, riet, moerasvegetaties, grazig. Oeverwallen/ buitendijks: vaak meer stedelijk, esdoorns, essen, meer opgaande beplantingen Ecologie Inzetten op verschillende ondergronden en watersystemen ter vergroting van biodiversiteit Water Water hoog in de sloot in de binnendijkse gebieden met natuurvriendelijke oevers. In buitendijkse gebieden (incl binnenstad) meer stedelijke kades en water op boezemniveau (of bijna boezemniveau) met evt. vispaaiplaats mogelijkheden. Infrastructuur Waar mogelijk verkeer koppelen aan de dijk (beleefbaar en zichtbaar maken) en in de veenpolder het water dicht langs de wegen leggen (zichtbaar en beleefbaar water) Fietspaden Waar mogelijk over de dijk fietsen versus over een kade met knotwilgen fietsen, in sfeer de ondergrond versterken. Recreatieve verbindingen Onderzoeken of recreatieve voorzieningen op dit onderscheid kunnen aansluiten door sterk in te spelen op de eigenaardigheid van de plek, bijv de autokade langs de rivier versus picknicken in het polderland G B SV S CH I E DA M • 51 • • 52 • B OS C H S LAB B E R S 6.2 STEDELIJK WEEFSEL Als uitgangspunt heeft de visie een groen raamwerk gedefinieerd, zie ook afbeelding. Dit raamwerk wordt verder uitgewerkt in deze visie. De “contramal” van dit raamwerk is het stedelijk weefsel. Dit weefsel bestaat uit verschillende wijken uit verschillende bouwtijden. In de visie wordt voorgesteld om voor elke wijk op termijn een ID-kaart op te stellen. Een ID-kaart geeft aan wat het stedenbouwkundige principe is voor de wijk en geeft aan hoe in deze wijk met water en groen daarop aangesloten kan worden. Per wijktype kan vervolgens aangegeven worden wat de mogelijkheden en kansen voor het groen zijn. Groen en landschap De keuze in het groen kan de herkenbaarheid van de wijk versterken. Hier inspelen op de specifieke ontwerp uitgangspunten van die tijd. Zoeken naar nieuwe vormen van groen in wijken met weinig openbare ruimte. Hier liggen goede kansen voor participatie in het groen. Voor voedsel in de stad kweken zijn goede kansen in Schiedam. Er zijn relatief grote groengebieden in wijken. Ecologie Vooral inzetten op verbindingen met de grote groengebieden en individuele natuurprojecten (bv nestkasten voor vleermuizen). Water Water zoveel mogelijk zichtbaar maken in de wijk. Natuurvriendelijke oevers maken (behoudens binnenstad, zuid, oost en west). Onderzoeken of water langer vastgehouden kan worden in de wijk, met groene daken, met waterdoorlatende verhardingen, met ondergrondse voorzieningen, met waterpleinen, met wadi’s en verlaagde bermen.. Infrastructuur De hiërarchie in wegen versterken door het toepassen van groen- en blauwstructuren. Fietspaden Zoveel mogelijk fietspaden verbinden met groene gebieden, zodat de inwoners gemakkelijk de wijk uit kunnen. Recreatieve verbindingen Voorzien in speelvoorzieningen in de wijk in combinatie met groen- en blauwstructuren. G B SV S CH I E DA M • 53 • • 54 • B OS C H S LAB B E R S 6.3 RIVIERFRONT Schiedam lag van oorsprong niet aan de rivier maar aan de Schie. Dat is tot op de dag van vandaag goed waarneembaar want het historische centrum ligt op afstand van de rivier. De zone langs de rivier is door de jaren heen ontwikkeld tot een haven gerelateerd bedrijventerrein. Dit heeft tot gevolg dat het rivierfront voor een groot deel matig bereikbaar is en de continuïteit van de ruimtes langs de rivier slecht is. De visie stelt voor om de groene terreinen langs de dijk te koppelen tot een “verlengde Maasboulevard”. Deze verlengde boulevard begint op de kop van de Buitenhavenweg, en gaat via de sluis, over de Maasboulevard, door het volkspark, naar de strook groen tussen A4 en Vijfsluizen. De dijk en de rivier zijn hierbij de verbindende elementen. Voor de dijk wordt voorgesteld deze eenduidig te behandelen over de volle lengte om de herkenbaarheid te vergroten. Het middel dat voorgesteld wordt, is extensief beheerd bloemrijk grasland. De kop bij de Buitenhavenweg (het Gusto terrein) ligt braak. De visie stelt voor om de Buitenhavenweg met zijn kade-inrichting met bomen door te zetten tot op de kop van dit terrein. Dat geeft een continue groenlijn langs de Schie en benadrukt de continuïteit van de Schie. De kop biedt een magnifiek uitzicht op de rivier. Deze plek vormt een aparte ontwerpopgave. Hier kan een combinatie gezocht worden met de bestaande kades en onderwaterhellingen die hier liggen. Het geheel zou een groene inrichting met verblijfs- en ecologische kwaliteit kunnen krijgen. Interessant aan deze locatie is de mogelijkheid voor een tijdelijk inrichting. In een apart intermezzo wordt er in deze visie aandacht aanbesteed. Aan de andere zijde van de Schie ligt ook een kade, het Hoofdplein, die tezamen met de overkant de monding van de Schie vormt. De Maasboulevard vormt zoals reeds gememoreerd een bijzondere plek aan de Nieuwe Maas. Hier kan je met je auto in het park aan de kade parkeren. Boten varen heen en weer en cruiseschepen kunnen aanmeren. Op het gras wordt gespeeld, gepicknickt en gebarbecued. De visie stelt drie zaken voor: 1. Versterken en vergroten van de openbare autokade. 2. Vergroten van de herkenbaarheid van de dijk. 3. Meer diversiteit aanbrengen in het park. De huidige kade werkt erg goed, voor de Schiedammer is dit een belangrijke plek. In de visie wordt voorgesteld om de kadefunctie met parkeerplaatsen en verharding van kinderkoppen verder uit te breiden richting het westen. In combinatie met een pad langs de oever wordt het openbare karakter van de oever doorgezet tot aan de jachthaven. Een beweegbare loopbrug naar de kop van het havenhoofd van de Havenstraat zou een waardevolle aanvulling zijn voor de wandelmogelijkheden in dit gebied. De dijk is nu een anonieme verhoging in het maaiveld. Door de dijk een eigen beeld te geven wordt deze herkenbaarder. Tevens zou het voetpad meer de continuïteit van de dijk moeten benadrukken. Het park is nu opgedeeld in twee groene werelden, open gras met bomen en een besloten gedeelte aan de westkant. De visie schrijft voor er meer eenheid in te brengen. Dat wil zeggen dat het gebied rond de (voormalige) kinderboerderij opener qua beplanting mag worden en meer met paden dooraderd mag worden. Dit deel van het park kan zich ook meer richten op de jachthaven met een openbare en comfortabele route langs het water richting de Houthaven. Het deel met gras en bomen moet vooral zo blijven al kan de ecologische kwaliteit van dit gebied wel versterkt worden door oppervlaktes gras in te richten/te beheren als bloemrijk grasland. De omgeving rond de Houthaven is een belangrijke schakel tussen de Maasboulevard (en het havenhoofd van de Havenstraat) en het Volkspark. Ook kan hier de binnenstad (Houthaven) en het buitendijkse havengebied aan elkaar gekoppeld worden. Belangrijke ingrediënten voor deze plek zijn: •• Een aantrekkelijke, recreatieve verbindende route tussen Maasboulevard en Volkspark; •• een buitenterras aan de haven met verblijfs- en ecologische kwaliteiten, met verschillende terrassen kan men hier afdalen naar de haven, eventueel met een buitenzwembad; •• een binnenterras aan de Houthaven, met mogelijkheid om bij het water te komen, te vissen, in- of uit te stappen en te verblijven en eventueel een buitenzwembad. G B SV S CH I E DA M • 55 • Rivierfront concept in lagen Versterk beleefbaarheid/bereikbaarheid van de rivier Referentie: Maasboulevard Poldervaart verlengde; eb en vloed Volkspark; intermediar tussen wijk en rivier Wilhelminaboulevard Referentie: Maasbos Rivierfront en beleefbare dijk Referentie: Maasmoeras Ontwikkel als één geheel Rivierfront totaal • 56 • B OS C H S LAB B E R S Rivierfront concept Het Volkspark kan meer een intermediair zijn in plaats van een buffer. Het park zou weer zicht moeten bieden op de woonwijk en op de bedrijvigheid aan de Nieuwe Maas, zonder dat men van woning naar bedrijf kijkt. De vergroting van de openheid kan goed gecombineerd worden met waterberging en ecologische ontwikkeling van het gebied. Het park wordt meer geopend richting rivier, zodanig dat routes en beplantingen ook de dijk gebruiken. Over de lengte van het park komt een heldere doorgaande route die de Maasboulevard verbindt met Vijfsluizen. In het park kunnen diverse functies voor de aanpalende wijken een plek krijgen, deze functies dienen wel ondergeschikt te zijn aan de continuïteit van de groenstrook. Nabij de tennisbanen staat de continuïteit op gespannen voet. Met een krachtig ontwerp zou de strook tussen tennisbanen en dijk meer continuïteit kunnen uitstralen. De dijk wordt ook hier met hetzelfde bloemrijke mengsel ingezaaid, zodat de dijk herkenbaar is als doorgaande lijn. Idem voor de dijk tot aan Vijfsluizen. Tevens kan de dijk meer ‘losgelegd’ worden (en daarmee meer leesbaar worden) van zijn omgeving door een ruime open strook te behouden tussen de voet van de dijk en het bos van het Volkspark. Voor het gebied dat het verlengde van de Poldervaart is, sluit de visie aan op bestaande plannen om hier de dam door te steken en het gebied onder invloed van eb en vloed te brengen. Dat levert enorme kansen op voor de ecologie. Zo ontstaat er een rust- en paaiplaats voor diverse vissoorten. Het kunstwerk in de vorm van een sleutelgat wordt in de visie opgenomen in de openwaterstructuur. De herkenbaarheid van het water vanaf knooppunt Vijfsluizen wordt hiermee vergroot. Door dat aan weerszijde van het knooppunt te doen, wordt ook de herkenbaarheid van de voormalige verbinding van de Poldervaart vergroot. Op deze kruising is de wens uitgesproken om een goede recreatieve verbinding naar het noorden (langs de Poldervaart) te maken, dit zou in de vorm van een fietsbrug kunnen, de route vervolgt haar weg richting de rivier en de Beneluxtunnel. Om de eenheid van noord en zuid optimaal vorm te geven ligt de parkeerplaats op een erg vervelende plek. Met een herrangschikking zou onderzocht moeten worden hoe dat beter ingericht kan worden. In het moeraslandschap dat hier ontstaat worden vlonderpaden en verblijfsplekken ingericht voor de werknemers van de aanpalende bedrijventerreinen, zodat zij in de pauze even een luchtje kunnen scheppen. Op de kop van deze zone heeft de bezoeker weer een magnifiek uitzicht over de rivier. Hier wordt een brug voorgesteld over de “Poldervaart” om zo een rondje G B SV S CH I E DA M • 57 • om het water te kunnen lopen of de weg te vervolgen via de Benelux-tunnel. Naast dit doorgaand snoer van groenelementen