Pedagogisch Beleidsplan

Veilig met sprongen vooruit!!
Pedagogisch Beleidsplan
De Kangoeroe – januari 2014
Inhoud
pagina
1
Inleiding
3
2
Doelgroep
4
3
Doelstellingen
6
4
Werkwijze
4.1
Groepsindeling, personeel,
vierogenprincipe en preventie
7
4.2
Rust en een veilige plek
7
4.3
Positieve ontwikkeling
8
4.4
Signalering
9
4.5
Individuele werkpunten
10
4.6
Contacten met ouders / opvoedingsondersteuning
10
4.7
Flexibel
11
Het Kopland, januari 2014
2
1
Inleiding.
De kinderopvangvoorziening de Kangoeroe is onderdeel van Het Kopland. In de vrouwenopvang van
Het Kopland worden vrouwen en kinderen opgevangen die te maken hebben (gehad) met geweld in
de thuissituatie. In hoofdstuk 2 worden de gevolgen die dit heeft voor kinderen uiteengezet.
Dit pedagogisch beleidsplan is een herziene versie. In grote lijnen is dit beleidsplan identiek aan het
vorige. De doelgroep en de uitgangspunten zijn niet veranderd, de werkwijze is in de loop der jaren
aangepast.
De opvang van de Kangoeroe verschilt van "gewone" kinderopvang. Iedereen die binnenloopt en
bekend is met kinderopvang zal dit onmiddellijk opvallen, de groepen zijn wat kleiner en er is meer
rust en structuur. Kinderen zitten gezamenlijk aan tafel, luisteren in de kring of zijn met zijn allen aan
het dansen en springen. Deze manier van werken wordt uiteen gezet in hoofdstuk 4.
De opvang bij de Kangoeroe voor de kinderen is belangrijk, ook in preventief opzicht. Ze gaan met
minder problemen weg dan dat ze kwamen, hebben grotere of kleinere sprongen gemaakt in hun
ontwikkeling en kunnen er hopelijk "weer een poosje tegen". Ook het contact tussen moeders en
kinderen is verbeterd.
Dit beleidsplan is bedoeld voor een ieder die geïnteresseerd is in de opvang van kinderen bij de
Kangoeroe.
Voor ouders ligt er een exemplaar ter inzage in de ontvangsthal van de kinderopvang en is ook te
downloaden vanaf de website: http://www.hetkopland.nl/.
Deze link is te vinden op de pagina met informatie over KDV de Kangoeroe.
Gerie van Maanen, orthopedagoog
Groningen, januari 2014.
Het Kopland, januari 2014
3
2
Doelgroep.
2.1 Kinderen en huiselijk geweld.
Kinderen die opgroeien in een gezin waar geweld een rol speelt, zijn hiervan altijd slachtoffer, ook al
worden ze niet zelf mishandeld.
De gevolgen verschillen per kind en zijn afhankelijk van een aantal factoren. Zo speelt leeftijd en
ontwikkelingsfase een rol, de ernst en de duur van het geweld en het geslacht van het kind. Ook het
karakter van het kind is van invloed. Elk kind reageert anders op de situatie.
Jonge kinderen kunnen het geweld helemaal niet plaatsen. Ze voelen zich angstig en machteloos
omdat het niet te voorspellen of te voorkomen is en er veelal een dreigende sfeer in huis hangt.
Oudere kinderen voelen zich schuldig, schamen zich, durven geen vriendjes mee te nemen naar huis
en voelen zich eenzaam.
Ouders hopen en denken vaak dat kinderen niet merken dat er slaande ruzie is, maar kinderen horen
en zien veel meer dan we denken. En ook als ze er niet bij zijn, horen ze het lawaai, voelen ze de
spanning of zien ze de kapotte spullen of de blauwe plekken.
Bij de Kangoeroe hebben we te maken met baby's en peuters. Ook bij hen zien we zeer uiteenlopend
gedrag. Ze zijn onrustig of houden zich juist te rustig, ze huilen vaker en hebben eet- en
slaapproblemen. De kinderen zijn extreem angstig, klampen zich vast aan hun moeder. Of ze zijn juist
heel druk en moeilijk te begrenzen. Vaak zijn ze erg alert, niets ontgaat hen. Ook vertonen kinderen
soms een groeiachterstand en regelmatig een achterstand in de sociale, cognitieve, emotionele en
motorische ontwikkeling.
