Gerberei Birke door hier te klikken

R E P O R TAG E
R E P O R TAG E
Tekst en foto’s: Berend te Hennepe
Huidenlooierij Birke
specialist in wildhuiden
Oog- en huidstrelend vakmanschap
‘Gelijkmatig’ is het woord dat telkens terugkomt tijdens de rondleiding die ik krijg door de huidenlooierij van Detlef
Birke. Huiden leveren slechts dan een kwaliteitsproduct op als ze op de juiste wijze zijn behandeld en dat houdt
onder meer in dat de looistof (die de huid moet conserveren) op gelijkmatige wijze in de huid kan trekken. Om dat
te bewerkstelligen zijn nogal wat voorbereidende handelingen nodig. Wassen, snijden, behandelen met zouten en
zuren, drogen, om er enkele te noemen. De resultaten mogen er zijn: ze zijn niet alleen oog- maar ook huidstrelend.
O
veral ter wereld weet men de leerlooier uit Mettingen
bij Osnabrück te vinden. De specialist in wildhuiden
(sinds 1956) krijgt zijn waar uit verschillende
continenten aangeleverd: huiden van beren uit Amerika,
antilopen en zebra’s uit Afrika, muskusossen uit Groenland en
reebokken uit Duitsland. Ook in Nederland heeft hij de nodige
clientèle, steeds meer preparateurs maken van zijn diensten
gebruik.
Geen hightech
Verwacht echter geen hightech bedrijf op een modern bedrijvenpark. Gerberei Birke ligt midden in het agrarische buitengebied,
tussen de weilanden, maïsakkers, singels en gemengde
boerenbedrijven. Het bedrijf bestaat uit niet veel meer dan een
eenvoudige loods vol oude, roestige machines (zouten en
zuren doen onbarmhartig hun werk) en stapels huiden.
Nieuwe machines zijn nauwelijks meer verkrijgbaar, vertelt de
De opslagplaats voor huiden is half oktober nog vrij leeg
Drie generaties huidenlooiers, v.l.n.r.: Fabian, Anton en Detlef Birke
De ruwe huiden komen terecht in de wasserij. Hier wast men eerst de huiden met een speciaal wasmiddel, zodat bloed, uitwerpselen en andere
drek worden verwijderd.
20
De Ned er l and s e J ager 24 / 2 013
De Neder landse Jager 24/2013
21
R E P O R TAG E
R E P O R TAG E
Door de opname van water krijgen de huiden
hun oorspronkelijke huidtoestand terug,
zodat het mogelijk wordt om het onderhuidse
bindweefsel (vet en vlees) te verwijderen.
Er zijn twee methoden om dit te doen:
machinaal of met de hand. Schaapsvellen
kunnen bijvoorbeeld machinaal bewerkt
worden. Daartoe wordt de huid in een
ontvleesmachine gelegd waarin een dunsnijwals ronddraait die de vet- en vleesdelen
afsnijdt. Dat kan alleen bij vellen en huiden
die gelijkmatig van dikte zijn, zoals schapen-,
geiten- of runderhuiden.
Gelijkmatige dikte van de huid is met name
belangrijk voor het vervaardigen van
zogenoemde capes, nat gelooide huiden
waarmee de preparateur werkt. Huiden zijn
in het nekgedeelte doorgaans dik, terwijl
het borstgedeelte vaak dunner is. Met een
speciale machine kunnen deze verschillende
diktes worden geëgaliseerd. Voor de
preparateur geldt: hoe dunner de huid, des
te beter. Hij heeft dan de mogelijkheid om
bijvoorbeeld spiergroepen en natuurlijke
vervormingen van de huid zichtbaar te
maken in het preparaat.
Sommige huiden, zoals bijvoorbeeld van
wilde zwijnen, moeten met de hand bewerkt
worden. De huid wordt over een bok
gedrapeerd, waarna vet en vlees met een
groot scheermes handmatig worden
weggesneden. Machinale bewerking is niet
mogelijk vanwege de vetstructuur, de
aanwezige kop, inclusief oren en snuit, en de
onregelmatige inplant van de nekharen
(borstels). Vandaar dat bij het ontvlezen van
een zwijnshuid nog altijd hetzelfde
handwerk als 100 jaar geleden wordt
toegepast.
Keilers vormen ter hoogte van het blad een
schild, waar het onderhuidse bindweefsel
sterk verhoornd is. Dat betekent dat extra
kracht nodig is om dat verhoornde deel weg
te snijden. Voor een grote keilerhuid moet je
al snel rekenen op een uur werk. Birke: ‘Zou
je een onbewerkte huid looien, dan zou op
plekken waar de huid dun is de looistof snel
binnendringen terwijl dat op het dikke
schild slechts langzaam gebeurt. Mogelijk
gevolg is dat op deze plekken de haren gaan
loslaten, omdat het te lang duurt voordat de
looistof de huid heeft bereikt.