en gebieden ligt er een grote kans op de bedrijventerreinen zelf. In de visie worden voorstellen gedaan om het bedrijventerrein landschappelijke in te richten en beter toegankelijk te maken voor de stedeling. Mooi voorbeeld hiervan is een tijdelijke openstelling van de kades van het slibdepot op de kop van Nieuwe waterwegstraat en Admiraal de Ruyterstraat. Met het rondje over de kades loopt men langs de rivier, langs een droogdok en langs de Wilton villa. • 58 • B OS C H S LAB B E R S Groen en landschap De groenstructuren spelen hier in op de ligging, bodem en deelgebied. Dit verloopt (van oost naar west) van een bomenweide met een divers bomenbestand, tot een natuurlijk bosgebied met wellicht een meer ooibosachtig karakter, tot een natuurlijk, dynamisch moerasgebied met brede rietkragen en opschot van elzen, wilgen en een enkele populier. Ecologie De inzet is de groengebieden meer met elkaar te verbinden, de inham van de Poldervaart vormt een prima paaiplek, bij de hoek in de dijk thv de Houthaven zijn mogelijkheden voor natuurlijke oevers aan de rivierzijde. Open weides van het Volkspark en Maasboulevard kunnen ontwikkeld worden tot bloem-/kruidenrijke weides tbv. o.a. vlinders. Water Vooral het water van de rivier met haar eb en vloed. Daarnaast is er in het Volkspark sprake van kwel, dit opvangen en gebruiken voor natuurontwikkeling. Wellicht kan het Volkspark ook nog een deel van de waterproblematiek in stadswijk West opvangen. Infrastructuur Zoveel mogelijk in combinatie met de dijk, ivm leesbaarheid van het landschap. Fietspaden Fietsen op (langs) de dijk, zo worden de diverse groengebieden verbonden. Versterk verbindingen vanuit centrum, langs Wester haven en vanuit de wijken naar de Nieuwe Maas. Recreatieve verbindingen De maasboulevard is voor Schiedam een belangrijke plek, houden zo. Verder ontwikkelen van cruiseschepen aan de kade en overige bezienswaardigheden/evenementen. Een goede fietsverbinding voorziet in een regionaal fietspad over de dijk, langs de rivier. G B SV S CH I E DA M • 59 • IMPRESSIE MOGELIJKHEDEN Mogelijkheden ontwikkeling rivierfront nabij zwembad, huidige situatie en mogelijke ontwikkeling. 10m 100m Volkspark als intermediar tussen wijk en dijk; meer openheid evt.in combinatie met waterberging Herkenbare dijk; ingezaaid met bloemenmengsel met vrije strook tussen Volkspark Betrek braakliggend terrein bij ontwikkelingen Versterk groene verbinding richting centrum Ecologische oevers/paaiplaatsen Ontwikkel koppelstuk tussen Volkspark en Houthaven/ Maasboulevard ruimtelijk en ecologisch; afdaling naar water middels vlonder met mogelijkheid voor bv een drijvend buitendbad Doorgaande hoofdroute over dijk Sub-routes door park richting rivier/stad Betrek braakliggend terrein bij Maasboulevard; evt. met brug. Versterk groene verbinding Herkenbare dijk; ingezaaid met bloemenmengsel Versterk beleefbaarheid van de de Maas (-boulevard); doorzetten verharde kade met verbinding tussen hoofd Havenstraat en Maasboulevard. Maasboulevard ruimtelijk en ecologisch versterken; boomgroepen, grasweides afgewisseld met bloemrijk grasland Rivierfront versterken; verharde kade doortrekken • 60 • B OS C H S LAB B E R S IMPRESSIE MOGELIJKHEDEN Impressie mogelijke ontwikkeling rivierfront nabij zwembad, huidige situatie en mogelijke ontwikkeling. G B SV S CH I E DA M • 61 • IMPRESSIE MOGELIJKHEDEN Mogelijkheden ontwikkeling rivierfront nabij metrostation A20, huidige situatie en mogelijke ontwikkeling. 10m 100m Versterk zichtrelatie poldervaart-dijk; doortrekken water tot aan dijktalud Middenberm ingezaaid met bloemenmengsel Fietsbrug aan metroviaduct Herschikken bestaande p-plaats • 62 • B OS C H S LAB B E R S Herkenbare dijk; ingezaaid met bloemenmengsel IMPRESSIE MOGELIJKHEDEN Impressie ontwikkeling rivierfront nabij metrostation A20, huidige situatie en mogelijke ontwikkeling. G B SV S CH I E DA M • 63 • • 64 • B OS C H S LAB B E R S 6.4 CULTUURHISTORISCHE LANDSCHAP Het binnendijkse gebied van Schiedam is gevormd door het Midden-Delfland. Een landschap van veengronden met kreekruggen. Het veenlandschap is in gebruik genomen als weidegebied, maar is thans op het grondgebied van Schiedam voor een aanzienlijk deel ingericht als natuuren recreatiegebied, vooral tegen de stadsrand aan. Het is natuurlijk ingericht met wandelpaden en fietspaden en heeft een open karakter. De stadsrand van Schiedam is voorzichtig vormgegeven. Laagbouw met achtertuinen of een weg bepalen hier het beeld. Nagenoeg over de volle breedte ligt een pad met beplanting parallel aan de stadsrand. De Schie is een belangrijke ruimtelijke drager in Schiedam, hieraan dankt Schiedam haar bestaansrecht. De Schie is nog steeds op veel plaatsen in de stad sterk beleefbaar. Het sluiscomplex bij de Nieuwe Maas, de kruising met de dijk, is een markant punt. Hier liggen schepen te wachten en zijn aan weerszijden kades met bomen. De visie streeft hier naar behoud van het stenige beeld. In de historische binnenstad zijn de oevers van de Schie vormgegeven als kades met boombeplanting. De visie onderschrijft dit beeld en streeft naar behoud en waar mogelijk versterking van dit beeld. Voorbij de binnenstad richting Schieveste ligt de Schie in harde beschoeiing en kruist vervolgens een bundel van infrastructuur. Daarna begint het bedrijventerrein, hier ligt de Schie voor delen onzichtbaar achter erven van diverse bedrijven en een jachthaven. De visie is, dat in een ideale situatie er een openbare oever is aan minimaal één zijde van de Schie, logischerwijs aan de oostzijde. Deze openbare route zou versterkt kunnen worden met een natuurvriendelijke oever. Een eerste stap is het openbaar maken van de jachthaven en het vergroenen van de oevers op die plek. Verderop ligt de Overschieseweg hier inzetten op een stevige doorgaande boombeplanting en groene oevers langs het water. G B SV S CH I E DA M • 65 • Midden-Delfland Schiedam heeft vijf belangrijke inprikkers vanuit het Midden-Delfland die diep doordringen in het stedelijk weefsel van Schiedam: 1) A4 sportpark is een ontwikkeling op het dak van de A4. Deze zone is een groot langgerekt park van ruim 1 kilometer lang en gemiddeld 150 tot 250 meter breed. Een deel van het park zal op grote hoogte komen te liggen, namelijk 6 meter boven maaiveld. Uitgangspunt is de realisatie van een sportpark op het noordelijkste deel van de tunnel en een overgang van de tram over de Brederoweg. Het groenblauwe structuurplan wil aan de ontwikkeling van dit gebied de volgende aandachtspunten meegegeven: •• •• •• • 66 • Binnen de groenblauwe structuurvisie fungeert het park als één van de vier ruimtelijke inprikkers van Schiedam en vormt het een verbindingsstuk tussen Midden-Delfland en de groenstructuren binnen de aangrenzende woonwijken. Op het dak is de openheid van MiddenDelfland te proeven. Functionele recreatieve verbindingen van en naar Midden-Delfland zullen langs/over het park gaan en verbinden zo de groenstructuren van Vlaardingen en Schiedam met Midden-Delfland en met elkaar. Aanliggende groenstructuren en het park vormen een eenheid met een vloeiende overgang tussen beiden. De sfeer van het park mag hierbij verschillen van de rest van Schiedam, tenslotte ligt het 6m hoog! B OS C H S LAB B E R S Verbeelding van de mogelijkheden voor het dakpark A4 Impressie mogelijkheden dakpark A4 met doorgaande sportboulevard 2) De Poldervaart, vormde één verbinding van de Schie naar de Nieuwe Maas. De continuïteit van die verbinding heeft door de jaren heen averij opgelopen. Voor de beleefbaarheid en het functioneren van de Poldervaart als structurerend element in de stad Schiedam is het essentieel dat de knelpunten tot oplossing worden gebracht. Hoofduitgangspunt voor de Poldervaart is aan de oostzijde de doorgaande routes en aan de westzijde meer rust voor de ecologie. De Poldervaart wordt verder uitgewerkt en toegelicht bij Poldervaart landschap. 3) De Harreweg. De Harreweg vormt een mooie verbinding met Midden-Delfland, brede graslanden en watergangen begeleiden de route. De route komt uit in park Kethel met zicht op het dorp en de kerk van Kethel. De oversteek met de Slimme Watering is moeizaam. Ruimtelijke zou de Harreweg het hier meer mogen winnen, hier moet de voor- bijganger verleid worden de polder in te gaan. Dit is opgepakt bij het in uitvoering zijnde vrijliggende fietspad langs de Harreweg tussen Slimme Watering en buitengebied, inclusief verbetering van de kruising. De route van binnenstad naar buiten via Kethel is voor het deel van de Harreweg duidelijk, maar het deel van Kethel tot de Binnenstad is problematisch. Dit kan verbeterd worden door het aanpakken van twee routestructuren. Het versterken van de Schiedamseweg als langzaamverkeersroute, hierbij behoeft de onderdoorgang van de A20 bijzondere aandacht. Daarnaast kan de verbinding via Nieuwe Damlaan/ Churchillweg langs het Hof van Spaland een goed alternatief bieden. Randvoorwaarde daarvoor is het maken van een logische verbinding door het Hof van Spaland. G B SV S CH I E DA M • 67 • 4) De Kerkbuurt. Via de Groeneweg en de Kandelaarsweg komt men via de Kerkbuurt Schiedam binnen. De Kerkbuurt is een oud buurtschap dat thans enigszins een verrommelde indruk maakt. Hier is een initiatief voor de stichting van een landgoed. Dat geeft de Kerkbuurt weer structuur en biedt extra uitloopmogelijkheden voor de aanwonenden. De Kerkweg biedt een mooie route naar Kethel, de Joppelaan biedt de mogelijkheid om aan te haken op de Poldervaart. Inzetten op continuïteit van routes, sturen op historische en landschappelijk beeld. 