In vergelijking met leeftijdsgenootjes kunnen ze slecht spelen en zichzelf vermaken.
Ongeveer 40% van de kinderen die thuis met regelmaat getuige was van geweld tussen hun ouders
krijgt posttraumatische klachten, zoals depressie, angst, woedeaanvallen, nachtmerries (Dijkstra,
Kinderen die getuige zijn geweest van geweld tussen hun ouders: een basisverkenning van korte en
lange termijn effecten, 2001).
Door de instabiele gezinssituatie is er weinig aandacht geweest voor de kinderen, en daarbij kan er
ook sprake zijn van pedagogisch onvermogen van de ouders veroorzaakt door soortgelijke problemen
in hun eigen jeugd. Meestal zijn al deze problemen van langdurige aard.
De problematiek van de kinderen vraagt daarbij ook nog meer opvoedingsvaardigheden van ouders.
Opvoedingsproblemen liggen dan ook voor de hand.
Tot slot nog enige cijfers.
In Nederland zijn 80.000 kinderen slachtoffer van kindermishandeling,
Daarnaast zijn 100.000 kinderen getuige van geweld tussen hun ouders.
80% van deze kinderen hoort of ziet het geweld en / of de gevolgen van het geweld.
In 30 - 60 % van de gevallen waarin er sprake is van partnermishandeling wordt ook het kind
mishandeld (Kind tussen twee vuren, 2004).
2.2
Komst naar Het Kopland.
Door hun komst naar de vrouwenopvang van Het Kopland verandert er veel: de kinderen komen vaak plotseling - in een vreemde omgeving; er is een ander contact met vader en/of familie. Maar
ook: de mishandeling en / of bedreiging stopt; er komt wat meer rust in de gezinssituatie.
Voor moeder, die vaak in een crisis verkeert, kan het zwaar zijn alleen de verantwoordelijkheid als
ouder op zich te nemen. Bovendien moet zij als moeder nu twee rollen vervullen: zowel de meer
troostende, steunende (moeder)rol als de grenzenstellende, strenge (vader)rol.
Een groot deel van de door Het Kopland opgevangen vrouwen en kinderen is van allochtone afkomst.
Naast de eerder geschetste problematiek, speelt dan ook de taal- en cultuurbarrière een rol. De
communicatie met ouders en kinderen kan moeizaam verlopen en voor misverstanden zorgen.
Het Kopland, januari 2014
4
Problemen met integratie in de Nederlandse samenleving en een relatief groter isolement in
vergelijking met autochtone gezinnen, kan de achterstandssituatie van allochtone kinderen nog verder
vergroten.
2.3 Externe kinderen
Er worden bij de Kangoeroe ook kinderen opgevangen die niet (meer) in de opvang van Het Kopland
wonen. Het gaat daarbij om kinderen van ex-bewoonsters die een opleiding, een traject (participatie of
inburgering) volgen of aan het werk zijn.
Of de opvang bij de Kangoeroe fungeert als overbrugging naar reguliere kinderopvang. Ook worden
kinderen opgevangen van tienermoeders / c.q vaders die een opleiding volgen.
Incidenteel vangen we kinderen op, die het door hun problematiek op een "gewoon" kinderdagverblijf
niet redden, of ter overbrugging naar een Medisch Kinderdagverblijf.
Deze kinderen kunnen opgevangen worden als er een Sociaal Medische Indicatie (SMI) is afgegeven
door een externe instantie (bijv. huisarts, consultatiebureau), dit is noodzakelijk in verband met de
financiering.
Er zijn 8 interne plaatsen voor kinderen van Het Kopland, 2 kindplaatsen voor participatie trajecten en
10 externe kindplaatsen.
Het Kopland, januari 2014
5
3
Doelstellingen.
De doelstellingen van de Kangoeroe zijn onder te verdelen in algemene doelstellingen, die voor alle
kinderen op dezelfde manier gelden:


Wij bieden kinderen in moeilijke omstandigheden een plek waar ze tot rust kunnen komen, waar
ze zich veilig voelen en waar ze een leuke tijd hebben.
Wij besteden aandacht aan de sociale ontwikkeling, ontwikkeling van identiteit en zelfredzaamheid
en de spraak / taalontwikkeling van alle kinderen. Met name deze ontwikkelingsgebieden zijn
belangrijk gezien de achtergronden van de kinderen.
