Spelwijzen op de IPJOT

SPEELWIJZEN OP DE IPJOT - versie 10 september 2014
•
•
•
•
•
Elke provincie selecteert per leeftijdsjaar een ploeg van minimum 10 spelers, uitgezonderd voor speelwijze 0, hier is het minimum 8 en maximum 10 spelers.
Er wordt aangedrongen om iedereen zoveel mogelijk in zijn eigen leeftijdscategorie te laten spelen. 2 uitzonderingen:
* jong talent dat vlot mee kan met de allerbeste 6 van een oudere lichting
* wegens organisatorische redenen (hopelijk zeer uitzonderlijk!)
Per set worden 2 vrije-time-outs van elk 1 minuut genomen.
Er wordt een dagklassement bijgehouden met volgende regels: 1 punt per gewonnen set. Bij gelijkheid telt de verhouding winnende sets/verloren sets. Bij nog gelijkheid
telt de onderlinge wedstrijd.
Gedragscode voor iedereen! Zie afzonderlijk blad.
Tornooi 1 = U13-2
Tornooi 2 = U13-2
Tornooi 3 = U13-2
Tornooi 4 = U15-1
Tornooi 5 = U15-1
Tornooi 6 = U15-1
Tornooi 7 = U15-2
Tornooi 8 = U15-2
Tornooi 9 = U15-2
Tornooi 10 = U17-1
SPEELWIJZE 0 (4-tegen-4)
SPEELWIJZE 1
SPEELWIJZE 2
SPEELWIJZE 3
Meisjes: 2,18 m. - Jongens 2,35 m.
Meisjes 2,24 m. - Jongens 2,43 m.
Tornooi 1: Meisjes: 2,10 m. - Jongens 2,10 m.
Tornooi 2: Meisjes: 2,14 m. - Jongens 2,24 m.
Terreindiepte bij opslag-receptie: 7m (x2)
Terreindiepte rest van de rally: 9m (x2)
•
•
•
•
•
•
•
Elke ploeg is samengesteld uit 8 tot 10 spelers.
Libero is niet toegestaan.
Geen enkele speler mag alle 4 de sets spelen.
Elke speler moet minimum 1 set per wedstrijd spelen.
Aan het eind van het tornooi moet elke speler minimum 6
sets gespeeld hebben.
Er worden geen wissels toegestaan tijdens de set. Deze
regel vervalt enkel indien kwetsuren een wissel
noodzakelijk maken.
Opslagdruk: na 3 opslagen met punt, rotatie van de ploeg
die opslaat.
Meisjes 2,14 m. - Jongens 2,24 m.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Er wordt gespeeld naar 4 sets van 25 punten volgens het
rally-pointsysteem met minimum 2 punten verschil.
We starten vanaf 13 punten.
•
•
Libero('s) toegestaan. De libero blijft op een vaste positie per set. Mag vrij gekozen worden. De speler die
op deze positie roteert, verlaat het veld.
Bij aanvang van iedere set worden minimum 4 nieuwe spelers ingezet (libero meegeteld - zonder libero,
minimum 3 nieuwe spelers!), elke speler speelt minimaal 1 set per match. Indien een speler de vorige match
maximum 1 set speelde, speelt hij er minimum 2 de volgende match! Op het einde van de dag moet
iedereen in het totaal, op maximaal 1 set na, evenveel gespeeld hebben.
Er worden geen wissels toegestaan tijdens de set. Deze regel vervalt enkel indien kwetsuren een wissel
noodzakelijk maken.
Opslagdruk: na 3 opslagen met punt, rotatie van de
ploeg die opslaat.
Iedere speler penetreert OFWEL vanuit positie 1
OFWEL vanuit positie 6 (zowel in complex 1 als in
complex 2).
De voorspelers behouden vaste pos. op 4, 3 en 2.
Voor de achterspelers geldt volgend systeem:
Trainer beslist bij het begin van de set:
• Setter altijd op positie 1 of 6
• Libero altijd op positie 5 of 6.
•
•
De spelers mogen vrij worden gewisseld
en opgesteld.
Keuze uit 1 of 2 libero('s) (elke set mogen
dit 1 of 2 andere libero’s zijn)
Het spelsysteem is vrij. De ploegen spelen echter nooit een systeem dat boven hun eigen niveau reikt.
Er wordt gespeeld naar 3 sets van 25 punten volgens het rally-pointsysteem met minimum 2 punten verschil.
We starten vanaf 8 punten.
De provincies onderschrijven deze regels. De verantwoordelijkheid ligt bij de coachende provinciale trainers. Zij volgen deze regels vanuit de filosofie dat de
tornooien 'jeugdopleidingstornooien' zijn waar de fysieke, technische en tactische opleiding van de speler boven de directe winst van de set of wedstrijd
staat.