Is de huid ontvleesd dan wordt hij nogmaals
gewassen. Vervolgens wordt de huid met
zout en zuren behandeld ter voorbereiding
op het looiproces. Deze voorbereiding is
nodig om ervoor te zorgen dat de looistof
zich gelijkmatig in de lederhuid kan
verdelen. De huiden belanden in bewegende
houten vaten met water waarin keukenzout
en mierenzuur is opgelost. Dit proces duurt
een tot twee dagen.
Na de behandeling met zouten en zuren
belanden de huiden in kunststof of houten
vaten met daarin de looistof. Ook deze
oplossing is permanent in beweging, zodat
de stof goed en gelijkmatig kan inwerken op
de huid. De looistof is werkzaam in een zuur
milieu, vandaar de toediening van mierenzuur. Nadat de looistof zich in de huid heeft
verspreid (dit duurt een paar dagen) wordt
de PH-waarde van de oplossing verhoogd
(minder zuur) waardoor de looistof zich gaat
binden in de huid.
gastvrije Birke, slechts in China worden
ze nog geproduceerd. Met veel kunst- en
vliegwerk wordt het oude machinepark
draaiende gehouden. In Europa zijn nog
weinig leerlooierijen actief, de meeste
leerproducten (schoenen, lederen jassen)
komen tegenwoordig uit Azië.
De benodigde huiden worden in Europa
(waaronder Nederlandse schapenvellen)
verzameld en in Turkije en Azië gelooid
en vervolgens tot jas of schoen verwerkt.
particulieren als voor preparateurs, musea,
dierentuinen en schaaphouderijen. Bij de
eerste gaat het vooral om ‘decoratieve’
vellen: huiden van schapen, reeën,
herten, wilde zwijnen, vossen en
dergelijke. Deze worden droog gelooid
en kunnen aan de wand worden
gehangen of op de vloer gelegd.
‘Vossenpelzen kunnen verder verwerkt
worden tot jas, muts of kleed’, suggereert
Birke, die van alle wildsoorten het meest
vossen krijgt aangeleverd. Daarnaast
wordt er ook ‘nat gelooid’, speciaal voor
preparateurs. Om de huiden goed te
kunnen modelleren over de mallen van
polyurethaan dienen de capes (het
voorste deel van de huid) dun, zacht en
soepel te zijn. En nat dus.
Paardenstaarten
Het is half oktober en de opslagplaats
voor huiden is nog vrij leeg. Hier en daar
staan kratten met schaapsvellen, zebraen antilopenhuiden, een kist met
paardenstaarten en -manen (voor een
Zuid-Duitse carnavalsvereniging) en nog
zo het een en ander. De aangeleverde
huiden - gezouten, gedroogd, ingevroren
Na het drogen van de gelooide huiden
moeten de huidvezels opgerekt worden,
Door het droogproces is het water tussen de
vezels verdampt en zijn deze aan elkaar gaan
kleven. Door de huid op te rekken met
behulp van een roterende schuurband komt
er lucht tussen de vezels en wordt het leer
weer soepel.
Deze vossenlont is niet goed geconserveerd.
Na het afstropen van de pels is het
noodzakelijk dat de lont compleet wordt
uitgesneden. Gebeurt dit niet dan dringt de
looistof te langzaam in het leer, waardoor
bederf ontstaat en de haren onder invloed
van bacteriën loslaten. Dit is een onomkeerbaar proces.
Decoratief
De firma Birke werkt zowel voor
Met deze machine, voorzien van een gebogen rond mes, worden dikkere of kwetsbare huidpartijen dun gesneden, zoals bijvoorbeeld de kop
van een vos. Met name oudere vossen hebben een dikke hoofdhuid die geëgaliseerd moet worden. Alweer: om de looistof goed te laten
indringen. Birke: ‘Alleen dan krijg je mooi, zacht en soepel leer.’ Het is zwaar en intensief werk dat grote concentratie en veel ervaring
vereist: een gat in de huid (of vinger!) is zo ontstaan.
22
De Ned er l and s e J ager 24 / 2 013
De Neder landse Jager 24/2013
Bij deze vossenlont is het achterste
staartbotje niet verwijderd. Waar het botje is
blijven zitten, treedt kaalheid op.
23
R E P O R TAG E
of vers - worden hier verzameld. In
december is het topdrukte vertelt Birke.
Dan reiken de kratten met huiden tot aan
het plafond. Om te zorgen dat ieder vel
bij de rechtmatige eigenaar terechtkomt,
wordt op de binnenzijde van de huid
een uniek nummer gestanst. Birke: ‘We
bewerken hier alle soorten huiden, van
konijnenvelletjes tot zebrahuiden en
alles daartussen: damhert, wild zwijn,
ree, eland, schaap, moeflon, maar ook,
marter, vos, wasbeer en wasbeerhond.’