Daarnaast werken we aan een aantal doelen die meer individueel gericht zijn:


Wij signaleren als er iets met een kind aan de hand is en bespreken dit met de moeder. Zo nodig
mondt dit uit in een externe verwijzing.
Wij bieden kinderen met een achterstand iets extra's door programma's aan te bieden die op ieder
individueel kind zijn afgestemd. Voor alle kinderen worden werkpunten opgesteld en deze worden
regelmatig geëvalueerd.
En tot slot zijn er doelen die gericht zijn op het ouder-kind-systeem:



De Kangoeroe vangt de kinderen op zodat de moeders deel kunnen nemen aan het
hulpverleningsaanbod van Het Kopland of naar school of aan het werk kunnen.
De opvoedingstaak van de ouders wordt verlicht en daardoor kunnen kinderen en moeders weer
positieve ervaringen met elkaar op doen.
Door voorbeeldgedrag en tips laten de leidsters de ouders andere manieren van omgaan met hun
kind zien.
Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn:


De leidsters bieden de kinderen een veilige omgeving.
Er wordt krachtgericht gewerkt; we besteden ook veel aandacht aan het 'gezonde' deel van de
kinderen.
Het Kopland, januari 2014
6
4
Werkwijze.
In dit hoofdstuk worden eerder genoemde doelstellingen en de werkwijze die we hanteren op de
Kangoeroe uitgewerkt.
4.1. Groepsindeling, personeel, vierogenprincipe en preventie.
-De kinderen worden opgevangen in 2 stamgroepen met elk 10 kindplaatsen, een peutergroep met
kinderen vanaf ruim 2 jaar, genaamd Kanga en een flexibele groep voor baby’s en dreumesen,
genaamd Roe.
-Er zijn per groep 2 vaste gediplomeerde leidsters (MBO-SPW/SAW niveau 4) aanwezig, met
daarnaast stagiaires (van MBO-SAW gespecialiseerde kinderopvang niveau 4).
-Tijdens de openingsuren zijn altijd minimaal 2 volwassenen aanwezig. Door de transparante
inrichting van het gebouw (ramen tussen alle ruimtes waar kinderen verblijven) en het gebruik van
babyfoons heeft een tweede volwassene altijd de mogelijkheid mee te kijken en/of te luisteren.
Het vierogenprincipe (m.i.v.1 juli 2013) is zonder bouwtechnische aanpassingen geïntroduceerd:
de medewerkers zijn geïnstrueerd en de ouders c.q. de cliëntenraad zijn mondeling geïnformeerd c.q.
geraadpleegd over de invulling van dit principe in onze dagelijkse praktijk.
De brief van het ministerie van SoZaWe inzake deze wetswijzigingen (d.d. 8-2-2013) zit voor de
medewerkers m.i.v. 18-2-2013 via het computernetwerk ter inzage in het cliëntvolgsysteem OCTO en
een kopie is voor de ouders ter inzage aanwezig in de ontvangsthal.
-Aanwezig zijn een brandactie- en een ontruimingsplan. De personeelsleden zijn tevens geschoold in
bedrijfshulpverlening en EHBO.
-Jaarlijks worden de inventarisatielijsten m.b.t. mogelijke risico’s op het gebied van veiligheid en
gezondheid volgens de richtlijnen van de LCHV (Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid) ingevuld
en waar nodig worden afspraken gemaakt t.b.v. het voorkomen van aangetroffen risico’s.
4.2.
Rust en een veilige plek.
Om de kinderen rust en veiligheid te bieden zijn een aantal elementen belangrijk.
Zo wordt er bij de Kangoeroe gewerkt met een vaste dagstructuur, die op papier is vastgelegd. Per
dagdeel bieden we een aantal min of meer vaste activiteiten in een zelfde volgorde aan. Op die
momenten wordt er alleen met het aangeboden materiaal gespeeld; de rest van het speelgoed blijft in
de kasten. Deze dagelijks terugkerende momenten bieden de kinderen veiligheid en houvast en dit
geeft een dusdanige rust in de situatie, dat het beter mogelijk is de kinderen de nodige begeleiding te
geven. Alle leidsters hanteren deze structuur op dezelfde wijze.