5) De Polderweg/Polderwetering en de Schiekade. Dit is een belangrijke dooradering van het stedelijk weefsel. Hier wordt het werklandschap en de historische kern van Overschie geleed. Deze zone is thans slecht toegankelijk (geen continuïteit) en oogt rommelig. Inzetten op het vergroten van de ecologische kwaliteiten, aanbrengen van doorgaande padenstructuur en sturen op cultuurhistorisch • 68 • B OS C H S LAB B E R S groen (bijvoorbeeld huidig populierenbos omvormen tot meer Midden-Delflandsgroen). Naast het buitengebied en de inprikkers, heeft Schiedam nog een aantal bijzondere cultuurhistorische relicten binnen haar gemeentegrenzen. Voor deze relicten schrijft de visie voor ze te koesteren en waar mogelijk te koppelen van netwerken en structuren. Bijvoorbeeld boerderij Landvreugd kent een zeer geïsoleerde ligging tegen de A20, maar kan wellicht met een doorgaande structuur beter gekoppeld worden aan de Poldervaart. Impressie mogelijkheden groenblauwe verbinding tussen vanaf Brauwwe kijkend richting Delflandbrug. Groen en landschap Dit is geïnspireerd op de sfeer van Midden Delfland. Grazige vegetaties, knotwilgen, boomgaarden, pestbosjes en laantje (veelal naar erven toe). Soorten zijn wilg, els, es en met mate populier. Op bijzondere plekken rode beuk, kastanje en de walnoot. Op het A4 park mag qua kleur en soort afgeweken worden van de traditionele soorten, ivm hoogteligging Ecologie Vooral gerelateerd aan grazige vegetaties en moeras vegetaties. Water Onderdeel van polder Poldervaart, het water staat hier hoog in de sloten. Zoveel mogelijk natuurvriendelijk oevers toepassen. Infrastructuur Smalle (als de verkeersdruk dat toelaat) wegen bepalen het beeld. Fietspaden Zoveel mogelijk smalle fietspaden, voorkom fietspadbreedtes die breder zijn dan de gebiedseigen wegen. Zoveel mogelijk paden op kades maken, het water dichtbij. Paden idem gewenst begeleiden met knotwilgen. Aansluiten op doorgaande structuren, regionaal en de stad in. Recreatieve verbindingen Ontsluitingsstructuren zijn de belangrijkste voorzieningen in dit gebied. G B SV S CH I E DA M • 69 • • 70 • B OS C H S LAB B E R S 6.5 DE GROENE STAD De Groene Stad is het grote groene midden gebied van Schiedam, ontstaan door de aanleg van de A20 en de realisatie van de Noordelijke stadswijken. Het groene middengebied heeft structuur nodig, het is thans een bonte verzameling aan gebieden en gebiedjes. De visie rijkt drie handvatten om eenheid en structuur aan te brengen in het gebied. •• De Poldervaart is het element dat die structuur kan bieden. Door de Poldervaart als herkenbaar element in het gebied op te nemen en de “centrale as” van het gebied te laten zijn. In de visie wordt de Poldervaart meer dan thans het geval is als ruimtelijke drager benoemd. Concreet houdt dat in dat langs de hele Poldervaart één herkenbaar profiel komt, met aan de oostzijde een doorgaande fietsroute en aan de westzijde een doorgaande ecologische route. Ook betekent dat tussen Poldervaart en ontwikkelingen of functies ruimte gelaten wordt (minimaal 50 meter). Deze ruimte wordt natuurlijk en landelijk ingericht en zal sterk appelleren aan de sfeer van delen in het Beatrixpark. In de lengte van de Poldervaart is de kruising met de A20 zeer moeilijk. In de visie is een schetsverkenning opgenomen van een mogelijk oplossing van dit knelpunt. Kern van deze oplossingsrichting is het terugbrengen van de continuïteit van de lange lijn van de Poldervaart, inclusief ruimte voor de recreant en ecologie. •• Het hele gebied ligt in de Poldervaartpolder, een polder met een lage ligging die gekenmerkt wordt door het water hoog in de sloten en een moerige ondergrond. De idee is om de inrichting met water op een zeer natuurlijke manier vorm te geven met natuurvriendelijk oevers met brede moeraszones. De beplantingen zullen natuurlijk zijn en aansluiten op het zeer vochtige karakter van de plek, elzen ipv eiken bijvoorbeeld Hier hoort ook een zekere mate van openheid bij, de poldervaart dient te allen tijde een zichtbaar en herkenbaar element in het gebied te zijn. G B SV S CH I E DA M • 71 • IMPRESSIE MOGELIJKHEDEN 10m min 30M 100m Ontwikkelen woningen; behoud relatie met Poldervaart(park), minimaal 50m vanaf Poldervaart Zichtrelaties behouden/versterken Ecologische oever westzijde en doorgaande fietsverbinding oostzijde van de Poldervaart (boom)weide strook tussen Poldervaart en Schiedamseweg Bestaande fietsbrug verplaatst Ruimtemaken voor Poldervaart; p-plaats deels verplaatsen. Poldervaart als (ruimtelijk) doorgaande lijn versterken; ontwikkel brede onderdoorgang. Verbinding met zwembad Cultuurhistorische verbinding aansluiten op stadslaan Churchillweg-Nieuwe Damlaan • 72 • B OS C H S LAB B E R S IMPRESSIE MOGELIJKHEDEN Impressie mogelijkheid herstel doorgaande Poldervaart bij kruispunt Poldervaart-A20 Mogelijkheden ontwikkeling kruispunt Poldervaart-A20 •• In het gebied liggen veel goede functies, alleen liggen die letterlijk naast elkaar. Het vervlechten van de functies tot één groot stadslandschap kan het gebied enorm verrijken. Dat wil zeggen dat functies zoals volkstuinen en begraafplaatsen openbaar worden en onderdeel worden van doorgaande routes. Naast eenheid in het gebied is ook de verbinding met de omgeving van eminent belang. In de visie zijn de volgende verbindingen benoemd: •• Naast de centrale as van de Poldervaart, en Schiedamseweg/Harreweg is de Parkweg een belangrijke entree voor het stadslandschap. Deze weg vormt een goede verbinding met de binnenstad en is voor de bewoners uit Oost, Nieuwland en Centrum een entree naar het Beatrixpark toe. In de visie wordt voorgesteld deze weg zo groen mogelijk in te richten en ook in te richten als langzaam verkeersroute. Uiteraard zal hier voorlopig ook autoverkeer over moeten, maar die kan ondergeschikt gemaakt worden aan het langzaam verkeer, bv door het toepassen van een fietsstraat Er is •• •• •• ook de kans om Beatrixpark als het ware meer Nieuwland in te trekken. De verbinding met het noorden is essentieel! Het is prachtig dat men de Parkweg af fietst- door Beatrixpark en dan in één keer in het landschap van Midden Delfland staat. Hier is een verbetering van de routing naar het daadwerkelijk open landschap van MiddenDelfland op zijn plaats, bijvoorbeeld via het voorzieningeneiland van het Beatrixpark, langs de Poldervaart en langs Kethel.. De zone aan de onderzijde van de Vlaardingerdijk is al besproken in de ondergrond laag in 6.1, maar een goede doorgaande route met zicht op de dijk richting het centrum is hier het uitgangspunt. Dat vraagt een doorgaand pad door begraafplaats Beukenhof en een pad langs de historische begraafplaats. Van sportpark Harga, naar volkstuinencomplex Vijfsluizen naar bovengenoemde zone. In de huidige situatie kan men maar aan één kant Harga in en uit. Het voorstel is om vanaf Harga (met de nieuwe ontwikkelingen) een nieuwe langzaam verkeersverbinding te maken G B SV S CH I E DA M • 73 • over de Poldervaart heen richting stad. Op een iets lager abstractie niveau zijn er diverse verbindingen met de aanpalende wijken die zo eenduidig mogelijk vormgegeven kunnen worden. In dit gebied staan meerdere toekomstige ontwikkelingen op stapel. Voor de ontwikkelingen wil het groenblauwe structuurplan een aantal aanbevelingen meegeven: •• Bij de ontwikkelingen langs de Poldervaart ontwikkelen met respect voor de Poldervaart. Dat wil zeggen bewaar een ruime afstand (minimaal 30 meter) en richt het gebied tussen de ontwikkeling en de Poldervaart • 74 • B OS C H S LAB B E R S •• •• moerasachtig, relatief open en openbaar in. De ontwikkeling aan de Poldervaartzijde kent een lage dichtheid en een ontspannen wijze van verstedelijking. Door programma op de juiste plekken te positioneren kan extra sociale controle in het gebied ingebracht worden, bijvoorbeeld nabij een entree van een gebied. De ontwikkelingen nemen in het weefsel hun eigen ontsluiting op, met andere woorden geen randwegen om een ontwikkelingsvlek. Probeer met de ontwikkeling het groen en het rood zoveel mogelijk te verweven en creëer op die wijze zachte randen. Impressie mogelijkeheid herstel doorgaande Poldervaart met fietsverbinding •• •• De ontwikkelingen houden rekening met de natte polder waarin zij plaatsvinden. Dus water vormt een belangrijk ontwerpmiddel in de nieuwe ontwikkelingsgebieden. Hierbij is het uitgangspunt watergangen met natuurlijke oevers en “hoog” water. In de ontwikkelingsvlekken wordt ook zoveel mogelijk met groen ontwikkeld, om de eenheid van het gebied te versterken. Maak ook zoveel mogelijk verbindingen met het groengebied. Groen en landschap Het groenbeeld wordt in hoofdzaak bepaald door natuurlijk groen gebaseerd op een vochtige, venige ondergrond. Veel soorten zullen overeenkomen met het Midden Delfland, maar dan in een natuurlijker setting. Ecologie Vooral gerelateerd aan moeras vegetaties en natuurbossen. De poldervaart is een belangrijke ecologische snelweg, deze heeft ruimte nodig. Water Het water zoveel mogelijk zichtbaar maken, het moet de contante beeldfactor zijn voor dit gebied. Onderdeel van polder Poldervaart, het water staat hier hoog in de sloten. Zoveel mogelijk natuurvriendelijk oevers toepassen. Infrastructuur Is in dit gebied vooral een barrière (de A20). Werk aan robuuste onderdoorgangen die niet alleen een functionele onderdoorgang bieden maar ook visuele en ecologische verbindingen mogelijk maken. Fietspaden Het gebied zo goed mogelijk ontsluiten met fietspaden, doorgaand fietsverkeer kan de levendigheid van het gebied enorm verbeteren. Fietspaden goed aansluiten op omliggende wijken. Recreatieve verbindingen In het gebied zijn veel voorzieningen aanwezig, dit kan verder versterkt worden. G B SV S CH I E DA M • 75 • • 76 • B OS C H S LAB B E R S 6.6STADSLANEN De structuur van de stadslanen sluit aan op het bomenstructuurplan en de visie op de stadsassen. Voor de stadslanen zijn twee noord-zuidlijnen essentieel, namelijk de Nieuwe Damlaan/ Churchillweg en de ‘s Gravelandseweg. Beide vormen een belangrijke verbinding op stadsniveau. Beiden worden ingericht als statige lanen, hetgeen al deels uitgevoerd is en deels nog in uitvoering is. Beide lanen komen in het noorden uit op het “rondje” noord. Dit rondje wordt eenduidig en herkenbaar uitgevoerd. Bij kruisingen met landschappelijke structuren of met hiervoor genoemde lanen krijgen deze voorrang boven het “rondje” noord. In het zuiden sluiten beide lanen aan op de havens van de binnenstad met de bijbehorende boomstructuur. De Burgemeester van Haarenlaan is ook een echte stadslaan. Het deel van de weg dat op de lijn ligt van het oude landgoed Spieringshoek heeft een zeer breed profiel van twee keer een ventweg, een brede watergang, een trambaan en een doorgaande wegstructuur. Thans is het beeld zeer strak en onderhouden. In deze visie mag dat beeld natuurlijker. Voorstel is om natuurvriendelijke oevers te maken en een eenduidige boomstructuur aan te brengen over het hele profiel, een boom met een lossere boomkroon. Daar waar de weg richting de Vlaardingerdijk gaat mag de beplanting zich openen, zodat de parkstrook aan de voet van de dijk en de dijk zelf zichtbaar wordt. Het deel richting Rotterdam is door zijn stedelijke context nagenoeg verschoond van groen, voorbij het station komt