GROOTTE VAN DE OPLEIDINGSKERNEN De basis waarop de grootte van de opleidingskernen van de jeugdelftallen werd bepaald, is: - het kunnen aanbieden (garanderen) van voldoende speelgelegenheid tijdens de wedstrijden. De basis hiervoor vormen de vastgelegde speelgelegenheidsprincipes. Met een te grote kern komen deze principes in het gedrang. - de ev. mogelijkheid om continu te kunnen wisselen tijdens jeugdwedstrijden: dit principe verhoogt de flexibiliteit om met een kleinere kern de wedstrijden te kunnen uitspelen met het normaal voorziene aantal spelers. - een kleinere kern bevordert de individuele opleiding en begeleiding van de spelers. - het aantal spelers dient voldoende te zijn zodat er efficiënt kan getraind worden. - het aantal kwetsuren tijdens jeugdwedstrijden is relatief laag. Een maximaal aantal reservespelers als buffer om blessures op te vangen is geen absolute noodzaak. Opmerking : vanaf de groeispurt (knapen) neemt de kans op blessures toe. - de grootte van de kern dient zodanig te zijn dat men flexibel kan inspelen op voorafgemelde- en onverwachte afwezigheden. Maw: een zekere reserve is noodzakelijk (dit geldt ook m.b.t. trainingen). Opm.: het doorschuiven van spelers naar andere elftallen voor wedstrijden blijft een optie. - de afwezigheid (in 1ste instantie op training) als gevolg van school(werk) kan vanaf knapen toenemen. (middelbare school) - we veronderstellen 1 doelman per kern Dit leidt ertoe dat K. Berchem Sport 2004 streeft naar onderstaande grootte van haar opleidingskernen (onderlijnd is optimum): CATEGORIE zDebutantjes LEEFTIJD WEDSTRIJD MIN. AANTAL RES. SPELERS GROOTTE KERN MIN - MAX 5 - 7 j. NVT NVT NVT 7 - 9 j. 5 (4 + K) 1 7-8 9 - 11 j. 8 (7 + K) 2 10 - 11 - 12 11 - 13 j. 8 (7 + K) 2 10 - 11 - 12 13 - 15 j. 11 (10 + K) 3 14 – 15 - 16 15 - 17 j. 11 (10 + K) 3 14 – 15 - 16 >= 17 j. 11 (10 + K) 3 14 – 15 - 16 U6 Duiveltjes U7 - U8 - U9 Preminiemen U10 - U11 Miniemen U12 – U13 Knapen U14 – U15 Scholieren U16 – U17 Juniors U19 – U23
© Copyright 2024 ExpyDoc