Omdat baby’s nog hun eigen slaapritme en voedingspatroon hebben, werken we op de groep Roe
met een iets minder vaste dagindeling.
De structuur krijgt vorm in een vast dagritme waarbij verschillende spelmomenten elkaar afwisselen.
Kinderen mogen kiezen uit twee of drie mogelijkheden, maar meestal spelen alle kinderen op
hetzelfde moment met hetzelfde (soort) speelgoed. Kinderen genieten van deze vaste structuur en
voelen zich veilig en vertrouwd.
Kinderen leren in deze omgeving spelen, iets waar in de thuissituatie in veel gevallen weinig ruimte en
aandacht voor was.
Ook kinderen die om andere redenen moeite hebben zich te handhaven in de vaak drukke reguliere
kinderdagverblijfgroepen profiteren van deze gestructureerde aanpak.
Het is bij de Kangoeroe duidelijk wat er van de kinderen verwacht wordt. Zowel de onzekere, angstige
kinderen als de drukkere, onrustige types voelen zich daar prettig bij.
Op beide groepen wordt elk dagdeel gestart met een beginkring. Rondom de kangoeroe handpop
Skippy bouwen we een ritueel van wakker maken, begroeten, etc. om een gevoel van veiligheid te
bewerkstelligen. Alle kinderen doen mee aan deze beginkring en zitten aandachtig te luisteren.
Het Kopland, januari 2014
7
Er wordt binnen de Kangoeroe themagericht gewerkt. Dit betekent dat gedurende een bepaalde
periode (bijvoorbeeld een week of 14 dagen) een thema centraal staat in activiteiten, spel, voorlezen,
etc. Voorbeelden van deze thema's zijn: dieren, kleuren, familie, jaargetijden, verhuizen, aandacht
voor bepaalde feesten. Deze dagelijks terugkerende thema's geven eveneens structuur en
duidelijkheid. Bovendien worden er afgebakende leermomenten aangeboden aan de kinderen en
geeft het ook leidsters houvast bij het uitvoeren van hun werkzaamheden.
Ter ondersteuning van het themagericht werken worden onderdelen van het VVE-programma Uk en
Puk gebruikt.
Ook regels geven structuur en een gevoel van veiligheid. Er zijn regels voor de omgang met elkaar en
met het materiaal. Tijdens de kring en bepaalde activiteiten moeten de kinderen bijvoorbeeld blijven
zitten.
We werken bij de Kangoeroe veel met belonen in de zin van complimenten en aandacht geven. Juist
voor deze kinderen, die in hun thuissituatie vaak negatief benaderd zijn of weinig aandacht hebben
gekregen, is het belangrijk dat zij beloond worden voor de dingen die goed gaan. Dit draagt bij aan
een ontspannen en gezellige sfeer. Bovendien vergroten complimentjes en positieve aandacht het
zelfvertrouwen.
Het is voor deze kinderen belangrijk om hen rustig te laten wennen aan de nieuwe situatie. Vaak
moeten de kinderen niet alleen wennen aan een nieuwe crèche, maar ook een andere
woonomgeving. Voor elk kind wordt afhankelijk van de situatie een individueel wenschema gemaakt.
We kijken daarbij steeds goed naar het kind:
Wat heeft dit kind nodig om zich op zijn/ haar gemak te voelen. We beginnen met een half uur
wennen. De moeder is dan op korte afstand aanwezig en/of bereikbaar. Als dit goed gaat breiden we
geleidelijk uit naar een dagdeel.
Bij een interne overgang naar de volgende stamgroep (van Roe naar Kanga) wordt zo nodig
eenzelfde wenschema opgebouwd.
Voor kinderen met deze achtergrond is het niet zo vanzelfsprekend dat het ergens “leuk” is. Door de
rust en veiligheid die kinderen ervaren op de Kangoeroe, vinden ze het daar wél leuk. Bovendien
dragen het speelgoed, het materiaal, de inrichting en de uitgevoerde activiteiten daartoe bij.
Aan de meeste kinderen merken we na verloop van tijd zeker dat ze het naar hun zin hebben. De
kinderen maken contact met elkaar en met de leidsters, lachen en vragen veel en hebben plezier in de
dingen die ze doen of waar ze mee bezig zijn.