de weg in een soort dijkenlandschap met groene taluds en bomen. Rembrandtlaan en Burgemeester Knappertlaan => dit zijn laanstructuren door de wijk West die de wijk ook verbinden met groene elementen buiten de wijk. In die zin zijn het belangrijke structuren. Inzetten op behoud van het formele laankarakter, proberen de parkeerdruk niet te verhogen. G B SV S CH I E DA M • 77 • • 78 • B OS C H S LAB B E R S Onder de stadslanen zijn nog een drietal lanen toegevoegd die niet als zodanig genoemd zijn, namelijk de verbindingen met Vlaardingen, de Brederoweg, de Laan van Bol Es en de Hargalaan. Dit zijn stuk voor stuk belangrijke verbindingen op bovenlokaal niveau. Deze wegen hebben brede bermen en vaak ook al een stevige boombeplanting. Dit kan verder versterkt worden. Groen en landschap De stadlanen zijn de formele lanen in het gebied, eerste orde duurzame bomen, zie ook boomstructuurplan. Ecologie De kronen geven begeleiding voor vleermuizen, toepassen van ecologische bermen. Water Waar water in het gebied aanwezig is, zoveel mogelijk zichtbaar maken. Kruisingen met water als bruggen vormgeven. Infrastructuur Probeer ruime profielen te maken, zodat de bomen en bermen ook echt kans krijgen. Fietspaden Vrijliggende fietspaden zijn gekoppeld aan deze structuren. Recreatieve verbindingen Aansluitingen op belangrijke recreatieve verbindingen zichtbaar maken. G B SV S CH I E DA M • 79 • • 80 • B OS C H S LAB B E R S 6.7 GROENBLAUWE VERBINDINGEN Op een lager schaalniveau spelen een aantal structuurlijnen een belangrijke rol in het groenblauwe netwerk. Op kaart zijn aangegeven om welke structuren het gaat, hier volgt een korte beschrijving: •• Schiedamseweg => historische verbinding met de binnenstad, inzetten op het historisch karakter en onderzoeken hoe de overgang met de Nieuwe Damlaan verder vormgegeven kan worden. •• Jozef Oreliosingel/ Hargasingel => dit is in potentie een belangrijke verbinding van Vlaardingen naar het Beatrixpark. Hier vooral inzetten op een doorgaande padenstructuur met sterke ecologische bermen en oevers. Deze verbinding mag een meer landelijke sfeer ademen (natuurlijker). •• Atalantahof/ Goteborg => dit is het centrale parkzone door de wijk met diverse functies. Hier zou vooral ingezet moeten worden op een meer continu beeld tussen Midden Delfland en Kethel. Specifiek aandachtspunt zijn de parkeerplaatsen die als “proppen” in de structuur liggen. •• Parkweg => is voor het stadslandschap een belangrijke route, wordt als zodanig beschreven in paragraaf 6.5. •• Stadhouderslaan => is een prachtige singel in een formele wijk. Inzetten op behoud van het beeld. •• De Snelliussingel/ Buys Ballotsingel => in potentie mooie doorgaande structuur. Inzetten op het versterken van de continuïteit van de structuur, ruimtelijke obstakels verwijderen en de parkeerdruk proberen te verlagen. G B SV S CH I E DA M • 81 • • 82 • B OS C H S LAB B E R S •• •• •• Burgemeester Honnelager Gretelaan => dit is een groenblauwe structuur die zeer wisselt in beeld. De enige constante is bebouwing dichterbij of verder weg. Deze structuur is één van de dwarsverbindingen op de doorgaande Parkweg, Nieuwe Damlaan en de Vlaardingerdijk. Inzetten op versterking van de bestaande groenstructuur en onderzoeken of het trottoir meer een wandelpad kan worden, eventueel los leggen van de weg/ parkeerstrook. Verbinding Landvreugd/ Park A4/Driemaasstede/ Faassenplein/ Nijhoffplein => nu zijn dit verschillende groenstructuren die niet aan elkaar gekoppeld zijn. Met de ontwikkeling van het park op de A4 is dit in potentie een verbinding tussen Vlaardingen (sportpark A4) en Harreweg. Inzetten op het ontwikkelen van een doorgaande route voor wandel- en wellicht fietsverkeer. Daarnaast inzetten op een natuurvriendelijke oevers. Professor Kamerlingh Onneslaan/ Lorentzlaan => laan van moerascypressen die een verbinding vormt tussen •• het station en Rotterdam. Inzetten op versterking van intergemeentelijke verbinding. Schieroute: station/Schieveste - A20 – De Brauwweg => groenblauwe ecologische verbinding langs de Schie. Inzetten op een doorgaand wandelpad langs het water met natuurvriendelijke oevers (vispaai- en rustplaatsen). Groen en landschap Per verbinding een specifiek groenbeeld. Ecologie Deze verbindingen zijn belangrijk om flora en fauna migratie mogelijkheden te geven tussen wijken en grote groengebieden. Deze verbindingen brengen de natuur dichtbij huis. Water Per verbinding een specifiek waterbeeld, waar mogelijk water inzetten als ruimtelijk verbindend middel. Infrastructuur Veel doorgaande structuren van dit niveau kruisen grote wegen, hier voorzien in goede oversteek mogelijkheden voor mens en evt aanbrengen van fauna passeervoorzieningen. Fietspaden Indien mogelijk fietsroute koppelen aan deze structuren, in ieder geval goede doorgaande voetpadvoorziening. Bij ruimtegebrek zou ook gekozen kunnen worden voor een combinatiepad (voetspad). Recreatieve verbindingen Aansluitingen op belangrijke recreatieve verbindingen zichtbaar maken. G B SV S CH I E DA M • 83 • • 84 • B OS C H S LAB B E R S 6.8PARELS De gemeente Schiedam heeft een aantal groengebieden die als echte parels te duiden zijn, zowel cultuurhistorisch als ecologisch. Voorbeelden van cultuurhistorische parels zijn de Plantage, het Julianapark, het oude kerkhof in het centrum en de oude Rooms-katholiek begraafplaats. Naast deze bestaande parels zijn er een nog een aantal plekken die hieraan toegevoegd zouden kunnen worden, de Heemtuin in het Beatrixpark, de ruïne van huis te Riviere, boerderij Landvreugd, begraafplaats Beukenhof en de Babbersmolen met poldertje. De Heemtuin en Kethel zijn voorbeelden van een ecologische parel. Het groenblauwstructuurplan schrijft voor deze plekken te koesteren en te behouden voor de volgende generatie. De meeste parels liggen er in de huidige situatie redelijk bij en worden goed onderhouden. Voor sommige (potentiele) parels zijn exta investeringen nodig om ze daadwerkelijk als parel te waarderen. Met name de Rooms-katholieke begraafplaats en huis te Riviere kunnen een inhaalslag qua beheer krijgen. Groen en landschap Per parel een eigen specifiek beeld, hier speelt het oorspronkelijke ontwerp en het historische beeld en/of de ecologische potentie een belangrijke rol. Ecologie Specifieke mogelijkheden benutten per plek. Water Per parel een eigen specifiek beeld, hier speelt het oorspronkelijke ontwerp en het historische beeld een belangrijke rol. Fietspaden Indien mogelijk fietsroute koppelen aan deze parels, zodat ze voor een groter publiek bereikbaar zijn. Tevens voorzien in een goede stalling voor de fiets. Recreatieve verbindingen Aansluitingen op belangrijke recreatieve verbindingen zichtbaar maken. G B SV S CH I E DA M • 85 • • 86 • B OS C H S LAB B E R S 6.9 ECOLOGIE De negende laag geeft het onderliggende ecologische systeem weer. De stad is een ecologische uitwisselingsbron met het buitengebied; soorten trekken vooral vanuit de stad het buitengebied in, niet perse andersom. Er zijn een vijftal grove ecologische gebiedstypen te onderscheiden; weide-, water-, stad- en boslandschappen plus de bedrijven-/industrieterreinen. Daarbij zijn te onderscheiden aggregatieniveaus: buurtniveau, locaal, regionaal, nationaal en globaal. Trekvogels of trekvlinders kunnen bijvoorbeeld een globaal aggregatieniveau hebben. Voor de toekomst is met name de uitwisseling tussen de eigen gebiedstypen van belang. Voor alle typen kan de ecologische kwaliteit en diversiteit versterkt worden. Hierbij dient het uitgangspunt te zijn dat de stedelijke ecologie beleefbaar dient te zijn voor de stedeling. De Poldervaart vormt een belangrijke ecologische schakel tussen stad, bos en weide typen. Op de westoever heeft deze natuurvriendelijke oevers, op de oostoever cultuurlijke oevers. Ingezet moet worden om knelpunten in de doorgaande structuur van de Poldervaart op te lossen (bijvoorbeeld kruispunt A20-Poldervaart). Voor het type water is van belang dat vismigratie wordt gestimuleerd tussen Nieuwe Maas en Schie/Poldervaart doormiddel van vispassages bij bijvoorbeeld sluizen, schuilplekken achter steigers en in natuurlijke oevers. Met name de oevers ten noorden van het centrum kunnen na- tuurvriendelijker worden ingericht. Binnen de stenige kades van het centrum en de haven kunnen achter steigers rustplekken ingericht worden. Voor het stadstype is van belang dat diens groengebieden aangesloten zijn met de grotere ecologische structuur van de stad, via watergangen, groenstroken en/of lanen. De stadstuinen vervullen daarnaast ook een belangrijke rol in het ecologisch systeem (voor bijvoorbeeld insecten en vogels). Er kan, zeker in de vooroorlogse wijken, meer ingezet worden op het aanleggen van groene (gevel-)tuinen. Voor het bedrijven-/industrieterrein type is de ecologische kwaliteit en ontwikkeling beperkt. Wel kunnen deze gebieden versterkt worden en passeerbaarder worden door meer wegbegeleidende beplanting en groene daken toe te passen. Er zijn een tweetal ecologische parels te onderscheiden in de stad, de Heemtuin en Kethel. Behoud en versterking van deze parels met de daarbij horende bestaande natuureducatieve functies is gewenst. Het is wenselijk om bij de verdere uitwerking per gebied en in de communicatie daarover steeds een ambassadeur voor flora/fauna en voor de mens te benoemen. Als voorbeeld van ambassadeurs kan voor het Beatrixpark gelden de groene specht en de picknickende recreant. Groen en landschap Ecologische ontwikkeling gebruiken om groenbeeld te versterken door bijvoorbeeld het deels inzaaien van weides met bloemrijke mengsels en ontwikkelen van natuurvriendelijke oevers. Ecologie Uitwisseling tussen gebiedstypen verder versterken. Daarnaast aansluitingen versterken van ecologische verbindingen op de grote ecologische verbindingen naar Midden-Delfland/Nieuwe Maas toe. Water Ecologische potentie van water versterken middels ontwikkelen vispaaiplaatsen, (tijdelijke)boezemlandjes en natuurvriendelijke oevers. Uitwisseling Nieuwe Maas en Midden-Delfland versterken -> vispasseerbaarheid verbeteren. Indien mogelijk fietsroute koppelen aan deze structuren, in ieder geval goede doorgaande voetpadvoorziening -> versterk beleefbaarheid van stedelijke ecologie. Fietspaden Recreatieve verbindingen Kruisingen van recreatieve structuren met ecologisch structuren bieden kansen voor ecologie educatie. -> versterk beleefbaarheid van stedelijke ecologie. G