Speciale behandeling
Iedere diersoort vergt een speciale
behandeling, een schaapsvel wordt op
advertentie
andere wijze bewerkt dan de huid van
een wild zwijn, en een dassenvel weer
anders dan de balg van een vos. Om zo
efficiënt mogelijk te werken worden de
vellen gesorteerd op hun eigenschappen,
in de meeste gevallen betekent dit soort
bij soort.
Birke: ‘De opbouw van de huid is bij
iedere diersoort anders. Een zwijnshuid
bijvoorbeeld heeft een hardere structuur
dan een schaapsvel, moet derhalve met
meer zuur behandeld worden terwijl de
looistof later wordt toegediend. Iedere
looier gebruikt zijn eigen looireceptuur,
die tot de bedrijfsgeheimen behoren, net
als de menging van de verschillende
stoffen en de afwikkeling van de
opeenvolgende processen. Allerlei zaken
die de kwaliteit van het eindproduct
bepalen en die veel ervaring vereisen.’
Of zoals de gelouterde leerlooier zegt:
‘Men moet proberen, proberen en nog
eens proberen teneinde een kwaliteitsproduct te kunnen afleveren.’ ■
Wat moet ik doen als ik een huid wil laten looien?
Birke: ‘Belangrijk is dat bij het villen alle botten worden verwijderd. Vergeet bijvoorbeeld niet het volledige staartbot uit
een vossenlont te verwijderen (zie foto’s pagina 23). Bij het villen van een vos is het gebruik van handschoenen en een
gezichtsmasker een vereiste (vanwege de vossenlintworm). Vervolgens spreidt men het vel uit op de bodem en bestrooit men de leerzijde met zout. Beknibbel hier niet op: het leer moet geheel bedekt zijn met zout (1/2 cm hoog).
Zout werkt conserverend omdat het vocht uit de huid trekt.
Zorg ervoor dat het vocht kan afvloeien, door de huid drie à vier
dagen op een schuin opgesteld houtwerk te leggen.
Doe je dit niet dan treedt op de vochtplekken alsnog
verrotting op. Vervolgens de huid oprollen, in een plastic zak
verpakken en eventueel verzenden naar de huidenlooier.
Invriezen is ook een mogelijkheid. Een ingevroren huid per post
vanuit Nederland naar Duitsland versturen is echter af te raden,
omdat de verzending in de meeste gevallen te lang duurt.
Villen is een vaardigheid die niet iedereen bezit, het vergt
fingerspitzengefühl en ervaring. Derhalve kunnen vossen en
marterachtigen in de dos (bevroren) worden
aangeleverd en neem ik deze taak over.’
Wanneer zit het wild het best in zijn vacht?
Birke: ‘De beste periode om een huid te looien verschilt per diersoort. Een vos is bijvoorbeeld alleen interessant van
half november tot einde februari. In die periode hebben ze een mooi dicht haarkleed, waar je bijvoorbeeld een muts
van kunt maken. Ook hazenvellen zijn in de wintermaanden op hun mooist, ze hebben dan een dikke ondervacht.
Reehuiden in mei laten zich slecht looien, omdat reeën dan de wisseling doormaken van winter- naar zomerkleed. Wie
een reebok wil laten opzetten, kan dan ook beter wachten tot begin juni. Reeën, elanden en herten hebben ’s winters
holle haren. Die zorgen voor optimale isolatie maar hebben als nadeel dat ze
snel breken. Een dergelijk haarkleed is snel onderhevig aan slijtage en is daarom
slechts te gebruiken als decoratief wandkleed. Overigens is het ook niet aan te
bevelen om zomervachten als vloerkleed te gebruiken.’
Kan de grootte van het uitschot nadelig zijn?
Birke: ‘Dit hangt van de lengte van de haren af. Bij bijvoorbeeld muskusossen
met hun lange haren speelt het uitschot geen rol, bij een ree in zomerkleed
daarentegen wel. Het gebruik van een kleinere kogel is hier aanbevelenswaardig. Ook vossen worden bij voorkeur met een kleine kogel (of hagel)
geschoten.’
Voor adres, prijzen en overige informatie: www.gerberei-birke.de
Ingevroren en/of gezouten huiden kunnen op afspraak ook worden afgeleverd bij
prepareeratelier Bos en Fauna (Logtenbergweg 17 in Vaassen), die nauw
samenwerkt met Gerberei Birke. Meer info: www.bosenfauna.nl
24
De Ned er l and s e J ager 24 / 2 013
De Neder landse Jager 24/2013
25