Ook de allochtone kinderen ervaren rust en veiligheid door de structuur die geboden wordt en door
de positieve sfeer die wordt neergezet. Er is bij de Kangoeroe oog voor de verschillen tussen
kinderen. Zo vragen we altijd naar de culturele en geloofsachtergrond van de kinderen en houden we
rekening met andere eet- en drinkgewoonten. Ook is er aandacht voor feesten uit andere culturen.
De vrouwenopvang van Het Kopland voert al jaren een bewust beleid voor het aantrekken van
personeel met een allochtone achtergrond. Bij de Kangoeroe is dit goed zichtbaar en daardoor voelen
kinderen uit een andere cultuur zich er snel thuis.
4.3.
Positieve ontwikkeling voor alle kinderen.
De sociale ontwikkeling van de kinderen is door de geweldsituatie waar ze uitkomen danig
ontregeld. Soms kennen ze geen andere manier dan ruzie en slaan om in contact met anderen te
komen. Ook komt het voor dat kinderen zich juist terugtrekken en geen contact meer maken met
volwassenen en / of kinderen.
Wij vinden het belangrijk dat de kinderen hier anders mee om leren gaan. In de omgang met anderen
wordt de kinderen zo nodig ander gedrag geleerd om hun ongenoegen te uiten, of te laten merken dat
hij of zij het ergens niet mee eens is. Kinderen die verlegen en angstig reageren, worden op hun
gemak gesteld en uitgenodigd tot contact. Soms moet een leidster zich terughoudend opstellen en het
initiatief bij het kind laten.
Tijdens spel en activiteiten is er aandacht voor deze sociale ontwikkeling: samen delen van materiaal;
op elkaar wachten en naar elkaar luisteren tijdens het fruit eten; vragen en niets afpakken; samen
spelen en samen opruimen; cadeautje geven en ontvangen en trakteren bij verjaardagen. De leidsters
hebben bij het aanleren van deze sociale vaardigheden een sturende, directieve rol.
Het Kopland, januari 2014
8
De ontwikkeling van identiteit en zelfredzaamheid krijgt op verschillende momenten aandacht.
Bij de beginkring in de Kangoeroe heten wij alle kinderen expliciet welkom. Hierbij vervult de
kangoeroe handpop een belangrijke rol – de kinderen worden voorgesteld en Skippy voert kleine
gesprekjes met hen – over de verschillen tussen jongens en meisjes en de verschillende kleuren van
huid, haar en ogen. Dit helpt de kinderen om zich te leren onderscheiden van elkaar.
Tijdens een verjaardagsfeest staat het jarige kind in het middelpunt. Ook een kind dat weer vertrekt
van de Kangoeroe krijgt de nodige aandacht.
Ook het vergroten van zelfvertrouwen draagt bij aan de identiteitsontwikkeling. Als een kind er mag
zijn, vergroot hierdoor het zelfvertrouwen en dat maakt weerbaar. Deze kinderen hebben bij
binnenkomst over het algemeen weinig zelfvertrouwen en hebben te vaak gehoord dat ze niet
deugen.
Tijdens allerlei activiteiten staat het vergroten van dit zelfvertrouwen centraal. Er is aandacht voor
eigen bouwsels, tekeningen, etc. Tijdens klimmen, klauteren en andere bewegingsactiviteiten worden
de kinderen zoveel mogelijk gestimuleerd om 'het zelf te doen' (‘je kunt het wel’); zo leren zij
bijvoorbeeld klimmen op een trap of glijden van een glijbaan.
De ontwikkeling van de zelfredzaamheid hangt nauw samen met de identiteitsontwikkeling. Alles wat
je zelf kunt, geeft zelfvertrouwen en draagt bij aan een gevoel van eigenwaarde en aan de eigen
identiteit.
Bij het stimuleren van de zelfredzaamheid wordt rekening gehouden met de leeftijd en de
mogelijkheden van een kind, en met de culturele achtergrond. We stimuleren de kinderen dat wat ze
zelf kunnen, ook zelf te doen.
Soms zijn gewone, dagelijkse zaken als zelf eten, zindelijkheidstraining, etc. er bij ingeschoten door
de situatie thuis. Of zijn de kinderen door de omstandigheden, teruggevallen in hun ontwikkeling.
We pakken deze zaken op als de kinderen langer bij de Kangoeroe blijven en moeder genoeg
aandacht heeft om zich hiervoor ook in te zetten.