B SV S CH I E DA M • 87 • • 88 • B OS C H S LAB B E R S 6.10 WATER De tiende laag geeft het watersysteem weer met daarin de gewenste ontwikkelingen. De voor de groenblauwe structuurvisie relevante wateropgaven zijn per wijk verschillend. De kaart laat zien dat voor veel delen van Schiedam het areaal oppervlaktewater vergroot dient te worden. Hoe dit in de vorm gegeven wordt is afhankelijk van de wijk. Er wordt tevens veel ingezet op het versterken van de ecologische kwaliteit van de wateroevers zoals bij het Hargaterrein en Thurlede. Dit gaat gepaard met de verbetering van de waterkwaliteit in die gebieden. Bij de Schie (buiten het centrum,de Poldervaart, de Poldervaart Wetering en enkele singels wordt ook ingezet op meer natuurvriendelijke oevers met vispaaiplaatsen. Het centrum gebied blijft harde oevers houden en er wordt ingezet op een meer recreatieve functie met bijvoorbeeld rondvaartboten en kano’s (met bijbehorende aanlegplaatsen). De Poldervaart heeft een recreatieve en ecologische verbindingsfunctiemet natuurvriendelijke oevers met ecologische verbindingen naar Midden-Delfland en de aanliggende groengebieden. Aan de rvierzijde wordt ingezet op een beleefbare en bereikbare rivier. Groen en landschap Waterstructuur gebruiken voor versterken ecologische en recreatieve verbindingen. Groene uitstraling van water versterken middels meer natuurvriendelijke oevers. Ecologie Ecologische kwaliteiten versterken door inzet voor schoner water en meer natuurvriendelijke oevers. Daarnaast aansluitingen versterken van ecologische verbindingen op de grote ecologische verbindingen naar Midden-Delfland/Nieuwe Maas toe. Ecologische en recreatieve potentie van water versterken. Waterkwaliteit verbeteren en areaal wateroppervlakte vergroten (berging). Uitwisseling Nieuwe Maas en Midden-Delfland versterken -> vispasseerbaarheid verbeteren. Water Fietspaden Recreatieve verbindingen Indien mogelijk fietsroute koppelen aan deze structuren, in ieder geval goede doorgaande voetpadvoorziening -> versterk beleefbaarheid van stedelijk water. Recreatieve verbindingen koppelen aan grotere waterstructuren -> met name (voormalige)boezemwater en rivier beleefbaar maken G B SV S CH I E DA M • 89 • • 90 • B OS C H S LAB B E R S 6.12 GROENBLAUWE STRUCTUURVISIE Rivierfront De gelaagde stad De Groene Stad Maasboulevard; clumps, solitaire bomen, gras en bloemrijke weides. Park: Bos, struweel, gras en water. Maasbos; bos met water afgewisseld met open weides/ grasbanen. Sportvelden Maasmoeras; riviernatuur met riet en laagopgaande beplanting. Stadslandbouw/ volkstuinen Herkenbare dijk; bloemrijke bermen/bomen Bebouwingsontwikkeling met sterke relatie omliggend park Balkons op het water. Vormen van nieuwe bebouwingslocaties Tijdelijke groene invulling (b.v. op bouwlocaties) Thurlede; Voor deze locatie worden voorlopig (ten minste tot de eerste evaluatie van de woonvisie) geen plannen ontwikkeld en wordt naar alternatieven gezocht. Water Ecologie Groene parels Begraafplaats Cultuurhistorisch landschap Groenblauwe verbindingen Overig Veenweide gebied; weides en sloten. Stadslanen Poldervaart; Doorgaande structuur met recreatieve verbinding en ecologische oever. Groenblauwe verbinding; lijnstructuur met groene, blauwe, cultuurhistorische, ecologische en/of recreatieve waarde Park A4 Belangrijke fiets/wandel verbindingen Tribune/balkon op het landschap. Groenblauwe parel Schie met (tijdelijke) ecologische ontwikkeling langs oevers. Cultuurpark (tevens groenblauwe parel) Schie in het centrum; begeleidende bomenrijen langs harde kades. Groene daken op bedrijventerreinen Stadslanen De Groene Stad Ambitie Cultuurhistorisch landschap Sterk rivierfront Verruimen/versterken groene en ecologische verbinding Poldervaart – Vijfsluizen Verruimen/versterken groene, recreatieve en ecologische verbinding tussen Groene stad noord en zuid van A20 Verruimen/versterken groene en ecologische verbinding tussen nieuwe bouwgebieden Harga/Kethel en Poldervaart Stedelijke weefsel Versterken fiets- en voetverbindingen door/naar groen Versterken relatie van groen en water (Wilhelminahaven) Ondergrond G B SV S CH I E DA M • 91 • Wijk en buurtniveau: Participatiegraad Grote groengebieden en structuurlijnen: Regie gemeente Visie • 92 • B OS C H S LAB B E R S 7 UITVOERINGSPROGRAMMA Het uitvoeringsprogramma is beschreven aan de hand van een onderscheid in schaalniveaus. Dit bepaalt in sterke mate wie de actoren zijn en wat bijvoorbeeld de participatiegraad is. Daarnaast zijn er enkele aanbevelingen gedaan voor verdere borging van de visie. 7.1 ONDERSCHEID IN SCHAALNIVEAU 1. Structuurbepalend groen/blauw is in de regie van de gemeente Schiedam. De groenblauwestructuurvisie geeft deze weer. 2. Het wijkgroen (het groen in de wijken zelf niet behorende bij structuurbepalend groen en blauw) kent een hogere participatie graad. niveau groenstructuur regie gemeente/ participatiegraad buurt wijk structuurlijnen parken/ grote groengebieden 7.1.1STRUCTUURBEPALEND GROEN/BLAUW Voor hetuitvoeringsprogramma zijn er vier sporen om projecten, acties en aanbevelingen vanuit de visie te realiseren en in de organisatie van Schiedam te borgen: a) Aanhaken bijlopende zaken. b) Agenderen en opnemen in de uitvoeringsagenda. c) Wijzigen van bestemmingsplannen. d) Benoemen als speerpunt en apart traject opstarten. a) Aanhaken bij lopende zaken Voor een aantal aanbevelingen vanuit de visie is dit van toepassing. Hier volgen de projecten waar kansen liggen voor aanhaken: •• Project onder de A20 door. In dit project wordt de oude loop van de Schiedamseweg met de verlegging van de brug (oude Blauwe brug) gerealiseerd. Verder wordt in dit plan extra waterberging gerealiseerd, ecologische waarde toegevoegd en komt er een kunstuiting met verlichting. Dit genereert nog niet het beoogde eindbeeld vanuit de visie, maar is een eerste stap in de goede richting. •• Beatrixpark als onderdeel van de Groene Stad. In het uitvoeringsprogramma rond het Beatrixpark wordt voorzien in meer en betere ontsluitingen voor het Beatrixpark. Dat is een van de aanbevelingen in de visie. •• Annex aan de Groene Stad worden op diverse plekken woningen gerealiseerd. Deze ontwikkelingen kunnen een positieve uitstraling op hun omgeving hebben en groen, water, ecologie en recreatie mee ontwikkelen. Zo kan het gebied tussen Poldervaart en ontwikkeling meteen heringericht worden volgens de aanbevelingen van de visie. •• Langs de hele Poldervaart is een regionaal fietspad in voorbereiding met een subsidie vanuit de regio. •• De ontwikkeling van Decathlon brengt een vraag voor waterberging met zich mee. Dit water kan gebruikt worden als structurerend element bij de ontwikkelingen. Ook de voorruimte en inrichting van het terrein kan de laanfunctie van de Hargalaan versterken. G B SV S CH I E DA M • 93 • •• •• •• Mogelijke ontwikkelingen rond het slibdepot in het bedrijventerrein Wilhelminahaven. Hier kan onderzocht worden of de ontsluiting voor recreatief medegebruik en groenstructuren een onderdeel kunnen worden van de mogelijke planinitiatieven. Hier kan met nadruk gewezen worden op de wederzijdse voordelen (bekendheid en positieve spinoff). Diverse herontwikkelingen in het stedelijk weefsel. Uitvoering van de stadslanen, dit is een continuering van het bomenstructuurplan. b) Agenderen en opnemen in de uitvoeringsagenda De meeste delen van Schiedam worden elke 20 jaar heringericht. De financiële middelen worden gereserveerd in de begroting van de gemeente Schiedam, als één van de kerntaken van de gemeente. Voor een aantal delen van de stad zijn in de afgelopen jaren visies voor de inrichting van de openbare ruimte opgesteld. Het is de bedoeling dat in de komende tijd voor meer gebieden in Schiedam op deze manier visies ontwikkeld worden. In deze visies worden op basis van stedelijk beleidsuitgangspunten over kwaliteit, beheerbaarheid, investeringsniveau, verkeer, en dergelijke hoofdlijnen voor het ontwerp (eventueel met principeprofielen en -oplossingen) vastgelegd. Deze groenblauwe structuurvisie wordt een integraal onderdeel van de beleidsuitgangspunten. Een vastgestelde en met de buurt afgestemde visie op de inrichting van de openbare ruimte is een goede basis voor een scope kaart per projectgebied. De projectleider van de herinrichting krijgt deze scopekaart en moet die verwezenlijken in het maaiveld. Op deze wijze wordt de groenblauwe structuurvisie opgenomen in dergelijke scopekaarten. Zo wordt de visie de komende 20 jaar als “vanzelf” voor een groot deel tot uitvoering gebracht. Aandachtspunt hierbij zijn de blauwgroene verbindingen. Deze vallen nogal eens in meerdere delen uiteen, zeker straks bij de realisatiefase. Deze verbindingen moeten dus “hard” opgenomen worden in de scopekaarten, anders zullen ze niet snel gerealiseerd worden. • 94 • B OS C H S LAB B E R S c) Wijzigen van bestemmingsplannen Omdat deze groenblauwe visie een structuurvisie is in de zin van de Wro, is het van belang om daar waar een project afwijkt van het bestemmingsplan, een nieuw bestemmingsplan op te stellen of een afwijkingsprocedure te volgen. Voor 90% (wellicht nog meer) valt de visie echter in de vigerende bestemming. . d) Benoemen als speerpunt en apart traject opstarten Voorstellen uit de visie vallen niet onder het reguliere onderhoudsprogramma en komen niet in aanmerking voor het uitvoeringsprogramma. Het zijn vaak ook geen projecten die in bestaande plannen kunnen meeliften, maar de voorstellen zijn wel aantrekkelijk en kansrijk! Deze projecten kunnen benoemd worden en als een apart traject in de organisatie landen. Voorbeeld is de hoek bij het zwembad. Hier wordt een getijde landschap met een bijzondere functie (bijvoorbeeld een buitenzwembad) voorgesteld. Dergelijke projecten kunnen wellicht in samenhang met het huidige zwembad beschouwd worden. PM: Tabel maken met alle projecten uit de visie, en daarin aangeven welk spoor valide is voor welk project. 