In verbeeldend spel komt de identiteitsontwikkeling ook volop aan bod. Tijdens dit spel krijgen
kinderen de mogelijkheid datgene na te spelen, wat zich in het dagelijks leven afspeelt en heeft
afgespeeld. Het kind kan daarbij zijn eigen rol en 'persoonlijkheid' volop oefenen - 'ik ben een moeder,
een kind, een piloot, etc.'. Daarbij heeft het kind ook de gelegenheid om eventueel een begin te
maken met het verwerken van de thuis opgedane ervaringen.
Waarden en normen zijn belangrijk voor de identiteitontwikkeling – de culturele achtergrond speelt
hierbij een rol. De kinderen kunnen zich spiegelen aan de leidsters met verschillende culturele
achtergronden.
Allochtone kinderen groeien op in de Nederlandse samenleving en moeten zich redden in deze
maatschappij. Soms levert dit ingewikkelde situaties op, waarbij ouders bijv. niet willen dat hun kind te
zelfstandig wordt, terwijl dit in de Nederlandse samenleving juist wel belangrijk is. We bespreken dit
met ouders en leggen aan hen uit wat er in Nederland van kinderen gevraagd wordt.
Kinderen met emotionele problemen zullen dit vaak uiten in hun taal- en spraakgebruik of in een
achterstand in hun taalontwikkeling.
De kinderen zijn gewend om duidelijk te maken wat ze willen door schreeuwen of slaan, of andere
agressieve uitingen of zijn stil en kunnen niet goed aangeven wat hun wensen zijn.
Een adequate taalbeheersing geeft de kinderen meer mogelijkheden om zich te uiten. Er is gedurende
de hele dag veel aandacht voor taalontwikkeling; de leidsters grijpen alles aan om te praten en te
luisteren. Daarnaast zijn er nog een aantal specifieke taalmomenten, zoals bijv. voorlezen in de kring
na het wakker maken van Skippy. Rond het eten en drinken is er een heel ritueel van zingen en
praten.
4.4.
Signalering
Gedurende de eerste periode bij de Kangoeroe bekijken wij of de kinderen gevolgen hebben
ondervonden van de thuissituatie en hoe het staat met de ontwikkeling van het kind.
Signalen die te maken kunnen hebben met getuige zijn van geweld, eigen mishandeling en/ of
verwaarlozing worden genoteerd en met de moeders en de hulpverleners van Het Kopland
besproken.
Het Kopland, januari 2014
9
Als de kinderen vertrekken en teruggaan naar de oude situatie worden verontrustende signalen
gemeld aan de hulpverlener van de moeder. Het team van de Kangoeroe is verantwoordelijk voor het
melden van deze signalen aan de verschillende hulpverleningsteams van Het Kopland – deze teams
beslissen wat de volgende stap is en of bijvoorbeeld een melding bij Bureau Jeugdzorg noodzakelijk
is.
Blijft het kind voor een langere periode bij de Kangoeroe, dan observeren wij het kind uitgebreider om
te bepalen of het kind ontwikkelingsachterstanden heeft, hoe groot deze zijn en of er sprake is van
gedragsproblemen.
Hierbij kijken we ook naar de omgang tussen moeder en kind (bij halen en brengen) en naar de
relaties die het kind met de leidsters en de andere kinderen legt.
Bij deze observaties maken we gebruik van verschillende instrumenten, zoals de Portage
vaardighedenlijst, de peuterobservatielijst en soms ook de observatielijsten “Zo doe ik”, “Zo praat ik”
en “Zo beweeg ik”.
Over elk kind wordt in ieder geval eenmaal per week gerapporteerd, indien er zich opvallende zaken
voordoen wordt dit genoteerd.
Eenmaal per 3 maanden wordt deze rapportage samengevat. Deze verslagen bespreken we met
moeders en zo nodig ook met de hulpverleners van Het Kopland.
Voor kinderen die vanaf de Kangoeroe vertrekken naar de basisschool of naar een ander
kinderdagverblijf wordt een overdrachtsverslag geschreven. Moeders krijgen dit mee en hen wordt
geadviseerd dit aan de basisschool of het kinderdagverblijf te geven.