7.1.2 WIJKGROEN, OPMAAT TOT PARTICIPATIE Voor de wijken, buurten en braakliggende terreinen is een hogere participatiegraad heel wel denkbaar. Daarnaast zal op het schaalniveau van de wijk en de buurt enorme winst gemaakt kunnen worden voor maatregelen ter bevordering van de duurzaamheid. Per wijk zal dit sterk verschillen, de historische binnenstad heeft bijvoorbeeld niet veel groen in en rondom de woningen, terwijl in Nieuwland er ruimte zat voor handen is. In het onderstaande schema zijn een aantal bouwstenen opgenomen die de leefbaarheid in de wijken en buurten vergroten, hierbij worden de volgende aspecten bezien: •• Zichtbaar verblauwen van de wijk door afkoppelen van schoon regenwater, aanleggen van wadi’s en het toevoegen van meer open water in de wijk/ buurt. WIJK Centrum Oost Zuid West Nieuwland Groenoord Kethel Woudhoek Spaland/ Sveaparken Bedrijven/industrie/haven -mate van participatie BOUWSTEEN + stadslandbouw zichtbaar vergroenen/minder verharding particuliere kavels uitgeven restgroen groene gevels groene daken kwaliteitsverbetering groen zichtbaar verblauwen waterplein waterpark groen parkeren waterberging in bermen groene bermen en verkeerslijnen natuurvriendelijke oevers straatbomen koppelen groene met blauwe structuren gescheiden rioolstelsel Tabel met toe te passen bouwstenen per wijk. •• •• •• Koppelen van groene en blauwe structuren aan ecologische structuren om zo groene corridors te creëren in het stedelijk weefsel, met goede migratievoorzieningen (ook voor vissen). Het zichtbaar vergroenen door verharding om te zetten in groen (kwantitatief), en monotoon gras of andere vegetatie om te zetten in boeiend groen of gebruiksgroen (kwalitatief) (van geveltuin, tot het omzetten van grasvelden tot plukweides). Het toepassen van stadslandbouw op diverse schaalniveaus (wel collectief). •• •• •• •• •• •• Het toepassen van groene gevels. Het toepassen van groene daken. Het uitgeven van rest- en snippergroen aan bewoners. Op zoek naar identiteitsvol groen, passend bij Schiedam. Onderzoek naar energie winning door kassen, zonnecellen, kleine windcollectoren. Nemen van diverse andere klimaat adaptieve maatregelen. G B SV S CH I E DA M • 95 • 7.1.3 TOEPASSING STRUCTUURVISIE De groenblauwe structuurvisie werkt door naar bestemmingsplannen. Omdat deze bestemmingsplannen juridisch bindend zijn spelen zij een belangrijke rol bij het behoud van deze waardevolle structuur voor de gemeente Schiedam. In de praktijk komen echter ook aanvragen voor die in de groenblauwe structuur functies of bebouwing willen toevoegen. Wettelijk gezien is de gemeente verplicht om dan een afwijking van het bestemmingsplan te overwegen. De hoofdlijn zal dan zijn om geen medewerking te verlenen aan het initiatief. In de visie is immers niet voor niets beschreven waarom deze groenblauwe structuur nu juist zo van belang is voor Schiedam. Bovendien hebben Schiedammers aangegeven de stad niet groen te vinden maar deze groene uitstraling wel belangrijk vinden. Akkoord gaan met een aantasting is daarom niet voor de hand liggend. Er zijn echter uitzonderingen mogelijk indien zij de gebruiks- en belevingswaarde van de groenblauwe structuur versterken. Dat kan zijn vanuit het oogpunt van recreatie, educatie of anderszins. Ook hier geldt dat voorzichtigheid geboden is en dat de landschappelijke inpassing zorgvuldig plaats moet vinden. In de bestemmingsplannen zal hier, door middel van een afwijkingsmogelijkheid, rekening mee worden gehouden. Deze visie biedt geen mogelijkheden om verstedelijking of ruimtelijk beslag als gevolg van verstedelijking (bijvoorbeeld parkeerplaatsen) toe te laten binnen de groenblauwe structuur. Mocht dit al wenselijk zijn vanuit het algemeen belang dan is hier een integrale afweging noodzakelijk tussen verschillende beleidsvelden. Mocht in een dergelijke belangenafweging de groenblauwe structuur aan het kortste eind trekken dan wordt vanuit deze structuurvisie aangedrongen op compensatie van de aan te tasten groen blauwe structuur. Het college is bevoegd om nadere regels te stellen voor een dergelijke compensatieregeling. • 96 • B OS C H S LAB B E R S De compensatie kan zowel kwantitatief als kwalitatief worden vormgegeven. 7.1.4 COMMUNICATIE Communicatie over de groenblauwe structuurvisie is onderdeel van de verdere uitwerking. Het gaat over participatie zoals hiervoor genoemd. Onderdeel is ook het uitdragen van de groenblauwe visie, en concrete acties en activiteiten. Dan gaat het over de promotie van de recreatieve activiteiten, zoals wandelen en fietsen, maar ook bijv. natuureducatie en natuurbeleving, de evenementen in parken, de voorzieningen in het groen. In dit kader worden ook 2 ambassadeurs benoemd voor de onderscheiden groengebieden in de stad, een ambassadeur voor de mens en een ambassadeur voor flora en fauna. 7.2 AANBEVELINGEN Ambities De groenblauwe structuurvisie toent een vijftal ambities op acht locaties die niet als vanzelfsprekende projecten gezien kunnen worden. Het is gewenst extra energie te steken in het realiseren van deze ambities: 1. Verruimen/versterken groene en ecologische verbinding Poldervaart – Vijfsluizen 2. Verruimen/versterken groene, recreatieve en ecologische verbinding tussen Groene stad noord en zuid van A20 3. Verruimen/versterken groene en ecologische verbinding tussen nieuwe bouwgebieden Harga/Kethel en Poldervaart 4. Versterken fiets- en voetverbindingen door/naar groen 5. Versterken relatie van groen en water (Wilhelminahaven) Pilots Er zijn gaande het traject een tweetal pilots genoemd aangaande het vinden van middelen om de groenblauwe structuur van Schiedam verder te financieren: •• Door het mooie groen neemt de waarde van de woonplek toe. Deze waardestijging komt via de WOZ waarde en de erfpacht terug in de gemeentekas. Is het mogelijk om dergelijke waardestijgingen in beeld te brengen en wat de toegevoegde waarde is voor de gemeentekas. Vervolgens kan onderzocht worden of daarmee niet meer gebieden de kwaliteit versterkt moet worden. •• Door meer water af te koppelen wordt er minder water afgevoerd naar de RWZI van het hoogheemraadschap. Samen met het Hoogheemraadschap onderzoeken of/ hoe de kostenreducties (met zuiveringswerkzaamheden) geïnvesteerd kunnen worden in het gebied van Schiedam? Zorg voor integraal ontwerp Er wordt dagelijks ingericht en heringericht in de openbare ruimte in Schiedam. Vanuit de gebiedsgerichte aanpak door beheer worden slimme combinaties gemaakt van projecten en onderwerpen per gebied, Het vervangen van bestrating wordt bijvoorbeeld gekoppeld met noodzakelijke aanpassingen van de ondergrondse infrastructuur. Door elk herinrichtingsproject als integrale ontwerpopgave op te pakken wordt telkens gekeken of er vanuit bijvoorbeeld het groenblauwe structuurplan nieuwe uitgangspunten zijn te benoemen voor de herinrichting. Het ontwerpproces voor de openbare ruimte vormt een goede basis voor communicatie met de buurt en eventuele participatietrajecten. Commerciële kansen De primaire verantwoordelijkheid voor de hoofdgroenen blauwstructuur ligt bij de gemeente. Toch zijn er veel groepen die (commercieel) gebruik maken van de buitenruimten. Zowel maatschappelijke organisaties als ondernemers. Denk hierbij aan hardloopverenigingen, wandelverenigingen, hondenuitlaatservice, BSO, KDV, horeca, enzovoorts. Het kan voor beide partijen interessant zijn om te onderzoeken of deze partijen mee willen investeren in de openbare ruimte die zij ook gebruiken. Misschien hebben zij aanvullende wensen op de basiskwaliteit die de gemeente levert. Zo kan er voor het gebied een plus ontstaan. Een voorbeeld: een goede speelvoorziening is een goede plek voor de BSO om gebruik van te maken. Als zij als wederprestatie voor een investering een beperkte reclame uiting mogen doen, bereiken zij precies de doelgroep die voor hun interessant is, namelijk ouders en verzorgers met kinderen. Ander voorbeeld dat inmiddels operationeel is, is de inrichting van de rotondes. G B SV S CH I E DA M • 97 • A BIJLAGE I. WATER IN SCHIEDAM II. REGIONAAL EN LOKAAL BELEID G B SV S CH I E DA M • 99 • Water brengt leven Water brengt - letterlijk en figuurlijk - leven in de woon- en werkomgeving. Van schoon, gezond en voldoend water profiteren bewoners, bedrijven, natuur en recreanten. Reden genoeg om water te integreren binnen d gemeentegrenzen. I. WATER IN SCHIEDAM Water brengt leven Water brengt - letterlijk en figuurlijk - leven in de woon- en werkomgeving. Van schoon, gezond en voldoende water profiteren bewoners, bedrijven, natuur en recreanten. Reden genoeg om water te integreren binnen de gemeentegrenzen. Schiedam is een divers stedelijk gebied met unieke bijbehorende watersystemen. Deze systemen kennen verschillende “waterissues” (oppervlaktewatertekort, grondwater teveel, slechte doorstroming, veel verharding, verzakking, riooloverstorten) op verschillende niveaus (grondwater, waterkwaliteit, waterkwantiteit). Door de diversiteit van het gebied en de verschillende issues die er spelen ten aanzien van water, is er niet één pan-klare oplossing te geven. Per gebied zal naar de beste oplossing gezocht moeten worden. Het watertoetsproces Bij ruimtelijke initiatieven is het watertoetsproces het wettelijk verplichte instrument om ervoor te zorgen dat waterhuishoudkundige belangen expliciet en evenwichtig worden meegewogen. De watertoets wordt ingezet bij het opstellen van structuurvisies, bestemmingsplannen, omgevingsvergunningen (met ruimtelijke onderbouwingen) en planfiguren van de Crisis- en herstelwet. Het is geen toets achteraf, maar een proces dat initiatiefnemer en waterbeheerder met elkaar in gesprek brengt in een zo vroeg mogelijk stadium. De watertoets stimuleert gemeente (en ontwikkelaar) en waterschap om samen aan de slag te gaan, met als doel de ruimtelijke functies optimaal te laten aansluiten bij wat waterhuishoudkundig mogelijk is. De watertoets beslaat het hele proces van eerste ideeënontwikkeling tot vast te stellen plan. Het gaat erom dat ‘water’ expliciet en evenwichtig meeweegt bij ruimtelijke plannen en besluiten. Delfland hanteert bij het watertoetsproces drie uitgangspunten: 1. Het stand-still beginsel: ruimtelijke ontwikkelingen veroorzaken geen verslechtering van het watersysteem. 