4.5 Individuele werkpunten.
De eerder genoemde verslagen worden in het team in aanwezigheid van de orthopedagoog
besproken. Gezamenlijk bepalen we een aanpak van de geconstateerde ontwikkelingsachterstanden
en / of gedragsproblemen. Voor alle kinderen stellen we individuele werkpunten op, het gaat er daarbij
om dat kinderen kleine stapjes maken in hun ontwikkeling. Hierbij maken we deels gebruik van het
Portage Groepsprogramma en ook van onderdelen van het VVE-programma Uk en Puk. Beide
programma’s bieden de mogelijkheid om de ontwikkeling van kinderen individueel te stimuleren in de
groep. Ook tijdens de dagelijkse routine in de Kangoeroe besteden we aandacht aan de specifieke
problemen van een individueel kind. Zo krijgt een kind dat problemen heeft met motoriek bij springen
en dansen extra begeleiding; tijdens het bouwen met duplo kan er geteld worden en gesproken
worden over kleuren
Zo nodig bieden we kinderen ook nog individueel of in kleine groepjes extra activiteiten aan om hun
ontwikkeling te stimuleren.
De individuele werkpunten van de kinderen worden minimaal eenmaal per kwartaal geëvalueerd.
Indien een kind een werkpunt behaald heeft, kan een nieuw te behalen doel worden opgesteld.
De werkpunten geven tevens inzicht in de algemene vooruitgang van de kinderen.
4.6
Contacten met ouders / opvoedingsondersteuning
Met elke ouder (voor de kinderen van het Kopland gaat het alleen om moeders) wordt een
intakegesprek gehouden. Bij dit eerste gesprek gaat het om praktische gegevens als diëten,
slaaptijden, etc. De moeder kan hierbij ook haar eventuele zorg over de ontwikkeling van haar kind
uitspreken. Tijdens dit intakegesprek wordt ouders gewezen op de geheimhoudingsplicht die ze
hebben gezien de doelgroep van Het Kopland. Zo nodig kan de financieel medewerker ouders
ondersteunen bij het aanvragen van kinderopvangtoeslag en het invullen van andere noodzakelijke
formulieren.
Daarna zijn er regelmatig contacten met ouders tijdens het halen en brengen, en indien nodig wordt er
een extra afspraak gemaakt – bijvoorbeeld om een verslag te bespreken of als het kind zorgwekkend
gedrag vertoont. Ook de moeder (of de hulpverlener van Het Kopland) kan een gesprek aanvragen
met de leidsters of de teamleider van de Kangoeroe.
Eenmaal per jaar is er een ouderbijeenkomst bij de Kangoeroe – hier zijn zowel de moeders van Het
Kopland als de externe ouders welkom. Op deze bijeenkomst wordt meestal een thema behandeld –
ook is er tijd en ruimte voor gezelligheid en onderling contact tussen ouders.
De cliëntenraad van Het Kopland fungeert tevens als oudercommissie van de Kangoeroe. Er hangt
een brievenbus in de gang waar ouders ideeën in kwijt kunnen.
Het Kopland, januari 2014
10
Ook de klachtenprocedure van Het Kopland wordt gevolgd indien er klachten zijn over de gang van
zaken op de Kangoeroe (zie folder klachtenprocedure, die beschikbaar is voor ouders in de gang van
de kinderopvang).
De leidsters van de Kangoeroe hebben een voorbeeldfunctie voor ouders en geven tips over de
kinderen. Ze zijn gewend aan het omgaan met ouders, die problemen hebben en kunnen daar (ook
door de intensieve ondersteuning die ze krijgen) goed mee uit de voeten.
4.7
Flexibel
De opvang bij de Kangoeroe voor interne kinderen vanuit het vrouwenopvanghuis is (na overleg met
de leidsters) flexibel – later brengen, eerder ophalen, extra dagdelen, blijven eten, etc. Deze extra
mogelijkheden zijn voor ouders en kinderen in moeilijke situaties vaak een uitkomst.
Voor kinderen van externe ouders geldt dat het aantal dagdelen op contractbasis is vastgelegd. Zo
mogelijk en in overleg kunnen dagdelen desgewenst soms tijdelijk worden geruild naar andere
dagdelen in de week. Als er structureel meer of minder dagdelen gewenst zijn, wordt het contract
daartoe aangepast.
Voor beide categorieën kinderen geldt dat aanpassing van het aantal dagdelen geen consequenties
heeft voor hun plek in de stamgroep. Ze blijven in hun eigen stamgroep.
Het Kopland, januari 2014
11