2. De gebiedsgerichte aanpak: op basis van de locatie-eigenschappen van de ontwikkeling wordt in • 100 • B OS C H S LAB B E R S Schiedam is een divers stedelijk gebied met unieke bijbehorende watersystemen. Deze systemen kennen verschillende “waterissues” (oppervlaktewatertekort, grondwater teveel, slechte doorstroming, veel verhardi verzakking, riooloverstorten) op verschillende niveaus (grondwater, waterkwaliteit, waterkwantiteit). Door de diversiteit van het gebied en de verschillende issues die er spelen ten aanzien van water, is er niet één pan oplossing te geven. Per gebied zal naar de beste oplossing gezocht moeten worden. gezamenlijk overleg gezocht naar de meest optimale Het watertoetsproces uitwerking van de wateraspecten. Bij ruimtelijke initiatieven is het watertoetsproces het wettelijk verplichte instrument om ervoor te zorgen dat 3. Kansen benutten: bij ruimtelijke ontwikkelingen worden waterhuishoudkundige belangen expliciet en evenwichtig worden meegewogen. De watertoets wordt ingeze kansen van benut om bestaande knelpunten op omgevingsvergunningen te lossen het opstellen structuurvisies, bestemmingsplannen, (met ruimtelijke onderbouwingen) en planfiguren van de Crisis- en herstelwet. Het is geen toets achteraf, maar een proces d of het watersysteem te verbeteren. initiatiefnemer en waterbeheerder met elkaar in gesprek brengt in een zo vroeg mogelijk stadium. De watert stimuleert gemeente (en ontwikkelaar) en waterschap om samen aan de slag te gaan, met als doel de ruimt Meer functiesinformatie optimaal te laten aansluiten bij wat waterhuishoudkundig mogelijk is. De watertoets beslaat het hele proces van ideeënontwikkeling tot vast te stellen Informatie eerste over het watertoetsproces is te vindenplan. op Het gaat erom dat „water' expliciet en evenwic meeweegt bij ruimtelijke plannen en besluiten. http://www.hhdelfland.nl/digitaal-loket/watertoetsportaal/ Delfland hanteert bij het watertoetsproces drie uitgangspunten: 1. Het stand-still beginsel: ruimtelijke ontwikkelingen veroorzaken geen verslechtering van het watersyste Programma’s en thema’s 2. De gebiedsgerichte aanpak: op basis van de locatie-eigenschappen van de ontwikkeling wordt in gezam Natuurlijk veiligheid enmeest het voorkomen van wateroverlast overlegzijn gezocht naar de optimale uitwerking van de wateraspecten. 3. Kansen benutten: bij ruimtelijke ontwikkelingen worden kansen benut om bestaande knelpunten op te l belangrijke aandachtspunten tijdens het watertoetsproces. of het watersysteem te verbeteren. Maar het gaat niet alleen om deze voor de hand liggende aspecten. Bij het leveren van input voor en beoordelen Meer informatie Informatie over het watertoetsproces is te vinden op http://www.hhdelfland.nl/digitaal-loket/watertoetsportaa van ruimtelijke plannen hanteert Delfland een viertal programma’s alsthema’s leidraad. Zie onderstaande tabel. Programma’s en Natuurlijk zijn veiligheid en het voorkomen van wateroverlast belangrijke aandachtspunten tijdens het watertoetsproces. Maar het gaat niet alleen om deze voor de hand liggende aspecten. Bij het leveren van in voor en beoordelen van ruimtelijke plannen hanteert Delfland een viertal programma‟s als leidraad. Zie onderstaande tabel. Programma Stevige dijken Voldoende water Schoon water Gezuiverd afvalwater Thema’s veiligheid, waterkeringen voorkomen van wateroverlast, grondwater en voorkomen van (zoet)watertekort, onderhoud en bagger watersysteemkwaliteit, ecologie afvalwaterketen INFORMATIE WATERSYSTEEM SCHIEDAM Het watersysteem in Schiedam bestaat uit verschillende opgevangen, vastgehouden en vertraagd weggepompt deelgebieden met hun eigen karakteristieken. Vanaf de naar de boezem. Nieuwe Waterweg gezien naar het noorden heeft Schiedam; De grootste opgaven ten aanzien van water liggen in de •• Buitendijks gebied polders. Hier zal de komende decennia het meeste moeten Ten zuiden van de Westfrankenlandsedijk ligt buitengebeuren op het gebied van waterkwantiteit, -kwaliteit en dijks gebied. Dit gebied wordt niet beschermd door grondwater. Onderstaand zijn de verschillende polders dan de primaire waterkering en de neerslag die hier valt ook apart beschreven. Inclusief de kansen en knelpunten stroomt rechtstreeks af naar de Nieuwe Waterweg. t.a.v. water. •• Boezemland Het Oude centrum van Schiedam gelegen tussen de Schiedam west boezemkanalen bestaat uit boezemland. Het maaiveld ligt hier hoger dan het boezemwater, waardoor deze Hoe werkt het watersysteem? gebieden direct kunnen afwateren naar de boezem. Een groot deel van de neerslag die in Schiedam West valt •• Polders komt in het gemengde rioolstelsel terecht. Onder normale De noordkant van Schiedam bestaat uit een aantal omstandigheden wordt dit rioolwater naar de afvalwaterpolders, waaronder Schiedam Oost en –West en zuivering afgevoerd. Dit is onwenselijk omdat hierdoor de Poldervaartpolder. Deze polders liggen over het schone neerslag onnodig wordt gezuiverd. Wanneer het algemeen lager de boezem. Neerslag wordt hier hard regent wordt het ongezuiverde rioolwater rechtstreeks Schiedam West G B SV S CH I E DA M • 101 • Input ‘water’ voor groen-blauwe structuurvisie Schiedam Onderstaande figuur geeft kansen, knelpunten en oplossingsrichtingen weer voor de belangrijkste aandachtspunten t.a.v. het watersysteem in Schiedam Knelpunt ondergrond: Het noorden van de Poldervaartpolder (Kethel) en het gebied Thurlede hebben een slappe- venige ondergrond. Dit in combinatie met de aanwezige bodemdaling geeft beperkingen aan gebruiksfuncties in het gebied. Oplossingsrichting: Voor bestaande situaties is er geen eenduidige oplossingsrichting. Voor toekomstige functies dient het aspect ondergrond nadrukkelijk te worden meegenomen in de locatiekeuze en uitwerking van functies. Kans waterkwaliteit: De Polderwatering biedt kansen voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers vanuit de Kaderrichtlijn Water (KRW). Knelpunt waterkwaliteit: In het noorden van de Poldervaartpolder zijn veel riooloverstorten aanwezig. Uit de TEWOR toetsing is naar voren gekomen dat dit een knelpunt voor de waterkwaliteit is. Oplossingsrichting: Bij de herinrichting van locaties rekening houden met aanwezigheid van meerdere riooloverstorten. Knelpunt waterkwantiteit: Kleine drooglegging in Bijdorp geeft risico op wateroverlast in de wijk. Oplossingsrichting: Technische maatregelen kunnen een oplossing bieden. Knelpunt waterkwaliteit: Het water uit de singels stroomt af naar de riolering en bij hevige neerslag stort de riolering over op de singels. Oplossingsrichting: De vervlechting tussen oppervlaktewater en riolering verminderen. Knelpunt waterkwantiteit: De oude stedelijke gebieden beschikken over weinig oppervlaktewater en hebben weinig ruimte om dit oppervlaktewater uit te breiden. Oplossingsrichting: Het langer vasthouden van neerslag en het vervolgens vertraagd afvoeren is kansrijk om deze gebieden toch klimaatadaptief te maken. • 102 • B OS C H S LAB B E R S Kans waterkwantiteit: Het park heeft potentie om meer water te bufferen door de aanleg van wadi’s, oppervlaktewater of infiltratiestroken. naar de Nieuwe Waterweg gepompt. Een klein deel van de neerslag die in Schiedam West valt komt in de enige watergang van deze polder uit; de Stadhouderslaansingel. Wanneer het waterpeil in deze singel te hoog wordt loopt het water over in het riool. Knelpunt •• Door weinig oppervlaktewater en veel verhard oppervlak is de wijk niet voldoende beschermd tegen verschillende oorzaken van wateroverlast. Grondwateroverlast verzakkingen en water op straat vanuit de riolering zijn de belangrijkste oorzaken. Een integrale aanpak is hier noodzakelijk om de wijk in de toekomst voldoende te beschermen tegen wateroverlast. •• Waterkwaliteit is matig door sterke interactie tussen riolering en oppervlaktewater en beperkte doorspoeling. •• Overstort bemaling Kans •• Neerslag langer vasthouden in verhard gebied en vertraagd afvoeren naar het oppervlaktewater. Denk aan het bufferen van water op daken, in gebouwen en onder parkeerplaatsen. •• Vervlechting tussen riolering en oppervlaktewater verminderen. Schiedam Oost Hoe werkt het watersysteem? Ook in Schiedam Oost komt het overgrote deel van de neerslag terecht in het riool. Ook vanuit deze polder gaat neerslag onder normale omstandigheden naar de rioolwaterzuivering en wordt het bij hevige neerslag direct uitgemalen op de Nieuwe Waterweg. Schiedam Oost Schiedam Oost G B SV S CH I E DA M • 103 • Poldervaartpolder • 104 • B OS C H S LAB B E R S beschikt daarnaast over een aantal watergangen, die via lange duikers met elkaar zijn verbonden. Het water wordt aan de westzijde vanuit de Schie ingelaten en stroomt via de watergangen naar een riooloverstort waar het uiteindelijk in verdwijnt. hoger dan de polder ligt. Kwalitatief gezien speelt ook in de Poldervaartpolder het riool een grote invloed. Flinke delen van de Poldervaartpolder beschikken over een gemengd rioolstelsel, dat bij hevige neerslag overstort op het oppervlaktewater. Knelpunt •• Door weinig oppervlaktewater en veel verhard oppervlak is de wijk niet voldoende beschermd tegen verschillende oorzaken van wateroverlast. Grondwateroverlast verzakkingen en water op straat vanuit de riolering zijn de belangrijkste oorzaken. Een integrale aanpak is hier noodzakelijk om de wijk in de toekomst voldoende te beschermen tegen wateroverlast. •• Waterafvoer gaat via gemengde riolering •• Waterkwaliteit is matig door sterke interactie tussen riolering en oppervlaktewater. Knelpunten •• De wijk Bijdorp heeft een te kleine drooglegging (verschil tussen maaiveld en waterpeil) •• Het noorden van de Poldervaartpolder heeft een slappe ondergrond. Zonder maatregelen zakken stedelijke functies hier letterlijk richting het (grond)waterpeil. •• In een aantal peilvakken is een tekort aan waterberging. Kans •• Onderzoek koppeling met oppervlaktewatersysteem polder Oud-Mathenesse. •• Neerslag langer vasthouden in verhard gebied en vertraagd afvoeren naar het oppervlaktewater. Denk aan het bufferen van water op daken, in gebouwen en onder parkeerplaatsen. Poldervaartpolder Hoe werkt het watersysteem ? Ten opzichte van de polders Schiedam Oost en West werkt de Poldervaartpolder als een échte polder. De neerslag die er valt komt voor een groot deel in sloten terecht en gaat via een stelsel van sloten en duikers naar het gemaal, waarmee het naar de boezem wordt verpompt. De polder bestaat uit verschillende peilvakken met een waterpeil zo tussen de 2 en 3 meter onder NAP. Een vreemde eend in de bijt is de Poldervaart; een oude boezemtak die Kans •• Afkoppelen riolering in delen van Nieuwland en Schiedam Noord. •• Realiseren extra oppervlaktewater (waar nodig) •• Bebouwing aanpassen aan eigenschappen van het gebied (irt slappen bodem, noorden Poldervaartpolder). Het boezemgebied Kwantitatief gezien is de boezem in Schiedam op orde. Dit betekent dat de boezemkanalen voldoende capaciteit hebben om ook bij extreme neerslag het water af te kunnen voeren richting de Nieuwe Waterweg. Dit is mooi! Kwalitatief gezien kan de boezem nog wel verbeteren. Zowel chemisch als ecologisch is het nodig om de waterkwaliteit te verbeteren. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld natuurvriendelijke oevers worden aangelegd. Zo biedt de Polderwatering hier goede kansen voor. Daarnaast kan het aantal riooloverstorten terug worden gebracht om hierdoor te voorkomen dat ongezuiverd rioolwater op de boezem wordt geloosd. G B SV S CH I E DA M • 105 • II. REGIONAAL EN LOKAAL BELEID REGIONAAL BELEID LOP MIDDEN-DELFLAND Beschrijving kwaliteit en ontwikkelingsrichting van het buitengebied van Midden-Delfland welke verder uitgewerkt zijn op polderniveau. Voor Schiedam zijn de Noord-Kethel polder en Oost-abtspolder relevant. Hierin wordt aandacht gevraagd voor: •• stadsranden; •• recreatieve Poldervaart; •• stad-land verbindingen; •• versterking cultuurhistorische lijnen •• ontwikkelen poorten Midden-Delfrand GEBIEDSPROFIEL MIDDEN-DELFLAND •• Beschrijving karakteristieken, uitgangspunten, kwaliteiten en ambities van het open agrarische landschap van Midden-Delfland •• Biedt uitgangspunten voor stadsranden, stad-landverbindingen, historische structuren en elementen, waterstructuur en recreatieve structuren. Belangrijkste uitgangspunten •• Versterken van stad-land verbindingen (o.a. van waterwegen) •• Behoud contrast tussen boezem en polder (hoogteverschil) •• Bereikbaarheid van de oevers (boezem en plassen) •• Versterk ecologische kwaliteit •• Behoud karakteristiek verkavelingspatroon •• Verbeteren waterkwaliteit •• Groen en waterstructuur als onderdeel van het stadsontwerp bij nieuwe ontwikkelingen • 106 • B OS C H S LAB B E R S LOP MIdden Delfland LOP MIdden Delfland •• •• •• •• •• •• •• Gebiedsprofiel Midden-Delfland Gebiedsprofiel Midden-Delfland Bij ontwikkeling stedelijke groen aansluiting zoeken met polderlandschap Verbeter overgangskwaliteit stadsrand afhankelijk van type rand. Gebruik van streekeigen beplanting passend bij Midden-Delfland. Linten onderscheidende bebouwingsvorm Behoud/versterk zicht op omliggend landschap Verbeter kwaliteit en samenhang tussen binnen- en buitenstedelijk groen middels recreatiegebieden (p97) Versterken visuele relatie tussen stad, stedelijk groen en achterliggend polderland. Poldervaart •• Herstel/behoud van waterkundige huishouding, bevaarbaarheid •• Relatie tussen poldervaart en omliggende bebouwing. •• Versterken doorgaande fietsverbinding/stad-land verbinding over de kades G B SV S CH I E DA M • 107 • LOKAAL BELEID GROENBLAUWSTRUCTUURPLAN 1995 Onderscheid groenstructuur: •• Linten: boslinten, weidelinten, natte linten, droge linten, zandlinten, parklinten, langzaam verkeersroutes, laanbeplanting •• Stadsranden •• Plekken: Stadsparken, begraafplaatsen, pleinen, hofjes/stadstuinen, uitzichtpunten, educatieve objecten, clusterbebouwing in het groen •• Gebieden: binnenstad, oude dorpskernen, vooroorlogse wijken, naoorlogse wijken, werkgebieden, grootschalige groengebieden STADSVISIE 2030 Mooie, schone en veilige openbare ruimte: •• Klimaatbestendige groen en milieuvriendelijke waterstad •• Water dient als waterberging, openbaar vervoer en recreatie. •• Schie als herkenbare vaarroute •• Aantrekkelijk en veilig ingericht Beatrixpark (evt. bovenlokale functie) Groene ruimtelijke opgave: •• Ontwikkelen Schieveste •• Versterken groene longen; poldervaart/Beatrixpark, herinrichting Polderwetering, Harreweg/park Kethel. Recreatieve ruimtelijke opgave: •• Uitbouwen huidige recreatieve knopen; waterpoort Schie, opwaardering Beatrixpark/Thurlede, park dorp Kethel als poort met Midden-Delfland, versterken stad-land relatie met Midden-Delfland, Schieveste, wellnesscluster rondom bad Groenoord. Kwaliteitsverbetering stadsstructuur: •• verbetering inrichting en beheer van de OR •• verbetering milieukwaliteit • 108 • B OS C H S LAB B E R S Groenblauwstructuurplan 1995 Stadsvisie 2030 VISIE OPENBARE RUIMTE SCHIEDAM 2009, STRUCTUUR OP STADSNIVEAU Drietal structuren onderscheiden: •• structuurlijnen; landschappelijke structuur, stedelijke structuur, bovenlokale structuur. •• structuurgebieden; centrum, vooroorlogse wijk, naoorlogse wijk, buitendijks gebied, bedrijventerreinen, parken, functionele groen ruimtes, agrarisch recreatief gebied. •• bijzondere plekken; pleinen, molens, entrees, de sluis Schie-Nieuwe Maas, koemarkt. (Groen) structuur aanpassen aan karakteristiek van lijn, gebied of plek. Visie openbare ruimte Schiedam in beweging Drietal lagen: •• Landschappelijke laag; Nieuwe Maas, Schie, Broersvest, De Vesten, bebouwingslinten, dijken, Poldervaart. •• Stedelijke laag: tweedelig; deel boven A20 en deel onder A20. •• Bovenlokale laag: spoorlijnen, metro en snelwegen. Voorgestelde landschappelijk laag/ aansluiting MiddenDelfland en centrum Schiedam middels: •• De Harreweg/Schiedamseweg. •• De Groeneweg/Kerkweg/Jpopelaan, verbonden met de Parkweg. •• De Schie en haar oevers. •• benadrukken/onderscheiden oude dijklopen (Vlaardingerdijk, Rotterdamsedijk, Westfrankelandsdijk/Havendijk) en Maas. Structuurgebieden, groenstructuur afgestemd op karakteristiekgebied: •• Monumentaal; oude centrum. •• Traditioneel: vooroorlogse woonwijk. •• Modern, ruim en groen: naoorlogse woonwijken. •• Robuust: buitendijks gebied. •• Praktisch en sober: bedrijventerrein. •• Uitbundige groene weelde: parken. •• Zakelijk groen: overige groengebieden, sportparken en volkstuinen. •• Landschap: agrarisch recreatief gebied. G B SV S CH I E DA M • 109 • SCHIEDAM IN BEWEGING, GEMEENTELIJK ONTWIKKELVISIE SPORTPARKEN EN VRIJVALLENDE LOCATIES •• •• •• •• •• Ontwikkellocaties; Harga, Bijdorp, Kethel/Thurlede, Park A4 Poldervaart als structuurdrager, kansen om groene woonmilieus te ontwikkelen 3 moderne, optimaal gebruikte, multifunctionele en goed over de stad verspreide bereikbare sportparken. Ontstaan van een aanzienlijk groene kwaliteitsimpuls voor de stad Versterking van de groene structuren en verbindingen in de stad DE GROENE LONG, BESTEMMINGSPLAN •• Belangrijkste groene ruimten bestemd. •• Conserverend karakter. •• Onvoldoende flexibiliteit om ontwikkelingen te kunnen begeleiden..... •• ...maar wel een hele zekere borging voor de groen/ blauwe ruimtes in de stad! GROEN SCHIEDAM, OP WEG NAAR EEN ROBUUST, GROEN, RECREATIEF NETWERK •• Onderzoek naar groen kwaliteit. Kwaliteit en ontwikkelingsrichting per deelgebied beschreven. •• Kijkt verder dan bestemmingsgrenzen Groene Long. •• Inzet op kwalitatieve ontwikkeling in plaats van kwantitatieve. •• Stadsbreed kijken naar recreatieve en stadsecologische waarden -> groeien naar robuust, groen recreatief netwerk. WATERPLAN 2006-2015 Doel: duurzaam, schoon, heel en veilig watersysteem dmv. samenwerking van diverse partijen. Beschrijft: •• huidige en toekomstige knelpunten van het watersysteem •• Wensen t.a.v. het water •• Samenhangende visie; per deelgebied •• Visie vertaald in streefbeeld •• Aanzet tot maatregelen • 110 • B OS C H S LAB B E R S Waterplan 2006-2015 Woonvisie Schiedam 2030 Vier hoofdsporen: •• Droge voeten; voorkomen overstromingen en wateroverlast •• Gezond water: verbeteren waterkwaliteit •• Beleving en gebruik: bijdragen aan een hoogwaardig woon-, werk- en leefklimaat; •• Beheer en onderhoud; aangepast beheer en beheervelden afstemmen •• •• •• Vervolg herstructuringsplekken. Woonservice gebieden. Vormen nieuwe woonlocaties. BOMENSTRUCTUURNOTA •• Uitgangspunt Visie openbare ruimte Schiedam •• Biedt richtlijn bij maatregelen voor beheer. POLDERVAART, RUIMTELIJK KADER Visie hoofdpunten: •• Stadsranden MD: mogelijkheid voor natuurwater en vergroten waterberging. •• Westoever Poldervaart: ruimte voor ecologie en natuur, ruimte voor waterrecreatie (bruggen). •• Beatrixpark en park Kethel: accent op waterkwaliteit en ecologische waarde, afscheiden watersysteem. •• Nieuwland en Groenoord: herstructurering aangrijpen om watersysteem integraal te verbeteren. •• Havengebied: Mogelijkheid grote jachthaven. •• Historisch centrum : ingezet wordt op beleving historische waarde en recreatief gebruik oevers. WOONVISIE SCHIEDAM 2030 Bieden van woon carrière voor elke Schiedammer dmv. 2 pijlers: Pijler 1: Nieuwe woonmilieus door stedelijke vernieuwing •• 3500 nieuwe woningen tot 2030. •• Verscheidenheid woonmilieus. •• A4 biedt kansen; ruimte komt vrij. Pijler 2 Levensloop vriendelijke stad •• Stad vergrijst. •• Stad verdeelt in woonservice gebieden elk met eigen zorgcomplex. •• Verbeterde woonomgeving middels Handboek toegankelijkheid -> aandacht voor afzonderlijke gebruikersgroepen in de OR. Hoofduitgangspunten: Versterken van de kwaliteit van de hoofdstructuur door: •• Het creëren van eenduidige groene en blauwe structuren. En het versterken van het karakter van de Poldervaart als landschappelijke as. •• Versterken van de herkenbaarheid en zichtbaarheid van de Poldervaart als element. •• Relatie leggen met haar omgeving (omliggende bebouwing, functies) voor betere oriëntatie. Ruimtelijke structuur •• 4 deelgebieden met eigen karakter/ inrichting; Hoge Poldervaart, Poldervaart in stedelijk Parkachtig gebied, Poldervaart in stedelijk recreatief gebied, Buitendijks. •• Zones langs vaart mee ontwikkelen (ca 60m). •• 3 bijzondere punten/opgaves; kruispunt Poldervaart met ‘s Gravenlandseweg en Windas, kruispunt Poldervaart/A20/Damlaan, Knooppunt Vijfsluizen. •• Westzijde oever ecologisch, oostzijde oever recreatief medegebruik. OVERIGE PLANNEN •• Speelruimteplan 2007 •• Beatrixpark:naar een bruisend stadspark •• Perspectief Kethel poort: Schiedamse poort naar Midden-Delfland •• Boek stadsassen 4 tal gebieden: •• Af te ronden nieuwbouwprojecten. G B SV S CH I E DA M • 111 • © Dit werk is auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever en Bosch Slabbers Tuin- en Landschapsarchitecten B.V. (hierna: “Bosch Slabbers”). Bosch Slabbers heeft bij haar werkzaamheden de zorgvuldigheid in acht genomen die van haar kan worden verwacht. Aan de getoonde informatie in deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend. Op onze werkzaamheden zijn de voorwaarden van toepassing zoals vastgelegd in De Nieuwe Regeling 2005 (DNR 2005). Bosch Slabbers heeft met zorgvuldigheid de beelden in deze publicatie geselecteerd. Het kan voorkomen dat niet alle rechthebbenden van de gebruikte beelden zijn achterhaald. Belanghebbenden worden verzocht contact op te nemen met Bosch Slabbers. 1e Sweelinckstraat 30 2517 GD Den Haag T 070 3554407 F 070 3061618 [email protected] www.bosch-slabbers.nl
© Copyright 2024 ExpyDoc